The History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints in the Netherlands and Flanders

Copied from http://www.mvgcontact.org/HorizonPublicaties.htm, translated by Google here: http://translate.google.com/translate?hl=en&sl=nl&tl=en&u=http%3A%2F%2Fwww.mvgcontact.org%2FHorizonPublicaties.htm

Introduction

Heiligen der Lage Landen

Saints Low Countries

 

Inleiding: Heiligen der Lage Landen

woord vooraf

De volledige geschiedenis van de mormoonse saga in Europa is nog nooit verhaald. We beginnen een lange reeks afleveringen over de kerkgeschiedenis in Nederland en Vlaanderen. Hiervoor hebben we ook uw hulp nodig. We benutten wel elke bron in de kerkarchieven te Salt Lake City, maar ook daar zijn nog grote lacunes. Indien u dagboeken, brieven, krantenknipsels of andere publicaties bezit over de mormoonse geschiedenis in België of Nederland, zouden we dit heel graag vernemen. Wie de geschiedenis van zijn leven of het leven van een mormoons voorouder op band opneemt of neerschrijft, kan onze studie hierdoor uitermate verrijken.

Vergadert u in een oud kerkgebouw met "schatten op zolder"? Hebt u van oudere leden ooit documenten gekregen of geërfd? Wellicht hebt u binnen handbereik geschiedkundige bronnen die voor het Historisch Departement van de kerk zeer waardevol kunnen zijn. Laat het ons weten via de redactie. U kunt iets unieks bijdragen tot de wetenschap.

Zoals vermeld betreft dit een kroniek van de eerste honderd jaar "Heiligen der Lage Landen" (1861-1961), en de voordehandliggende uitnodiging is natuurlijk: wie begint de geschiedenis van de kerk over de laatste vijftig jaar vanaf 1961?

"Heiligen der Lage Landen" is een initiatief van MVG - Mormonen voor Vrede en Gerechtigheid: een kroniek van de geschiedenis van de heiligen der laatste dagen in Nederland en Vlaanderen.
Het betreft hier poging om de ontstaansgeschiedenis van de kerk in de lage landen voor een breed publiek toegankelijk te maken, en het internet leent zich daarvoor natuurlijk bij uitstek. MVG wil middels dit initiatief een totaalbeeld schetsen en bevorderen dat deze kroniek verder wordt aangevuld en gedetailleerd waar mogelijk.

"Heiligen der Lage Landen" putte uit de twee navolgende bronnen:

A- (afleveringen 1 t/m 6), (m.u.v. aflevering 2.1)
"De Geschiedenis van de Heiligen der Laatste Dagen in Nederland en Vlaanderen"
door Douglas F.Tobler en Barton W.Marcois (onderzoek en basistekst) en W.L.J. van Langendijk (nederlandse tekst en lokale bewerking).
Deze produktie werd in zijn geheel overgenomen uit het voormalige nederlandstalige tijdschrift: "Horizon, tijdschrift over de mormoonse gemeeenschap" (1983)

B- (afleveringen 7 t/m 15)
"Geschiedenis van de Nederlandse Zending"
door Keith C.Warner; vertaling K.J.Bakker (1967)
Het betreffende materiaal werd, op enkele pagina's statistische gegevens na, vrijwel in zijn geheel overgenomen uit een gebonden stencil met de gelijknamige titel dat werd gedistribueerd onder bezoekers aan een regionale vergadering d.d. 13 Juni 1981 te Den Haag.


afleveringen 1 t/m 6

April 1980: de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen viert haar honderdvijftigjarig bestaan. Sinds haar moeilijk begin in 1830, in een nog landelijke staat New York, is de kerk gegroeid in getal en gestalte. Tussen 1830 en 1980 veranderde het herstelde evangelie miljoenen levens. Ontelbare bekeerlingen hebben gezwoegd en geofferd om trouw te blijven aan hun overtuiging en deze door te geven aan kinderen en kleinkinderen.

De geschiedenis van deze bekeerlingen in Nederland en Vlaanderen spiegelt zich in het leven zelf van onze streken. Zij is gebonden aan sociale toestanden, aan de relaties tussen de gevestigde godsdiensten en de staat, aan politieke ontwikkelingen, aan de behoeften van de enkeling.

Wij benaderen daarom deze kerkgeschiedenis vanuit een iets andere gezichtshoek. Gebruikelijk is een opsomming van feiten over zendingswerk en groei - aankomst en vertrek van zendelingen, aantallen dopelingen en verslagen van vergaderingen en conferenties.. Weliswaar zijn die feiten bakens in onze geschiedenis, maar de geschiedschrijving reikt veel verder en veel dieper. Wij zoeken vooral naar de méns in zijn plotselinge ontmoeting met het mormonisme, in zijn luisteren en zijn bidden, in de stap die hem aan de oever van een rivier het water van de doop doet betreden. Wij zoeken naar het hoe en het waarom in het kader van de tijd, niet enkel het kerkelijk kader. Ook willen wij eerlijk en bescheiden zijn, zonder misplaatst triomfalisme.

Daarom schetsen we ook telkens Nederland en Vlaanderen met de kleuren van de betrokken periode, niet zozeer in de clichés van onze schoolse boeken, als wel tastbaar in het alledaagse Vaderland. Zowel België als Nederland komen aan bod, Nederland reeds vanaf de jaren 1840, België enkele decennia later en dus in volgende hoofdstukken. Wij nodigen u uit mee te leven in de roetbesmeurende, maar juichende stoom van de eerste treinen, in de ellende van de aardappelziektes, in het stoer patriotisme rond koning en leger, in de burgerlijke chocoladehuisjes voor dames.

En het is in dit alles dat wij de zoekende stappen volgen van de zendelingen van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, de moeilijke en de heerlijke momenten van de jonge leden, de droom van de emigratie naar Zion of het moedig standhouden op eigen bodem.

afleveringen 7 t/m 15

In 1861 arriveerden Paul Schettler en Anne Wiegers van der Woude in Nederland en begonnen het Evangelie onder de Nederlanders te propageren. Van der Woude doopte de eerste bekeerlingen, drie inwoners van Broek, op 1 oktober 1861.
Van 1861 tot 1863 doopten de eerste zendelingen drieendertig bekeerlingen en vestigden de eerste congregatie van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in Amsterdam. Sedert de pogingen van de eerste zendelingen in 1861, dienden 4665 zendelingen hun Kerk in Nederland. Deze elders slaagden er in ongeveer 14.307 bekeerlingen te dopen. Op 1 november 1864 werden de taken van de Kerk in Nederland afgescheiden van de Zwitsers-Duitse zending en werd bekend als de Nederlandse Zending. In de eerste twintig jaar kende het zendingwerk in Nederland slechts weinig vooruitgang. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door de taalmoeilijkheden, tegenwerking en gebrek aan kerkelijke literatuur. In 1880 kwam er echter een keerpunt. Toen nam de oppositie tegen de Kerk af en was er omtrent het Mormonisme voldoende gepubliceerd om de Nederlanders zover te krijgen naar de zendelingen te willen luisteren. Een bijdrage tot dit nieuwe succes werd geleverd door het feit dat de zending meer in het Nederlands begon te publiceren. In deze tijd vertaalden en publiceerden de zendingspresidenten het Boek van Mormon en andere boeken van de Kerk.
In de 105 jaar van het Mormoonse bekeringswerk bleken de bedreigingen van het gepeupel, de oppositie van de overheid en de pers juist hulpmiddelen voor publiciteit en begrip. De ondervonden tegenwerking van die zijden gaven de Kerk de impuls om tractaten, pamfletten en boeken in het Nederlands te publiceren. In de negentiende eeuw moedigden de Mormoonse zendelingen de bekeerlingen aan om zich in hun Zion in de Rocky Mountains te verenigen.
De eerste Nederlands Mormoonse emigranten scheepten op 1 juni 1864 in voor Amerika. In de eerste jaren van 1900 veranderden de leiders in Salt Lake City hun politiek en raadden de leden in Nederland aan om daar te blijven om de vertakkingen van de Kerk te helpen versterken en om te helpen het Mormonisme in eigen land te verbreiden. Niettemin emigreerden toch nog 6529 bekeerlingen naar de Verenigde Staten, Australie en Canada. Dit aantal bedroeg ongeveer 50% van het totale bestand aan dopelingen van 1861 tot 1966. Het was niet eerder dan halverwege de 20e eeuw dat de emigratie aanzienlijk afnam. Einde 1966 waren er in totaal 7300 Heiligen der Laatste Dagen in Nederland. De invloed van de twee wereldoorlogen op de Mormoonse Kerk in Nederland illustreert dat oorzaken van buitenaf, zowel politiek, sociaal als economisch, hun effect hadden op de activiteiten en ontwikkeling van de zending. In beide oorlogen werden kerkeigendommen vernietigd, Amerikaanse zendelingen teruggetrokken en nam het aantal dopelingen af. Na het beeindigen van beide oorlogen was er aanzienlijk verlies van plaatselijk leiderschap door emigratie. In de tweede wereldoorlog slopen verkeerde praktijken de Kerk binnen. Dit illustreert de noodzaak van het contact met de President van de Kerk, de profeet des Heren en andere bevoegde Kerkautoriteiten.
Vier gebeurtenissen hielpen bij het vormen van een positief aanzien van de Mormoonse Kerk in Nederland gedurende het naoorlogse tijdperk:
1. de introductie van het kerkelijke welvaartsplan
2. het bezoek van President David O. McKay
3. het bezoek van het Mormoonse Tabernakel Koor
4. de officiele erkenning van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen door de Nederlandse regering.
Deze gebeurtenissen mondden uit in de organisatie van de Hollandse Ring, een regionale administratieve eenheid. Ook ontving de Kerk in deze periode pro-mormoonse publiciteit van de zijde van de massa-media zoals televisie, radio en pers.
Deze studie van de geschiedenis van de Kerk in Nederland illustreert dat invloeden zowel van binnenuit als van buitenaf hun weerslag kunnen hebben op de groei en ontwikkeling van de Kerk in Nederland. Sedert de tweede wereldoorlog zijn er vier verschillende plannen ontworpen voor het bekeringswerk. Deze plannen verbeterden de mogelijkheden van de zendelingen om meer effectief zendingswerk te doen.
De Nedelandse zending had drie primeurs in de wereldomvattende ontwikkeling van de Mormoonse Kerk:
1. de eerste niet-Engels sprekende zending
2. de eerste niet-Engels sprekende ring
3. de eerste ring van de Heiligen der Laatste Dagen op het Europese vasteland.

In de honderd en vijf jaar van Mormoonse activiteit in Nederland is het aantal Nederlandse leden relatief klein gebleven. Dit wijst er op wat de toekomst van de Kerk in Nederland zal brengen, tenzij er invloeden van buitenaf zullen optreden die de Nederlanders meer ontvankelijk zullen maken voor de boodschap van het Herstelde Evangelie. President van Slooten heeft opgemerkt dat zulke gunstige veranderingen nu (1967) op komst zijn:

"Het is heel goed mogelijk dat de veranderingen, die op het ogenblik in andere kerken plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld in de Katholieke Kerk, zullen resulteren in een ander standpunt ten opzichte van de Mormoonse Kerk en het Herstelde Evangelie. Vooralsnog neem ik aan dat er een langzame maar gestage groei in de Kerk in Nederland zal zijn. Deze groei zal worden veroorzaakt door vele factoren: emigratie, tempelbouw, vestiging van ringen enz."

 

 

 

 

 

Introduction: Saints Low Countries

woord vooraf foreword

De volledige geschiedenis van de mormoonse saga in Europa is nog nooit verhaald. The entire history of the Mormon saga in Europe has never recovered. We beginnen een lange reeks afleveringen over de kerkgeschiedenis in Nederland en Vlaanderen. We begin a long series of episodes about the church history in the Netherlands and Flanders. Hiervoor hebben we ook uw hulp nodig. For this we need your help. We benutten wel elke bron in de kerkarchieven te Salt Lake City, maar ook daar zijn nog grote lacunes. We do use every resource in the church archives in Salt Lake City, but there are still big gaps. Indien u dagboeken, brieven, krantenknipsels of andere publicaties bezit over de mormoonse geschiedenis in België of Nederland, zouden we dit heel graag vernemen. If you diaries, letters, newspaper clippings or other publications held on the Mormon history in Belgium or the Netherlands, we would so like to know. Wie de geschiedenis van zijn leven of het leven van een mormoons voorouder op band opneemt of neerschrijft, kan onze studie hierdoor uitermate verrijken. About the history of his life or the life of a Mormon ancestor tape record or write down, we can study this very enriching.

Vergadert u in een oud kerkgebouw met "schatten op zolder"? Hebt u van oudere leden ooit documenten gekregen of geërfd? Meet you in an old church building with "attic treasures"? Have you ever members of older documents received or inherited? Wellicht hebt u binnen handbereik geschiedkundige bronnen die voor het Historisch Departement van de kerk zeer waardevol kunnen zijn. You may have at hand historical sources for the Historical Department of the Church very valuable. Laat het ons weten via de redactie. Please let us know via the editor. U kunt iets unieks bijdragen tot de wetenschap. You can contribute something unique to science.

Zoals vermeld betreft dit een kroniek van de eerste honderd jaar "Heiligen der Lage Landen" (1861-1961), en de voordehandliggende uitnodiging is natuurlijk: wie begint de geschiedenis van de kerk over de laatste vijftig jaar vanaf 1961? As indicated, this is a chronicle of the first one hundred years "Saints Low Countries (1861-1961), and the call is of course obvious: who starts the history of the church over the last fifty years from 1961?

" Heiligen der Lage Landen" is een initiatief van MVG - Mormonen voor Vrede en Gerechtigheid: een kroniek van de geschiedenis van de heiligen der laatste dagen in Nederland en Vlaanderen. "Saints of the Low Countries' is an initiative of MVG - Mormons for Peace and Justice: a chronicle of the history of the Latter-day Saints in the Netherlands and Flanders.
Het betreft hier poging om de ontstaansgeschiedenis van de kerk in de lage landen voor een breed publiek toegankelijk te maken, en het internet leent zich daarvoor natuurlijk bij uitstek. These are attempts at the history of the church in the low countries for a broad public access to, and the Internet is perfect for this course. MVG wil middels dit initiatief een totaalbeeld schetsen en bevorderen dat deze kroniek verder wordt aangevuld en gedetailleerd waar mogelijk. MVG is an initiative by the overall picture and promote this record to be enlarged and detailed where possible.

"Heiligen der Lage Landen" putte uit de twee navolgende bronnen: "Saints Low Countries" drew on the two following sources:

A - (afleveringen 1 t/m 6), (muv aflevering 2.1) A - (episodes 1 to 6), (except episode 2.1)
"De Geschiedenis van de Heiligen der Laatste Dagen in Nederland en Vlaanderen" "The History of the Latter-day Saints in the Netherlands and Flanders"
door Douglas F.Tobler en Barton W.Marcois (onderzoek en basistekst) en WLJ van Langendijk (nederlandse tekst en lokale bewerking). by Douglas F. Tobler and W. Barton Marcois (research and basic text) and WLJ of Langendijk (Dutch text and local processing).
Deze produktie werd in zijn geheel overgenomen uit het voormalige nederlandstalige tijdschrift: "Horizon, tijdschrift over de mormoonse gemeeenschap" (1983) This production has been fully taken over from the former Dutch magazine "Horizon, the Mormon magazine gemeeenschap" (1983)

B - (afleveringen 7 t/m 15) B - (episodes 7 to 15)
"Geschiedenis van de Nederlandse Zending" "History of the Dutch Mission"
door Keith C.Warner; vertaling KJBakker (1967) by Keith C. Warner; KJBakker translation (1967)
Het betreffende materiaal werd, op enkele pagina's statistische gegevens na, vrijwel in zijn geheel overgenomen uit een gebonden stencil met de gelijknamige titel dat werd gedistribueerd onder bezoekers aan een regionale vergadering dd 13 Juni 1981 te Den Haag. The material was, in some pages from statistical data, almost all taken from a stencil tied with the same name that was distributed to visitors at a regional meeting dated June 13, 1981 in The Hague.


afleveringen 1 t/m 6 episodes 1 through 6

April 1980: de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen viert haar honderdvijftigjarig bestaan. April 1980: The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints will celebrate its one hundred and fifty anniversary. Sinds haar moeilijk begin in 1830, in een nog landelijke staat New York, is de kerk gegroeid in getal en gestalte. Since its inception in 1830 is difficult, even in a rural upstate New York, the church grew in number and stature. Tussen 1830 en 1980 veranderde het herstelde evangelie miljoenen levens. Between 1830 and 1980 changed the restored gospel millions of lives. Ontelbare bekeerlingen hebben gezwoegd en geofferd om trouw te blijven aan hun overtuiging en deze door te geven aan kinderen en kleinkinderen. Countless converts have toiled and sacrificed to remain true to their beliefs and to pass to children and grandchildren.

De geschiedenis van deze bekeerlingen in Nederland en Vlaanderen spiegelt zich in het leven zelf van onze streken. The history of these converts in the Netherlands and Flanders reflected in the very life of our region. Zij is gebonden aan sociale toestanden, aan de relaties tussen de gevestigde godsdiensten en de staat, aan politieke ontwikkelingen, aan de behoeften van de enkeling. It is bound to social conditions, the relationship between established religions and the state, political developments, the needs of the individual.

Wij benaderen daarom deze kerkgeschiedenis vanuit een iets andere gezichtshoek. Gebruikelijk is een opsomming van feiten over zendingswerk en groei - aankomst en vertrek van zendelingen, aantallen dopelingen en verslagen van vergaderingen en conferenties.. We therefore approach this church history from a slightly different angle. Usually a list of facts about missionary work and growth - arrival and departure of missionaries, baptism numbers and reports of meetings and conferences .. Weliswaar zijn die feiten bakens in onze geschiedenis, maar de geschiedschrijving reikt veel verder en veel dieper. While those facts are landmarks in our history, but the history goes much further and much deeper. Wij zoeken vooral naar de méns in zijn plotselinge ontmoeting met het mormonisme, in zijn luisteren en zijn bidden, in de stap die hem aan de oever van een rivier het water van de doop doet betreden. We seek above all to the man's sudden encounter with Mormonism, his listening and praying, in the step him on the bank of a river the water of baptism does enter. Wij zoeken naar het hoe en het waarom in het kader van de tijd, niet enkel het kerkelijk kader. We are searching for how and why in the context of the time, not only within the church. Ook willen wij eerlijk en bescheiden zijn, zonder misplaatst triomfalisme. We also want honest and modest, without misplaced triumphalism.

Daarom schetsen we ook telkens Nederland en Vlaanderen met de kleuren van de betrokken periode, niet zozeer in de clichés van onze schoolse boeken, als wel tastbaar in het alledaagse Vaderland. Therefore we always outline Netherlands and Flanders with the colors of the period, rather than the cliches of our school books, but rather tangible in the everyday Fatherland. Zowel België als Nederland komen aan bod, Nederland reeds vanaf de jaren 1840, België enkele decennia later en dus in volgende hoofdstukken. Wij nodigen u uit mee te leven in de roetbesmeurende, maar juichende stoom van de eerste treinen, in de ellende van de aardappelziektes, in het stoer patriotisme rond koning en leger, in de burgerlijke chocoladehuisjes voor dames. Both Belgium and the Netherlands are discussed, as early as the 1840s Netherlands, Belgium and several decades later, so in subsequent chapters. We invite you to live in the roetbesmeurende, but cheering the first steam trains, in the misery of the potato diseases , in the sturdy patriotism around king and army, the civil chocolate houses for women.

En het is in dit alles dat wij de zoekende stappen volgen van de zendelingen van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, de moeilijke en de heerlijke momenten van de jonge leden, de droom van de emigratie naar Zion of het moedig standhouden op eigen bodem. And it is all that we are searching steps of the missionaries of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, the difficult and wonderful moments of the young members, the dream of emigration to Zion, or the courageous stand on home soil.

afleveringen 7 t/m 15 episodes 7 to 15

In 1861 arriveerden Paul Schettler en Anne Wiegers van der Woude in Nederland en begonnen het Evangelie onder de Nederlanders te propageren. Van der Woude doopte de eerste bekeerlingen, drie inwoners van Broek, op 1 oktober 1861. In 1861 arrived Schettler Paul and Anne Wiegers van der Woude in the Netherlands and the Gospel among the Dutch began to propagate. Van der Woude baptized the first converts, three residents of Broek, on October 1, 1861.
Van 1861 tot 1863 doopten de eerste zendelingen drieendertig bekeerlingen en vestigden de eerste congregatie van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in Amsterdam. From 1861 to 1863 baptized the first converts and thirty three missionaries established the first congregation of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints in Amsterdam. Sedert de pogingen van de eerste zendelingen in 1861, dienden 4665 zendelingen hun Kerk in Nederland. Deze elders slaagden er in ongeveer 14.307 bekeerlingen te dopen. Since the attempts of the first missionaries in 1861, had 4665 missionaries their church in the Netherlands. These elsewhere succeeded in about 14,307 converts baptized. Op 1 november 1864 werden de taken van de Kerk in Nederland afgescheiden van de Zwitsers-Duitse zending en werd bekend als de Nederlandse Zending. In de eerste twintig jaar kende het zendingwerk in Nederland slechts weinig vooruitgang. On November 1, 1864, the tasks of the Church in the Netherlands separated from the Swiss-German mission and became known as the Dutch Mission. In the first twenty years the mission work in the Netherlands had little progress. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door de taalmoeilijkheden, tegenwerking en gebrek aan kerkelijke literatuur. This was partly caused by language difficulties, resistance and lack of religious literature. In 1880 kwam er echter een keerpunt. In 1880, however, a turning point. Toen nam de oppositie tegen de Kerk af en was er omtrent het Mormonisme voldoende gepubliceerd om de Nederlanders zover te krijgen naar de zendelingen te willen luisteren. Then the opposition against the Church, and was about Mormonism published to the Dutch far enough to get to the missionaries want to listen. Een bijdrage tot dit nieuwe succes werd geleverd door het feit dat de zending meer in het Nederlands begon te publiceren. A new contribution to this success was provided by the fact that the Dutch mission in more began to publish. In deze tijd vertaalden en publiceerden de zendingspresidenten het Boek van Mormon en andere boeken van de Kerk. At this time translated the mission presidents and published the Book of Mormon and other books of the Church.
In de 105 jaar van het Mormoonse bekeringswerk bleken de bedreigingen van het gepeupel, de oppositie van de overheid en de pers juist hulpmiddelen voor publiciteit en begrip. In the 105 years of Mormon conversion work proved the threats of the mob, the opposition of the government and the press just for publicity tools and understanding. De ondervonden tegenwerking van die zijden gaven de Kerk de impuls om tractaten, pamfletten en boeken in het Nederlands te publiceren. Encountered opposition from both sides who gave the impetus to the Church tracts, pamphlets and books in Dutch publishing. In de negentiende eeuw moedigden de Mormoonse zendelingen de bekeerlingen aan om zich in hun Zion in de Rocky Mountains te verenigen. In the nineteenth century encouraged the converts to the Mormon missionaries to bring their Zion in the Rocky Mountains to unite.
De eerste Nederlands Mormoonse emigranten scheepten op 1 juni 1864 in voor Amerika. The Dutch first Mormon emigrants boarded on June 1, 1864 for America. In de eerste jaren van 1900 veranderden de leiders in Salt Lake City hun politiek en raadden de leden in Nederland aan om daar te blijven om de vertakkingen van de Kerk te helpen versterken en om te helpen het Mormonisme in eigen land te verbreiden. In the first years of 1900 changed the leaders in Salt Lake City politics and advised their members in the Netherlands to remain there for the ramifications of the Church to help strengthen and help to Mormonism in the country to spread. Niettemin emigreerden toch nog 6529 bekeerlingen naar de Verenigde Staten, Australie en Canada. Nevertheless, 6529 still converts emigrated to the United States, Australia and Canada. Dit aantal bedroeg ongeveer 50% van het totale bestand aan dopelingen van 1861 tot 1966. This compares with approximately 50% of the total stock of baptisms from 1861 to 1966. Het was niet eerder dan halverwege de 20e eeuw dat de emigratie aanzienlijk afnam. It was not until the mid 20th century emigration significantly decreased. Einde 1966 waren er in totaal 7300 Heiligen der Laatste Dagen in Nederland. End of 1966 there were in total 7300 Latter-day Saints in the Netherlands. De invloed van de twee wereldoorlogen op de Mormoonse Kerk in Nederland illustreert dat oorzaken van buitenaf, zowel politiek, sociaal als economisch, hun effect hadden op de activiteiten en ontwikkeling van de zending. The influence of the two world wars in the Mormon Church in the Netherlands illustrates that external causes, both politically, socially and economically, they affected the activities and development of the shipment. In beide oorlogen werden kerkeigendommen vernietigd, Amerikaanse zendelingen teruggetrokken en nam het aantal dopelingen af. In both wars were destroyed church property, American missionaries and retired the number of baptisms took off. Na het beeindigen van beide oorlogen was er aanzienlijk verlies van plaatselijk leiderschap door emigratie. After finishing both wars there was considerable loss of local leadership by emigration. In de tweede wereldoorlog slopen verkeerde praktijken de Kerk binnen. In the second world war breaking bad practices within the Church. Dit illustreert de noodzaak van het contact met de President van de Kerk, de profeet des Heren en andere bevoegde Kerkautoriteiten. This illustrates the need to contact the President of the Church, the prophet of the Lord Church and other competent authorities.
Vier gebeurtenissen hielpen bij het vormen van een positief aanzien van de Mormoonse Kerk in Nederland gedurende het naoorlogse tijdperk: Four events helped in forming a positive status of the Mormon Church in the Netherlands during the postwar era:
1. 1. de introductie van het kerkelijke welvaartsplan the introduction of the religious welfare plan
2. 2. het bezoek van President David O. McKay the visit of President David O. McKay
3. 3. het bezoek van het Mormoonse Tabernakel Koor the visit of the Mormon Tabernacle Choir
4. 4. de officiele erkenning van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen door de Nederlandse regering. the official recognition of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints by the Dutch government.
Deze gebeurtenissen mondden uit in de organisatie van de Hollandse Ring, een regionale administratieve eenheid. These events resulted in the organization of the Holland Ring, a regional administrative unit. Ook ontving de Kerk in deze periode pro-mormoonse publiciteit van de zijde van de massa-media zoals televisie, radio en pers. Also received the Church in this period pro-Mormon publicity on the part of the mass media such as television, radio and press.
Deze studie van de geschiedenis van de Kerk in Nederland illustreert dat invloeden zowel van binnenuit als van buitenaf hun weerslag kunnen hebben op de groei en ontwikkeling van de Kerk in Nederland. This study of the history of the Church in the Netherlands illustrates that influences both internally and externally may affect their growth and development of the Church in the Netherlands. Sedert de tweede wereldoorlog zijn er vier verschillende plannen ontworpen voor het bekeringswerk. Since the second world war, there are four different plans designed for the conversion work. Deze plannen verbeterden de mogelijkheden van de zendelingen om meer effectief zendingswerk te doen. These plans improved capabilities of the missionaries to do more effective missionary.
De Nedelandse zending had drie primeurs in de wereldomvattende ontwikkeling van de Mormoonse Kerk: Nedelandse The mission had three firsts in the global development of the Mormon Church:
1. 1. de eerste niet-Engels sprekende zending the first non-English speaking mission
2. 2. de eerste niet-Engels sprekende ring the first non-English speaking ring
3. 3. de eerste ring van de Heiligen der Laatste Dagen op het Europese vasteland. the first ring of the Latter-day Saints on the Continent.

In de honderd en vijf jaar van Mormoonse activiteit in Nederland is het aantal Nederlandse leden relatief klein gebleven. In the one hundred and five years of Mormon activity in the Netherlands the number of Dutch members remained relatively small. Dit wijst er op wat de toekomst van de Kerk in Nederland zal brengen, tenzij er invloeden van buitenaf zullen optreden die de Nederlanders meer ontvankelijk zullen maken voor de boodschap van het Herstelde Evangelie. This indicates what the future of the Church in the Netherlands will, unless there are outside influences that will occur will make the Dutch more receptive to the message of the Restored Gospel. President van Slooten heeft opgemerkt dat zulke gunstige veranderingen nu (1967) op komst zijn: President of Slooten stated that such positive changes now (in 1967) are coming:

"Het is heel goed mogelijk dat de veranderingen, die op het ogenblik in andere kerken plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld in de Katholieke Kerk, zullen resulteren in een ander standpunt ten opzichte van de Mormoonse Kerk en het Herstelde Evangelie. Vooralsnog neem ik aan dat er een langzame maar gestage groei in de Kerk in Nederland zal zijn. Deze groei zal worden veroorzaakt door vele factoren: emigratie, tempelbouw, vestiging van ringen enz." "It is quite possible that the changes, which are currently held in other churches, such as the Catholic Church, will result in a different position on the Mormon Church and the Restored Gospel. Being, I assume that a slow but steady growth in the Church in the Netherlands will be. This growth will be caused by many factors: emigration, temple construction, establishment of rings, etc. "

 

Chapter 1 – Leaving Europe

Heiligen der Lage Landen

Saints Low Countries

 

DE EUROPESE DREMPEL OVERSCHREDEN


Zendingswerk is de stempel van de Kerk van Jezus Christus. Het orgelpunt van de evangelieën luidt: "Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen..." En de apostelen zwermen uit over land en zee. De herstelling van de kerk in 1830 draagt dezelfde stempel. Reeds in 1829 beveelt een openbaring de Heiligen hun geloof en getuigenis met anderen te delen (Leer en Verbonden 4). Datzelfde jaar onderstreept een andere openbaring, aan Joseph Smith en John Whitmer, het cruciale bekeringswerk: "En zie, nu zeg Ik u, dat, wat voor u de grootste waarde zal hebben, zal zijn om bekering tot dit volk te prediken, opdat gij zielen tot Mij zult brengen, zodat gij met hen in het koninkrijk Mijns Vaders zult kunnen rusten" (Leer en Verbonden 15:6). De Leer en Verbonden verwijst drieëndertig maal naar de rol van het zendingswerk in de herstelde kerk.

Vanaf 1830 wordt de boodschap zowel door de prediking van jonge zendelingen als door de verspreiding van pamfletten verkondigd. Nadien begint Joseph Smith dit werk systematischer te besturen. De ouderlingen werken nu twee aan twee, krijgen soms een bepaald gebied toegewezen en ontvangen in 1834 "een predikingsbewijs dat zij officiële kerkvertegenwoordigers zijn" (1). In 1837, op het einde van de Kirtland-periode, dragen zendelingen het Boek van Mormon uit naar elke staat van de toenmalige Verenigde Staten en naar een groot deel van Canada. Reeds twintigduizend mensen zijn, in het wit gekleed, door onderdompeling gedoopt.


NAAR ENGELAND

In 1837 schrijven enkele Canadese bekeerlingen, waaronder apostel Joseph Fielding, naar hun familieleden in Engeland over het herstelde evangelie. De wens de boodschap in Engeland te verkondigen bereikt ook Joseph Smith. Doch Joseph wordt belemmerd door grote moeilijkheden in de jonge kerk. Een aantal leden noemen hem een gevallen profeet en keren de kerk de rug toe. In die gespannen omstandigheden schrijft de profeet nochtans: "In deze situatie, en enkele weken voor de Twaalf als quorum samen moesten vergaderen, openbaarde God mij dat iets nieuws moest verricht worden voor de zaligheid van Zijn kerk. Op 1 juni 1837 werd Heber C. Kimball, één van de twaalf apostelen, gekozen door de Geest en door openbaring en werd hij door handoplegging aangesteld om te presideren over een Engelse zending - de eerste overzeese zending van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen" (2). Apostel Heber C. Kimball, grootvader van de huidige president, Spencer W. Kimball, noteert in zijn dagboek dat Joseph hem in de Kirtland tempel heeft ingelicht: "Broeder Heber, de Geest des Heren fluisterde me toe: Laat mijn dienaar Heber naar Engeland gaan om aldaar het evangelie te verkondigen en de deur tot zaligheid te openen voor dit land" (3). Kimball staat versteld bij de woorden van de profeet. Hij vindt zichzelf een onopgevoede boer, niet geschikt om naar een, volgens hem, verfijnd volk met een hoogstaande culturele traditie te reizen. Maar Heber C. Kimball gehoorzaamt en verlaat zijn ziek en behoeftig gezin om in Engeland het zendingswerk op touw te zetten. Zijn ongelofelijk succes bewijst dat zijn angsten ongegrond waren. Haast tweeduizend mensen worden er gedoopt tussen juli 1837 en april 1838. Elder Kimball zelf brengt zo'n duizend leden tot de kerk.

De groep zendelingen bestaat uit zes man - waaronder apostelen Orson Hyde en Joseph Fielding. Ze bereiken Liverpool op 20 juli 1837, net wanneer koningin Victoria de Britse troon bestijgt. Aldus begint het zendingswerk niet alleen voor Engeland, maar eventueel ook voor geheel Europa. Wanneer Brigham Young vier jaar later, in 1841, Engeland verlaat met een groep apostelen die daar met hem hebben gearbeid, telt de kerk in Engeland 5.814 Heiligen der Laatste Dagen. Vele honderden verlaten echter hun moederland: zij vormen de voorhoede van de grote mormoonse emigratie uit Europa in de komende honderd jaar. Zij laten hun geboorteland achter voor het beloofde Zion in Nauvoo en daarna in de vallei van het Grote Zoutmeer in West-Amerika.


NEDERLAND IN HET MIDDEN
VAN DE NEGENTIENDE EEUW

In 1841 zet voor het eerst een Heilige der Laatste Dagen, een lid van de Raad der Twaalf, voet aan wal in Nederland. Hoe ziet ons land er dan uit?

Voor Nederland is het midden van de negentiende eeuw, alles bij elkaar genomen, een sombere periode. De glorietijd van vroegere dagen is al lang voorbij. Opstanden, oorlogen, Engelse en Franse bemoeienissen sparen al meer dan een eeuw het kleine land aan de Noordzee niet. Na de val van Napoleon in 1815 wordt het koninkrijk der Nederlanden hersteld onder koning Willem I. Maar al gauw blijkt dat het volk, alhoewel verheugd met de herwonnen vrijheid, niet veel meer van politiek patriotisme hebben moet. Oranje is terug, fijn, en Oranje zal het wel goed doen. Maar Oranje moet zelf maar zien hoe. Zo denken zowel de gezapige burgerij als de berooiden die voor het plezier mee gejuicht hebben bij de bevrijding. De winkelier weegt zijn rozijnen af, de kleermaker meet zijn goed met de ellestok, de koopman beheert zijn effecten, neemt een snuifje en neust in de Oprechte Haarlemmer. Allen doen hun deur op het nachtslot en kruipen met de slaapmuts op achter de bedsteedeuren. Potgieter vindt het cultuurleven van zijn tijd een stokviswinkel en Rogier noemt de jaren 1815 tot 1840 "een duffe tijd van dommelige meelzakken en Jan Salies" (4).

De Belgische opstand in 1830 leidt tot de afscheiding van het zuiden. Het is een moeizaam proces, verwarrend, dat pas in 1839 zijn afsluiting krijgt. Daartussen liggen negen jaren van mobilisatie in het lege Brabant - negen jaren die zwaar wegen op de kleine man. Lauwe hutspot, een heel klein lapje halfgaar vlees en driemaal overgetapt bier op lange regendagen of stoffige zomers hebben de hoogdravende vaderlandse liederen al gauw met spotwoorden verbasterd.

In de nu al oude kolonies volgen de rampen elkaar op: hervormingen mislukken, lokale oorlogen woeden in Java, op de Molukken, in Bali, op Sumatra. De slavernij tiert nog welig - pas in 1842, een eeuw na soortgelijke initiatieven in andere landen, wordt er voorzichtig een Maatschappij tot Bevordering van de Afschaffing der Slavernij gesticht. Maar tot ver in de jaren veertig verschijnen in de kolonies zulke advertenties: "Morgen, publiekelijk bij executie verkocht: Agilles, veldneger, roodachtig van couleur, van een goed nest." Tien jaar later plaatst Eduard Douwes Dekker de naam Multatuli op zijn "Max Havelaar".

Het koningshuis en de regering kunnen hun wereld niet meer aan. Interne geschillen ondergraven het gezag. In 1840 staan de adel, de pers en de kerk in rep en roer om het voorgenomen tweede huwelijk van de oude koning Willem I - een huwelijk met slechts een gravin, niet alleen van onvoldoende stand, maar ook nog een Belgische én Rooms. Beheerst, maar verbitterd, doet Willem I afstand van de troon. Zijn zoon, Willem II, volgt hem op in ongelukkige omstandigheden. De nieuwe koning mist beginselen en perspectief: "Hij hield veel van zijn volk, maar nog meer van champagne," klonk het later.

Dat Nederlandse volk bestaat maar uit "twee soorten inwoondren," de rijken en de armen. De rijken, nog geen vijftien procent van de bevolking, noemen zichzelf de fatsoenlijke stand - adel, patriciaat en gegoede burgerij. Heel de rest maken de armen, van ambachtslui over onderwijzers naar arbeiders en plaggenhutters.

De rijken, het moet worden gezegd, zijn niet buitensporig. Het geld wordt besteed aan fraaie interieurs en aan een comfort dat telkens iets nieuws uitvindt: handige petroleumlampen, stromend water, sanitair in een apart kamertje. Aalmoezen geven wordt een opvoedkundige bezigheid: wat heilig om enkele guldens bij te dragen voor de broodbedelingen; wat heerlijk voor de kinderen om de oude zieke dienster in haar zolderkamertje op te zoeken en haar wat versleten kleren te brengen. Men begrijpt niet hoe mensvernederend dat paternalisme is.

De dagelijkse levenscultuur van die kleine minderheid is op Frankrijk gericht, met Franse lectuur, Franse toneelstukjes of tableaux vivants, Franse muziek, gebracht tussen diners, recepties en de opera. 's Zomers vertrekt men naar het landhuis om er te dromen in een prieeltje. De standsverschillen zijn stipt. Alleen "met Uedeles welnemen" mag een saluerende palfrenier aan de heer des huizes toevertrouwen dat hij "mijnheer Uw vader" nog gekend heeft. "De zogenaamde fatsoenlijke familiën," schrijft Donker Curtius in 1847, "hebben zich meester gemaakt van alle gezag, landelijk, stedelijk, provinciaal en algemeen."

De armen - kleine middenstand, keuters, daggelders en ontelbare verworpenen - trachten van de éne dag op de andere te leven. Het "uitvaagsel" hokt bijeen, in de stad in krotterige pandjes, op het land in huttenkolonies. De hutten zijn in één dag klaar, van gevlochten takken, ingesmeerd met wat leem, een gat in de deur en een opening in het dak voor de turfrook. Soms hebben de bewoners een aardappelveldje, leuren met heibezems en honing en eten miereneieren en boomschors. De textielarbeiders staan veertien uur per dag in duistere kelders aan de lompe getouwen. 's Zondags krijgen ze toch een kwartier rust om te luisteren naar de patroon die een stichtend hoofdstuk uit de bijbel voorleest. Ze verdienen te weinig om te leven en net iets te veel om te sterven. Het schrale loontje wordt uitbetaald in bonnen die enkel in de winkel van de patroon kunnen omgezet worden in slecht brood, dure suiker, bier en jenever. Maar altijd knaagt de honger. Arm Nederland voedt zich vooral met voze en zwarte aardappelen, gekruid met mosterd of bierazijn, en doorgespoeld met zwart gootwater dat koffie heet (5).

In het midden van de negentiende eeuw sterft in Nederland één kind op drie. En voor hen die aan roodvonk, stuipen, tering of een choleraepidemie ontsnappen, wacht een duister bestaan. Van elke negen kinderen die ter wereld komen wordt er één te vondeling gelegd. In de portieken van de weeshuizen liggen elke avond een paar nieuwe baby's te huilen, met tussen de doeken een briefje: "Jopie, een meissie van griffermeerde godsdienst, is nog ongedoopt" of "Leentje is rooms gedoopt, ze heeft nooit gezooge, maar eet heel goet pap."

Arbeiderskinderen kruipen over de vloer van hun krotten. De schoorstenen trekken niet goed, onder de bedstee liggen de zwarte aardappels, overal krioelen er beestjes. De kinderen kunnen amper spreken of ze lopen grote kans het slachtoffer te worden van een schandaal dat geen periode ooit heeft gekend - de kinderarbeid. De steenbakkerijen in Hendrik-Ido-Ambacht hebben kinderen vanaf vier jaar in loondienst. Op de Hilversumse wol- en katoenfabrieken werken kinderen van vijf en zes jaar.

Toch is alles niet verstard. Er roert wat. Het jaar 1845 ziet rellen losbreken tegen de heersende armoe en het voedseltekort wegens aardappelziektes. Oproerige bewegingen zinderen door het noorden in 1847. Maar de liberale borrelpraat verandert niets en de strenge betogen van de enkele radicalen slagen niet diep genoeg in het burgervlees om werkelijk pijn te doen. In 1848 schrikt de burgerij evenwel voor het eerst sinds jaren wakker uit haar chronische versuffing. De februari-revolutie in Frankrijk jaagt als een storm door een ontzet Europa en vaagt tronen en scepters weg. Datzelfde jaar publiceren Friedrich Engels en Karl Marx het Communistisch Manifest. De conservatieve Nederlandse regering, beangstigd door het republikeins geroep en door zware incidenten in Den Haag en Amsterdam, besluit al gauw meer liberale en sociale beginselen toe te passen (6).

Ook het onderwijs wordt nieuw leven ingeblazen. De overheid leert te demonstreren hoe belangrijk de schoolprestaties wel zijn. Heel plechtig woont de schoolopziener de examens bij en reikt twee weken later in de dorpskerk de erepenningen uit aan de vlijtige kinderen die het best de ingestudeerde antwoorden hebben opgedreund. Als beloning wordt hijzelf toegezongen met:

Dag Lieve Schoolopziener! Gij
bezoekt ons weer, wij zijn nu blij.
Gij houdt niet op te zorgen. Wees welkom dan, o brave man!
Elk onzer zal zoveel hij kan
Uw zorgen dankend lonen.

Toch komen er slechts dertig van de honderd kinderen ooit op een schoolbank. Op het platteland vinden de boeren de school vaak tijdverspilling wanneer er op de akkers veel te doen is. De schoolgebouwen, soms maar van plaggen, leem en stro gemaakt, lokken niet aan. De kinderarbeid vreet nog een deel weg van het mogelijk publiek. De onderwijzer is ook metselaar en landarbeider en klokkeluider. Maar toch brengt hij de weinige volkskinderen die school lopen kostbare dingen bij: het visioen van een wereld waar het beter leven is. Weten hoe het anders kan opent langzaam de deur naar de strijd voor een ander bestaan.

Het is in die tegenstelling tussen arm en rijk en in het broeien van nieuwe perspectieven dat het herstelde evangelie Nederland zal bereiken.


ORSON HYDE IN NEDERLAND

Het jaar 1841 ziet het eerste mormoonse contact met Nederland. Apostel Orson Hyde, collega van Heber C. Kimball in Engeland, krijgt van Joseph Smith de opdracht naar Jeruzalem af te reizen en er Palestina in te wijden voor de terugkeer van de Joden. Op 20 juni 1841 verlaat Hyde Engeland met een plan op zak van verschillende Europese hoofdsteden waar hij onderweg de Joodse gemeenschappen wil bezoeken.

Hij reist "dertig uren per stoomboot over een onstuimige zee... Nooit ben ik zo zeeziek geweest als tijdens deze bootreis" (7). Rotterdam is zijn eerste halte waar hij logeert in het "London Hotel voor twee florijnen per dag, ongeveer drie shilling en vijf pence sterling of vijfenzeventig cents" (8). Hyde ziet van Rotterdam wat de Amerikaanse ééndagstoerist, ja ook toen al, er van kan zien: "De schone straten, de klassieke architectuur, de hoogte van de gebouwen, de schaduw van de talrijke bomen die de stad zo prachtig maken, de vele kanalen waarop talloze schepen vanuit alle delen van de wereld varen - dit alles en nog veel meer geven deze stad een speciaal effect dat ik tot nog toe nergens heb gezien. De meeste zakenmensen hier spreken een beetje Engels - sommigen spreken het zelfs heel vlot" (9). Orson Hyde maakt een afspraak met de hoofdrabbijn van Rotterdam, in de geest van een openbaring van 1840: "... London, Amsterdam, Constantinopel en Jeruzalem verschenen mij in deze volgorde en de Geest zei mij: Hier zijn vele kinderen van Abraham die ik zal vergaderen in het land dat Ik hun vaders heb geschonken, en daar ligt ook uw arbeid..." (10). Maar de hoofdrabbijn spreekt geen woord Engels en met de Joodse gemeenschap komt Orson Hyde niet in aanraking. Bij de rabbijn laat de mormoonse apostel dan maar vijfhonderd pamfletten achter, eigenhandig geschreven: "An Address to the Hebrews". Maar er worden nergens mormoonse bekeerlingen uit de Joodse gemeenschap gemeld.Hyde reist dan naar Amsterdam waar hij twee dagen blijft. In een brief aan Joseph Smith schrijft hij: "Op weg naar Amsterdam kwam ik door een prachtige stad, Den Haag genoemd. Ik zag het paleis van de koning, bewaakt door soldaten te paard en te voet. Wat de grandeur betreft, zoudt u het kunnen vergelijken met Buckingham Palace in London. Maar de prachtige parken en het pittoreske landschap in en rond Den Haag zijn niet te evenaren" (11).

Na enkele exemplaren van zijn "Address" aan de Amsterdamse Rabbi te hebben overhandigd, vervolgt Hyde zijn reis via Arnhem naar Frankfurt en Regensburg. Het Europese continent overwelmt hem: "In Amerika heb ik over Europa geleerd in mijn schoolboeken, maar er zijn en het aanschouwen is onbeschrijfelijk!" (12). Met die korte doortocht houdt echter ook de mormoonse aanwezigheid in Nederland op. Het zal twintig jaar duren, tot in 1861, alvorens er weer over Nederland kan gesproken worden. De reden: dramatische jaren wachten de kerk in Amerika.

1844-1860
BEWOGEN JAREN VOOR DE KERK IN AMERIKA

De Heiligen in Amerika ervaren tussen 1844 en 1860 een uiterst bewogen en dramatische tijd: het begint met steeds erger wordende vervolgingen in Illinois die leiden tot de marteldood van Joseph Smith, de profeet, en zijn broer Hyrum. Daarop volgt in 1847 de gigantische exodus naar het nog barre Utah en het vestigen van de kerk in het Westen onder leiding van Brigham Young. In 1852 wordt het meervoudig huwelijk, door Joseph Smith in 1840 bekendgemaakt, openlijk verkondigd. De aandacht van Amerika en spoedig van de hele wereld wordt via geschandaliseerde puriteinse reacties en via leugenachtige sensatieverhalen gevestigd op dit facet van de mormoonse leer en leven.

Die ophefmakende geruchten leiden zelfs tot de zogenaamde Utah-oorlog: in 1857 marcheert een Amerikaans leger onder leiding van generaal Albert S. Johnston naar Utah om er "de barbaarse polygamie" uit te roeien. Na tien uiterst moeilijke jaren in haar afgelegen Westerse verblijf wordt de kerk opnieuw bedreigd in haar bestaan zelf. Zelfbescherming krijgt voorrang op zendingswerk. Gelukkig kunnen de mormoonse leiders tijdig de overheid overtuigen van hun eerlijke bedoelingen en van de hoge zedelijke normen van het meervoudig huwelijk. Het leger installeert zich buiten Salt Lake City zonder dat er één schot is gelost.

In 1861 vergeet men Utah en de Heiligen. De aandacht van de wereld is nu toegespitst op een nieuw drama van veel grotere omvang: de Amerikaanse burgeroorlog. In een bloedige strijd verzetten de Noordelijke staten zich tegen de slavernij in de Zuidelijke staten, die zich van de "Union" afscheiden. De telegraaf verbindt nog maar net het Westen met de rest van de Verenigde Staten: Brigham Young maakt hiervan onmiddellijk gebruik om president Abraham Lincoln te berichten dat de Heiligen der Laatste Dagen trouw zijn aan de Union. "Utah heeft zich niet afgescheiden, maar steunt de Constitutie en de wetten van ons weleer gelukkige land" (13). Het mormoonse rijk ligt echter buiten het strijdtoneel en er treden nu voor de kerk jaren aan van ontwikkeling en groei.


"De zware, onheilspellende wolken die dreigend boven ons hoofd hingen deze afgelopen jaren, zijn nu verdwenen," aldus drukt William Clayton het uit in 1860, in een brief aan George Q. Cannon, toen in Engeland (14). En inderdaad, Salt Lake City, nu een stad van twintig à dertigduizend inwoners, bouwt een theater om het culturele leven te bevorderen. De oogst van 1861 is rijkelijk. "Er is een overvloed aan graan, zoals nooit tevoren". Clayton, Engelsman en net geïmmigreerd, kan niet anders dan Zion in een gunstig licht zien. Hij vergelijkt de vrede, de rust en de voorspoed van de Heiligen in Utah met de vreselijke toestanden die de werkende klasse in Europa plagen.

Het rooskleurige beeld dat Cannon ophangt over het leven bij het Grote Zoutmeer wordt besloten met een "alles is wel in Zion". "Het zal je deugd doen," besluit Clayton, "hier in de straat te staan en te zien hoe de werklieden de grote stenen aansjouwen voor de tempel" (15). Na de jaren van kommer en angst, wordt het bouwen van de Salt Lake tempel de kroon en het symbool van de mormoonse voorspoed.


DE EERSTE ZENDELINGEN NAAR NEDERLAND

In Salt Lake City is de jaarlijkse algemene conferentie de gelegenheid om nieuwe zendelingen te roepen. Tijdens de april-conferentie van 1861 worden er twee aangesteld om in Nederland te prediken, Paul August Schettler, een Pruis, en Anne Wiegers van der Woude, een Nederlander die tien jaar daarvoor in Wales lid van de kerk is geworden.

Schettler is drieëndertig jaar. Hij is geboren te Neuwied bij Koblenz, een gebied dat Pruisen heeft aangehecht. In 1858 emigreert hij naar Amerika en vestigt zich in New York City waar hij vermoedelijk als boekhouder te werk gesteld wordt. Hij verkrijgt daar een getuigenis van het herstelde evangelie en wordt gedoopt op 9 februari 1860. Datzelfde jaar trekt hij, samen met vele andere Heiligen, naar het Westen (16). Door de zendingsoproep van 1861 is Schettler's verblijf in Utah maar van korte duur. Na zijn zendingswerk, waarover in het volgend hoofdstuk meer, verblijft hij twintig jaar in Salt Lake. Een reis naar Palestina in 1872 brengt hem nog een keer in Nederland. Een beroerte verlamt hem in juli 1874. Tien jaar later sterft hij.

Schettler's collega, de Nederlander Anne Wiegers van der Woude, is in 1861 achtenveertig jaar oud. Even bekwaam als toegewijd, heeft deze zendeling een oprechte liefde voor zijn geboorteland. Hij zag het levenslicht te Franeker in Friesland. Waarschijnlijk zoals zijn vader, kiest hij het matrozenleven. Hij doorkruist de wereld en leert verschillende talen, waaronder Chinees tijdens een vijfjarig verblijf in China ten gevolge van een schipbreuk. Hij is ook een succesvol zakenman (17).

De archieven vermelden niet wanneer en waarom van der Woude te Cardiff in Wales het anker laat vallen. Als scheepsmakelaar leeft hij er met vrouw en drie kinderen. Op 30 oktober 1852 treedt het gezin toe tot de mormoonse kerk. In die tijd groeit de kerk snel in Wales. Minder dan drie maanden later, op 24 januari 1853, verlaat een schip de haven van Liverpool met aan boord het gezin van der Woude en vele andere mormoonse bekeerlingen die naar Zion emigreren (18). Het vrij snelle vertrek na de toetreding tot de kerk wijst er op dat van der Woude er financieel beter voor staat dan de meeste Europese bekeerlingen.

De van der Woude's bouwen een huis in Ogden, ten noorden van Salt Lake City. Acht jaar later legt Wilford Woodruff, toen een lid van de Raad der Twaalf, zijn handen op het hoofd van Anne van der Woude en stelt hem aan als zendeling voor Nederland. Bij zijn thuiskomst in 1863, vestigt de trouwe zendeling zich als handelaar in Malad, in de staat Idaho, net over de grens van Utah. Hij kent er een gelukkig leven tot zijn dood in 1890.

Zoals honderden zendelingen voor hen worden ook Schettler en van der Woude naar Europa gezonden om er "het goede nieuws van het herstelde evangelie" te verkondigen. De aantekeningen in van der Woude's dagboek beschrijven in het Nederlands het verloop van zijn reis:

"Jornaal gehouden op de reis van de Sout Zee stad, hooftstad van de terretory Utah, of Deseret, waar de vergaderplaats is der heiligen. Maandag den 22sten April 1861..." (19).

De zendelingen trekken eerst met een wagenkaravaan vol voedsel en materiaal oostwaarts naar de Missouri-stroom waar arme Heiligen wachten op voorraden om naar Utah te kunnen trekken.

"Op Woensdag den 9de July: de heiligen in New York ontvingen ons met grote blijdschap en wij vonden die gemeente in goede gestalte, vol des heyligen geestes. Stonden met hen tot Saaterdag des 13de, vertrokken van daar met de stoomboot de Etna, om 12 uur voor Liverpool..." (20).

Op 25 juli 1861 meldt de "Millenial Star" de aankomst van de zendelingen te Liverpool (21). Na een instructieweek, reizen Schettler en van der Woude door naar Nederland. Op 5 augustus 1861 komen ze te Rotterdam aan.


D E KERK IN EUROPA ROND 1860

In 1861 bestaat de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen een kwarteeuw in Europa. In Engeland was het begonnen met onvoorstelbaar succes. Een aanzienlijk deel van de kerkleden in Utah in die tijd bestaat uit Europese immigranten, bekeerd tussen 1840 en 1860. Kerkverslagen geven de volgende cijfers: tussen 1837 en 1861 worden er niet minder dan 83.115 mensen gedoopt in GrootBritannië. Dit betekent dat van de 127.000 mensen die in Groot-Britannië tot de kerk toetreden in de negentiende eeuw, twee derden dit doen voor 1862 (22).

Na 1862 kent de kerk in Engeland inderdaad een tragere groei. Brigham Young junior, op zending in Engeland in 1862, laat dit ook blijken in de brieven aan zijn vader: "Sinds ik hier ben vraag ik me af wat ik hier eigenlijk doe. Ik heb nog niets goeds gedaan. Ik bekeer hier niemand" (23). De jonge Brigham beseft niet dat het een vrij algemene toestand is in de zending. Toch worden er dat jaar, 1862, nog vijftienhonderd leden bekeerd op de Britse eilanden - een niet te onderschatten aantal volgens onze huidige normen. Om het centrale Zion te versterken wordt de emigratie naar Amerika in die periode aangemoedigd. In 1862 zijn er al meer dan 20.000 Engelse heiligen naar Utah gereisd.

In de rest van Europa is het zendingssucces eerder matig. De kerk groeit weliswaar in Scandinavië, vooral in Denemarken en ook in Zwitserland. Denemarken, Zweden, Noorwegen en IJsland tellen ongeveer duizend bekeerlingen per jaar, waarvan een kwart naar de Verenigde Staten emigreert. In 1861 meldt de Zwitserse zendingspresident John L. Smith dat de 618 leden van zijn gebied verdeeld zijn over elf gemeenten (24). In Zuid-Duitsland en in Noord-Italië wonen er hier en daar Heiligen der Laatste Dagen. Maar er zijn er ook al honderden naar Amerika uitgeweken. In het libertijnse Frankrijk wordt geen enkel succes geboekt, alhoewel er sinds 1850 zendelingen werkzaam zijn.

Toch hopen de kerkleiders op een hernieuwde vooruitgang van de kerk in Europa. Zeer bekwame mannen worden als zendingspresidenten aangesteld: de apostelen Amasa Lyman, Charles C. Rich en George Q. Cannon. Allen zijn zij ervaren zendelingen en organisatoren. Men weet dat dit leiderschap een nieuwe stuwkracht zal brengen, dat nieuwe deuren zullen opengaan op het oude continent. De zending in Nederland is daarvan een begin.

Voetnoten:

(1) James B. Allen & Glen M. Leonard, The Story of the Latterday Saints (Salt Lake City, 1976), 72-73.
(2) Joseph Smith, Jr., History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, ed. B. H. Roberts. 7 vol., 2nd ed. rev. (Salt Lake City, 1960), 2:489.
(3) Geciteerd in Stanley B. Kimball, Heber C. Kimball: Mormon Patriarch and Pioneer (Urbana, 1981), 40.
(4) J.J. Bouman, Op en om Oranje's troon ('s Gravenzande, 1963), 36.
(5) J. de Rek, Koningen, kabinetten en klompenvolk (Baarn, 1975), 230.
(6) J.J. Giele, De pen in de aanslag: Revolutionairen rond 1848 (Bussum, 1968).
(7) Geciteerd in Howard H. Barron, Orson Hyde: Missionary, Apostle, Colonizer (Bountiful, 1977), 109.
(8) Brief aan Joseph Smith, 17 juli 1841, in Joseph Smith, History of the Church, 4:384.
(9) Ibid., 385.
(10) Geciteerd in Barron, 109-111.
(11) Joseph Smith, 4:385.
(12) Ibid., 385.
(13) Allen & Leonard, 311.
(14) Millenial Star, 23 (1861), 59.
(15) Millenial Star, 24 (1862), 42.
(16) Andrew Jenson, LDS Biographical Encyclopedia (Salt Lake City, 1971), 4:357.
(17) Jenson, 4:358.
(18) Ibid., 4:358.
(19) Anne Wiegers van der Woude, Personal Journal, 22 April 1861.
(20) Ibid., 30 July 1861.
(21) Millenial Star, 23 (1861), 506-507.
(22) Richard L. Evans, A Century of Mormonism in Great-Britain (Salt Lake City, 1937).
(23) Dean Jessee, ed., Letters of Brigham Young to his Sons (Salt Lake City, 1975), Brigham Young Jr. to Brigham Young, 13 October 1862, 34.
(24) Swiss-German-Italian Mission Manuscript History, 1861. Church Archives.

 

THE EUROPEAN THRESHOLD EXCEEDED


Zendingswerk is de stempel van de Kerk van Jezus Christus. Missionary is the hallmark of the Church of Jesus Christ. Het orgelpunt van de evangelieën luidt: "Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen..." The highlight of the Gospels is: "Therefore go and make all nations my disciples ..." En de apostelen zwermen uit over land en zee. And the apostles swarms over land and sea. De herstelling van de kerk in 1830 draagt dezelfde stempel. The repair of the church in 1830 bears the same stamp. Reeds in 1829 beveelt een openbaring de Heiligen hun geloof en getuigenis met anderen te delen (Leer en Verbonden 4). Already in 1829 recommends a revelation the Saints their faith and testimony with others (Doctrine and Covenants 4). Datzelfde jaar onderstreept een andere openbaring, aan Joseph Smith en John Whitmer, het cruciale bekeringswerk: "En zie, nu zeg Ik u, dat, wat voor u de grootste waarde zal hebben, zal zijn om bekering tot dit volk te prediken, opdat gij zielen tot Mij zult brengen, zodat gij met hen in het koninkrijk Mijns Vaders zult kunnen rusten" (Leer en Verbonden 15:6). That same year underlines another revelation to Joseph Smith and John Whitmer, the crucial work of conversion: "And see, now I tell you that what you will have the greatest value, will be to preach repentance unto this people, that ye will bring souls unto me, that thou with them in the kingdom will be able to rest my Father "(Doctrine and Covenants 15:6). De Leer en Verbonden verwijst drieëndertig maal naar de rol van het zendingswerk in de herstelde kerk. The Doctrine and Covenants thirty-three times refers to the role of the missionary in the restored church.

Vanaf 1830 wordt de boodschap zowel door de prediking van jonge zendelingen als door de verspreiding van pamfletten verkondigd. From 1830, both by preaching the message of young missionaries and by disseminating pamphlets proclaimed. Nadien begint Joseph Smith dit werk systematischer te besturen. After Joseph Smith begins this work systematically to drive. De ouderlingen werken nu twee aan twee, krijgen soms een bepaald gebied toegewezen en ontvangen in 1834 "een predikingsbewijs dat zij officiële kerkvertegenwoordigers zijn" (1). The elders are now working in pairs, sometimes get assigned a certain area in 1834 and received "a preaching evidence that official church representatives" (1). In 1837, op het einde van de Kirtland-periode, dragen zendelingen het Boek van Mormon uit naar elke staat van de toenmalige Verenigde Staten en naar een groot deel van Canada. In 1837, at the end of the Kirtland period, carry the Book of Mormon missionaries from each State to the then United States and much of Canada. Reeds twintigduizend mensen zijn, in het wit gekleed, door onderdompeling gedoopt. Already twenty thousand people are dressed in white, baptized by immersion.


NAAR ENGELAND TO ENGLAND

In 1837 schrijven enkele Canadese bekeerlingen, waaronder apostel Joseph Fielding, naar hun familieleden in Engeland over het herstelde evangelie. De wens de boodschap in Engeland te verkondigen bereikt ook Joseph Smith. Doch Joseph wordt belemmerd door grote moeilijkheden in de jonge kerk. Een aantal leden noemen hem een gevallen profeet en keren de kerk de rug toe. In 1837 some Canadian writing converts, including apostle Joseph Fielding, to their relatives in England about the restored gospel. The desire to proclaim the message in England also reached Joseph Smith. But Joseph is hampered by major difficulties in the early church. Some members call him a fallen prophet and return the church back. In die gespannen omstandigheden schrijft de profeet nochtans: "In deze situatie, en enkele weken voor de Twaalf als quorum samen moesten vergaderen, openbaarde God mij dat iets nieuws moest verricht worden voor de zaligheid van Zijn kerk. Op 1 juni 1837 werd Heber C. Kimball, één van de twaalf apostelen, gekozen door de Geest en door openbaring en werd hij door handoplegging aangesteld om te presideren over een Engelse zending - de eerste overzeese zending van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen" (2). In these tense circumstances, the prophet, however: "In this situation, and for several weeks as the Twelve had to meet quorum together, God revealed to me that something new had to be performed for the salvation of His church. On June 1, 1837 was Heber C. Kimball, one of the twelve apostles, chosen by the Spirit and revelation, and he was hands appointed to preside over a British mission - the first overseas mission of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints "(2). Apostel Heber C. Apostle Heber C. Kimball, grootvader van de huidige president, Spencer W. Kimball, grandfather of the current president, Spencer W. Kimball, noteert in zijn dagboek dat Joseph hem in de Kirtland tempel heeft ingelicht: "Broeder Heber, de Geest des Heren fluisterde me toe: Laat mijn dienaar Heber naar Engeland gaan om aldaar het evangelie te verkondigen en de deur tot zaligheid te openen voor dit land" (3). Kimball, Joseph writes in his diary that he in the Kirtland Temple has informed: "Brother Heber, the Spirit of the Lord whispered to me: Let my servant Heber to England to go there to preach the gospel and the door to salvation open for this country "(3). Kimball staat versteld bij de woorden van de profeet. Kimball is amazed at the words of the prophet. Hij vindt zichzelf een onopgevoede boer, niet geschikt om naar een, volgens hem, verfijnd volk met een hoogstaande culturele traditie te reizen. He finds himself an uneducated peasant, not suitable for one, he, sophisticated people with a high cultural tradition to travel. Maar Heber C. But Heber C. Kimball gehoorzaamt en verlaat zijn ziek en behoeftig gezin om in Engeland het zendingswerk op touw te zetten. Kimball obeys and leaves his sick and needy families in England to launch the mission. Zijn ongelofelijk succes bewijst dat zijn angsten ongegrond waren. His incredible success proves that his fears were unfounded. Haast tweeduizend mensen worden er gedoopt tussen juli 1837 en april 1838. Haste two thousand people are baptized between July 1837 and April 1838. Elder Kimball zelf brengt zo'n duizend leden tot de kerk. Elder Kimball himself brings a thousand members of the church.

De groep zendelingen bestaat uit zes man - waaronder apostelen Orson Hyde en Joseph Fielding. The group consists of six men missionaries - including apostles Orson Hyde and Joseph Fielding. Ze bereiken Liverpool op 20 juli 1837, net wanneer koningin Victoria de Britse troon bestijgt. They reached Liverpool on July 20, 1837, just when Queen Victoria ascended the British throne. Aldus begint het zendingswerk niet alleen voor Engeland, maar eventueel ook voor geheel Europa. Thus begins the mission not only for England, but possibly also for Europe. Wanneer Brigham Young vier jaar later, in 1841, Engeland verlaat met een groep apostelen die daar met hem hebben gearbeid, telt de kerk in Engeland 5.814 Heiligen der Laatste Dagen. When Brigham Young four years later, in 1841, leaving England with a group of apostles who have labored with him, has the church in England 5814 Latter-day Saints. Vele honderden verlaten echter hun moederland: zij vormen de voorhoede van de grote mormoonse emigratie uit Europa in de komende honderd jaar. Hundreds left their homeland, however: they are the vanguard of the great Mormon emigration from Europe in the next one hundred years. Zij laten hun geboorteland achter voor het beloofde Zion in Nauvoo en daarna in de vallei van het Grote Zoutmeer in West-Amerika. They leave their homeland behind for the promised Zion in Nauvoo and then in the valley of the Great Salt Lake in western America.


NEDERLAND IN HET MIDDEN NETHERLANDS IN THE MIDDLE
VAN DE NEGENTIENDE EEUW THE NINETEENTH CENTURY

In 1841 zet voor het eerst een Heilige der Laatste Dagen, een lid van de Raad der Twaalf, voet aan wal in Nederland. In 1841 the first move for a Latter-day Saints, a member of the Council of the Twelve, landed in the Netherlands. Hoe ziet ons land er dan uit? How does our country look like?

Voor Nederland is het midden van de negentiende eeuw, alles bij elkaar genomen, een sombere periode. In the Netherlands the middle of the nineteenth century, all in all, a gloomy period. De glorietijd van vroegere dagen is al lang voorbij. The glories of old days is long gone. Opstanden, oorlogen, Engelse en Franse bemoeienissen sparen al meer dan een eeuw het kleine land aan de Noordzee niet. Rebellions, wars, British and French meddling save more than a century, the small country on the North Sea not. Na de val van Napoleon in 1815 wordt het koninkrijk der Nederlanden hersteld onder koning Willem I. After the fall of Napoleon in 1815, restored the kingdom of the Netherlands under King William I. Maar al gauw blijkt dat het volk, alhoewel verheugd met de herwonnen vrijheid, niet veel meer van politiek patriotisme hebben moet. But soon the people that, although pleased with the regained freedom, not more political patriotism should have. Oranje is terug, fijn, en Oranje zal het wel goed doen. Orange is back, fine, and Orange will be good. Maar Oranje moet zelf maar zien hoe. But Orange needs for yourself how. Zo denken zowel de gezapige burgerij als de berooiden die voor het plezier mee gejuicht hebben bij de bevrijding. De winkelier weegt zijn rozijnen af, de kleermaker meet zijn goed met de ellestok, de koopman beheert zijn effecten, neemt een snuifje en neust in de Oprechte Haarlemmer. So think both easygoing pleasure lover bourgeoisie and the dispossessed, for the fun to have them cheering the liberation. The shopkeeper weighs grapes are off, the tailor measures are good with the yardstick, the merchant manages its effects, take a pinch and in the Sincere Neust Haarlem. Allen doen hun deur op het nachtslot en kruipen met de slaapmuts op achter de bedsteedeuren. All do their bolt sliding and crawling in the nightcap behind the bed doors. Potgieter vindt het cultuurleven van zijn tijd een stokviswinkel en Rogier noemt de jaren 1815 tot 1840 "een duffe tijd van dommelige meelzakken en Jan Salies" (4). Potgieter is the cultural life of his time shopping and stockfish Roger calls the years from 1815 to 1840 "a dull time of flour sacks and drowsy Salies January (4).

De Belgische opstand in 1830 leidt tot de afscheiding van het zuiden. Het is een moeizaam proces, verwarrend, dat pas in 1839 zijn afsluiting krijgt. The Belgian Revolution in 1830 leading to the secession of the south. It is a laborious process, confusing, which until its closure in 1839 gets. Daartussen liggen negen jaren van mobilisatie in het lege Brabant - negen jaren die zwaar wegen op de kleine man. In between are nine years of mobilization in the empty Brabant - nine years weigh heavily on the little man. Lauwe hutspot, een heel klein lapje halfgaar vlees en driemaal overgetapt bier op lange regendagen of stoffige zomers hebben de hoogdravende vaderlandse liederen al gauw met spotwoorden verbasterd. Tepid stew, a very small piece of half cooked meat and three draft beers on rainy days or long dusty summers, the lofty patriotic songs soon corrupted words with mockery.

In de nu al oude kolonies volgen de rampen elkaar op: hervormingen mislukken, lokale oorlogen woeden in Java, op de Molukken, in Bali, op Sumatra. In the former colonies already followed the disasters on display: reforms fail, local wars raging in Java, the Moluccas, Bali, Sumatra. De slavernij tiert nog welig - pas in 1842, een eeuw na soortgelijke initiatieven in andere landen, wordt er voorzichtig een Maatschappij tot Bevordering van de Afschaffing der Slavernij gesticht. Maar tot ver in de jaren veertig verschijnen in de kolonies zulke advertenties: "Morgen, publiekelijk bij executie verkocht: Agilles, veldneger, roodachtig van couleur, van een goed nest." Slavery still thrives thriving - until 1842, a century after similar initiatives in other countries, is a carefully Society for Promoting the Abolition of Slavery founded. But until well into the forties appear in the colonies such ads: "Tomorrow, publicly sold in execution: Agilles, Field Negro, reddish couleur, of a good nest. " Tien jaar later plaatst Eduard Douwes Dekker de naam Multatuli op zijn "Max Havelaar". Ten years later, put the name Multatuli Eduard Douwes Dekker at "Max Havelaar".

Het koningshuis en de regering kunnen hun wereld niet meer aan. The royals and the government can no longer their world. Interne geschillen ondergraven het gezag. Internal disputes undermined the authority. In 1840 staan de adel, de pers en de kerk in rep en roer om het voorgenomen tweede huwelijk van de oude koning Willem I - een huwelijk met slechts een gravin, niet alleen van onvoldoende stand, maar ook nog een Belgische én Rooms. In 1840 are the nobility, the press and the church in turmoil for the proposed second marriage of the old King William I - a wedding with only a countess, not only from insufficient state, but also a Belgian and Rooms. Beheerst, maar verbitterd, doet Willem I afstand van de troon. Controlled, but bitter, does William abdicated. Zijn zoon, Willem II, volgt hem op in ongelukkige omstandigheden. His son, William II, succeeded him in unfortunate circumstances. De nieuwe koning mist beginselen en perspectief: "Hij hield veel van zijn volk, maar nog meer van champagne," klonk het later. The new king lacks principles and perspective: "He loved his people, but even more champagne, 'came later.

Dat Nederlandse volk bestaat maar uit "twee soorten inwoondren," de rijken en de armen. Dutch nation that has only "two kinds inwoondren," the rich and the poor. De rijken, nog geen vijftien procent van de bevolking, noemen zichzelf de fatsoenlijke stand - adel, patriciaat en gegoede burgerij. The rich, not fifteen percent of the population, call themselves the proper position - nobility, aristocracy and wealthy bourgeoisie. Heel de rest maken de armen, van ambachtslui over onderwijzers naar arbeiders en plaggenhutters. The rest are very poor, from teachers to laborers and artisans on Plaggenhut ters.

De rijken, het moet worden gezegd, zijn niet buitensporig. The rich, it must be said, are not excessive. Het geld wordt besteed aan fraaie interieurs en aan een comfort dat telkens iets nieuws uitvindt: handige petroleumlampen, stromend water, sanitair in een apart kamertje. The money is spent on beautiful interiors and a comfort that always invents something new: handy oil lamps, running water, sanitary facilities in a separate room. Aalmoezen geven wordt een opvoedkundige bezigheid: wat heilig om enkele guldens bij te dragen voor de broodbedelingen; wat heerlijk voor de kinderen om de oude zieke dienster in haar zolderkamertje op te zoeken en haar wat versleten kleren te brengen. Alms giving is an educational activity: what is holy to several dollars to help the dispensations bread, what joy for the children to the sick old waitress in her attic to find and bring her some clothes worn. Men begrijpt niet hoe mensvernederend dat paternalisme is. And do not understand how that mensvernederend paternalism.

De dagelijkse levenscultuur van die kleine minderheid is op Frankrijk gericht, met Franse lectuur, Franse toneelstukjes of tableaux vivants, Franse muziek, gebracht tussen diners, recepties en de opera. The daily life of the minority culture is on France, with French literature, French theater pieces or tableaux vivants, French music, between dinners, receptions and the opera. 's Zomers vertrekt men naar het landhuis om er te dromen in een prieeltje. summer leaves it to the mansion to be dreaming in a gazebo. De standsverschillen zijn stipt. The distinctions are noted. Alleen "met Uedeles welnemen" mag een saluerende palfrenier aan de heer des huizes toevertrouwen dat hij "mijnheer Uw vader" nog gekend heeft. Only "Uedeles with permission", a footman to saluting the boss trust that it "Mr Your Father" is known. "De zogenaamde fatsoenlijke familiën," schrijft Donker Curtius in 1847, "hebben zich meester gemaakt van alle gezag, landelijk, stedelijk, provinciaal en algemeen." "The so-called decent families," writes Donker Curtius in 1847, "have seized all power, rural, urban, provincial and general."

De armen - kleine middenstand, keuters, daggelders en ontelbare verworpenen - trachten van de éne dag op de andere te leven. The poor - small shopkeepers, smallholders, and countless reprobates daggelders - try the one day to the living. Het "uitvaagsel" hokt bijeen, in de stad in krotterige pandjes, op het land in huttenkolonies. De hutten zijn in één dag klaar, van gevlochten takken, ingesmeerd met wat leem, een gat in de deur en een opening in het dak voor de turfrook. The "dregs" confined together in the city krotterige small buildings, huts on land in colonies. The cabins are finished in one days, of woven branches, some smeared with clay, a hole in the door and an opening in the roof for the peat smoke. Soms hebben de bewoners een aardappelveldje, leuren met heibezems en honing en eten miereneieren en boomschors. Sometimes the residents a potato patch, peddling heibezems honey and eggs and eat ants and bark. De textielarbeiders staan veertien uur per dag in duistere kelders aan de lompe getouwen. 's Zondags krijgen ze toch een kwartier rust om te luisteren naar de patroon die een stichtend hoofdstuk uit de bijbel voorleest. The textile workers are fourteen hours a day in dark cellars to the clumsy looms. Sundays they do a quarter rest get to listen to the pattern that a founding chapter of the Bible reads. Ze verdienen te weinig om te leven en net iets te veel om te sterven. They earn too little to live and a little too much to die. Het schrale loontje wordt uitbetaald in bonnen die enkel in de winkel van de patroon kunnen omgezet worden in slecht brood, dure suiker, bier en jenever. Maar altijd knaagt de honger. The poor own job is paid in vouchers that are only in the shop of the pattern can be transformed into bad bread, expensive sugar, beer and gin. But always gnawing hunger. Arm Nederland voedt zich vooral met voze en zwarte aardappelen, gekruid met mosterd of bierazijn, en doorgespoeld met zwart gootwater dat koffie heet (5). Arm Netherlands feeds mainly with black and voze potatoes, seasoned with mustard beer or vinegar, and rinsed with water poured black coffee hot (5).

In het midden van de negentiende eeuw sterft in Nederland één kind op drie. In the middle of the nineteenth century, a child dies in Netherlands at three. En voor hen die aan roodvonk, stuipen, tering of een choleraepidemie ontsnappen, wacht een duister bestaan. And for those of scarlet fever, seizures, consumption, or escape a cholera epidemic, wait a dark existence. Van elke negen kinderen die ter wereld komen wordt er één te vondeling gelegd. Of every nine children in the world is coming to an abandoned. In de portieken van de weeshuizen liggen elke avond een paar nieuwe baby's te huilen, met tussen de doeken een briefje: "Jopie, een meissie van griffermeerde godsdienst, is nog ongedoopt" of "Leentje is rooms gedoopt, ze heeft nooit gezooge, maar eet heel goet pap." In the porches of the orphanages are every evening a couple of new babies to cry, with a cloth between the note: "Willie, a firm led readily meissie of religion, is undoped" or "Leentje rooms is named, she has never sucked, but eating very good 'Dad. "

Arbeiderskinderen kruipen over de vloer van hun krotten. Workers Children crawl on the floor of their hovels. De schoorstenen trekken niet goed, onder de bedstee liggen de zwarte aardappels, overal krioelen er beestjes. The chimneys do not draw well, under the bed are the potatoes black, creatures are swarming everywhere. De kinderen kunnen amper spreken of ze lopen grote kans het slachtoffer te worden van een schandaal dat geen periode ooit heeft gekend - de kinderarbeid. The children can barely speak or walk them likely to become victims of a scandal that no period has ever known - the child. De steenbakkerijen in Hendrik-Ido-Ambacht hebben kinderen vanaf vier jaar in loondienst. The brickworks in Hendrik-Ido-Craft have children from four years in payroll. Op de Hilversumse wol- en katoenfabrieken werken kinderen van vijf en zes jaar. The Hilversum wool and cotton factories of five children and six years.

Toch is alles niet verstard. Yet everything is not frozen. Er roert wat. It stirs something. Het jaar 1845 ziet rellen losbreken tegen de heersende armoe en het voedseltekort wegens aardappelziektes. Oproerige bewegingen zinderen door het noorden in 1847. The year 1845 will see riots breaking away from the prevailing poverty and food shortages due to potato diseases. Insurrection sizzle through the north in 1847. Maar de liberale borrelpraat verandert niets en de strenge betogen van de enkele radicalen slagen niet diep genoeg in het burgervlees om werkelijk pijn te doen. In 1848 schrikt de burgerij evenwel voor het eerst sinds jaren wakker uit haar chronische versuffing. But the liberal pub talk and nothing changes the strict arguments of the few radicals succeed not deep enough in the flesh to really hurt people to do. In 1848, however, deterred the middle for the first time in years awoke from her chronic narcosis. De februari-revolutie in Frankrijk jaagt als een storm door een ontzet Europa en vaagt tronen en scepters weg. Datzelfde jaar publiceren Friedrich Engels en Karl Marx het Communistisch Manifest. The February revolution in France as one hunts a horrified Europe by storm and erases thrones and scepters away. That same year, Karl Marx and Friedrich Engels published the Communist Manifesto. De conservatieve Nederlandse regering, beangstigd door het republikeins geroep en door zware incidenten in Den Haag en Amsterdam, besluit al gauw meer liberale en sociale beginselen toe te passen (6). The conservative Dutch government, frightened by the Republican cries and serious incidents in The Hague and Amsterdam, act soon more liberal and social principles to (6).

Ook het onderwijs wordt nieuw leven ingeblazen. The teaching is revived. De overheid leert te demonstreren hoe belangrijk de schoolprestaties wel zijn. The government learns to demonstrate the importance of school performance are. Heel plechtig woont de schoolopziener de examens bij en reikt twee weken later in de dorpskerk de erepenningen uit aan de vlijtige kinderen die het best de ingestudeerde antwoorden hebben opgedreund. Very solemnly attends the school inspector in the exams and two weeks later awarded the medals in the church to the industrious children the best rehearsed answers opgedreund. Als beloning wordt hijzelf toegezongen met: As a reward he will be singing with:

Dag Lieve Schoolopziener! Dear school-day! Gij You
bezoekt ons weer, wij zijn nu blij. visit us again, we are now happy.
Gij houdt niet op te zorgen. You do not stop to make. Wees welkom dan, o brave man! Be Welcome then, O good man!
Elk onzer zal zoveel hij kan Each of us will be much he can
Uw zorgen dankend lonen. Thanking your concerns wages.

Toch komen er slechts dertig van de honderd kinderen ooit op een schoolbank. Op het platteland vinden de boeren de school vaak tijdverspilling wanneer er op de akkers veel te doen is. Yet there are only one hundred thirty of the children on a school ever. In rural areas farmers are often a waste of time when the school at the fields much to do. De schoolgebouwen, soms maar van plaggen, leem en stro gemaakt, lokken niet aan. The schools, but sometimes of turf, clay and straw made, not to provoke. De kinderarbeid vreet nog een deel weg van het mogelijk publiek. The child still eats away part of the public. De onderwijzer is ook metselaar en landarbeider en klokkeluider. The teacher is also a bricklayer and farmhand, and ringer. Maar toch brengt hij de weinige volkskinderen die school lopen kostbare dingen bij: het visioen van een wereld waar het beter leven is. Yet the few people he brings children to school with precious things: the vision of a world where life is better. Weten hoe het anders kan opent langzaam de deur naar de strijd voor een ander bestaan. Knowing how things can slowly opens the door to the struggle for a different existence.

Het is in die tegenstelling tussen arm en rijk en in het broeien van nieuwe perspectieven dat het herstelde evangelie Nederland zal bereiken. It is this contrast between rich and poor in the heat of new perspectives that will reach the restored gospel Netherlands.


ORSON HYDE IN NEDERLAND ORSON HYDE IN NETHERLANDS

Het jaar 1841 ziet het eerste mormoonse contact met Nederland. The year 1841 sees the first Mormon contact with the Netherlands. Apostel Orson Hyde , collega van Heber C. Apostle Orson Hyde, Heber C. colleague Kimball in Engeland, krijgt van Joseph Smith de opdracht naar Jeruzalem af te reizen en er Palestina in te wijden voor de terugkeer van de Joden. Kimball in England, gets the assignment of Joseph Smith to travel to Jerusalem and Palestine to dedicate to the return of the Jews. Op 20 juni 1841 verlaat Hyde Engeland met een plan op zak van verschillende Europese hoofdsteden waar hij onderweg de Joodse gemeenschappen wil bezoeken. On June 20, 1841 Hyde leaves England with a plan to sack several European capitals where his way to visit the Jewish communities.

Hij reist "dertig uren per stoomboot over een onstuimige zee... Nooit ben ik zo zeeziek geweest als tijdens deze bootreis" (7). Rotterdam is zijn eerste halte waar hij logeert in het "London Hotel voor twee florijnen per dag, ongeveer drie shilling en vijf pence sterling of vijfenzeventig cents" (8). He travels "thirty hours on a stormy sea by steamer ... I never been so seasick and during the boat trip (7). Rotterdam is his first stop where they're staying in the" London hotel for two florins per day, about three shillings and five pence sterling, or seventy-five cents (8). Hyde ziet van Rotterdam wat de Amerikaanse ééndagstoerist, ja ook toen al, er van kan zien: "De schone straten, de klassieke architectuur, de hoogte van de gebouwen, de schaduw van de talrijke bomen die de stad zo prachtig maken, de vele kanalen waarop talloze schepen vanuit alle delen van de wereld varen - dit alles en nog veel meer geven deze stad een speciaal effect dat ik tot nog toe nergens heb gezien. De meeste zakenmensen hier spreken een beetje Engels - sommigen spreken het zelfs heel vlot" (9). Hyde of Rotterdam sees what the American-day tourist, so even then, from there to see: "The clean streets, traditional architecture, the height of the buildings, the shade of many trees that make the city so beautifully, the many channels which many ships from all parts of the sailing world - all this and more give this city a special effect I've seen so far anywhere. Most business people here speak a little English - some even speak fluently "(9 ). Orson Hyde maakt een afspraak met de hoofdrabbijn van Rotterdam, in de geest van een openbaring van 1840: "... London, Amsterdam, Constantinopel en Jeruzalem verschenen mij in deze volgorde en de Geest zei mij: Hier zijn vele kinderen van Abraham die ik zal vergaderen in het land dat Ik hun vaders heb geschonken, en daar ligt ook uw arbeid..." Orson Hyde makes an appointment with the Chief Rabbi of Rotterdam, in the spirit of a revelation of 1840: "... London, Amsterdam, Constantinople and Jerusalem appeared to me in this order and the Spirit told me: There are many children of Abraham I will meet in the land of their fathers that I have given, and there is also your work ... " (10). (10). Maar de hoofdrabbijn spreekt geen woord Engels en met de Joodse gemeenschap komt Orson Hyde niet in aanraking. Bij de rabbijn laat de mormoonse apostel dan maar vijfhonderd pamfletten achter, eigenhandig geschreven: "An Address to the Hebrews". Maar er worden nergens mormoonse bekeerlingen uit de Joodse gemeenschap gemeld.Hyde reist dan naar Amsterdam waar hij twee dagen blijft. But the Chief Rabbi does not speak English word and with the Jewish community, Orson Hyde no contact. The rabbi leaves the Mormon apostle than five hundred pamphlets behind, handwritten: "An Address to the Hebrews". But there are no Mormon converts from the Jewish community gemeld.Hyde then travels to Amsterdam where he remains two days. In een brief aan Joseph Smith schrijft hij: "Op weg naar Amsterdam kwam ik door een prachtige stad, Den Haag genoemd. Ik zag het paleis van de koning, bewaakt door soldaten te paard en te voet. Wat de grandeur betreft, zoudt u het kunnen vergelijken met Buckingham Palace in London. Maar de prachtige parken en het pittoreske landschap in en rond Den Haag zijn niet te evenaren" (11). In a letter to Joseph Smith writes: "On my way to Amsterdam, I came by a beautiful town called Den Haag. I saw the king's palace, guarded by soldiers on horseback and on foot. As regards the grandeur, would you comparison with Buckingham Palace in London. But the beautiful parks and the picturesque scenery in and around The Hague are matchless "(11).

Na enkele exemplaren van zijn "Address" aan de Amsterdamse Rabbi te hebben overhandigd, vervolgt Hyde zijn reis via Arnhem naar Frankfurt en Regensburg. After a few copies of his "Address" at the Amsterdam Rabbi to have handed Hyde continues his trip through Arnhem to Frankfurt and Regensburg. Het Europese continent overwelmt hem: "In Amerika heb ik over Europa geleerd in mijn schoolboeken, maar er zijn en het aanschouwen is onbeschrijfelijk!" The European continent succomb him: "In America I learned about Europe in my school, but there is indescribable, and the sight!" (12). (12). Met die korte doortocht houdt echter ook de mormoonse aanwezigheid in Nederland op. In that brief passage is also the Mormon presence in the Netherlands. Het zal twintig jaar duren, tot in 1861, alvorens er weer over Nederland kan gesproken worden. It will take twenty years, until 1861, before speaking again about the Netherlands can be. De reden: dramatische jaren wachten de kerk in Amerika. The reason: the dramatic years waiting Church in America.

1844-1860 1844-1860
BEWOGEN JAREN VOOR DE KERK IN AMERIKA ACTIVE YEARS FOR THE CHURCH IN AMERICA

De Heiligen in Amerika ervaren tussen 1844 en 1860 een uiterst bewogen en dramatische tijd: het begint met steeds erger wordende vervolgingen in Illinois die leiden tot de marteldood van Joseph Smith, de profeet, en zijn broer Hyrum. The Saints in America between 1844 and 1860 experienced an extremely turbulent and dramatic time: it starts with worsening persecution in Illinois leading to the martyrdom of Joseph Smith, the prophet, and his brother Hyrum. Daarop volgt in 1847 de gigantische exodus naar het nog barre Utah en het vestigen van de kerk in het Westen onder leiding van Brigham Young. Then in 1847 following the massive exodus to the more barren Utah and the establishment of the church in the west led by Brigham Young. In 1852 wordt het meervoudig huwelijk, door Joseph Smith in 1840 bekendgemaakt, openlijk verkondigd. In 1852 plural marriage by Joseph Smith in 1840 published, openly proclaimed. De aandacht van Amerika en spoedig van de hele wereld wordt via geschandaliseerde puriteinse reacties en via leugenachtige sensatieverhalen gevestigd op dit facet van de mormoonse leer en leven. The attention of America and soon the whole world through and through geschandaliseerde puritanical reactions false scare stories based on this facet of the Mormon doctrine and life.

Die ophefmakende geruchten leiden zelfs tot de zogenaamde Utah-oorlog: in 1857 marcheert een Amerikaans leger onder leiding van generaal Albert S. These sensational rumors even lead to the so-called Utah-war marches in 1857 an American army under General Albert S. Johnston naar Utah om er "de barbaarse polygamie" uit te roeien. Johnston to Utah to make "the polygamy barbaric 'eradicate. Na tien uiterst moeilijke jaren in haar afgelegen Westerse verblijf wordt de kerk opnieuw bedreigd in haar bestaan zelf. After ten very difficult years in its remote western stay in the church again threatened its existence. Zelfbescherming krijgt voorrang op zendingswerk. Self takes precedence over mission. Gelukkig kunnen de mormoonse leiders tijdig de overheid overtuigen van hun eerlijke bedoelingen en van de hoge zedelijke normen van het meervoudig huwelijk. Fortunately, the Mormon leadership in time convince the public of their honest intentions and high moral standards of the plural marriage. Het leger installeert zich buiten Salt Lake City zonder dat er één schot is gelost. The army installed outside Salt Lake City without a shot fired.

In 1861 vergeet men Utah en de Heiligen. In 1861 we forget Utah and the Saints. De aandacht van de wereld is nu toegespitst op een nieuw drama van veel grotere omvang: de Amerikaanse burgeroorlog. The world's attention is now focused on a new drama of much larger scale: the American Civil War. In een bloedige strijd verzetten de Noordelijke staten zich tegen de slavernij in de Zuidelijke staten, die zich van de "Union" afscheiden. In a bloody battle oppose the Northern States against slavery in the Southern states, which differs from the "Union" separate. De telegraaf verbindt nog maar net het Westen met de rest van de Verenigde Staten: Brigham Young maakt hiervan onmiddellijk gebruik om president Abraham Lincoln te berichten dat de Heiligen der Laatste Dagen trouw zijn aan de Union. The telegraph connects just the West with the rest of the United States: Brigham Young makes use immediately to President Abraham Lincoln to know that the Latter-day Saints faithful to the Union. "Utah heeft zich niet afgescheiden, maar steunt de Constitutie en de wetten van ons weleer gelukkige land" (13). "Utah has not separated, but supports the Constitution and laws of our past happy land" (13). Het mormoonse rijk ligt echter buiten het strijdtoneel en er treden nu voor de kerk jaren aan van ontwikkeling en groei. The Mormon empire lies outside the battlefield and act now for the church years of development and growth.


"De zware, onheilspellende wolken die dreigend boven ons hoofd hingen deze afgelopen jaren, zijn nu verdwenen," aldus drukt William Clayton het uit in 1860, in een brief aan George Q. "The heavy, ominous clouds hung threateningly over us these past years, are now gone," said William Clayton printed it out in 1860, in a letter to George Q. Cannon, toen in Engeland (14). Cannon, then in England (14). En inderdaad, Salt Lake City, nu een stad van twintig à dertigduizend inwoners, bouwt een theater om het culturele leven te bevorderen. And indeed, Salt Lake City, now a city of twenty to thirty thousand inhabitants, built a theater for the cultural life. De oogst van 1861 is rijkelijk. The 1861 harvest is rich. "Er is een overvloed aan graan, zoals nooit tevoren". "There is an abundance of grain, like never before." Clayton, Engelsman en net geïmmigreerd, kan niet anders dan Zion in een gunstig licht zien. Clayton, an Englishman and just immigrated, can not but Zion in a favorable light. Hij vergelijkt de vrede, de rust en de voorspoed van de Heiligen in Utah met de vreselijke toestanden die de werkende klasse in Europa plagen. He compares the peace, tranquility and prosperity of the Saints in Utah with the terrible conditions that plagues the working class in Europe.

Het rooskleurige beeld dat Cannon ophangt over het leven bij het Grote Zoutmeer wordt besloten met een "alles is wel in Zion". The rosy picture that Cannon hangs on life on the Great Salt Lake ends with an "all is well in Zion". "Het zal je deugd doen," besluit Clayton, "hier in de straat te staan en te zien hoe de werklieden de grote stenen aansjouwen voor de tempel" (15). "It will be happy," Clayton act, "here to stand in the street and see how the workmen to drag along large stones for the temple" (15). Na de jaren van kommer en angst, wordt het bouwen van de Salt Lake tempel de kroon en het symbool van de mormoonse voorspoed. After years of sorrow and fear, the building of the Salt Lake Temple and the crown symbol of the Mormon prosperity.


DE EERSTE ZENDELINGEN NAAR NEDERLAND Missionaries FIRST TO NETHERLANDS

In Salt Lake City is de jaarlijkse algemene conferentie de gelegenheid om nieuwe zendelingen te roepen. In Salt Lake City is the annual general conference the opportunity to call for new missionaries. Tijdens de april-conferentie van 1861 worden er twee aangesteld om in Nederland te prediken, Paul August Schettler, een Pruis, en Anne Wiegers van der Woude, een Nederlander die tien jaar daarvoor in Wales lid van de kerk is geworden. During the April conference of 1861, two appointed to preach in the Netherlands, August Paul Schettler, a Prussian, and Anne Wiegers van der Woude, a Dutchman who ten years before joining the Church in Wales has become.

Schettler is drieëndertig jaar. Schettler is thirty-three years. Hij is geboren te Neuwied bij Koblenz, een gebied dat Pruisen heeft aangehecht. He was born in Koblenz Neuwied, Prussia, an area that has been attached. In 1858 emigreert hij naar Amerika en vestigt zich in New York City waar hij vermoedelijk als boekhouder te werk gesteld wordt. In 1858 he emigrated to America and settled in New York City where he probably will be put to work as an accountant. Hij verkrijgt daar een getuigenis van het herstelde evangelie en wordt gedoopt op 9 februari 1860. He obtains as a testimony of the restored gospel and be baptized on February 9, 1860. Datzelfde jaar trekt hij, samen met vele andere Heiligen, naar het Westen (16). Door de zendingsoproep van 1861 is Schettler's verblijf in Utah maar van korte duur. That same year he goes, along with many other Saints, to the West (16). The mission of Call 1861 is Schettler's stay in Utah but of short duration. Na zijn zendingswerk, waarover in het volgend hoofdstuk meer, verblijft hij twintig jaar in Salt Lake. After his mission, about which more in the next chapter, he spends twenty years in Salt Lake. Een reis naar Palestina in 1872 brengt hem nog een keer in Nederland. A trip to Palestine in 1872 brought him again in the Netherlands. Een beroerte verlamt hem in juli 1874. A stroke paralyzes him in July 1874. Tien jaar later sterft hij. Ten years later he died.

Schettler's collega, de Nederlander Anne Wiegers van der Woude, is in 1861 achtenveertig jaar oud. Schettler's colleague, the Dutch Anne Wiegers van der Woude, in 1861 forty-eight years old. Even bekwaam als toegewijd, heeft deze zendeling een oprechte liefde voor zijn geboorteland. As competent as dedicated, has a missionary sincere love for his country. Hij zag het levenslicht te Franeker in Friesland. He was born at Franeker in Friesland. Waarschijnlijk zoals zijn vader, kiest hij het matrozenleven. Probably like his father, he chooses the sailors live. Hij doorkruist de wereld en leert verschillende talen, waaronder Chinees tijdens een vijfjarig verblijf in China ten gevolge van een schipbreuk. He crossed the world and learn different languages, including Chinese during a five year stay in China following a shipwreck. Hij is ook een succesvol zakenman (17). He is also a successful businessman (17).

De archieven vermelden niet wanneer en waarom van der Woude te Cardiff in Wales het anker laat vallen. The records do not indicate when and why van der Woude to Cardiff in Wales to drop anchor. Als scheepsmakelaar leeft hij er met vrouw en drie kinderen. As a ship broker he lives with wife and three children. Op 30 oktober 1852 treedt het gezin toe tot de mormoonse kerk. On October 30, 1852 enter the family joined the Mormon church. In die tijd groeit de kerk snel in Wales. At that time the church is growing rapidly in Wales. Minder dan drie maanden later, op 24 januari 1853, verlaat een schip de haven van Liverpool met aan boord het gezin van der Woude en vele andere mormoonse bekeerlingen die naar Zion emigreren (18). Less than three months later, on January 24, 1853, a ship leaves the port of Liverpool on board with the family van der Woude and many other Mormon converts who emigrated to Zion (18). Het vrij snelle vertrek na de toetreding tot de kerk wijst er op dat van der Woude er financieel beter voor staat dan de meeste Europese bekeerlingen. The relatively rapid departure after joining the church indicates that van der Woude a financially better position than most European converts.

De van der Woude's bouwen een huis in Ogden, ten noorden van Salt Lake City. The van der Woude's build a house in Ogden, north of Salt Lake City. Acht jaar later legt Wilford Woodruff, toen een lid van de Raad der Twaalf, zijn handen op het hoofd van Anne van der Woude en stelt hem aan als zendeling voor Nederland. Eight years later, Wilford Woodruff explains, when a member of the Council of the Twelve, his hands on the head of Anne van der Woude and proposes him as a missionary for the Netherlands. Bij zijn thuiskomst in 1863, vestigt de trouwe zendeling zich als handelaar in Malad, in de staat Idaho, net over de grens van Utah. On his homecoming in 1863, draws the faithful missionary himself as a trader in Malad, Idaho in the state, just across the border of Utah. Hij kent er een gelukkig leven tot zijn dood in 1890. He has a happy life until his death in 1890.

Zoals honderden zendelingen voor hen worden ook Schettler en van der Woude naar Europa gezonden om er "het goede nieuws van het herstelde evangelie" te verkondigen. As hundreds of missionaries to them also Schettler and van der Woude sent to Europe to make "the good news of the restored gospel" to preach. De aantekeningen in van der Woude's dagboek beschrijven in het Nederlands het verloop van zijn reis: The notes in van der Woude's diary in Dutch describe the course of his journey:

"Jornaal gehouden op de reis van de Sout Zee stad, hooftstad van de terretory Utah, of Deseret, waar de vergaderplaats is der heiligen. Maandag den 22sten April 1861..." "Jornal held on the journey of the Salt Sea City, head of the city terretory Utah, or Deseret, which is the meeting place of saints. Monday the 22nd of April 1861 ..." (19). (19).

De zendelingen trekken eerst met een wagenkaravaan vol voedsel en materiaal oostwaarts naar de Missouri-stroom waar arme Heiligen wachten op voorraden om naar Utah te kunnen trekken. The missionaries draw first with a car caravan full of food and material flow eastward to the Missouri where poor Saints to Utah to wait for stocks to be drawn.

"Op Woensdag den 9de July: de heiligen in New York ontvingen ons met grote blijdschap en wij vonden die gemeente in goede gestalte, vol des heyligen geestes. Stonden met hen tot Saaterdag des 13de, vertrokken van daar met de stoomboot de Etna, om 12 uur voor Liverpool..." (20). "On Wednesday the 9th July: the Saints in New York received us with great joy and we found that church in good shape, full of the holy spirit. Saaterdag des Were with them to 13th, left there by the steamship Etna, at 12 hours for Liverpool ... "(20).

Op 25 juli 1861 meldt de "Millenial Star" de aankomst van de zendelingen te Liverpool (21). On July 25, 1861 announced the "Millenial Star" the arrival of the missionaries in Liverpool (21). Na een instructieweek, reizen Schettler en van der Woude door naar Nederland. After an instruction week, Schettler and travel to the Netherlands by van der Woude. Op 5 augustus 1861 komen ze te Rotterdam aan. On August 5, 1861 from Rotterdam to them.


DE KERK IN EUROPA ROND 1860 THE CHURCH IN EUROPE AROUND 1860

In 1861 bestaat de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen een kwarteeuw in Europa. In 1861 there is the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints a quarter century in Europe. In Engeland was het begonnen met onvoorstelbaar succes. In England it was started with unimaginable success. Een aanzienlijk deel van de kerkleden in Utah in die tijd bestaat uit Europese immigranten, bekeerd tussen 1840 en 1860. A significant part of the church in Utah at that time composed of European immigrants, converted between 1840 and 1860. Kerkverslagen geven de volgende cijfers: tussen 1837 en 1861 worden er niet minder dan 83.115 mensen gedoopt in GrootBritannië. Church Reports give the following figures: between 1837 and 1861 are no less than 83,115 people baptized in Great Britain. Dit betekent dat van de 127.000 mensen die in Groot-Britannië tot de kerk toetreden in de negentiende eeuw, twee derden dit doen voor 1862 (22). This means that of the 127,000 people in Great Britain to join the church in the nineteenth century, two thirds do so for 1862 (22).

Na 1862 kent de kerk in Engeland inderdaad een tragere groei. After 1862 the church in England has indeed slower growth. Brigham Young junior, op zending in Engeland in 1862, laat dit ook blijken in de brieven aan zijn vader: "Sinds ik hier ben vraag ik me af wat ik hier eigenlijk doe. Ik heb nog niets goeds gedaan. Ik bekeer hier niemand" (23). Brigham Young junior, on his mission in England in 1862, let this also be reflected in the letters to his father: "Since I'm here, I wonder what I really do. I have done no good. I convert anyone here" ( 23). De jonge Brigham beseft niet dat het een vrij algemene toestand is in de zending. Brigham Young does not realize that it is a fairly common condition in the consignment. Toch worden er dat jaar, 1862, nog vijftienhonderd leden bekeerd op de Britse eilanden - een niet te onderschatten aantal volgens onze huidige normen. Yet that year, 1862, fifteen hundred members have converted to the British Isles - a not inconsiderable number according to our current standards. Om het centrale Zion te versterken wordt de emigratie naar Amerika in die periode aangemoedigd. To strengthen the central Zion emigration to America in that period encouraged. In 1862 zijn er al meer dan 20.000 Engelse heiligen naar Utah gereisd. In 1862 there are over 20,000 English saints traveled to Utah.

In de rest van Europa is het zendingssucces eerder matig. In the rest of Europe is the mission success rather moderate. De kerk groeit weliswaar in Scandinavië, vooral in Denemarken en ook in Zwitserland. Denemarken, Zweden, Noorwegen en IJsland tellen ongeveer duizend bekeerlingen per jaar, waarvan een kwart naar de Verenigde Staten emigreert. Although the church is growing in Scandinavia, especially in Denmark and in Switzerland. Denmark, Sweden, Norway and Iceland counted about a thousand converts a year, one quarter emigrated to the United States. In 1861 meldt de Zwitserse zendingspresident John L. In 1861 reports the Swiss mission president John L. Smith dat de 618 leden van zijn gebied verdeeld zijn over elf gemeenten (24). Smith that the 618 members of his region in his eleven municipalities (24). In Zuid-Duitsland en in Noord-Italië wonen er hier en daar Heiligen der Laatste Dagen. Maar er zijn er ook al honderden naar Amerika uitgeweken. In southern Germany and northern Italy live here and there of Latter-day Saints. But there are also hundreds emigrated to America. In het libertijnse Frankrijk wordt geen enkel succes geboekt, alhoewel er sinds 1850 zendelingen werkzaam zijn. The libertarian France no success, although since 1850 missionaries working.

Toch hopen de kerkleiders op een hernieuwde vooruitgang van de kerk in Europa. Yet the church leaders hope to a renewed advance of the church in Europe. Zeer bekwame mannen worden als zendingspresidenten aangesteld: de apostelen Amasa Lyman, Charles C. Very able men as mission presidents were appointed: the Apostles Amasa Lyman, Charles C. Rich en George Q. Rich and George Q. Cannon. Cannon. Allen zijn zij ervaren zendelingen en organisatoren. They are all experienced missionaries and organizers. Men weet dat dit leiderschap een nieuwe stuwkracht zal brengen, dat nieuwe deuren zullen opengaan op het oude continent. We know that this leadership will bring a new momentum that will open new doors on the old continent. De zending in Nederland is daarvan een begin. The mission of the Netherlands is a start.

Voetnoten: Footnotes:

(1) James B. Allen & Glen M. (1) James B. Allen and Glen M. Leonard, The Story of the Latterday Saints (Salt Lake City, 1976), 72-73. Leonard, The Story of the Latterday Saints (Salt Lake City, 1976), 72-73.
(2) Joseph Smith, Jr., History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, ed. BH Roberts. (2) Joseph Smith, Jr.., History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, BH Roberts ed. 7 vol., 2nd ed. rev. 7 vol., 2nd ed rev. (Salt Lake City, 1960), 2:489. (Salt Lake City, 1960), 2:489.
(3) Geciteerd in Stanley B. Kimball, Heber C. (3) Quoted in Stanley B. Kimball, Heber C. Kimball: Mormon Patriarch and Pioneer (Urbana, 1981), 40. Kimball: Mormon Patriarch and Pioneer (Urbana, 1981), 40.
(4) JJ Bouman, Op en om Oranje's troon ('s Gravenzande, 1963), 36. (4) JJ Bouman, and on to Orange's throne ( 's Gravenzande, 1963), 36.
(5) J. (5) J. de Rek, Koningen, kabinetten en klompenvolk (Baarn, 1975), 230. Stretch, Kings, cabinets and clog people (Baarn, 1975), 230.
(6) JJ Giele, De pen in de aanslag: Revolutionairen rond 1848 (Bussum, 1968). (6) JJ Giele, The pen at the ready: Revolutionaries around 1848 (Bussum, 1968).
(7) Geciteerd in Howard H. (7) Quoted in Howard H. Barron, Orson Hyde: Missionary, Apostle, Colonizer (Bountiful, 1977), 109. Barron, Orson Hyde: Missionary, Apostle, Colonizer (Bountiful, 1977), 109.
(8) Brief aan Joseph Smith, 17 juli 1841, in Joseph Smith, History of the Church, 4:384. (8) Letter to Joseph Smith, July 17, 1841, in Joseph Smith, History of the Church, 4:384.
(9) Ibid., 385. (9) Ibid., 385.
(10) Geciteerd in Barron, 109-111. (10) Quoted in Barron, 109-111.
(11) Joseph Smith, 4:385. (11) Joseph Smith, 4:385.
(12) Ibid., 385. (12) Ibid., 385.
(13) Allen & Leonard, 311. (13) Allen & Leonard, 311.
(14) Millenial Star, 23 (1861), 59. (14) Millenial Star, 23 (1861), 59.
(15) Millenial Star, 24 (1862), 42. (15) Millenial Star, 24 (1862), 42.
(16) Andrew Jenson, LDS Biographical Encyclopedia (Salt Lake City, 1971), 4:357. (16) Andrew Jenson, LDS Biographical Encyclopedia (Salt Lake City, 1971), 4:357.
(17) Jenson, 4:358. (17) Jenson, 4:358.
(18) Ibid., 4:358. (18) Ibid., 4:358.
(19) Anne Wiegers van der Woude, Personal Journal, 22 April 1861. (19) Anne Wiegers van der Woude, Personal Journal, 22 April 1861.
(20) Ibid., 30 July 1861. (20) Ibid., 30 July 1861.
(21) Millenial Star, 23 (1861), 506-507. (21) Millenial Star, 23 (1861), 506-507.
(22) Richard L. (22) Richard L. Evans, A Century of Mormonism in Great-Britain (Salt Lake City, 1937). Evans, A Century of Mormonism in Great-Britain (Salt Lake City, 1937).
(23) Dean Jessee, ed., Letters of Brigham Young to his Sons (Salt Lake City, 1975), Brigham Young Jr. (23) Dean Jessee, ed, Letters of Brigham Young to his Sons (Salt Lake City, 1975), Brigham Young Jr.. to Brigham Young, 13 October 1862, 34. to Brigham Young, 13 October 1862, 34.
(24) Swiss-German-Italian Mission Manuscript History, 1861. (24) Germanwings-Swiss-Italian Mission Manuscript History, 1861. Church Archives. Church Archives.

 

Chapter 2 – The Harvest

Heiligen der Lage Landen

Saints Low Countries

 

HOOFDSTUK 2

DE OOGST VANGT AAN


Op een zomerse maandag, 5 augustus 1861, ontschepen Elder Schettler en Elder van der Woude in de altijd drukke haven van Rotterdam. Nederland ligt voor hen als een groot vraagteken: hoe hier het werk vruchtbaar aan te pakken en ontelbaren tot de herstelde waarheid brengen? Zij bidden vurig en nederig en wijden zichzelf volledig toe aan de arbeid van de Heer. Dan, zoals gebruikelijk in het zendingswerk van die periode, gaan zij tijdelijk uit elkaar om op verschillende plaatsen de boodschap te kunnen brengen.

Elder Schettler trekt naar Zeist, nabij Utrecht, waar hij verre familie heeft wonen. Schettler ontdekt dat zijn verwanten, net zoals vele Nederlanders, reeds van het mormonisme gehoord hebben - en allesbehalve in positieve zin: "Mijn oude vrienden en verwanten, die het vrij goed maken, ontvingen mij heel hartelijk; maar na enkele dagen, toen ik hen een weinig over onze leerstellingen onderwezen had, ontdekten zij dat ik mij bij de mormoonse kerk had aangesloten, hoewel ik het woord nooit vermeld had. Het werd toen erg moeilijk hen te laten luisteren naar redelijke taal, omdat men zeer bevooroordeeld staat tegenover ons, en dit door de meest lage en schandelijke verhalen in Nederlandse en Duitse kranten. Ik voerde wel enkele interessante gesprekken met hun predikant en enkele van hun geleerde mannen, die mij persoonlijk kenden, en zij konden de leerstellingen die ik naar voor bracht niet weerleggen. Ten slotte zeiden zij mij dat zij overtuigd waren van de eerlijkheid van mijn bedoelingen, maar dat ik misleid was en een fanaticus was geworden" (1).

De "lage en schandelijke verhalen" circuleren inderdaad reeds volop. Vanuit Amerikaanse protestantse kringen, gevoed door de verzinsels van hen die de heiligen telkens hadden verjaagd en uiteindelijk Joseph en Hyrum Smith hadden vermoord, worden allerlei leugenschriften over het mormonisme verspreid. De nieuwe afzondering van de kerk in het nog mysterieuze Rotsgebergte, het sensatieborduursel rond het meervoudig huwelijk, de haat om het groeiend succes van het mormoonse zendingswerk, en gewoon de geest van een nieuwe journalistieke tijd die tuk is op prikkelende avonturen uit vreemde landen, dit alles draagt er toe bij het onbekende mormonisme tot een voorwerp van spot en hoon te maken.

Naast de krantenberichten kunnen de Nederlanders van 1861 ook reeds over de mormoonse kerk lezen in het boek van W. K. Kirberger, "Geschiedenis van den Oorsprong en de Lotgevallen der Mormonen", gepubliceerd in Amsterdam in 1855. Deze auteur geeft slechts weer wat hij uit Amerikaanse bronnen kon halen, in het bijzonder de geschriften van Mayhew en Gunnison, die evenmin ooit échte heiligen der laatste dagen hadden gezien. Kirberger maakt zijn standpunt al heel duidelijk bij de eerste zinnen: "Hoe vreemd! De Amerikaan, die zijn oog alleen op aardse zaken gericht houdt,valt sneller ten prooi aan leugen en bedrog dan iemand anders. Alles wat vreemd en ongewoon is in de weegschaal der Amerikaanse secten, werd samengebracht in het mormonisme" (2). Het imago dat aldus reeds rond het mormonisme hangt, verklaart waarom de zendelingen vaak aarzelen hun kerkelijk lidmaatschap onmiddellijk bekend te maken. Zij willen de kans krijgen tenminste iets te zeggen.

Elder van der Woude volgt ondertussen een gelijkaardig pad door eerst bekenden op te zoeken. Hij trekt naar zijn eigen directe familie in Amsterdam - twee zusters en hun echtgenoten die blij zijn hem weer te zien na de lange afwezigheid. Zij zijn echter minder geïnteresseerd in zijn evangelische boodschap dan in het beloofde land Amerika - de plaats waar vele duizenden uit Europa heentrekken. Van der Woude kijkt rond naar mogelijkheden om het herstelde evangelie in Amsterdam te verkondigen: hij zoekt de gemeente van een "afgescheiden kerk" op, waar hij hoopt succes te zullen boeken zoals destijds de zendelingen in Engeland. Ook neemt hij contact met een tot het christendom bekeerde jood, een zekere heer Zwart die zelf openbaar predikt op de "Erte Markt". Maar die eerste pogingen leiden tot niets (3).

Na enkele dagen komt Elder Schettler van Zeist terug en voegt zich bij zijn collega in Amsterdam. De eerste ontgoocheling over het moeizaam begin doet zich voelen. De twee zendelingen komen in aanraking met een andere tot het christendom bekeerde jood, een vroegere rabbijn, de heer Meyerse, die "heel ijverig naar de waarheid lijkt te zoeken". Meyerse schijnt geen lid van de kerk te zijn geworden, maar hij introduceert de zendelingen bij "twee private verenigingen van mensen in deze stad die dezelfde principes als wij aanhangen, en die enkel samenkomen om de Bijbel te lezen, aangezien zij niet in het gezag van de predikanten geloven."

Op zondag 18 augustus 1861 worden de zendelingen uitgenodigd om twee vergaderingen van de verenigingen - vermoedelijk de "Orde van de Liefde" - bij te wonen. Zij stellen zich voor als "vrienden van de Bijbelse waarheid, uit Amerika". Weer weegt de vrees meteen te worden geweigerd indien zij zich als "mormonen" aanbieden. Van der Woude wordt zelfs verzocht even het woord te nemen op de vergadering. Wanneer de elders vernemen dat de leden van de vereniging door onderdompeling dopen, vragen zij door welk gezag dit dan wordt gedaan. "Zij beloofden de vraag te bestuderen en te beantwoorden over enkele dagen, en ook of zij ons toestemming zouden geven in hun vergaderingen te prediken." Het prediken in vergaderingen van afgescheiden en private groepen is inderdaad een standaardbenadering in het mormoonse zendingswerk van de negentiende eeuw. Reeds dertig jaar had dit systeem goed gewerkt, zowel in de Verenigde Staten als in delen van Europa.

Bij het buitengaan riskeert Elder Schettler het een exemplaar achter te laten van het krachtig pamflet, "Voice of Warning" (Een stem tot waarschuwing), van Parley P. Pratt, "aangezien er enkelen in staat waren de Engelse taal te lezen" (4). Het resultaat laat niet lang op zich wachten. Zo gauw de leden van de verenigingen door hebben tot welke godsdienst de zendelingen behoren, sturen ze Elder Schettler de "Voice of Warning" terug, "met de boodschap dat de vereniging weigert hem te helpen in het verspreiden van het mormonisme, aangezien zij geen enkel ander boek dan de Bijbel als goddelijk aanvaarden." Schettler laat zich niet uit het lood slaan en stuurt meteen verschillende brochures getiteld "Authenticity of the Book of Mormon", en ook enige andere geschriften die hij vertaalde in het Nederlands, "met citaten uit de Bijbel, die de waarheid van onze leringen bewijzen." Maar de tegenzet volgt onmiddellijk. De leden van de verenigingen en de predikanten die er van horen waarschuwen de mensen "niet te praten met deze vreselijke mormonen die naar Holland zijn gekomen om het volk te verleiden" (5).

Op 21 augustus 1861 scheiden de zendelingen weer. Schettler blijft in Amsterdam om de reeds gelegde contacten te onderhouden, terwijl van der Woude noordwaarts trekt naar Broek, Dokkum, Akkerwoude en omliggende gemeenten. Onze zendeling is immers afkomstig uit Friesland en heeft er nog talrijke verwanten wonen. We laten hem aan het woord, zoals hij zijn ervaringen beschrijft in een brief van 18 oktober 1861 aan President Cannon:

"Ik verliet Amsterdam op 21 augustus per schip naar Workum in Friesland, waar ik de dag daarna aankwam. Ik vond mijn verwanten in goede gezondheid; zij waren verheugd me weer te zien. Heel vlug bracht ik hen in aanraking met het evangelie, zodat zij er goed over voelden en de weg voor mij openden om op de avond van de 23ste voor het eerst te kunnen prediken in Workum. Deze prediking veroorzaakte nogal wat opschudding in de stad. Er kwam heel veel volk naar toe en sommige predikanten wilden mij verhinderen te spreken. Ik heb het druk gehad. Op de 28ste had ik een lang gesprek met een predikant die zijn leringen probeerde te bewijzen met de Schriften, en onze leringen als vals voorstelde; maar hij slaagde er niet in. Hij was beschaamd, en kon uiteindelijk geen woord meer zeggen en verliet de vergadering. "De 29ste verliet ik Workum en begaf mij naar Leeuwarden waar ik 's avonds aankwam en daar een vereniging vond die zichzelf de "Redding van het volk" noemt. Ik ging naar hun vergadering en ontdekte dat zij hun kinderen inzegenen en niet geloven in de kinderdoop; maar toch waren zij gekant tegen de mormonen omwille van het meervoudig huwelijk en andere zaken, zodat ik niets goeds kon verrichten.

"Op de 31ste verliet ik Leeuwarden en ging naar Dokkum bij mijn verwanten, waar ik het mormonisme bekendmaakte tot 18 september. Op die dag predikte ik in de schuur van een boer en er was zeer veel volk. Zij waren zeer verheugd mij te horen en vroegen mij de volgende dag opnieuw te prediken in een andere schuur in Broek bij Akkerwoude, waar er een grote gemeente is. Er zijn hier vele eerlijke mensen die naar waarheid zoeken; maar omwille van de valse geruchten over het mormonisme, is het moeilijk veel vooruitgang te boeken" (6).

In zijn dagboek noteert van der Woude heel wat details over de ervaringen met zijn verwanten. In zijn prediking gebruikt hij de Bijbel, waarbij hij vaak de parabel van de tien maagden citeert om de ontdekking van de herstelde waarheid te illustreren. Heel langzaam dringt het licht bij zijn verwanten door. Van der Woude moet telkens weer naar alle mogelijke tegenargumenten luisteren en deze weerleggen. Hij werkt echter geduldig verder met zijn familieleden, laat de Geest getuigen, tot hij eindelijk in zijn dagboek kan noteren:

"... dinsdag 1 oktober te Broek onder Akkerwoude gedoopt Gerrit A. van der Woude en vrouw Bouwdina van der Woude, geboren Potgieter en Elisabeth Wolters, geboren Monsina, vrouw van Dirk Wolters" (7).

Vijfenzeventig jaar later, in 1936, zou een jonge geschiedkundige, T. Edgar Lyon, die in Nederland als zendingspresident diende, de stappen van Anne van der Woude in Friesland nasporen. Hij vond drie stokoude boeren die zich nog herinnerden hoe zij als kind de eerste mormoonse doopplechtigheid in Nederland hadden meegemaakt. Zij toonden President Lyon het huis in Broek waar Gerrit van der Woude en zijn vrouw gewoond hadden en de plaats waar zij gedoopt werden. Lyon ontmoette zelfs een achterkleinzoon van de eerste Nederlandse bekeerlingen. In tegenstelling tot de meeste bekeerlingen daarna, zijn de van der Woudes niet naar Utah geëmigreerd en zijn zij er schijnbaar ook niet in geslaagd hun nieuwe geloof door te geven aan hun kinderen en kleinkinderen. Op de plaats van de eerste doop liet President Lyon een herdenkingsmonument oprichten (8).

DE NEDERLANDSE SFEER IN 1861

Nederland verandert. De grondwetshervorming van 1848 vult eindelijk de parlementaire gangen met nieuwe stemmen. De ministers krijgen échte verantwoordelijkheden - zij zijn niet meer de simpele uitvoerders van 's konings bevelen. En die ministers worden benoemd "naar de meerderheid des volks". Maar de nieuwe politieke wereld is toen niet rijper dan nu: men kan elkaar beschreeuwen en men doet het graag. Kooplieden en intellectuelen vormen de liberale kern. Hun aangebeden leider is Jan Rudolph Thorbecke, onbaatzuchtig en onomkoopbaar, wat stuurs naar buiten maar toegewijd en gevoelig. Zijn persoonlijkheid zal twintig jaar lang de politiek beheersen. In 1861-62 beleeft hij net de hoogtepunten van zijn carrière. In de trein van de liberalen rijden de conservatieven mee, wel wat aarzelend en kijvend. Zij spreken graag over "het noodzakelijke herstel der heerlijke rechten", zijn hartstochtelijk hervormd en vurig anti-ooms. Aan het portier morrelt tevens een nieuwe figuur, de "vertegenwoordiger des volks" Groen van Prinsterer, aristocratisch idealist die meer evangeliebelijder dan staatsman is. Van een socialistische beweging, die enige wetgevende inspraak zou hebben, is nog geen sprake. Er zijn zelfs nog geen eigenlijke partijen en op de banken van de kamer weet men nog niet van "links" of "rechts". De kamerleden gaan zitten waar er plaats is en waar men goed kan luisteren naar de vlammende pleidooien. Op de regeringstafel staan kaarsenkandelaars. Een hardhorend kamerlid, de heer Saaymans, heeft eens, toen hij te dicht bij de kaarsvlam kwam om de minister toch maar goed te verstaan, zijn haardos helemaal geschroeid.

De kamerleden schenken aandacht aan wat Nederland bezighoudt: de aanleg van eentelegraafnet door heel het land, waardoor de postduiven kunnen thuisblijven; het op orde brengen van de armenzorg, die daarvoor door 3.700 verschillende instellingen werd gedaan; de angst voor de kuren van Napoleon III in Frankrijk; de dreigende opkomst van het katholicisme, voor protestants Nederland "de grote hoer van Babel"; de strijd tussen staatschool of vrije school; de exploitatie van de nieuwe spoorwegen; de perikelen in de kolonies; het toezicht op de uitoefening van de geneeskunde, want de verwarring tussen échte heelmeesters en kwakzalvers geeft vaak aanleiding tot spijtige ongelukken.

1861 is het jaar van een grote watersnood: Bommelerwaard en aanpalende gebieden staan blank en net als koning Willem III het getroffen gebied bezoekt breekt er nog een dijk bij Leeuwen. De slachtoffers worden ondergebracht in Heusen en 's Hertogenbosch. De vorst schenkt 45.000 gulden voor de heropbouw en doet er nadien nog eens 30.000 bij voor de getroffen families.

De zee is echter niet alleen de vijand van de mens: in Scheveningen wordt een kasteel van een badhuis gebouwd, want zeewater is "grenzeloos geneeskrachtig". Voor het eerst waagt men zich ook al in zee zelf. Een paard trekt de badkoets in zee en men stapt het water in, gekleed in een badpak van donkere wol, aan de hals nauw gesloten en reikend tot de knie. Schrijft de krant: "Een militaire macht moet het strand tot op verren afstand tegen nieuwsgierigen bezetten, want talrijke onfatsoenlijke jongelieden gebruiken kijkglazen om zich in de aanblik der dames te verheugen."

1861 is ook het jaar dat de "nationale" dichter Tollens sterft. Willem III komt naar Rotterdam om er in het park een door de beeldhouwer Strackée vervaardigd marmeren standbeeld te onthullen.

Belangrijk voor onze geschiedenis is een zicht op de godsdienstige situatie van Nederland bij het begin van het mormoonse zendingswerk. Centraal is er de Hervormde Kerk, een ingewikkeld en niet erg samenhangend geheel, weliswaar bestuurd door een nationale synode, maar zich verward vertakkend over provinciale en klassikale besturen heen tot kerkraden en plaatselijke gemeenten. Via zijn ambtenaren heeft de koning echter een flinke hand in het kerkelijk bestuur dat trouwens tot taak heeft "onder handhaving de leer, de bewaring van orde en eendracht, en de aankweeking van liefde voor Koning en Vaderland" (9).

Naast de hervormden, worden ook als aanvaardbare overtuigingen beschouwd de doopsgezinden, de remonstranten, de lutheranen en de Israëlieten. Tot een zekere grens mogen de rooms-katholieken, zolang ze zich als rustige minderheid gedragen, ook in de zon lopen. Het nieuwe volkslied zingt immers:

Wij leven vrij, wij leven blij,
Wij dienen éénen God.
Wat ooit 't verschil in 't dienen zij,
De wet laat ied'ren godsdienst vrij.
Vereend als broeders juichen wij:
Gezegend is ons lot!

Van een opwekkende, geestelijke verdieping bij deze gevestigde godsdiensten kan men echt niet spreken. De meerderheid gelooft wel, maar meer in de zin van een vanzelfsprekende aanvaarding van een aantal morele beginselen. De protestantse leiders vermijden zelfs heel bewust over doctrinale geschillen te spreken, want tegenover de steeds dreigende opkomst van de rooms-katholieken moet het protestantisme zich handhaven door eendracht. Predikanten die het bijgevolg wagen op hun ééntje een eigen pad te bewandelen én aanhang verwerven worden prompt geschorst. De regel "de wet laat ied'ren godsdienst vrij" wordt slechts binnen bepaalde grenzen toegepast. De meest koppige predikanten beginnen een "afgescheiden gemeente" en op hen regenen juridische vervolgingen en boetes. Bij vele Friezen, die er een handje van weg hebben zich af te scheiden, wordt het bezit executoriaal geveild. De Friese vrouwen moeten voor de boetes hun gouden oorijzers verkopen. Ze schaffen er zich meteen koperen aan en poetsen die zo lang tot ze toch blinken als goud. Afgescheidenen krijg je niet klein.

Het fenomeen van de afscheidingen typeert precies de periode van de mormoonse prediking, die er zowel voor- als nadeel van ondervindt. Nadeel is zeker dat de publieke opinie achter het centrale kerkgezag staat. De "hogere standen" worden geïrriteerd door die "gewone mensen" die het beter menen te weten. Het "lagere volk" wordt snel opgezweept tegen de afgescheidenen die in hun evangelische weerloosheid een gemakkelijke prooi zijn voor opstootjes. De tijdsgeest is gewend aan opruiende en vernederende geschriften waarmee de afgescheidenen worden bestookt. Als "predikanten uit den vreemde", ook nog voorafgegaan door de anti-mormoonse verhalen, komen de mormoonse zendelingen terecht op een slagveld waar het geschut roodgloeiend staat.Voordeel van die situatie is echter de zoekende onrust, zowel religieus als sociaal, die vele afgescheidenen kenmerkt, vooral wanneer de gloed van het eerste uur begint te verzwakken. De kleine afgescheiden gemeenschappen, vol ijver opgebouwd, brokkelen na een tijd af en de nu wat rijper geworden idealisten vragen zich af waarheen God hen nu leiden zal. Hier zijn mensen bereid om te luisteren. De toestemming die Elder van der Woude krijgt om te prediken in verscheidene plaatsen in Friesland, heeft hij voor een groot deel te danken aan de puzzel van afscheidingen die het gebied tekent; ongetwijfeld zijn de eerste dopelingen gelovigen die zich reeds van het synodale juk hadden vrijgevochten. Eén van die groepen heet "de broederschap der volmaakten" of "de Nieuwlichters". In het begin der jaren 1860 zijn de Nieuwlichters, ondanks al hun edelmoedigheid, in verval geraakt. In hun zoeken naar een nieuwe weg zullen zij in 1863 het pad van Elder van der Woude kruisen, wat aanleiding zal geven tot een der merkwaardigste gebeurtenissen uit onze kerkgeschiedenis. Maar zo ver zijn we nog niet.


DE PIJNLIJKE LEERSCHOOL

Ondanks het moeizaam begin, ondanks de "lage en schandelijke verhalen" en de tegenstand vanuit de hoek der officiële religie, zien de zendelingen, voor het einde van 1861, hun onuitputtelijke inspanningen met enkele resultaten bekroond. Na enkele maanden zorgvuldig onderwijs - want er wordt nooit lichtvaardig bekeerd - doopt Elder Schettler op 23 december 1861 drie bekeerlingen in Amsterdam - Hendrik van Steeter (38 jaar), Johannes Renkenberg Hoffman (59 jaar) en Johanna Hoffman (66 jaar). Op kerstdag worden zij bevestigd en ontvangen zij de gave van de Heilige Geest. Met de drie die Elder van der Woude in Friesland doopte, telt de kerk in Nederland eind 1861 zes leden, evenveel als bij de stichting van de kerk in de Verenigde Staten, dus waarom dit niet als een goed voorteken zien?

1862 kondigt zich inderdaad goed aan. Op woensdag 29 januari worden er nog eens zes mensen gedoopt en op 1 februari treden er weer drie toe, genoeg om de eerste gemeente te stichten. Predikingen, vergaderingen en bijbelstudie worden bij de nieuwe leden thuis gehouden, maar met het succes komt ook meer tegenstand van buiten. Begin februari richt een groepje predikanten zich tot de Minister van Binnenlandse Zaken met een verzoek op te treden tegen "de Mormonen". Eén der pasgedoopte leden, broeder Dijkman, wordt door de politie ondervraagd: men wenst te weten wie er zoal gedoopt werd en waar dit gebeurde. Daar schijnt het nochtans bij te blijven. De zendelingen zelf worden niet lastig gevallen en hun moeilijkheden met niet-leden beperken zich tot het kalmeren van rumoerige bezoekers die de "thuisvergaderingen" al eens komen verstoren. Gelijk de apostelen vanouds, zijn de zendelingen "verheugd dat zij smaad moeten verdragen omwille van Christus" (10).

Eind februari betreden weer twee bekeerlingen, ditmaal wat jongere, het water van de doop, de 25-jarige Jan Volmer en de 19-jarige Jannetje Krot. De gemeente in Amsterdam telt nu veertien leden. In mei brengt de "Millenial Star" een verslag over de stichting van de gemeente en looft zij de inspanningen van de zendelingen. Rond diezelfde periode blijkt Elder Schettler veel tijd en moeite te geven aan het vertalen van het Boek van Mormon in het Nederlands. Wanneer in september President George Q. Cannon en de Scandinavische zendingspresident Jesse N. Smith de gemeente bezoeken, getuigen zij dat "veel instructie aan de heiligen was gegeven door hun delen van het manuscript van het Boek van Mormon voor te lezen in hun vergaderingen" (11).

Maar alvorens President Cannon en President Smith Amsterdam bezoeken, is de pijnlijke leerschool voor de jonge gemeente begonnen, de pijnlijke leerschool die steeds weer de heiligen moet zuiveren en rijpen. Interne moeilijkheden, veroorzaakt door wrijvingen en misverstanden, kankeren en blokkeren de groei. In de eerste plaats hebben de twee zendelingen last met hun goede verstandhouding. De precieze incidenten die hun onenigheid aanwakkeren hebben zij voor de buitenwereld tactvol verzwegen. Maar tussen de dagboeklijnen door vangen we echo's op: als van der Woude door langdurige ziekte in bed moet blijven, woont Schettler de gemeentevergaderingen bij, maar hij weigert nadien aan zijn collega te vertellen wat er gebeurd is. Anderzijds blijkt van der Woude die zwijgzaamheid enigszins uit te lokken door Schettler's leiderschap steeds kritisch te beoordelen (12). Op afstand luttele problemen, maar het zijn kleine voorvallen die soms het diepste knagen.

Erger is het in de jonge gemeente zelf gesteld. In mei 1862 stelt een fikse ruzie twee ampen tegen elkaar op: aan de éne kant broeder van Steeter, reeds tot ouderling geordend, samen met broeder en zuster Hoffman, en aan de andere kant een broeder en zuster Ferne. Van der Woude, die tracht te bemiddelen, haalt zich de woede van het eerste kamp op de hals, waarbij van Steeter hem uitscheldt voor "bedrieger, leugenaar, schijnheilige Judas, en nog meer lelijke woorden" (13). Er wordt gepraat, er wordt bijgelegd, maar het gif is nog niet weggesneden. De spanningen laaien vlug weer op. Later op het jaar zou President Cannon in zijn dagboek noteren:

"De gemeente in Amsterdam heeft moeilijkheden gekend die haar groei vertraagd hebben. Een zekere van Steeter werd lid en leek een veelbelovende kracht te zijn, waardoor de zendelingen hem tot ouderling ordenden. Spoedig begon hij echter te dicteren hoe de zaken geregeld moesten worden en begon hij de zwakheden aan te klagen van hen die, volgens hem, niet strict genoeg leefden. Hij legde aldus grote ijver aan de dag en sectarische vroomheid, waarbij hij zijn ideeën aan broeder van der Woude trachtte op te dringen. Broeder van der Woude was het daar niet mee eens en beschouwde hem bijgevolg als minder heilig en zuiver. Die spanning leidde tot woordenwisselingen en broeder van Steeter wilde niet meer naar de vergaderingen komen" (14).

De heiligingswaan van sommige nieuwe bekeerlingen en hun afstraffend optreden tegen zogenaamde zwakheden hebben altijd bestaan, ook in de Oorspronkelijke Kerk en ook nu. De fanatieke geest die zij verspreiden is nooit bevorderlijk voor het zendingswerk geweest. In de maanden die volgen, medio 1862, worden er in de Amsterdamse gemeente slechts twee personen gedoopt, Johanna Carolina Meyers (36 jaar) en een doctor, Willem Frederik Muller (later Miller), die vermoedelijk van der Woude verzorgd heeft tijdens diens langdurige ziekte. De trage groei bemoeilijkt tevens het verblijf van de elders, aangezien in die periode de zendelingen voor hun levensonderhoud gedeeltelijk van de leden afhangen en zij niet steeds bij dezelfden kunnen aankloppen. In september noteert van der Woude de triestige zin: "We hebben al lang geen onderzoekers meer in de kerk gehad..." (15).

Op 24 september 1862 zetten de Europese zendingspresident George Q. Cannon en de Scandinavische zendingspresident Jesse N. Smith voet aan wal in de Amsterdamse haven. De zendelingen verwelkomen hen en leiden hen naar het huis van broeder en zuster Bourguion, waar het gezelschap een maaltijd wordt aangeboden. De kerkleiders geven de moeder van broeder Bourguion, ernstig ziek, een zalving. Van der Woude noteert dat "zij ogenblikkelijk genezen was" (16).

Diezelfde avond komen twaalf heiligen in vergadering bijeen. Jesse N. Smith schrijft in zijn dagboek dat van der Woude het openingsgebed uitspreekt - "één van de meest deprimerende gebeden die ik ooit gehoord heb" (17). Blijkbaar is het peil van de zendeligen onder nul gezakt en komt de steun van de bezoekende leiders net op tijd. Cannon en Smith prediken met enthousiasme tot de leden en profeteren dat velen in Nederland het evangelie zullen aannemen. President Cannon laat geen gras groeien over de hangende gemeenteproblemen: "Na de bijeenkomst, waarop broeder van Steeter aanwezig was, heb ik hem en broeder van der Woude samengebracht en goede gevoelens hersteld. Ik heb broeder van der Woude duidelijk uitgelegd welke koers hij moest volgen met mensen die net lid zijn geworden en nog vol zitten met hun oude tradities en begrippen" (18).

Na die poging tot verzoening, neemt President Cannon nog een andere kordate beslissing: Schettler wordt overgeplaatst naar de Zwitsers-Duitse zending. Verschillende redenen brengen Cannon daartoe. Vooreerst kan het handjevol Nederlandse leden moeilijk twee zendelingen helpen onderhouden, wat er op wijst dat de levensstandaard van de eerste leden erg laag is, trouwens door Cannon zelf opgemerkt (19). Vervolgens kan Schettler, als geboren Pruis, zijn taalkennis beter gebruiken in Zwitserland en Duitsland. Aangezien zijn familie in Zeist de boodschap verworpen heeft, is er geen reden om hem daarvoor in Nederland te houden. En ten slotte besluit Cannon: "Ik meen dat het ook goed is één van hen over te plaatsen, aangezien zij niet zo eensgezind zijn als ze zouden moeten. Ze verschillen erg in hun leefgewoontes, hun smaak en hun gezichtspunten" (20). Dat de spanning tussen van der Woude en Schettler inderdaad meer aan een conflict van karakters lag, dan aan de schuld van de één of de andere, blijkt wel uit de uitstekende zendingsdienst die elk van hen van nu af aan zal doen. Schettler's arbeid in de Zwitsers-Duitse zending zal warm worden toegejuicht (21). En in 1863 zal hij even naar Nederland terugkeren om het succesvolle werk van van der Woude te bekronen.

De volgende dag, 25 september 1862, vertrekken de kerkleiders reeds, samen met Schettler, richting Zwitserland. Elder van der Woude blijft alleen. De nieuwe verantwoordelijkheid prikkelt hem en hij wijdt zich met nieuwe voornemens aan het werk. Dezelfde avond nog bezoekt hij zijn zusters, maakt een kleine wandeling, drinkt warme chocolade met de familie Dijkman en met broeder van Steeter en komt "heel laat thuis" (22).

De volgende maanden besteedt van der Woude aan de verdere opbouw van de kerk. De pijnlijke leerschool heeft hem goed gedaan. Hij trekt weer naar Friesland om er de geïsoleerde leden te sterken. Ondanks soms hevige tegenstand, legt hij contacten met nieuwe onderzoekers. Met één van hen, Sybren van Dyk, voert hij vanuit Amsterdam een uitgebreide correspondentie, een belangrijk zendingsmiddel in een periode waar verplaatsingen nog veel tijd en ongemak vergen. De 36-jarige van Dyk zal op 19 mei 1863 gedoopt worden en de dag nadien reeds tot ouderling geordend worden. Dit groot vertrouwen in de nieuwe dopeling zal niet beschaamd worden: van Dyk wordt een vastberaden heilige, zendeling en vertaler, emigreert naar Utah in 1869 en zal tweemaal terugkomen om over de Nederlandse zending te presideren, van 1871 tot 1874 en van 1880 tot 1882 (23).

Ook doctor Muller, door van der Woude in 1862 gedoopt, blijkt een sterke aanwinst te zijn voor de jonge gemeente. Hij is een krachtig zendeling die in september 1862 het werk in Haarlem opent. Maar de grote verdienste van Muller komt in maart 1863, wanneer hij een grote afgescheiden 'broederschap' bij van der Woude introduceert. We staan op de drempel van een wonderbaarlijke doorbraak en een historisch fenomeen dat ook de algemene Nederlandse geschiedschrijving lang heeft beziggehouden: de toetreding van de Nieuwlichters tot het mormonisme.

Volgend nummer: De Nieuwlichters en de roep
naar Zion.

Teksten foto's:

Momument aan de Schwartzenberglaan in Broeksterwoude
(gemeente Dantumadeel, ten zuiden van Dokkum in Friesland).

Spotprent op de strijd tussen het protestantisme en het rooms-katholicisme. In 1853 laat Rome weten dat het in Utrecht een aartsbisdom zal vestigen. De protestanten vrezen een invasie van "Paapsen". In het midden van het gebeuren staat minister Thorbecke ("de tor").

Momument aan de Schwartzenberglaan in Broeksterwoude (gemeente Dantumadeel, ten zuiden van Dokkum in Friesland)

J. R. Thorbecke G. Groen van Prinsterer

"De geneugten van het strandleven..."

Paul A. Schettler Sybren van Dyk

Hendrik van Steeter

 

Voetnoten

(1) Brief van Schettler aan George Q. Cannon, Europese zendingspresident, die de inhoud publiceerde in de "Millenial Star", vol. 23 (21 September 1861), p. 614.
(2) W. K. Kirberger, Geschiedenis van den Oorsprong en de Lotgevallen der Mormonen (Amsterdam, 1855). Geciteerd in Netherlands Mission History.
(3) Anne Wiegers van der Woude, Personal Journal, 6 August 1861. Archives Search Room of the Church Historian's Department. Zie Auna Willim Vanderwood.
(4) Van der Woude, Journal, 15 August 1861. Zie ook Millenial Star, vol. 23 (21 September 1861), p. 614.
(5) Millenial Star, ibid.
(6) Brief aan George Q. Cannon, Millenial Star, vol. 23 (23 November 1861), pp. 759-760.
(7) Van der Woude, Journal, 17 October 1861.
(8) T. Edgar Lyon, "Landmarks in the Netherlands Mission," Improvement Era, vol. 39 (September 1936), pp. 546-547, 573. Een volledig verslag van Lyon's ervaringen vindt men in T. Edgar Lyon, Oral History Church Archives, 111-112.
(9) J. De Rek, Koningen, Kabinetten en Klompenvolk (Baarn: Bosch & Keuning, 1975), p. 349.
(10) Van der Woude, Journal, 11 February 1862.
(11) Millenial Star, vol. 24 (22 November 1862), p. 744.
(12) Van der Woude, Journal, 13 July 1862.
(13) Ibid.
(14) George Q. Cannon, Personal Journal, 24 September 1862. Archives Search Room of the Church Historian's Department.
(15) Van der Woude, Journal, 14 September 1862.
(16) Van der Woude, Journal, 24 September 1862.
(17) Jesse N. Smith, Personal Journal, 24 September 1862 Salt Lake City: Jesse N. Smith Family Association, 1953), p. 85.
(18) Cannon, Journal, 24 September 1862.
(19) Millenial Star, vol. 24 (22 November 1862), p. 744.
(20) Cannon, Journal, 25 September 1862.
(21) Millenial Star, vol. 26 (2 April 1864), p. 223.
(22) Van der Woude, Journal, 25 September 1862.
(23) Andrew Jenson, LDS Biographical Encyclopedia (Salt Lake City: Western Epics, 1971), 4:358.

CHAPTER 2

DE OOGST VANGT AAN HAVING TO THE HARVEST


Op een zomerse maandag, 5 augustus 1861, ontschepen Elder Schettler en Elder van der Woude in de altijd drukke haven van Rotterdam. On a summer Monday, August 5, 1861, disembarking and Elder Elder Schettler van der Woude in the always busy port of Rotterdam. Nederland ligt voor hen als een groot vraagteken: hoe hier het werk vruchtbaar aan te pakken en ontelbaren tot de herstelde waarheid brengen? Netherlands is for them as a big question mark: what are the fruitful work to tackle and countless numbers to bring the restored truth? Zij bidden vurig en nederig en wijden zichzelf volledig toe aan de arbeid van de Heer. They pray fervently and humbly dedicate himself fully to the work of the Lord. Dan, zoals gebruikelijk in het zendingswerk van die periode, gaan zij tijdelijk uit elkaar om op verschillende plaatsen de boodschap te kunnen brengen. Then, as usual in the missionary work of that period, they are temporarily on display at various locations to bring the message.

Elder Schettler trekt naar Zeist, nabij Utrecht, waar hij verre familie heeft wonen. Elder Schettler draws to Zeist, near Utrecht, where he has distant relatives living. Schettler ontdekt dat zijn verwanten, net zoals vele Nederlanders, reeds van het mormonisme gehoord hebben - en allesbehalve in positieve zin: "Mijn oude vrienden en verwanten, die het vrij goed maken, ontvingen mij heel hartelijk; maar na enkele dagen, toen ik hen een weinig over onze leerstellingen onderwezen had, ontdekten zij dat ik mij bij de mormoonse kerk had aangesloten, hoewel ik het woord nooit vermeld had. Het werd toen erg moeilijk hen te laten luisteren naar redelijke taal, omdat men zeer bevooroordeeld staat tegenover ons, en dit door de meest lage en schandelijke verhalen in Nederlandse en Duitse kranten. Ik voerde wel enkele interessante gesprekken met hun predikant en enkele van hun geleerde mannen, die mij persoonlijk kenden, en zij konden de leerstellingen die ik naar voor bracht niet weerleggen. Ten slotte zeiden zij mij dat zij overtuigd waren van de eerlijkheid van mijn bedoelingen, maar dat ik misleid was en een fanaticus was geworden" (1). Schettler discovers that his relatives, like many Dutch, already have heard of Mormonism - and anything but positive: "My old friends and relatives who do quite well, received me very warmly, but after a few days, when I told them a little about our doctrine was taught, they discovered that I had joined the Mormon church, although I had never mentioned the word. It was then very difficult to let them listen to reasonable language, because it is very biased against us, and this low and the most shameful stories in Dutch and German newspapers. I made a few interesting conversations with their pastor and some of their priests, who I know personally, and they were the doctrines that I brought forward not back. Finally she told me that they were convinced of the sincerity of my intentions, but I was deceived and became a fanatic "(1).

De "lage en schandelijke verhalen" circuleren inderdaad reeds volop. The "low and shameful stories" circulating in fact already full. Vanuit Amerikaanse protestantse kringen, gevoed door de verzinsels van hen die de heiligen telkens hadden verjaagd en uiteindelijk Joseph en Hyrum Smith hadden vermoord, worden allerlei leugenschriften over het mormonisme verspreid. From American Protestant circles, fueled by the fantasies of those who had always driven the saints and eventually Joseph and Hyrum Smith were killed, all kinds lie scattered writings on Mormonism. De nieuwe afzondering van de kerk in het nog mysterieuze Rotsgebergte, het sensatieborduursel rond het meervoudig huwelijk, de haat om het groeiend succes van het mormoonse zendingswerk, en gewoon de geest van een nieuwe journalistieke tijd die tuk is op prikkelende avonturen uit vreemde landen, dit alles draagt er toe bij het onbekende mormonisme tot een voorwerp van spot en hoon te maken. The isolation of the new church in the Rocky Mountains still mysterious, the sensation embroidery around the multiple marriage, the hatred for the growing success of the Mormon missionary, and just the spirit of a new journalistic time keen on stimulating adventures in foreign countries, this all helping to the unknown Mormonism to an object of ridicule and scorn it.

Naast de krantenberichten kunnen de Nederlanders van 1861 ook reeds over de mormoonse kerk lezen in het boek van WK Kirberger, "Geschiedenis van den Oorsprong en de Lotgevallen der Mormonen", gepubliceerd in Amsterdam in 1855. Besides the newspaper reports, the Dutch of 1861 already on the Mormon church in the book of World Kirberger, "History of the Origin and the Adventures of the Mormons", published in Amsterdam in 1855. Deze auteur geeft slechts weer wat hij uit Amerikaanse bronnen kon halen, in het bijzonder de geschriften van Mayhew en Gunnison, die evenmin ooit échte heiligen der laatste dagen hadden gezien. Kirberger maakt zijn standpunt al heel duidelijk bij de eerste zinnen: "Hoe vreemd! De Amerikaan, die zijn oog alleen op aardse zaken gericht houdt,valt sneller ten prooi aan leugen en bedrog dan iemand anders. Alles wat vreemd en ongewoon is in de weegschaal der Amerikaanse secten, werd samengebracht in het mormonisme" (2). The author only gives back what he could extract from American sources, particularly the writings of Mayhew and Gunnison, which no true Latter-day Saints ever seen. Kirberger make its position very clear in the first sentences: "How strange! The American, that his eye is focused only on earthly things, falls prey to faster than anyone else lies and deceit. Everything is strange and unusual in the scale of American sects, were brought together in Mormonism "(2). Het imago dat aldus reeds rond het mormonisme hangt, verklaart waarom de zendelingen vaak aarzelen hun kerkelijk lidmaatschap onmiddellijk bekend te maken. Zij willen de kans krijgen tenminste iets te zeggen. The image thus created circa Mormonism is, explains why the missionaries are often reluctant church membership their immediate publication. They want the chance to say something at least.

Elder van der Woude volgt ondertussen een gelijkaardig pad door eerst bekenden op te zoeken. Elder van der Woude now follows a similar path by first acquaintances to search. Hij trekt naar zijn eigen directe familie in Amsterdam - twee zusters en hun echtgenoten die blij zijn hem weer te zien na de lange afwezigheid. He pulls into his own immediate family in Amsterdam - two sisters and their spouses who are glad to see him again after long absence. Zij zijn echter minder geïnteresseerd in zijn evangelische boodschap dan in het beloofde land Amerika - de plaats waar vele duizenden uit Europa heentrekken. They are less interested in his evangelical message than the promised land in America - where many thousands pulling back from Europe. Van der Woude kijkt rond naar mogelijkheden om het herstelde evangelie in Amsterdam te verkondigen: hij zoekt de gemeente van een "afgescheiden kerk" op, waar hij hoopt succes te zullen boeken zoals destijds de zendelingen in Engeland. Ook neemt hij contact met een tot het christendom bekeerde jood, een zekere heer Zwart die zelf openbaar predikt op de "Erte Markt". Maar die eerste pogingen leiden tot niets (3). Van der Woude look around for opportunities for the restored gospel to preach in Amsterdam: it looks the town of a "breakaway church" in which he hopes will achieve success at the time as missionaries in England. It also takes up a contact with the Christianity converted jew, a certain Mr. Black himself who publicly preaches the "Erte Market. But the first attempts lead to nothing (3).

Na enkele dagen komt Elder Schettler van Zeist terug en voegt zich bij zijn collega in Amsterdam. After several days of Zeist Schettler Elder comes back and joins his colleague in Amsterdam. De eerste ontgoocheling over het moeizaam begin doet zich voelen. The first disappointment over the slow start does feel. De twee zendelingen komen in aanraking met een andere tot het christendom bekeerde jood, een vroegere rabbijn, de heer Meyerse, die "heel ijverig naar de waarheid lijkt te zoeken". Meyerse schijnt geen lid van de kerk te zijn geworden, maar hij introduceert de zendelingen bij "twee private verenigingen van mensen in deze stad die dezelfde principes als wij aanhangen, en die enkel samenkomen om de Bijbel te lezen, aangezien zij niet in het gezag van de predikanten geloven." The two missionaries come into contact with one another jew converted to Christianity, a former rabbi, Mr. Meyers, who "very diligently to find the truth appears." Meyers seems not a member of the church have become, but he introduces the missionaries' two private associations of people in this city that the same principles we espouse, and which only come together to read the Bible because they do not believe the authority of the pastors. "

Op zondag 18 augustus 1861 worden de zendelingen uitgenodigd om twee vergaderingen van de verenigingen - vermoedelijk de "Orde van de Liefde" - bij te wonen. On Sunday, August 18, 1861, the missionaries invited to two meetings of the associations - probably the "Order of Love" - to attend. Zij stellen zich voor als "vrienden van de Bijbelse waarheid, uit Amerika". They introduce themselves as "friends of the Biblical truth from America". Weer weegt de vrees meteen te worden geweigerd indien zij zich als "mormonen" aanbieden. Van der Woude wordt zelfs verzocht even het woord te nemen op de vergadering. Wanneer de elders vernemen dat de leden van de vereniging door onderdompeling dopen, vragen zij door welk gezag dit dan wordt gedaan. Again considering the fear immediately be rejected if they themselves as "Mormons" offer. Van der Woude even invited here to speak at the meeting. Where else know that the members of the association baptized by immersion, what questions they This authority is then done. "Zij beloofden de vraag te bestuderen en te beantwoorden over enkele dagen, en ook of zij ons toestemming zouden geven in hun vergaderingen te prediken." Het prediken in vergaderingen van afgescheiden en private groepen is inderdaad een standaardbenadering in het mormoonse zendingswerk van de negentiende eeuw. "They promised to study the question and answer in a few days, and whether they would give us permission to preach in their meetings." Preaching in separate meetings and private groups is indeed a standard approach in the Mormon missionary of the nineteenth century . Reeds dertig jaar had dit systeem goed gewerkt, zowel in de Verenigde Staten als in delen van Europa. Already thirty years this system had worked well, both in the United States and in parts of Europe.

Bij het buitengaan riskeert Elder Schettler het een exemplaar achter te laten van het krachtig pamflet, "Voice of Warning" (Een stem tot waarschuwing), van Parley P. When the risks go beyond the Elder Schettler to leave a copy of the powerful pamphlet, "Voice of Warning" (A voice of warning), by Parley P. Pratt, "aangezien er enkelen in staat waren de Engelse taal te lezen" (4). Pratt, "since some were able to read the English language" (4). Het resultaat laat niet lang op zich wachten. The result shows not long in coming. Zo gauw de leden van de verenigingen door hebben tot welke godsdienst de zendelingen behoren, sturen ze Elder Schettler de "Voice of Warning" terug, "met de boodschap dat de vereniging weigert hem te helpen in het verspreiden van het mormonisme, aangezien zij geen enkel ander boek dan de Bijbel als goddelijk aanvaarden." Schettler laat zich niet uit het lood slaan en stuurt meteen verschillende brochures getiteld "Authenticity of the Book of Mormon", en ook enige andere geschriften die hij vertaalde in het Nederlands, "met citaten uit de Bijbel, die de waarheid van onze leringen bewijzen." Maar de tegenzet volgt onmiddellijk. As soon as the members of the association by having the missionaries belong to the religion, they send Elder Schettler the "Voice of Warning" back, "with the message that the association refuses to help him in spreading Mormonism, since they no other book than the Bible as divine acceptance. "Schettler is silent save the lead and immediately sends several brochures entitled" Authenticity of the Book of Mormon ", and any other writings that he translated into Dutch," with quotations from the Bible, which prove the truth of our teachings. "But the counter-move follows immediately. De leden van de verenigingen en de predikanten die er van horen waarschuwen de mensen "niet te praten met deze vreselijke mormonen die naar Holland zijn gekomen om het volk te verleiden" (5). The members of the associations and the ministers who belong to warn the people "not to talk to these dreadful Mormons who came to Holland to seduce the people" (5).

Op 21 augustus 1861 scheiden de zendelingen weer. On August 21, 1861 separated the missionaries again. Schettler blijft in Amsterdam om de reeds gelegde contacten te onderhouden, terwijl van der Woude noordwaarts trekt naar Broek, Dokkum, Akkerwoude en omliggende gemeenten. Schettler remain in Amsterdam for the already established contacts to maintain, while van der Woude northwards to pull Broek, Dokkum, Akkerwoude and surrounding communities. Onze zendeling is immers afkomstig uit Friesland en heeft er nog talrijke verwanten wonen. Our missionary is from Friesland and has many relatives still live. We laten hem aan het woord, zoals hij zijn ervaringen beschrijft in een brief van 18 oktober 1861 aan President Cannon: We leave it to the floor, as he describes his experiences in a letter dated October 18, 1861 to President Cannon:

"Ik verliet Amsterdam op 21 augustus per schip naar Workum in Friesland, waar ik de dag daarna aankwam. Ik vond mijn verwanten in goede gezondheid; zij waren verheugd me weer te zien. Heel vlug bracht ik hen in aanraking met het evangelie, zodat zij er goed over voelden en de weg voor mij openden om op de avond van de 23ste voor het eerst te kunnen prediken in Workum. Deze prediking veroorzaakte nogal wat opschudding in de stad. Er kwam heel veel volk naar toe en sommige predikanten wilden mij verhinderen te spreken. Ik heb het druk gehad. Op de 28ste had ik een lang gesprek met een predikant die zijn leringen probeerde te bewijzen met de Schriften, en onze leringen als vals voorstelde; maar hij slaagde er niet in. Hij was beschaamd, en kon uiteindelijk geen woord meer zeggen en verliet de vergadering. "De 29ste verliet ik Workum en begaf mij naar Leeuwarden waar ik 's avonds aankwam en daar een vereniging vond die zichzelf de "Redding van het volk" noemt. "I left Amsterdam on August 21 in a vessel Workum in Friesland, where I arrived the next day. I found my relatives in good health, they were pleased to see me again. Very soon I brought them into contact with the gospel, so they and felt good about the way opened for me at the evening of the 23th for the first time to preach in Workum. These sermons caused quite a stir in town. There was a lot of people go and some ministers wanted to prevent me speak. I've been busy. On the 28th I had a long talk with a pastor who tried to prove his teachings with the Scriptures, and our false teachings as suggested, but he could not. He was ashamed, and could eventually say another word and left the meeting. "The 29th Workum I left and went to Leeuwarden, where the evening I arrived there and found an association calling itself the" Salvation of the people "call. Ik ging naar hun vergadering en ontdekte dat zij hun kinderen inzegenen en niet geloven in de kinderdoop; maar toch waren zij gekant tegen de mormonen omwille van het meervoudig huwelijk en andere zaken, zodat ik niets goeds kon verrichten. I went to their meeting and discovered that they bless their children and not believe in infant baptism, but they were opposed to the Mormons because of plural marriage and other matters, so I could do no good.

"Op de 31ste verliet ik Leeuwarden en ging naar Dokkum bij mijn verwanten, waar ik het mormonisme bekendmaakte tot 18 september. Op die dag predikte ik in de schuur van een boer en er was zeer veel volk. Zij waren zeer verheugd mij te horen en vroegen mij de volgende dag opnieuw te prediken in een andere schuur in Broek bij Akkerwoude, waar er een grote gemeente is. Er zijn hier vele eerlijke mensen die naar waarheid zoeken; maar omwille van de valse geruchten over het mormonisme, is het moeilijk veel vooruitgang te boeken" (6). "On the 31th I left and went to Leeuwarden to Dokkum my relatives, I announced to Mormonism September 18. On that day I preached in the barn of a farmer and there were very many people. They were very pleased to hear me and asked me the next day to preach in another barn in Broek in Akkerwoude, where there is a large town. There are many honest people who search for truth, but because of the false rumors about Mormonism, it is difficult to progress much to books (6).

In zijn dagboek noteert van der Woude heel wat details over de ervaringen met zijn verwanten. In his diary van der Woude many details about the experience with their relatives. In zijn prediking gebruikt hij de Bijbel, waarbij hij vaak de parabel van de tien maagden citeert om de ontdekking van de herstelde waarheid te illustreren. In his sermon he uses the Bible, which he often quotes parable of the ten virgins to the discovery of the truth restored to illustrate. Heel langzaam dringt het licht bij zijn verwanten door. Slowly calls to his relatives by the light. Van der Woude moet telkens weer naar alle mogelijke tegenargumenten luisteren en deze weerleggen. Van der Woude must constantly listen to all arguments against and refute. Hij werkt echter geduldig verder met zijn familieleden, laat de Geest getuigen, tot hij eindelijk in zijn dagboek kan noteren: He is patient but also his family, let the Spirit witnesses, until finally he could write in his diary:

"... dinsdag 1 oktober te Broek onder Akkerwoude gedoopt Gerrit A. van der Woude en vrouw Bouwdina van der Woude, geboren Potgieter en Elisabeth Wolters, geboren Monsina, vrouw van Dirk Wolters" (7). "... Tuesday, October 1 to Broek in Akkerwoude baptized Gerrit A. van der Woude and Construction wife Dina van der Woude, born and Potgieter Elisabeth Wolters, born Monsina, wife of Dirk Wolters (7).

Vijfenzeventig jaar later, in 1936, zou een jonge geschiedkundige, T. Seventy-five years later, in 1936, a young historian, T. Edgar Lyon, die in Nederland als zendingspresident diende, de stappen van Anne van der Woude in Friesland nasporen. Edgar Lyon, in the Netherlands who served as mission president, the steps of Anne van der Woude tracing in Friesland. Hij vond drie stokoude boeren die zich nog herinnerden hoe zij als kind de eerste mormoonse doopplechtigheid in Nederland hadden meegemaakt. He found three very old farmers who still remembered how, as a child the first Mormon baptism ceremony in the Netherlands had experienced. Zij toonden President Lyon het huis in Broek waar Gerrit van der Woude en zijn vrouw gewoond hadden en de plaats waar zij gedoopt werden. They showed the house in Broek President Lyon where Gerrit van der Woude and his wife had lived and where they were baptized. Lyon ontmoette zelfs een achterkleinzoon van de eerste Nederlandse bekeerlingen. Lyon even met a grandson of the first Dutch converts. In tegenstelling tot de meeste bekeerlingen daarna, zijn de van der Woudes niet naar Utah geëmigreerd en zijn zij er schijnbaar ook niet in geslaagd hun nieuwe geloof door te geven aan hun kinderen en kleinkinderen. Unlike most converts thereafter, the van der Woude not emigrated to Utah and they are apparently not succeeded in their new faith by giving their children and grandchildren. Op de plaats van de eerste doop liet President Lyon een herdenkingsmonument oprichten (8). At the site of the first baptism Lyon president had a memorial set up (8).

DE NEDERLANDSE SFEER IN 1861 PRIVACY IN THE DUTCH 1861

Nederland verandert. The Netherlands is changing. De grondwetshervorming van 1848 vult eindelijk de parlementaire gangen met nieuwe stemmen. The constitutional reform of 1848 finally fills the hallways with new parliamentary vote. De ministers krijgen échte verantwoordelijkheden - zij zijn niet meer de simpele uitvoerders van 's konings bevelen. Ministers have real responsibilities - they are not mere agents of the King's orders. En die ministers worden benoemd "naar de meerderheid des volks". And ministers are appointed "to the majority of the people". Maar de nieuwe politieke wereld is toen niet rijper dan nu: men kan elkaar beschreeuwen en men doet het graag. But the new political world is not mature then than now: we can beschreeuwen each one does and the like. Kooplieden en intellectuelen vormen de liberale kern. Merchants and intellectuals are the liberal core. Hun aangebeden leider is Jan Rudolph Thorbecke, onbaatzuchtig en onomkoopbaar, wat stuurs naar buiten maar toegewijd en gevoelig. Their adored leader, Jan Rudolf Thorbecke, selfless and incorruptible, which glumly out but dedicated and sensitive. Zijn persoonlijkheid zal twintig jaar lang de politiek beheersen. His personality will dominate politics for twenty years. In 1861-62 beleeft hij net de hoogtepunten van zijn carrière. In 1861-62 he experiences just the highlights of his career. In de trein van de liberalen rijden de conservatieven mee, wel wat aarzelend en kijvend. The train ride from the liberals into conservatives, and some hesitant kijvend. Zij spreken graag over "het noodzakelijke herstel der heerlijke rechten", zijn hartstochtelijk hervormd en vurig anti-ooms. They often talk about "the necessary restoration of seigneurial rights, reformed his passionate and fiery anti-uncles. Aan het portier morrelt tevens een nieuwe figuur, de "vertegenwoordiger des volks" Groen van Prinsterer, aristocratisch idealist die meer evangeliebelijder dan staatsman is. Van een socialistische beweging, die enige wetgevende inspraak zou hebben, is nog geen sprake. At the door also tinkers a new figure, the representative of the people "of Green Prinsterer aristocratic idealist who evangeliebelijder more than statesman. From a socialist movement, which some say would have legislative, yet exists. Er zijn zelfs nog geen eigenlijke partijen en op de banken van de kamer weet men nog niet van "links" of "rechts". De kamerleden gaan zitten waar er plaats is en waar men goed kan luisteren naar de vlammende pleidooien. There are not even real parties and the banks of the room know they have not "left" or "right". Deputies sitting place where there is good and where you can listen to the flaming arguments. Op de regeringstafel staan kaarsenkandelaars. Een hardhorend kamerlid, de heer Saaymans, heeft eens, toen hij te dicht bij de kaarsvlam kwam om de minister toch maar goed te verstaan, zijn haardos helemaal geschroeid. The Cabinet table are candles candlesticks. An earless MP, Mr Saaymans, once, when he came close to the candle flame to the minister yet but well understood, his hair completely singed.

De kamerleden schenken aandacht aan wat Nederland bezighoudt: de aanleg van eentelegraafnet door heel het land, waardoor de postduiven kunnen thuisblijven; het op orde brengen van de armenzorg, die daarvoor door 3.700 verschillende instellingen werd gedaan; de angst voor de kuren van Napoleon III in Frankrijk; de dreigende opkomst van het katholicisme, voor protestants Nederland "de grote hoer van Babel"; de strijd tussen staatschool of vrije school; de exploitatie van de nieuwe spoorwegen; de perikelen in de kolonies; het toezicht op de uitoefening van de geneeskunde, want de verwarring tussen échte heelmeesters en kwakzalvers geeft vaak aanleiding tot spijtige ongelukken. Deputies pay attention to what the Netherlands involved: the construction of eentelegraafnet throughout the country, so the pigeons can stay home, bringing order to the poor relief, according to the various institutions was done by 3700, the fear of Napoleon III courses in France, the impending emergence of the Catholic, Protestant Netherlands for "the great whore of Babylon", the struggle between state schools or private schools and the operation of the new railway, the troubles in the colonies, monitoring the practice of medicine, because the confusion between the real healers and quacks often leads to unfortunate accidents.

1861 is het jaar van een grote watersnood: Bommelerwaard en aanpalende gebieden staan blank en net als koning Willem III het getroffen gebied bezoekt breekt er nog een dijk bij Leeuwen. 1861 is the year of a great flood: Bommelerwaard and adjacent areas are clear and as King William III visited the affected area with a dike breaks there Leeuwen. De slachtoffers worden ondergebracht in Heusen en 's Hertogenbosch. The victims are brought into Heusen and 's Hertogenbosch. De vorst schenkt 45.000 gulden voor de heropbouw en doet er nadien nog eens 30.000 bij voor de getroffen families. The prince donates 45,000 guilders for the reconstruction and then does another 30,000 to the affected families.

De zee is echter niet alleen de vijand van de mens: in Scheveningen wordt een kasteel van een badhuis gebouwd, want zeewater is "grenzeloos geneeskrachtig". The sea is not only the enemy of man: in Scheveningen, a castle of a bathhouse built, because seawater is "endless healing". Voor het eerst waagt men zich ook al in zee zelf. Een paard trekt de badkoets in zee en men stapt het water in, gekleed in een badpak van donkere wol, aan de hals nauw gesloten en reikend tot de knie. For the first time it has even ventured into the sea itself. A horse pulls the sea Bathing machine and get it in the water, dressed in a bathing suit of dark wool, and closed at the neck close to reaching the knee. Schrijft de krant: "Een militaire macht moet het strand tot op verren afstand tegen nieuwsgierigen bezetten, want talrijke onfatsoenlijke jongelieden gebruiken kijkglazen om zich in de aanblik der dames te verheugen." Writes the paper: "A military force is a great distance to the beach to occupy curious, indecent because many young people use glasses to see themselves in the sight of women to rejoice."

1861 is ook het jaar dat de "nationale" dichter Tollens sterft. Willem III komt naar Rotterdam om er in het park een door de beeldhouwer Strackée vervaardigd marmeren standbeeld te onthullen. 1861 is the year that the "national" poet Tollens dies. William III to come to Rotterdam in the park by the sculptor Strackee manufactured marble statue to reveal.

Belangrijk voor onze geschiedenis is een zicht op de godsdienstige situatie van Nederland bij het begin van het mormoonse zendingswerk. Centraal is er de Hervormde Kerk, een ingewikkeld en niet erg samenhangend geheel, weliswaar bestuurd door een nationale synode, maar zich verward vertakkend over provinciale en klassikale besturen heen tot kerkraden en plaatselijke gemeenten. Important to our history is a religious view on the situation of the Netherlands at the beginning of the Mormon missionary. Central is the Reformed Church, a complicated and not very coherent, although governed by a national synod, but are confused about branching and provincial classroom control back to church councils and local communities. Via zijn ambtenaren heeft de koning echter een flinke hand in het kerkelijk bestuur dat trouwens tot taak heeft "onder handhaving de leer, de bewaring van orde en eendracht, en de aankweeking van liefde voor Koning en Vaderland" (9). Through its officers, the king However a big hand in church governance that also responsible for "enforcement under the doctrine, the preservation of order and harmony, and the cultivation of love for King and Country" (9).

Naast de hervormden, worden ook als aanvaardbare overtuigingen beschouwd de doopsgezinden, de remonstranten, de lutheranen en de Israëlieten. Tot een zekere grens mogen de rooms-katholieken, zolang ze zich als rustige minderheid gedragen, ook in de zon lopen. Besides the reformers, are also acceptable beliefs regarded as the Mennonites, the remonstrants, the Lutherans and the Israelites. Until a certain limit, the Roman Catholics, while they behave as quiet minority, even in the sun run. Het nieuwe volkslied zingt immers: The new anthem is singing:

Wij leven vrij, wij leven blij, We live free, we live happy,
Wij dienen éénen God. We serve one God.
Wat ooit 't verschil in 't dienen zij, What was once 't difference in' t they,
De wet laat ied'ren godsdienst vrij. The law allows religious ied'ren Fri
Vereend als broeders juichen wij: United as brothers we welcome:
Gezegend is ons lot! Blessed is our lot!

Van een opwekkende, geestelijke verdieping bij deze gevestigde godsdiensten kan men echt niet spreken. From an exciting, spiritual deepening in these established religions can not really speak. De meerderheid gelooft wel, maar meer in de zin van een vanzelfsprekende aanvaarding van een aantal morele beginselen. De protestantse leiders vermijden zelfs heel bewust over doctrinale geschillen te spreken, want tegenover de steeds dreigende opkomst van de rooms-katholieken moet het protestantisme zich handhaven door eendracht. Predikanten die het bijgevolg wagen op hun ééntje een eigen pad te bewandelen én aanhang verwerven worden prompt geschorst. De regel "de wet laat ied'ren godsdienst vrij" wordt slechts binnen bepaalde grenzen toegepast. The majority believes, but more in the sense of a natural acceptance of certain moral principles. The Protestant leaders consciously avoid even speaking about doctrinal disputes, since when the ever imminent rise of the Roman Catholics to Protestantism by remaining unity. Pastors who therefore own a car on their own path to walk and gain supporters are promptly suspended. The rule of law leaves ied'ren religion freely "is applied only within certain limits. De meest koppige predikanten beginnen een "afgescheiden gemeente" en op hen regenen juridische vervolgingen en boetes. The most stubborn ministers begin a "separated municipality" and raining them on legal prosecutions and fines. Bij vele Friezen, die er een handje van weg hebben zich af te scheiden, wordt het bezit executoriaal geveild. Many Frisians, who have a handful of road to separate, it is enforceable property auctioned. De Friese vrouwen moeten voor de boetes hun gouden oorijzers verkopen. The Frisian women have their fines for selling gold earrings. Ze schaffen er zich meteen koperen aan en poetsen die zo lang tot ze toch blinken als goud. They buy it right away and copper polishing so long until they shine like gold anyway. Afgescheidenen krijg je niet klein. Seceders not get small.

Het fenomeen van de afscheidingen typeert precies de periode van de mormoonse prediking, die er zowel voor- als nadeel van ondervindt. The phenomenon of the secretions characterizes precisely the period of the Mormon preaching that both advantages and disadvantages of being. Nadeel is zeker dat de publieke opinie achter het centrale kerkgezag staat. De "hogere standen" worden geïrriteerd door die "gewone mensen" die het beter menen te weten. The disadvantage is certain that public opinion behind the central church authority. The "upper class" who are irritated by "ordinary people" who think they know better. Het "lagere volk" wordt snel opgezweept tegen de afgescheidenen die in hun evangelische weerloosheid een gemakkelijke prooi zijn voor opstootjes. The "common people" is quickly whipped up against the dissenters in their evangelical defense an easy prey for rioting. De tijdsgeest is gewend aan opruiende en vernederende geschriften waarmee de afgescheidenen worden bestookt. The spirit is accustomed to humiliating and provocative writings that the dissenters are attacked. Als "predikanten uit den vreemde", ook nog voorafgegaan door de anti-mormoonse verhalen, komen de mormoonse zendelingen terecht op een slagveld waar het geschut roodgloeiend staat.Voordeel van die situatie is echter de zoekende onrust, zowel religieus als sociaal, die vele afgescheidenen kenmerkt, vooral wanneer de gloed van het eerste uur begint te verzwakken. As "preachers from abroad, also preceded by the anti-Mormon stories, the Mormon missionaries come to visit a battlefield where artillery glowing staat.Voordeel of this has been seeking the turmoil, both religious and social, that many dissenters features, especially when the glow of the first hour begins to weaken. De kleine afgescheiden gemeenschappen, vol ijver opgebouwd, brokkelen na een tijd af en de nu wat rijper geworden idealisten vragen zich af waarheen God hen nu leiden zal. The small separated communities, eagerly built crumble after a time, and the more mature now become idealists wonder where God will lead them now. Hier zijn mensen bereid om te luisteren. Here are people willing to listen. De toestemming die Elder van der Woude krijgt om te prediken in verscheidene plaatsen in Friesland, heeft hij voor een groot deel te danken aan de puzzel van afscheidingen die het gebied tekent; ongetwijfeld zijn de eerste dopelingen gelovigen die zich reeds van het synodale juk hadden vrijgevochten. The consent of the Elder der Woude get to preach in several places in Friesland, has retained a large part due to secretions of the puzzle that draws the region, undoubtedly, the first baptism of believers who already had liberated the synodal yoke . Eén van die groepen heet "de broederschap der volmaakten" of "de Nieuwlichters". One such group is called "the brotherhood of perfect" or "innovators". In het begin der jaren 1860 zijn de Nieuwlichters, ondanks al hun edelmoedigheid, in verval geraakt. In the beginning of the 1860s, the modernists, despite their generosity, in decay. In hun zoeken naar een nieuwe weg zullen zij in 1863 het pad van Elder van der Woude kruisen, wat aanleiding zal geven tot een der merkwaardigste gebeurtenissen uit onze kerkgeschiedenis. In their search for a new road they will in 1863 the path of van der Woude Elder crosses, which give rise to one of the most remarkable events in our church history. Maar zo ver zijn we nog niet. But so far we have not.


DE PIJNLIJKE LEERSCHOOL THE PAINFUL school

Ondanks het moeizaam begin, ondanks de "lage en schandelijke verhalen" en de tegenstand vanuit de hoek der officiële religie, zien de zendelingen, voor het einde van 1861, hun onuitputtelijke inspanningen met enkele resultaten bekroond. Despite the difficult start, despite the low and shameful stories "and the resistance from the angles of the official religion, see the missionaries, by the end of 1861, their inexhaustible efforts crowned with some results. Na enkele maanden zorgvuldig onderwijs - want er wordt nooit lichtvaardig bekeerd - doopt Elder Schettler op 23 december 1861 drie bekeerlingen in Amsterdam - Hendrik van Steeter (38 jaar), Johannes Renkenberg Hoffman (59 jaar) en Johanna Hoffman (66 jaar). After several months teaching carefully - there is never lightly converted - renamed Schettler Elder on December 23, 1861 in Amsterdam, three converts - Henry Steeter (38 years), Johannes Renkenberge Hoffman (59 years) and Johanna Hoffman (66 years). Op kerstdag worden zij bevestigd en ontvangen zij de gave van de Heilige Geest. On Christmas Day they are confirmed and receive the gift of the Holy Spirit. Met de drie die Elder van der Woude in Friesland doopte, telt de kerk in Nederland eind 1861 zes leden, evenveel als bij de stichting van de kerk in de Verenigde Staten, dus waarom dit niet als een goed voorteken zien? The three van der Woude Elder who baptized in Friesland, Netherlands has the church in late 1861 six members, much like the foundation of the church in the United States, so why not see as a good omen?

1862 kondigt zich inderdaad goed aan. 1862 heralded well indeed. Op woensdag 29 januari worden er nog eens zes mensen gedoopt en op 1 februari treden er weer drie toe, genoeg om de eerste gemeente te stichten. On Wednesday, January 29 further six people are baptized on February 1 and again three to occur, enough to found the first church. Predikingen, vergaderingen en bijbelstudie worden bij de nieuwe leden thuis gehouden, maar met het succes komt ook meer tegenstand van buiten. Sermons, and Bible study meetings are held at home by the new members, but with success comes more resistance from outside. Begin februari richt een groepje predikanten zich tot de Minister van Binnenlandse Zaken met een verzoek op te treden tegen "de Mormonen". Beginning in February to address a group of pastors to the Minister of Home Affairs with a request to act against the "Mormons". Eén der pasgedoopte leden, broeder Dijkman, wordt door de politie ondervraagd: men wenst te weten wie er zoal gedoopt werd en waar dit gebeurde. One of pasgedoopte members, Dijkman brother, is interrogated by the police: one wants to know who was baptized as and where it happened. Daar schijnt het nochtans bij te blijven. There seems however to continue. De zendelingen zelf worden niet lastig gevallen en hun moeilijkheden met niet-leden beperken zich tot het kalmeren van rumoerige bezoekers die de "thuisvergaderingen" al eens komen verstoren. The missionaries themselves are not harassed and their difficulties with non-members are limited to the calm of noisy visitors the "home" meetings are already upset. Gelijk de apostelen vanouds, zijn de zendelingen "verheugd dat zij smaad moeten verdragen omwille van Christus" (10). As the apostles of old, the missionaries were "pleased that they have to endure reproach for Christ" (10).

Eind februari betreden weer twee bekeerlingen, ditmaal wat jongere, het water van de doop, de 25-jarige Jan Volmer en de 19-jarige Jannetje Krot. In late February two converts enter again, this time younger, the water of baptism, the 25-year-old in January and the 19-year Volmer Jannetje Krot. De gemeente in Amsterdam telt nu veertien leden. The municipality of Amsterdam now has fourteen members. In mei brengt de "Millenial Star" een verslag over de stichting van de gemeente en looft zij de inspanningen van de zendelingen. In May, the "Millenial Star" a report on the foundation of the community and commends the efforts of the missionaries. Rond diezelfde periode blijkt Elder Schettler veel tijd en moeite te geven aan het vertalen van het Boek van Mormon in het Nederlands. Around the same period shows Elder Schettler time and effort to give the translation of the Book of Mormon in Dutch. Wanneer in september President George Q. In September when President George Q. Cannon en de Scandinavische zendingspresident Jesse N. Smith de gemeente bezoeken, getuigen zij dat "veel instructie aan de heiligen was gegeven door hun delen van het manuscript van het Boek van Mormon voor te lezen in hun vergaderingen" (11). Cannon and the Scandinavian mission President Jesse N. Smith visits the town, they testify that "many saints were given the instruction to their parts of the manuscript of the Book of Mormon to read in their meetings" (11).

Maar alvorens President Cannon en President Smith Amsterdam bezoeken, is de pijnlijke leerschool voor de jonge gemeente begonnen, de pijnlijke leerschool die steeds weer de heiligen moet zuiveren en rijpen. But before President Cannon and President Smith visits Amsterdam, the painful school of the young town began the painful school who always must purify the saints and mature. Interne moeilijkheden, veroorzaakt door wrijvingen en misverstanden, kankeren en blokkeren de groei. Internal difficulties caused by frictions and misunderstandings, bulls and block the growth. In de eerste plaats hebben de twee zendelingen last met hun goede verstandhouding. First, the two missionaries with their last good relationship. De precieze incidenten die hun onenigheid aanwakkeren hebben zij voor de buitenwereld tactvol verzwegen. The specific incidents that they have their disagreements fueling the outside world tactfully concealed. Maar tussen de dagboeklijnen door vangen we echo's op: als van der Woude door langdurige ziekte in bed moet blijven, woont Schettler de gemeentevergaderingen bij, maar hij weigert nadien aan zijn collega te vertellen wat er gebeurd is. But between the lines by journal we catch echoes: as van der Woude by prolonged illness should stay in bed, live Schettler the town meetings, but then he refuses to tell his colleagues what happened. Anderzijds blijkt van der Woude die zwijgzaamheid enigszins uit te lokken door Schettler's leiderschap steeds kritisch te beoordelen (12). Furthermore it appears that van der Woude silence rather to provoke by Schettler's leadership remains critical to evaluate (12). Op afstand luttele problemen, maar het zijn kleine voorvallen die soms het diepste knagen. Remote few problems, but these are small incidents that sometimes the deepest gnawing.

Erger is het in de jonge gemeente zelf gesteld. Worse in the young community have raised. In mei 1862 stelt een fikse ruzie twee ampen tegen elkaar op: aan de éne kant broeder van Steeter, reeds tot ouderling geordend, samen met broeder en zuster Hoffman, en aan de andere kant een broeder en zuster Ferne. In May 1862 suggests a great row ampen two against each other: on one side of Steeter brother, already ordained elder, along with brother and sister Hoffman, on the other hand, a brother and sister Ferne. Van der Woude, die tracht te bemiddelen, haalt zich de woede van het eerste kamp op de hals, waarbij van Steeter hem uitscheldt voor "bedrieger, leugenaar, schijnheilige Judas, en nog meer lelijke woorden" (13). Er wordt gepraat, er wordt bijgelegd, maar het gif is nog niet weggesneden. De spanningen laaien vlug weer op. Van der Woude, who tries to mediate, brings to the anger of the first camp on the neck, requiring Steeter him uitscheldt to "cheat, liar, hypocritical Judas, and still more ugly words" (13). There is talk, there is settled, but the poison is not excised. The blaze quickly tensions again. Later op het jaar zou President Cannon in zijn dagboek noteren: Later in the year President Cannon would write in his diary:

"De gemeente in Amsterdam heeft moeilijkheden gekend die haar groei vertraagd hebben. Een zekere van Steeter werd lid en leek een veelbelovende kracht te zijn, waardoor de zendelingen hem tot ouderling ordenden. Spoedig begon hij echter te dicteren hoe de zaken geregeld moesten worden en begon hij de zwakheden aan te klagen van hen die, volgens hem, niet strict genoeg leefden. Hij legde aldus grote ijver aan de dag en sectarische vroomheid, waarbij hij zijn ideeën aan broeder van der Woude trachtte op te dringen. Broeder van der Woude was het daar niet mee eens en beschouwde hem bijgevolg als minder heilig en zuiver. Die spanning leidde tot woordenwisselingen en broeder van Steeter wilde niet meer naar de vergaderingen komen" (14). "The municipality of Amsterdam has experienced difficulties that have slowed its growth. Some of Steeter joined and seemed a promising force, which the missionaries ordained him deacon. But he soon began to dictate how things should be settled and began He complained to the weaknesses of those who, according to him, not strict enough lived. He put so great zeal in the days and sectarian piety, while his ideas to van der Woude brother tried to penetrate. Broeder van der Woude was disagree and therefore regarded it as less holy and pure. That tension led to altercations and brother Steeter did not come to meetings "(14).

De heiligingswaan van sommige nieuwe bekeerlingen en hun afstraffend optreden tegen zogenaamde zwakheden hebben altijd bestaan, ook in de Oorspronkelijke Kerk en ook nu. The sanctification of delusion punishing some new converts and their action against known vulnerabilities have always existed, even in the Original Church and now. De fanatieke geest die zij verspreiden is nooit bevorderlijk voor het zendingswerk geweest. The fanatical spirit that it is never conducive to spreading the mission was. In de maanden die volgen, medio 1862, worden er in de Amsterdamse gemeente slechts twee personen gedoopt, Johanna Carolina Meyers (36 jaar) en een doctor, Willem Frederik Muller (later Miller), die vermoedelijk van der Woude verzorgd heeft tijdens diens langdurige ziekte. In the months that followed, in mid 1862, are the only two people named Amsterdam municipality, Carolina Johanna Meyers (36 years) and a doctorate, Willem Frederik Muller (later Miller), who presumably van der Woude care during his long illness . De trage groei bemoeilijkt tevens het verblijf van de elders, aangezien in die periode de zendelingen voor hun levensonderhoud gedeeltelijk van de leden afhangen en zij niet steeds bij dezelfden kunnen aankloppen. Slow growth complicates also stay elsewhere, since that time the missionaries for their livelihoods depend in part on the members and the same can not always knock. In september noteert van der Woude de triestige zin: "We hebben al lang geen onderzoekers meer in de kerk gehad..." In September of der Woude notes the sad sentence: "We have long been no more researchers in the church had ..." (15). (15).

Op 24 september 1862 zetten de Europese zendingspresident George Q. Cannon en de Scandinavische zendingspresident Jesse N. Smith voet aan wal in de Amsterdamse haven. On September 24, 1862 incorporating the European mission president George Q. Cannon and the Scandinavian mission President Jesse N. Smith landed in the port of Amsterdam. De zendelingen verwelkomen hen en leiden hen naar het huis van broeder en zuster Bourguion, waar het gezelschap een maaltijd wordt aangeboden. The missionaries welcomed them and lead them to the house of brother and sister Bourguion, where the company offered a meal. De kerkleiders geven de moeder van broeder Bourguion, ernstig ziek, een zalving. The church leaders give the mother of brother Bourguion, seriously ill, an anointing. Van der Woude noteert dat "zij ogenblikkelijk genezen was" (16). Van der Woude notes that "she was instantly healed" (16).

Diezelfde avond komen twaalf heiligen in vergadering bijeen. That same evening are in twelve holy meeting. Jesse N. Jesse N. Smith schrijft in zijn dagboek dat van der Woude het openingsgebed uitspreekt - "één van de meest deprimerende gebeden die ik ooit gehoord heb" (17). Smith writes in his diary that Van der Woude pronounces the opening prayer - "one of the most depressing prayers I ever heard" (17). Blijkbaar is het peil van de zendeligen onder nul gezakt en komt de steun van de bezoekende leiders net op tijd. Cannon en Smith prediken met enthousiasme tot de leden en profeteren dat velen in Nederland het evangelie zullen aannemen. Apparently the level of the missionaries and dropped below zero, the support of the visiting leaders just in time. Cannon Smith and preach with enthusiasm to the members and prophesy that many in the Netherlands will adopt the gospel. President Cannon laat geen gras groeien over de hangende gemeenteproblemen: "Na de bijeenkomst, waarop broeder van Steeter aanwezig was, heb ik hem en broeder van der Woude samengebracht en goede gevoelens hersteld. Ik heb broeder van der Woude duidelijk uitgelegd welke koers hij moest volgen met mensen die net lid zijn geworden en nog vol zitten met hun oude tradities en begrippen" (18). President Cannon let any grass grow on ongoing community problems: "After the meeting, which was present Steeter brother, I van der Woude brother and him together and restore good feelings. I have brother der Woude clearly explained what path to follow with people who just joined and still full of their old traditions and concepts "(18).

Na die poging tot verzoening, neemt President Cannon nog een andere kordate beslissing: Schettler wordt overgeplaatst naar de Zwitsers-Duitse zending. After that attempt at reconciliation, President Cannon takes another resolute decision: Schettler is transferred to the Swiss-German mission. Verschillende redenen brengen Cannon daartoe. Several reasons bring Cannon purpose. Vooreerst kan het handjevol Nederlandse leden moeilijk twee zendelingen helpen onderhouden, wat er op wijst dat de levensstandaard van de eerste leden erg laag is, trouwens door Cannon zelf opgemerkt (19). First, the handful of Dutch missionaries help maintain two members difficult, suggesting that the living standard of the first members is very low, also noted by Cannon himself (19). Vervolgens kan Schettler, als geboren Pruis, zijn taalkennis beter gebruiken in Zwitserland en Duitsland. Subsequently, Schettler, a born Prussian, language skills are better used in Switzerland and Germany. Aangezien zijn familie in Zeist de boodschap verworpen heeft, is er geen reden om hem daarvoor in Nederland te houden. Since his family has rejected the message in Zeist, there is no reason to keep him for the Netherlands. En ten slotte besluit Cannon: "Ik meen dat het ook goed is één van hen over te plaatsen, aangezien zij niet zo eensgezind zijn als ze zouden moeten. Ze verschillen erg in hun leefgewoontes, hun smaak en hun gezichtspunten" (20). And finally decides Cannon: "I think it is good to place one of them, since they are not as united as they should. They differ much in their living habits, their tastes and their views" (20). Dat de spanning tussen van der Woude en Schettler inderdaad meer aan een conflict van karakters lag, dan aan de schuld van de één of de andere, blijkt wel uit de uitstekende zendingsdienst die elk van hen van nu af aan zal doen. Schettler's arbeid in de Zwitsers-Duitse zending zal warm worden toegejuicht (21). The tension between van der Woude and Schettler indeed more to a conflict of characters was, then the guilt of one or the other, shown by the excellent service that each shipment of them from now on will do. Schettler's work in the Swiss-German mission will be warmly welcomed (21). En in 1863 zal hij even naar Nederland terugkeren om het succesvolle werk van van der Woude te bekronen. And in 1863 he will also return to the Netherlands to the successful work of van der Woude conclusion.

De volgende dag, 25 september 1862, vertrekken de kerkleiders reeds, samen met Schettler, richting Zwitserland. The next day, September 25, 1862, leaving the existing church leaders, along with Schettler, towards Switzerland. Elder van der Woude blijft alleen. Elder van der Woude remains alone. De nieuwe verantwoordelijkheid prikkelt hem en hij wijdt zich met nieuwe voornemens aan het werk. The new responsibility excites him and he dedicates himself to work with new plans. Dezelfde avond nog bezoekt hij zijn zusters, maakt een kleine wandeling, drinkt warme chocolade met de familie Dijkman en met broeder van Steeter en komt "heel laat thuis" (22). The same evening he visited his sisters, is a short walk, drink hot chocolate with the family and brother of Steeter Dijkman and come "home very late" (22).

De volgende maanden besteedt van der Woude aan de verdere opbouw van de kerk. The following van der Woude spend months in the further advancement of the church. De pijnlijke leerschool heeft hem goed gedaan. The painful school has done him good. Hij trekt weer naar Friesland om er de geïsoleerde leden te sterken. He pulls back to Friesland to make the insulated members to strengthen. Ondanks soms hevige tegenstand, legt hij contacten met nieuwe onderzoekers. Despite sometimes violent opposition, he contacts with new investigators. Met één van hen, Sybren van Dyk, voert hij vanuit Amsterdam een uitgebreide correspondentie, een belangrijk zendingsmiddel in een periode waar verplaatsingen nog veel tijd en ongemak vergen. With one of them, Sybren van Dyk, he performs an extensive correspondence from Amsterdam, a major shipment means a period in which movements take much time and inconvenience. De 36-jarige van Dyk zal op 19 mei 1863 gedoopt worden en de dag nadien reeds tot ouderling geordend worden. Dit groot vertrouwen in de nieuwe dopeling zal niet beschaamd worden: van Dyk wordt een vastberaden heilige, zendeling en vertaler, emigreert naar Utah in 1869 en zal tweemaal terugkomen om over de Nederlandse zending te presideren, van 1871 tot 1874 en van 1880 tot 1882 (23). The 36-year-old van Dyk will be on May 19, 1863 and baptized the next day already to be ordained deacon. This great confidence in the new baptized will not be ashamed: van Dyk is a determined saint, missionary and translator, emigrated to Utah in twice in 1869 and will come back to preside over the Dutch mission, from 1871 to 1874 and from 1880 to 1882 (23).

Ook doctor Muller, door van der Woude in 1862 gedoopt, blijkt een sterke aanwinst te zijn voor de jonge gemeente. Also Doctor Muller, by van der Woude baptized in 1862, shows a strong asset to the young Church. Hij is een krachtig zendeling die in september 1862 het werk in Haarlem opent. He is a powerful missionary work in September 1862 in Haarlem opens. Maar de grote verdienste van Muller komt in maart 1863, wanneer hij een grote afgescheiden 'broederschap' bij van der Woude introduceert. But the great merit of Muller comes in March 1863, when he separated a great "brotherhood" with van der Woude introduces. We staan op de drempel van een wonderbaarlijke doorbraak en een historisch fenomeen dat ook de algemene Nederlandse geschiedschrijving lang heeft beziggehouden: de toetreding van de Nieuwlichters tot het mormonisme. We are on the threshold of a wonderful breakthrough and a historic phenomenon that the general Dutch historiography has long been engaged, the entry of newcomers to Mormonism.

Volgend nummer: De Nieuwlichters en de roep Next issue: the innovators and the call
naar Zion. to Zion.

Teksten foto's: Photos Lyrics:

Momument aan de Schwartzenberglaan in Broeksterwoude Monument to the Schwartz Berglaan in Broeksterwâld
(gemeente Dantumadeel, ten zuiden van Dokkum in Friesland). (Dantumadiel town, south of Dokkum in Friesland).

Spotprent op de strijd tussen het protestantisme en het rooms-katholicisme. In 1853 laat Rome weten dat het in Utrecht een aartsbisdom zal vestigen. De protestanten vrezen een invasie van "Paapsen". Cartoon depicting the struggle between Protestantism and Roman Catholicism. In late 1853 in Rome know the Utrecht archdiocese will settle. The Protestants fear an invasion of "popish". In het midden van het gebeuren staat minister Thorbecke ("de tor"). In the middle of the Minister Thorbecke happen (the beetle).

Momument aan de Schwartzenberglaan in Broeksterwoude (gemeente Dantumadeel, ten zuiden van Dokkum in Friesland) Monument to the Schwartz Berglaan in Broeksterwâld (Dantumadeel town, south of Dokkum in Friesland)

JR Thorbecke G. JR Thorbecke G. Groen van Prinsterer Groen of Prinsterer

"De geneugten van het strandleven..." "The pleasures of beach life ..."

Paul A. Paul A. Schettler Sybren van Dyk Schettler Sybren van Dyk

Hendrik van Steeter Henry Steeter

Voetnoten Footnotes

(1) Brief van Schettler aan George Q. (1) letter to George Q. Schettler Cannon, Europese zendingspresident, die de inhoud publiceerde in de "Millenial Star", vol. Cannon, European mission president, that the content published in the Millenial Star, vol. 23 (21 September 1861), p. 23 (21 September 1861), p. 614. 614.
(2) WK Kirberger, Geschiedenis van den Oorsprong en de Lotgevallen der Mormonen (Amsterdam, 1855). (2) WK Kirberger, Origin and History of the Adventures of the Mormons (Amsterdam, 1855). Geciteerd in Netherlands Mission History. Quoted in U.S. Mission History.
(3) Anne Wiegers van der Woude, Personal Journal, 6 August 1861. (3) Anne Wiegers van der Woude, Personal Journal, 6 August 1861. Archives Search Room of the Church Historian's Department. Archives Search Room of the Church Historian's Department. Zie Auna Willim Vanderwood. See Auna Willim Vander Wood.
(4) Van der Woude, Journal, 15 August 1861. (4) Van der Woude, Journal, 15 August 1861. Zie ook Millenial Star, vol. See also Millenial Star, vol. 23 (21 September 1861), p. 23 (21 September 1861), p. 614. 614.
(5) Millenial Star, ibid. (5) Millenial Star, ibid.
(6) Brief aan George Q. (6) Letter to George Q. Cannon, Millenial Star, vol. Cannon, Millenial Star, vol. 23 (23 November 1861), pp. 23 (23 November 1861), pp. 759-760. 759-760.
(7) Van der Woude, Journal, 17 October 1861. (7) Van der Woude, Journal, 17 October 1861.
(8) T. (8) T. Edgar Lyon, "Landmarks in the Netherlands Mission," Improvement Era, vol. Edgar Lyon, "Landmarks in the U.S. Mission," Improvement Era, vol. 39 (September 1936), pp. 39 (September 1936), pp. 546-547, 573. 546-547, 573. Een volledig verslag van Lyon's ervaringen vindt men in T. A full report of Lyon's experience is found in T. Edgar Lyon, Oral History Church Archives, 111-112. Edgar Lyon, Oral History Archives Church, 111-112.
(9) J. (9) J. De Rek, Koningen, Kabinetten en Klompenvolk (Baarn: Bosch & Keuning, 1975), p. The Rack, Kings, cabinets and Klomp People (Baarn: Bosch & Keuning, 1975), p. 349. 349.
(10) Van der Woude, Journal, 11 February 1862. (10) Van der Woude, Journal, 11 February 1862.
(11) Millenial Star, vol. (11) Millenial Star, vol. 24 (22 November 1862), p. 24 (22 November 1862), p. 744. 744.
(12) Van der Woude, Journal, 13 July 1862. (12) Van der Woude, Journal, 13 July 1862.
(13) Ibid. (13) Ibid.
(14) George Q. (14) George Q. Cannon, Personal Journal, 24 September 1862. Cannon, Personal Journal, 24 September 1862. Archives Search Room of the Church Historian's Department. Archives Search Room of the Church Historian's Department.
(15) Van der Woude, Journal, 14 September 1862. (15) Van der Woude, Journal, 14 September 1862.
(16) Van der Woude, Journal, 24 September 1862. (16) Van der Woude, Journal, 24 September 1862.
(17) Jesse N. Smith, Personal Journal, 24 September 1862 Salt Lake City: Jesse N. Smith Family Association, 1953), p. (17) Jesse N. Smith, Personal Journal, 24 September 1862 Salt Lake City: Jesse N. Smith Family Association, 1953), p. 85. 85.
(18) Cannon, Journal, 24 September 1862. (18) Cannon, Journal, 24 September 1862.
(19) Millenial Star, vol. (19) Millenial Star, vol. 24 (22 November 1862), p. 24 (22 November 1862), p. 744. 744.
(20) Cannon, Journal, 25 September 1862. (20) Cannon, Journal, 25 September 1862.
(21) Millenial Star, vol. (21) Millenial Star, vol. 26 (2 April 1864), p. 26 (2 April 1864), p. 223. 223.
(22) Van der Woude, Journal, 25 September 1862. (22) Van der Woude, Journal, 25 September 1862.
(23) Andrew Jenson, LDS Biographical Encyclopedia (Salt Lake City: Western Epics, 1971), 4:358. (23) Andrew Jenson, LDS Biographical Encyclopedia (Salt Lake City: Western Epics, 1971), 4:358.

Chapter 2.1 – The First Mormon Missionary in Friesland

Anne Wiegers van der Woude

Anne Wiegers van der Woude

 

De Eerste Mormoonse Zendeling in Friesland:
Anne Wiegers van der Woude

door: Janet Sjaarda Sheeres


Terwijl de een na de andere bootlading emigranten in het 19e eeuwse Europa zich inscheepte voor een westelijke koers naar Amerika, zwom een Fries, Anne Wiegers van der Woude, tegen de stroom in en keerde naar Nederland terug in het voorjaar van 1861. Wat was de drijfveer voor Anne om zo'n ondernemende reis te maken nadat hij zich veilig had gevestigd in zijn nieuwe vaderland?
Godsdienst. Van der Woude had zich tot het Mormonisme bekeerd en trok in 1853 naar Zion (Utah). Dank zij zijn kennis van de Nederlandse taal werd hij geroepen om als zendeling terug te keren naar zijn geboorteland.

Anne werd op 12 Juli 1812 geboren te Franeker, als een van elf kinderen van Wieger Pieters van der Woude en Catharina Gerrits. Als jongen voer hij met zijn vader over zee, en leerde verscheidene vreemde talen, waaronder Engels.
Later zou hij kapitein zijn op z'n eigen schip; z'n grafsteen vermeldt:
"Capt. A.W.Vanderwood." Op 16 april 1843 huwde hij te Leeuwarden: Siebregtje Zwart uit Dokkum, en Leeuwarden werd vanaf dat moment de thuishaven.
Hun vier kinderen werden in Leeuwarden geboren, laatstelijk in 1849.

Mormoonse zendelingen
Ergens tussen 1849 en 1852 verhuisde Anne en z'n gezin naar Cardiff in Wales en vestigde zich als scheepsreder. In Wales en in Engeland waren gote en bloeiende HLD-gemeenten (Heiligen der Laatste Dagen, een afkorting voor de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, ook bekend als Mormonen) met Liverpool als hoofdkwartier. Mormonen waren volgelingen van Joseph Smith, 'n Amerikaan die beweerde te zijn bezocht door God en Jezus in het voorjaar van 1820, toen hij veertien jaar oud was. In 1823 ontving hij opnieuw een visioen, dit keer middels een engel, Moroni genaamd, die hem openbaarde waar hij twee gouden platen zou kunnen vinden waarop gegraveerd de geschiedenis van de kerk door Jezus in de nieuwe wereld gesticht. Met behulp van vrienden publiceerde Smith in 1836 het Boek van Mormon en op 6 april van dat jaar stichtte hij de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Alhoewel Smith, die beweerde 'n profeet te zijn, vele volgelingen aantrok, trok hij echter ook vele tegenstanders aan, en zag hij zich verscheidene malen genoodzaakt met zijn volgelingen verder te trekken om bloedvergieten te voorkomen. Nadat Smith in 1846 in Carthage in de staat Illinois werd vermoord, werd het leiderschap overgenomen door 'n lid van de Raad van Twaalf Apostelen: Brigham Young, en deze leidde de groep naar Utah om aldaar Zion te vestigen en de heerschappij van Christus op aarde te bewerkstelligen. De beweging had vanaf het allereerste begin zendelingen uitgezonden over de gehele wereld, en de zendelingen in Engeland, Wales en Scandinavie hadden het meest succes.

De Eerste 'Hollanders' in Utah
Anne bekeerde zich in Wales tot het Mormonisme en werd op 30 oktober 1852 gedoopt door Elder George Taylor.
De Mormonen geloofden dat Utah in de Verenigde Staten de plek was waar Mormonen vanuit de gehele wereld Zion zouden gaan vestigen en de spoedige wederkomst van Christus af te wachten. Anne en zijn gezin maakte deel uit van deze grootscheepse emigratie naar Utah. Ze maakten deel uit van een groep Mormonen die, verdeeld over drie schepen, de zeereis begon op 23 januari 1853 te Liverpool en op 26 maart aankwam in New Orleans. In april bereikte de groep Keokuk in de staat Iowa, en met een karavaan van huifkarren ging het verder over prairies en bergen naar Utah, waar Anne een huis bouwde langs de rivier de Weber, nabij de plaats Ogden.
De Sheboygan Nieuwsbode, 'n Nederlandstalige krant die in de staat Wisconsin t.b.v. Nederlandse immigranten werd uitgegeven, deed verslag vanuit Keokuk in de editie van 17 mei 1853:

"Sinds 14 dagen zijn er aan de noord-zijde der stad circa 300 Mormons in bivouac, die weldra door nog meerdere (ca. 3.000) gevolgd zullen worden en, na aankomst der laatste, met een week of drie allen naar Salt lake zullen optrekken (...) Zoo ik verneem, zijn eenige Hollanders alhier woonachtig, voornemens met de Mormons naar Salt Lake op te trekken".

Er wordt niet vermeld wie deze "Hollanders' zijn die voornemens zijn met de Mormonen naar Utah te trekken; maar Attenberg, 'n amateur historicus uit Iowa, bestudeerde de groep en vermeldde hun namen die hij ontleende aan de drie scheepsregisters.
Vermeld werd 'n Nederlands gezin uit de plaats Cardiff te Wales; de van der Woude's. Het scheepsmanifest vermeldt Anne als gekwalifieerd zeevarende. Tenzij er onbekende Nederlanders in Utah waren voor de komst van de van der Woude's, dan is dit gezin uit Friesland de eerste Nederlandse familie in Utah die in de registers voorkomen.
De correspondent, John M. Huyskamp, eigenaar van een schoenenfabriekje in Keokuk, schreef in de editie van 24 mei 1853 van de Nieuwsbode
:
"Wij hadden voor eenige dagen het genoegen met een geloofwaardigen Hollander, de heer v.d. W. in kennis te geraken, die de Mormone zowel in Engeland als hier, zeer nauwkeurig heeft gade geslagen, terwijl hij met meer dan drie honderd heiligen de reis van Liverpool naar Nieuw Orleans heeft gamaakt".

Huyskamp schrijft positief over van der Woude, maar in negatieve zin over de mormonen in de rest van het artikel. Hij beschuldigt de leiders hun volgelingen te misleiden, door Utah als een paradijs af te schilderen, en hen niet te vertellen welke moeilijke tijden hen te wachten stonden. Huyskamp beschuldigt de mormonen verder van het willen bekeren van de vele bewoners van Nederlandse afkomst in de omgeving, als potentiele Nederlandssprekende zendelingen. Ook betreurt hij het dat zij zich bezighielden met kaartspelen, zang en dans, tot 's avonds laat.
Als van der Woude op de een of andere manier spijt had van zijn bekering tot het mormonisme en de groep zonder ophef had willen verlaten zou dit de perfekte plaats en tijd zijn geweest. Het zou voor hem heel eenvoudig zijn geweest zich onder de nederlanders te Iowa te vestigen. Al na drie maanden na zijn doop was hij geemigreerd, en wellicht onder invloed van z'n eerste begeestering voor zijn nieuwe geloof trok hij desalniettemin verder met z'n reisgenoten naar Utah.
Eenmaal in Ogden gevestigd, ver van z'n geboorteland en volk, kon hij niet hebben voorzien wat voor 'n historische rol hij nog zou gaan spelen in het brengen van andere Nederlanders naar Utah.

Terugkeer naar Europa
Acht jaar later, op 16 maart 1861, werd hij tot Ouderling geordend, en tijdens de Algemene Voorjaars Conferentie van 8 april 1861 aangesteld als zendeling naar Nederland. De handoplegging geschiedde door Wilford Woodruff, lid van de Raad van Twaalf Apostelen, die later president van de kerk zou worden.
Waarom het lange uitstel van de verordening tot Ouderling? Werd zijn ontwikkeling in de kerk gehinderd door de omstandigheid dat hij niet deel nam aan polygamie, 'n HLD verordening destijds? Had men hem eerder benaderd, maar had hij geaarzeld om op zending te gaan? Hoe het ook zij, tijdens de Algemene Voorjaars Conferentie te Salt Lake City van 1861 werd bekend gemaakt wie op zending was geroepen, en aan zendingsopdrachten diende gehoor te worden gegeven. Tijdens een tweejarige zending bleven vrouw en kinderen van 'n zendeling achter om boerenbedrijf of zaken gaande te houden. Op 22 april 1861 nam Anne afscheid van Siebregtje en de kinderen en vertrok hij vanuit Salt Lake City met een grote groep andere mannen die eveneens naar Europa op zending waren geroepen. Men trok over land naar het oosten en men nam vele ossewagens mee met jeugdige vrijwilligers op de bok; dit t.b.v. honderden behoeftige Europese heiligen die als immigranten van vervoer en reisbenodigdheden moesten worden voorzien voor hun reis over land van Iowa naar westelijk gelegen Utah.
Zendelingen werden geinstrueerd 'n dagboek bij te houden van hun wederwaardigheden en ook Anne hield 'n dagboek bij. Van 22 april tot maandag 1 juli, toen zij in Florence, Nebraska aankwamen, noteerde Anne getrouw weersgesteldheid, afgelegde afstand, en plaats van kampement. In Florence aangekomen verlieten ze de karavaan en namen ze een stoomboot naar St.Joseph, Missouri, en van daar ging het per trein verder naar Detroit, en over de rivier naar New York. Op 5 augustus 1861, twee en 'n half maand na vertrek uit Salt Lake City kwam Anne uiteindelijk aan te Rotterdam; zijn geboorteland weer betredend.
En zoals altijd legde hij getrouw ieder onderdeel van de reis vast.

Duitse collega
Het enige contact dat de Nederlanders hadden met mormoonse zendelingen voor Anne's komst was dat n.a.v. een kort bezoek van Apostel Orson Hyde in 1841. Hyde was op weg naar Jeruzalem en deed Rotterdam aan in juni 1841.
Tijdens een kort verblijf nam hij contact op met 'n Joodse Rabbijn om zijn zending toe te lichten. De Rabbijn sprak echter geen Engels en Hyde geen Nederlands, dus er was vrijwel geen communicatie. Tussen 1841 en Anne's komst in 1861, werd Nederland af en toe aangedaan door HLD-zendelingen op doorreis van Groot Brittanie, Duitsland, Zwitserland en Scandinavie. Anne's collega, de Duitser Paul A. Schettler, was in 1858 naar de Verenigde Staten geemigreerd, in 1860 in New York bekeerd tot het Mormonisme en trok kort daarna naar Utah. Schettler had familie in Zeist die behoorde tot de Moravische Broederschap, en als Duitser was hij enigzins op de hoogte van de taal en de gebruiken in Nederland. De twee mannen baden enige tijd samen en gingen vervolgens ieder hun weg; Schettler naar familie in Zeist en van der Woude naar Amsterdam.Toen echter de bloedverwanten van Schettler bemerkten dat deze Mormoon was geworden en van plan was hen te bekeren, wilden zij niets meer met hem te maken hebben, en aldus zocht hij Anne op in Amsterdam. Anne was ondertussen op bezoek gegaan bij twee zussen van hem die in Amsterdam woonden, en alhoewel door hen ontvangen, werd hij niet gevraagd te blijven logeren. In plaats daarvan huurden Schettler en hij een kamer in de Reestraat voor zes gulden per maand.

Dopelingen te Broek bij Akkerwoude
Op 21 Augustus, liet Anne Schettler achter in Amsterdam en vertrok richting Friesland, waar hij de volgende dag in Workum aankwam. Hij vond daar een van zijn zussen die hem hartelijk onthaalde. De dag daarop predikte hij in Workum. Anne schreef in een verslag naar Utah dat de prediking in die plaats heel wat opwinding veroorzaakte. "De bijeenkomst bleek heel druk bezocht. Een dominee maakte bezwaar en probeerde ons het spreken te beletten. Ik had het er daar heel druk."
Klaarblijkelijk was van der Woude aardig opgewassen tegen de gereformeerde dominee's; hij schrijft: "Op de 28ste had ik een lang gesprek met een dominee die m.b.v. de schriften wilde aantonen dat zijn leerstellingen juist waren en de onze vals. Overigens tevergeefs, hij werd beschaamd en verliet zonder een woord uiteindelijk de bijeenkomst."
Op 29 Augustus arriveerde Anne in Leeuwarden waar hij door zijn familie hartelijk werd onthaald. Mormoonse zendelingen werden niet alleen aangemoedigd de mormoonse leer te prediken aan familie, vrienden en bekenden, maar ook om de diensten van andere religieuze groeperingen bij te wonen en toestemming te verkrijgen om hen toe te mogen spreken. 'Tot Heil des Volks' was een zo'n groepering in Leeuwarden, welke doopsgezinde groep was gesticht door de (eerwaarde?) Jan de Liefde.
Anne maakte melding van zijn aanwezigheid tijdens deze bijeenkomst.
"Ik bezocht de bijeenkomst en bemerkte dat alhoewel ze hun kinderen een zegen gaven, ze hen niet doopten, niettemin waren ze tegen de Mormonen wegens de polygamie en andere zaken, zodat ik er weinig kon doen.." In een ander verslag naar Utah schreef hij: "Op de 31ste vertrok ik van Leeuwarden naar Dokkum, waar ik tot de 18de September voor het Mormonisme de spits afbeet onder bloedverwanten (van mijn vrouw) in de stal van Metske Tabes Kooistra, die overvol zat met mensen. Er waren ongeveer tweehonderd mensen in de stal aanwezig en met uitzondering van enkelen werd mijn prediking door de meesten goed ontvangen. Men hoorde mij gaarne aan en wilde dat ik de volgende zondag weer zou spreken in een andere boerenstal te Broek nabij Akkerwoude". De volgende Zondag, de 22e September, predikte hij in de werkplaats van Eelke Tabes Kooistra. "Dit opende de deur, en ik doopte een man en twee vrouwen. Er zijn in dit land vele eerlijke en goedhartige mensen die naar waarheid zoeken, maar omwille van de valse geruchten over het mormonisme, is het moeilijk veel vooruitgang te boeken".

Vasthouden aan Traditie's
De ene man en de twee vrouwen die door Anne werden gedoopt waren zijn broer Gerrit Wiegers van der Woude, Gerrit's vrouw Baudina Potgieter, en Elizabeth Monsma, echtgenote van Derk Wolters. Andere familieleden waren niet zo enthousiast in het aanvaarden van Anne's boodschap. In z'n dagboek noteerde hij dat zijn familie niet vereend maar overwegend verdeeld was door onze geloofsopvattingen. "Ik bezocht mijn familie en moest heel wat argumenten over en weer over me laten gaan m.b.t. het evangelie dat zij niet begrepen. Mijn broer Hendrik en zijn vrouw waren heel koeltjes. Ze hadden over mij gehoord en hielden afstand. Hendrik's vrouw Wietske (Bates Kalsbeek) maakte zelfs hele lelijke opmerkingen over mijn geloof."
Oude kennissen werden opgezocht, en ook markten werden regelmatig bezocht om contacten te leggen. Hij liet traktaatjes achter waar mogelijk en waar deze werden aangenomen. Hij bezocht ook een aantal kerken, maar werd niet toegestaan te spreken. Vanuit Dokkum keerde hij op 5 Oktober terug naar Leeuwarden en bezocht nog een aantal kennissen, alsmede een meubelmaker: Sybren van Dijk genaamd. Dit laatste bezoek bleek heel vruchtbaar. Sybren van Dijk was ontvankelijk, zou zich uiteindelijk bekeren, en door Anne worden gedoopt. Op 15 October, na een verblijf van slechts zes weken in Friesland, keerde Anne terug naar Amsterdam. De enige bekeerlingen in Friesland waren de drie mensen die hij had gedoopt. Elder Schettler die in Amsterdam arbeidde had het er niet veel beter afgebracht. Een verslag van hem in de 'Millenial Star'"
"De nationale karaktertrek van Nederlanders is het vasthouden aan de tradities van hun vaderen, zelfs in grotere mate dan in anderen landen, en al hun gebruiken ademen deze geest." Volgens een aanhaling door Anne in zijn dagboek op 22 October 1861, was ook polygamie een struikelblok, alsmede talrijke anti-mormoonse pamfletten en krantenartikelen. Ook het boek van W.H.Kirberger: 'De Geschiedenis van de Afkomst en Avonturen der Mormonen' (A'dam, 1855) droeg bij aan het negatieve imago.

Ziekte en Tweedracht
Anne arbeidde de volgende twaalf maanden hoofdzakelijk in Amsterdam en bezocht gedurende die tijd verder een aantal andere plaatsen. Alhowel de winter van 1861-1862 zacht was, had Anne te lijden aan keelpijn en koorts, was vaak nauwelijks in staat te spreken. Zijn lichamelijke toestand in de zomer van 1862 ging verder achteruit door ziekte die resulteerde in hoge koorts en bloedspugen. Afgaande op de symptomen die hij in zijn dagboek beschreef, leed hij waarschijnlijk aan tuberculosis. Hi had twee zussen die in Amsterdam woonden, maar tijdens z'n ziekte en in verzwakte staat, werd hij verzorgd door zijn nieuwe broeders en zusters in het geloof, niet door zijn bloedverwanten. Hij at veel maaltijden ten huize van nieuwe bekeerlingen. Af en toe ontving hij een Brits vijf-pond biljet van de HLD kerk te Liverpool t.b.v. zijn verblijf in een bepaald kosthuis. En niet alleen ziekte was een tegenvaller tijdens de zendingsarbeid van Anne. De zomer van 1862 werd gekenmerkt door veel onderlinge ruzie's onder de heiligen, hetgeen soms ontaardde in gemene roddel. Broeder Hendrik van Streeter, een van de leiders van de kerk te Amsterdam, kreeg steeds meer kritiek op Anne en z'n zending. Ook Anne en Schettler kregen meningsverschillen die hun zendingspogingen hinderden. Teneinde iets aan de onenigheid te doen, schreef Anne kerkelijke autoriteiten met het verzoek om advies en in September 1862 werd Schettler overgeplaatst naar Bazel in Zwitserland; Anne bleef alleen in Nederland achter. Tegen Oktober 1862 waren er vijftien gedoopte bekeerlingen die samen een kleine gemeente vormden te Amsterdam.

Produktieve Bekeerlingen
Anne keerde in Oktober 1862 naar Friesland terug, waar hij alsnog een poging deed de familiebanden aan te halen, maar werd zonder meer vijandig ontvangen. De man van zijn zus Elizabeth Monsma (alsmede de man van 'n andere vrouw die door haar man werd verboden om te worden gedoopt); beide waren woedend dat Anne hun vrouwen had willen misleiden. Zonder steun en zonder zendingsvooruitzichten vertrok Anne weer uit Friesland om de winter in Amsterdam door te brengen. De enige mogelijkheid tot bekering in Friesland was Sybren van Dijk en zij begonnen met elkaar te corresponderen. Tot Anne's grote vreugde besloot Sybren Mormoon te worden en op Maandag 18 Mei haastte Anne zich van Amsterdam met de stoomboot naar Harlingen om van Dijk de dag daarop te dopen in het Potmarge-kanaal in Leeuwarden. Op Woensdag de 20e legde hij de handen op broeder van Dijk en ordende hem tot ouderling in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Sybren's doop was de 24e in de Nederlandse Zending. Van Dijk's bekering betekende waarschijnlijk de redding voor het Mormonisme in Nederland. In 1866 vertaalde deze een Duitstalige editie van Parley Pratt's boek: 'Voice of Warning' in het Nederlands. In 1869 volgde hij met z'n gezin de heiligen naar Utah, en huwde er een tweede vrouw in 1875. In de jaren 1871-1874 en gedurende de jaren 1880-1882 keerde hij twee maal terug naar Nederland als zendingspresident. Behalve Sybren, had Anne nog 'n andere bekeerling die op zijn beurt een aantal mensen bekeerde: Timothy Mets. Anne ontmoette Mets ten huize van diens schoonvader in Rotterdam; Johannes Huisman.
Mets en de familie Huisman waren een overblijfsel van een godsdienstige sekte: de Zwijndrechtse Nieuwlichters, wier leerstellingen deels overeenkwamen met die van de mormonen. Mets overtuigde hun leider Willem Heijstek ervan dat Zion in Utah moest worden gesticht.
Het jaar daarop keerde Anne terug naar Utah, en Tim Mets volgde met ongeveer 30 bekeerlingen. Evenals van Dijk keerde hij zich tot polygamie en trouwde een tweede vrouw spoedig na aankomst in Utah.

Magere Oogst
Velen van de groep bedachten zich later en hielden zich afzijdig van de HLD kerk. Wellicht was een van de redenen dat door de economische crisis de kerk 'n nieuwe leerstelling afkondigde, de Verenigde Orde genaamd. De orde schreef voor dat de heiligen alle goederen, tijd en talenten ter volledige beschikking stelden van de plaatselijke Orde. Zelfs landbezit diende te worden overgedragen. De duur van de Verenigde Orde was kortstondig, van 1874 tot 1878, en werd voornamelijk gevolgd door Scandinaviers.
Nederlanders leken er weinig voor te voelen, waarvan hun correspondentie vanuit Utah getuigde aan Henry Hospers in Noord-Westelijk Iowa in 1876. (zie: William Mulder, De Mormoonse Migratie vanuit Scandinavie, Minneapolis, 1985)
Anne's tweejarige zending liep ten einde en hij maakte voorbereidingen voor de reis terug naar Utah. Tijdens zijn zending doopte hij 21 bekeerlingen. Alhoewel de hierarchie in Utah had bepaald dat alle bekeerlingen naar Utah moesten trekken, wist Anne slechts twee van hen, vrouwen, over te halen met hem naar Zion op te trekken: Susanna Meyers en Cornelia Agus. Z'n eigen broer Gerrit en diens vrouw Baudina, verkozen achter te blijven in Friesland. Gerrit overleed in 1886 op 69-jarige leeftijd, en Baudina in 1883 op 66-jarige leeftijd. Hun drie dochters huwden mannen met de achternamen: Hoekstra,Wijnsma, en Gasma. Hadden Gerrit en Baudina de kerk verlaten onder druk van familie en bekenden? Geen van Anne's overige familieleden werden lid.
Op 5 Juni 1863, ging Anne aan boord van de S.S.Amazon, deel uitmakend van een groep van 895 Mormonen uit verschillende delen van Europa.
Vergeleken met dat aantal, was de Nederlandse vertegenwoordiging van twee heiligen der laatste dagen wel een heel magere oogst.

Vrijheidslievend
Terug in Utah verhuisde Anne met z'n gezin al na 'n jaar naar Malad in Idaho, de eerste pionier in die plaats, en bouwde er het eerste winkelbedrijfje - telegraafkantoortje en rechtbank, in Zuid-Oostelijk Idaho. Het gebouw werd ook gebruikt als halte op de reisroute per koets naar Butte in Montana.
Siebregtje overleed in 1872 in Malad.
Vanderwood (zijn naam was inmiddels 'veramerikaanst') huwde Catharine Jones Evans, geboren in Wales, en zij kregen nog eens zes kinderen. Hij overleed op 7 Aug. 1892 in Malad. Alhoewel de familie mormoons bleef is het opvallend dat Anne zelf wat afstand nam. Voelde hij zich niet prettig in een streng mormoonse omgeving? Hield hij zich afzijdig van de kerkelijke hierarchie, opdat hij niet opnieuw op zending zou worden geroepen? Het lijkt erop dat Vanderwood een keer op zending gaan afdoende vond, in tegenstelling tot van Dijk die twee zendingen volbracht naar Nederland. Misschien ook voorzag hij moeilijkheden met de komst van Timothy Smets in 1864 met 'n grote groep 'Nieuwlichters'. Het is ook mogelijk dat het het onbetwiste dictatorschap van Brigham Young in de vallei hem dwars zat. Aan Brigham werd de volgende uitspraak toegeschreven: "De Here heeft deze vallei geschonken aan mij en aan degenen die ik verkies om ze te bewonen." Brigham's woord was wet.
Wellcht was Anne's vrijheidsdrang als Fries krachtiger dan zijn liefde voor de heiligen en leidde deze er toe dat hij zich buiten Zion ging vestigen.

Janet Sjaarda Sheeres is verbonden aan de Calvin University te Grand Rapids, Michigan, USA. - bron: "Fryslan" JG (2004) No 2

Mormoons Forum

Waardevolle Bijdrage
Een prachtige bijdrage van Janet Sjaarda Sheeres aan de ontstaansgeschiedenis van het Mormonisme in Nederland! Heel indrukwekkend materiaal met waardevolle details en inzichten in die eerste dagen van de kerk in onze gewesten. Ook heel interressant dat het een bijdrage betreft van iemand die zelf geen lid is van onze kerk, hetgeen in de tekst haar weerslag vindt. Het is ongebruikelijk dat bijvoorbeeld de heerschappij van Brigham Young ter discussie wordt gesteld. Het waren toen natuurlijk wel heel andere tijden, maar het is zeker niet ondenkbaar dat Anne Wiegers van der Woude een zekere mate van onafhankelijkheid wilde handhaven. Dergelijke veronderstellingen van de auteur, lijken zo op het eerste gezicht zeker gerechtvaardigd, maar de vraag is wel of ze op feiten berusten.
Wat leidt bijvoorbeeld tot de veronderstelling dat Anne wellicht spijt had van zijn bekering tot het Mormonisme, en waarom wordt aangenomen dat er negatieve oorzaken ten grondslag lagen aan de omstandigheid dat hij (pas) na acht jaar tot ouderling werd geordend?
Aan het einde van het artikel wordt gesuggereerd dat hij zich wilde distancieren van het geloof. Anne's vrijheidsdrang als Fries lijkt te zijn gebaseerd op een (overigens sympathieke) stereotype veronderstelling, maar de vraag is op welke wijze Anne uiting gaf aan een dergelijke vrijheidsdrang. Zou het bijv. niet evengoed denkbaar zijn dat hij zich juist had bevrijd van een intolerant en kleingeestig 19e eeuws religieus milieu in Friesland? Hij vestigde zich eerst, d.w.z. voor zijn bekering, in Wales en later in Deseret. De mogelijkheid om zich onderweg in Iowa te vestigen in een milieu waaraan hij zich nu net had onttrokken, lijkt daarom niet erg voor de hand liggend; dan had hij immers net zo goed in Friesland kunnen blijven. Anne's hele geschiedenis lijkt er juist op te wijzen dat hij zijn nieuw gevonden geloof als bevrijdend ervoer, en daardoor werd geinspireerd, niet gedwongen, tot een moedig geloof en tot de opmerkelijke daden die er uit voortvloeiden.

Ordening tot Ouderling
Inderdaad een heel goed artikel!
Dat het acht jaar duurde voordat Anne tot ouderling werd geordend hoeft niet noodzakelijkerwijze als verwonderlijk te worden aangemerkt. In het werk van Adrian Hekking: 'Saints under Nazi-terror' lezen we bijv.:

Men were usually only ordained as Elders when called to
branch and district presiding offices. Temples, Stakes,
Bishoprics or High Councils did not exist in Holland. No high
priests were necessary to lead the church, not even to
preside over the mission. Adult converts or other older
members, baptized at eight or older, were ordained to
offices in the Aaronic Priesthood and stayed there until
called to an office requiring the Melchizedek Priesthood.

In contrast, organized stakes and quorums require much
more Melchizedek priesthood but they have a more enriched
path of priesthood progression because the young men hold
and act in the offices of the Aaronic priesthood. They are
advanced to elder because of temple endowments and/or
marriage ordinances, and prior to going on missions.

When one considers that priests may be authorized to hold
meetings by the appropriate authority and that missionaries
held positions in presidencies; it is easy to see that not too
many men were advanced to the Melchizedek priesthood.

Perhaps Church sensitivity to the Dutch tradition of holding
older people in an elevated esteem over young people may
have contributed to the long absence of teen-aged Aaronic
priesthood. I believe the first teen-age deacon, Hans Zippro,
was ordained in Amsterdam around 1947 when about sixteen
years old.

Another reason could be Dutch Protestant bias against
Roman Catholic worship. The Netherlands North of the great
rivers was very Protestant (Reformed); the South, Roman
Catholic. The Church did not have any branches in the
South neither did it proselytize there. Protestants were quite
anti-Catholic as a result of the country having fought an
eighty-year war of independence from Catholic Spain.
Freedom to worship God according to the dictates of their
conscience was the major issue of the conflict. Catholic
worship in every form was considered an abomination. The
Mass was seen as pagan pomp, ceremony, and idolatry. It
entailed the participation of teen-aged altar boys. Need I say
more?

Another way for post-teenage men to receive the
Melchizedek priesthood was to be called as local
missionaries. My Dad had an M-Men friend who did this. I
think this possibly also enhanced the prospect of getting help
in obtaining a US sponsor and a ticket to the States

Ook Anne's vestiging in Malad, Idaho, lijkt m.i. de gebruikelijke trend te volgen om vanuit Salt Lake naar het noorden of het zuiden te pionieren. Zeer ondernemend en moedig, maar niet bepaald uitzonderlijk in de begindagen van de kerk in het Westen.

Nuttige kanttekeningen
De spreekwoordelijke vrijheidsdrang van de Friezen heeft de veel diepere betekenis van het universele menselijk verlangen naar onafhankelijkheid. Het protestantse milieu waaruit Anne voortkwam, maar ook het nieuw gevonden mormonisme, legden hem nu eenmaal bepaalde beperkingen op vanuit leerstellige of kerkelijk-hierarchische strukturen. In beide situaties is het zeker niet ondenkbaar dat Anne voordurend op zoek was naar een grotere mate van onafhankelijkheid, maar tegelijkertijd zijn we echter ook vaak op zoek naar geborgenheid en afhankelijkheid! Is het mogelijk dat Anne zich aangetrokken voelde tot een in zijn ogen geestelijke bevrijding, maar ook tot het saamhorigheidsgevoel en de sociale gemeenschap van het mormonisme? Wat zijn motivatie ook geweest moge zijn, duidelijk is dat Janet Sjaarda Sheeres prachtig heeft vastgelegd hoe Anne op zijn manier uitdrukking gaf aan het ideaal van Zion, en als het ware de eerste steen legde voor de vestiging van het mormonisme in onze streken.

 

 

 

 

 

 

The first Mormon missionary in Friesland:
Anne Wiegers van der Woude Anne Wiegers van der Woude

door: Janet Sjaarda Sheeres by: Janet Sjaarda Sheeres


Terwijl de een na de andere bootlading emigranten in het 19e eeuwse Europa zich inscheepte voor een westelijke koers naar Amerika, zwom een Fries, Anne Wiegers van der Woude, tegen de stroom in en keerde naar Nederland terug in het voorjaar van 1861. While one after another boat load of emigrants in the 19th century Western Europe embarked on a course for America, one swam Fries, Anne Wiegers van der Woude, against the tide and returned to the Netherlands in the spring of 1861. Wat was de drijfveer voor Anne om zo'n ondernemende reis te maken nadat hij zich veilig had gevestigd in zijn nieuwe vaderland? What was the motive for such an enterprising Anne to travel to after he had established himself securely in his new homeland?
Godsdienst.
Religion. Van der Woude had zich tot het Mormonisme bekeerd en trok in 1853 naar Zion (Utah). Van der Woude had converted to Mormonism and moved in 1853 to Zion (Utah). Dank zij zijn kennis van de Nederlandse taal werd hij geroepen om als zendeling terug te keren naar zijn geboorteland. Thanks to his knowledge of the Dutch language, he was called as a missionary to return to his homeland.

Anne werd op 12 Juli Anne was on July 12 1812 geboren te Franeker, als een van elf kinderen van Wieger Pieters van der Woude en Catharina Gerrits. Als jongen voer hij met zijn vader over zee, en leerde verscheidene vreemde talen, waaronder Engels. Born 1812 in Franeker, as one of eleven children of Wieger Pieters van der Woude and Catharina Gerrits. As a boy he sailed with his father over the sea, and learned several foreign languages including English.
Later zou hij kapitein zijn op z'n eigen schip; z'n grafsteen vermeldt: Later he would be captain on his own ship, his gravestone reads:
"Capt. AWVanderwood." "Capt.. AWVanderwood." Op 16 april 1843 huwde hij te Leeuwarden: Siebregtje Zwart uit Dokkum, en Leeuwarden werd vanaf dat moment de thuishaven. On April 16, 1843 he married Leeuwarden: Black Siebregtje from Dokkum, Leeuwarden and was from then on the home.
Hun vier kinderen werden in Leeuwarden geboren, laatstelijk in 1849. Their four children were born in Leeuwarden, most recently in 1849.

Mormoonse zendelingen Mormon missionaries
Ergens tussen 1849 en 1852 verhuisde Anne en z'n gezin naar Cardiff in Wales en vestigde zich als scheepsreder. Somewhere between 1849 and 1852 Anne and his family moved to Cardiff in Wales and established himself as a ship owner. In Wales en in Engeland waren gote en bloeiende HLD-gemeenten (Heiligen der Laatste Dagen, een afkorting voor de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, ook bekend als Mormonen) met Liverpool als hoofdkwartier. In England and Wales were thriving and Large-HLD-municipalities (Latter Day Saints, an abbreviation for the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, also known as Mormons) with Liverpool as headquarters. Mormonen waren volgelingen van Joseph Smith, 'n Amerikaan die beweerde te zijn bezocht door God en Jezus in het voorjaar van 1820, toen hij veertien jaar oud was. Mormons were followers of Joseph Smith, an American who claimed to have been visited by God and Jesus in the spring of 1820, when he was fourteen years old. In 1823 ontving hij opnieuw een visioen, dit keer middels een engel, Moroni genaamd, die hem openbaarde waar hij twee gouden platen zou kunnen vinden waarop gegraveerd de geschiedenis van de kerk door Jezus in de nieuwe wereld gesticht. In 1823 he received another vision, this time by an angel named Moroni, who revealed he could find two gold plates on which engraved the history of the church Jesus founded in the new world. Met behulp van vrienden publiceerde Smith in 1836 het Boek van Mormon en op 6 april van dat jaar stichtte hij de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. With the help of friends in 1836 Smith published the Book of Mormon and on April 6 of that year he founded the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints. Alhoewel Smith, die beweerde 'n profeet te zijn, vele volgelingen aantrok, trok hij echter ook vele tegenstanders aan, en zag hij zich verscheidene malen genoodzaakt met zijn volgelingen verder te trekken om bloedvergieten te voorkomen. Although Smith, who claimed my prophet, attracted many followers, he also drew many opponents, and he found himself forced several times to move on with his followers to avoid bloodshed. Nadat Smith in 1846 in Carthage in de staat Illinois werd vermoord, werd het leiderschap overgenomen door 'n lid van de Raad van Twaalf Apostelen: Brigham Young, en deze leidde de groep naar Utah om aldaar Zion te vestigen en de heerschappij van Christus op aarde te bewerkstelligen. After Smith in 1846 in Carthage in Illinois was killed, the leadership was taken over by 'n member of the Council of Twelve Apostles: Brigham Young, and led the group to Utah to Zion to settle there and the reign of Christ on earth to achieve. De beweging had vanaf het allereerste begin zendelingen uitgezonden over de gehele wereld, en de zendelingen in Engeland, Wales en Scandinavie hadden het meest succes. The movement had from the very beginning sent missionaries around the world, and the missionaries in England, Wales and Scandinavia had the most success.

De Eerste 'Hollanders' in Utah The First 'Dutchmen' in Utah
Anne bekeerde zich in Wales tot het Mormonisme en werd op 30 oktober 1852 gedoopt door Elder George Taylor. Anne converted to Mormonism in Wales and was christened on October 30, 1852 by Elder George Taylor.
De Mormonen geloofden dat Utah in de Verenigde Staten de plek was waar Mormonen vanuit de gehele wereld Zion zouden gaan vestigen en de spoedige wederkomst van Christus af te wachten. The Mormons believed that Utah in the United States was where Mormons from around the world were to establish Zion and the speedy return of Christ to wait. Anne en zijn gezin maakte deel uit van deze grootscheepse emigratie naar Utah. Anne and his family was part of this massive emigration to Utah. Ze maakten deel uit van een groep Mormonen die, verdeeld over drie schepen, de zeereis begon op 23 januari 1853 te Liverpool en op 26 maart aankwam in New Orleans. In april bereikte de groep Keokuk in de staat Iowa, en met een karavaan van huifkarren ging het verder over prairies en bergen naar Utah, waar Anne een huis bouwde langs de rivier de Weber, nabij de plaats Ogden. They were part of a group of Mormons who, spread over three ships, the voyage began on January 23, 1853 in Liverpool on March 26 and arrived in New Orleans. In April the Group reached in Keokuk, Iowa, with a caravan of covered wagons it went on prairies and mountains to Utah, where Anne house built along the Weber River, near to Ogden.
De Sheboygan Nieuwsbode, 'n Nederlandstalige krant die in de staat Wisconsin tbv Nederlandse immigranten werd uitgegeven, deed verslag vanuit Keokuk in de editie van 17 mei 1853: The Sheboygan Nieuwsbode, my Dutch newspaper in Wisconsin serving Dutch immigrants were issued, did report from Keokuk in the edition of May 17, 1853:

"Sinds 14 dagen zijn er aan de noord-zijde der stad circa 300 Mormons in bivouac, die weldra door nog meerdere (ca. 3.000) gevolgd zullen worden en, na aankomst der laatste, met een week of drie allen naar Salt lake zullen optrekken (...) Zoo ik verneem, zijn eenige Hollanders alhier woonachtig, voornemens met de Mormons naar Salt Lake op te trekken". "Since there are 14 days on the north side of town some 300 Mormons in bivouac, which soon by even more (ca. 3000) will be followed and, after arrival of the latter, with one weeks or all three will go up to Salt Lake (...) So I hear, his only Hollanders alhier resident, intends to Mormons to Salt Lake to raise ".

Er wordt niet vermeld wie deze "Hollanders' zijn die voornemens zijn met de Mormonen naar Utah te trekken; maar Attenberg, 'n amateur historicus uit Iowa, bestudeerde de groep en vermeldde hun namen die hij ontleende aan de drie scheepsregisters. It does not indicate who these "Dutchmen" who intend to withdraw the Mormons to Utah, but Attenberg, my amateur historian from Iowa, studied the group and mentioned their names he borrowed from the three ship registers.
Vermeld werd 'n Nederlands gezin uit de plaats Cardiff te Wales; de van der Woude's. It was explained my Dutch family from place to Cardiff Wales, the van der Woude's. Het scheepsmanifest vermeldt Anne als gekwalifieerd zeevarende. The ship's manifest lists Anne as gekwalifieerd seafarer. Tenzij er onbekende Nederlanders in Utah waren voor de komst van de van der Woude's, dan is dit gezin uit Friesland de eerste Nederlandse familie in Utah die in de registers voorkomen. Unless unknown Dutch were in Utah for the arrival of the van der Woude's, this is the first family from Friesland Dutch family in Utah in the register.
De correspondent, John M. The correspondent, John M. Huyskamp, eigenaar van een schoenenfabriekje in Keokuk, schreef in de editie van 24 mei 1853 van de Nieuwsbode Huys Camp, owner of a shoe factory in Keokuk, wrote in the May 24, 1853 edition of the New Bode
: :
"Wij hadden voor eenige dagen het genoegen met een geloofwaardigen Hollander, de heer vd W. in kennis te geraken, die de Mormone zowel in Engeland als hier, zeer nauwkeurig heeft gade geslagen, terwijl hij met meer dan drie honderd heiligen de reis van Liverpool naar Nieuw Orleans heeft gamaakt". "We had the pleasure a few days with a credible Hollander, Mr. W. vd to get informed, that the Mormon both here and in England, has watched very carefully beaten, while more than three hundred saints traveling from Liverpool gamaakt to New Orleans.

Huyskamp schrijft positief over van der Woude, maar in negatieve zin over de mormonen in de rest van het artikel. Huys Kamp van der Woude wrote positively, but negatively on the Mormons in the rest of the article. Hij beschuldigt de leiders hun volgelingen te misleiden, door Utah als een paradijs af te schilderen, en hen niet te vertellen welke moeilijke tijden hen te wachten stonden. Huyskamp beschuldigt de mormonen verder van het willen bekeren van de vele bewoners van Nederlandse afkomst in de omgeving, als potentiele Nederlandssprekende zendelingen. He accuses the leaders to mislead their followers, by Utah as a paradise to paint, and not telling them what to expect difficult times. Huys camp accused the Mormons of trying to convert more of the many residents of Dutch descent in the area , Netherlands as a potential speaking missionaries. Ook betreurt hij het dat zij zich bezighielden met kaartspelen, zang en dans, tot 's avonds laat. He also regrets that she engaged in card playing, singing and dancing until late at night.
Als van der Woude op de een of andere manier spijt had van zijn bekering tot het mormonisme en de groep zonder ophef had willen verlaten zou dit de perfekte plaats en tijd zijn geweest. As van der Woude in some way regret his conversion to Mormonism and the group quietly had to leave would be the perfect place and time have been. Het zou voor hem heel eenvoudig zijn geweest zich onder de nederlanders te Iowa te vestigen. It would be very easy for him to have been among the Dutch to Iowa State. Al na drie maanden na zijn doop was hij geemigreerd, en wellicht onder invloed van z'n eerste begeestering voor zijn nieuwe geloof trok hij desalniettemin verder met z'n reisgenoten naar Utah. After just three months after his baptism he had emigrated, and perhaps influenced by his first enthusiasm for his new faith, he nevertheless went on with his companions to Utah.
Eenmaal in Ogden gevestigd, ver van z'n geboorteland en volk, kon hij niet hebben voorzien wat voor 'n historische rol hij nog zou gaan spelen in het brengen van andere Nederlanders naar Utah. Once located in Ogden, far from his homeland and people, he could not have foreseen what 's historical role he would play in bringing other Dutch to Utah.

Terugkeer naar Europa Return to Europe
Acht jaar later, op 16 maart 1861, werd hij tot Ouderling geordend, en tijdens de Algemene Voorjaars Conferentie van 8 april 1861 aangesteld als zendeling naar Nederland. Eight years later, on March 16, 1861, he was ordained Elder, and during the Spring General Conference of April 8, 1861 appointed as missionaries to the Netherlands. De handoplegging geschiedde door Wilford Woodruff, lid van de Raad van Twaalf Apostelen, die later president van de kerk zou worden. The hands were made by Wilford Woodruff, a member of the Council of Twelve Apostles, who later became president of the church would be.
Waarom het lange uitstel van de verordening tot Ouderling? Why the long delay of the regulation Elder? Werd zijn ontwikkeling in de kerk gehinderd door de omstandigheid dat hij niet deel nam aan polygamie, 'n HLD verordening destijds? Was the church in its development hampered by the fact that he did not participate in polygamy, my HLD regulation time? Had men hem eerder benaderd, maar had hij geaarzeld om op zending te gaan? Had he been approached, but he hesitated to go on a mission? Hoe het ook zij, tijdens de Algemene Voorjaars Conferentie te Salt Lake City van 1861 werd bekend gemaakt wie op zending was geroepen, en aan zendingsopdrachten diende gehoor te worden gegeven. Anyway, during the Spring General Conference in Salt Lake City in 1861 was revealed which was called on missions, and mission orders to go ahead was given. Tijdens een tweejarige zending bleven vrouw en kinderen van 'n zendeling achter om boerenbedrijf of zaken gaande te houden. During a two-year mission remained wife and children "s missionary back to farming or to keep things going. Op 22 april 1861 nam Anne afscheid van Siebregtje en de kinderen en vertrok hij vanuit Salt Lake City met een grote groep andere mannen die eveneens naar Europa op zending waren geroepen. On April 22, 1861 took leave of Siebregtje Anne and the children and left from Salt Lake City with a large group of other men who also were called on missions to Europe. Men trok over land naar het oosten en men nam vele ossewagens mee met jeugdige vrijwilligers op de bok; dit tbv honderden behoeftige Europese heiligen die als immigranten van vervoer en reisbenodigdheden moesten worden voorzien voor hun reis over land van Iowa naar westelijk gelegen Utah. We pulled over land to the east and we took many ox carts along with young volunteers on the box, this serving hundreds of needy saints as European immigrants of transport and travel accessories should be made for their journey overland from Iowa to western Utah.
Zendelingen werden geinstrueerd 'n dagboek bij te houden van hun wederwaardigheden en ook Anne hield 'n dagboek bij. Missionaries were instructed my journal to keep track of their adventures and Anne kept my diary. Van 22 april tot maandag 1 juli, toen zij in Florence, Nebraska aankwamen, noteerde Anne getrouw weersgesteldheid, afgelegde afstand, en plaats van kampement. From April 22 until Monday, July 1, when in Florence, Nebraska arrived, Anne faithfully recorded weather, distance, and place of encampment. In Florence aangekomen verlieten ze de karavaan en namen ze een stoomboot naar St.Joseph, Missouri, en van daar ging het per trein verder naar Detroit, en over de rivier naar New York. In Florence, they left the caravan arrived and they took a steamer to St.Joseph, Missouri, and from there went on to Detroit by train, and over the river to New York. Op 5 augustus 1861, twee en 'n half maand na vertrek uit Salt Lake City kwam Anne uiteindelijk aan te Rotterdam; zijn geboorteland weer betredend. On August 5, 1861, two and a half months after leaving Salt Lake City Anne finally came to Rotterdam, enter his homeland again. En zoals altijd legde hij getrouw ieder onderdeel van de reis vast. And as always, he faithfully every part of the trip down.

Duitse collega German colleagues
Het enige contact dat de Nederlanders hadden met mormoonse zendelingen voor Anne's komst was dat nav een kort bezoek van Apostel Orson Hyde in 1841. The only contact that the Dutch had with Mormon missionaries for Anne's arrival was a nav short visit of Apostle Orson Hyde in 1841. Hyde was op weg naar Jeruzalem en deed Rotterdam aan in juni 1841. Hyde was on his way to Jerusalem and was in Rotterdam in June 1841.
Tijdens een kort verblijf nam hij contact op met 'n Joodse Rabbijn om zijn zending toe te lichten. During a short stay, he contacted my Jewish rabbi to explain his mission. De Rabbijn sprak echter geen Engels en Hyde geen Nederlands, dus er was vrijwel geen communicatie. However, the Rabbi spoke no English and no Hyde Dutch, so there was virtually no communication. Tussen 1841 en Anne's komst in 1861, werd Nederland af en toe aangedaan door HLD-zendelingen op doorreis van Groot Brittanie, Duitsland, Zwitserland en Scandinavie. Anne's collega, de Duitser Paul A. Between 1841 and Anne's arrival in 1861, the Netherlands was occasionally visited by missionaries in transit HLD-Great Britain, Germany, Switzerland and Scandinavia. Anne's colleague, Paul A. German Schettler, was in 1858 naar de Verenigde Staten geemigreerd, in 1860 in New York bekeerd tot het Mormonisme en trok kort daarna naar Utah. Schettler, had in 1858 emigrated to the United States, in 1860 in New York converted to Mormonism and moved to Utah shortly thereafter. Schettler had familie in Zeist die behoorde tot de Moravische Broederschap, en als Duitser was hij enigzins op de hoogte van de taal en de gebruiken in Nederland. Schettler had family in Zeist that belonged to the Moravian Brotherhood, and as a German he was somewhat aware of the language and customs in the Netherlands. De twee mannen baden enige tijd samen en gingen vervolgens ieder hun weg; Schettler naar familie in Zeist en van der Woude naar Amsterdam.Toen echter de bloedverwanten van Schettler bemerkten dat deze Mormoon was geworden en van plan was hen te bekeren, wilden zij niets meer met hem te maken hebben, en aldus zocht hij Anne op in Amsterdam. The two men prayed together some time and then each went their way; Schettler to family in Zeist and van der Woude to Amsterdam.Toen But the relatives of Schettler realized that these had become a Mormon and was planning to convert them, they wanted nothing more with him, and said he looked at Anne in Amsterdam. Anne was ondertussen op bezoek gegaan bij twee zussen van hem die in Amsterdam woonden, en alhoewel door hen ontvangen, werd hij niet gevraagd te blijven logeren. Meanwhile Anne had gone to visit his two sisters who lived in Amsterdam, and although they received, he was not asked to be staying. In plaats daarvan huurden Schettler en hij een kamer in de Reestraat voor zes gulden per maand. Instead Schettler and he rented a room in the Reestraat for six guilders per Mon

Dopelingen te Broek bij Akkerwoude Baptized at Broek in Akkerwoude
Op 21 Augustus, liet Anne Schettler achter in Amsterdam en vertrok richting Friesland, waar hij de volgende dag in Workum aankwam. Hij vond daar een van zijn zussen die hem hartelijk onthaalde. On August 21, Schettler Anne left behind in Amsterdam and went towards Friesland, where he arrived the next day in Workum. There he found one of his sisters who regaled him warmly. De dag daarop predikte hij in Workum. The next day he preached in Workum. Anne schreef in een verslag naar Utah dat de prediking in die plaats heel wat opwinding veroorzaakte. Anne wrote in a report to the Utah preaching in that place caused much excitement. "De bijeenkomst bleek heel druk bezocht. Een dominee maakte bezwaar en probeerde ons het spreken te beletten. Ik had het er daar heel druk." "The meeting was very well attended. A preacher objected and tried to stop us speaking. I had a very busy there."
Klaarblijkelijk was van der Woude aardig opgewassen tegen de gereformeerde dominee's; hij schrijft: "Op de 28ste had ik een lang gesprek met een dominee die mbv de schriften wilde aantonen dat zijn leerstellingen juist waren en de onze vals. Overigens tevergeefs, hij werd beschaamd en verliet zonder een woord uiteindelijk de bijeenkomst." Apparently van der Woude nice match for the pastor's reformed, he writes: "On the 28th I had a long talk with a pastor who wanted to demonstrate that using the Scriptures are true doctrines were false and ours. Incidentally vain, he was ashamed and eventually left the meeting without a word. "
Op 29 Augustus arriveerde Anne in Leeuwarden waar hij door zijn familie hartelijk werd onthaald. On August 29 Anne arrived in Leeuwarden, where he was warmly welcomed by his family. Mormoonse zendelingen werden niet alleen aangemoedigd de mormoonse leer te prediken aan familie, vrienden en bekenden, maar ook om de diensten van andere religieuze groeperingen bij te wonen en toestemming te verkrijgen om hen toe te mogen spreken. Mormon missionaries were encouraged not only to preach the Mormon doctrine of family, friends and acquaintances, but also the services of other religious groups to attend and to obtain approval for them to speak. 'Tot Heil des Volks' was een zo'n groepering in Leeuwarden, welke doopsgezinde groep was gesticht door de (eerwaarde?) Jan de Liefde. "Until Heil des Volks' was one such group in Leeuwarden, which was founded by the Mennonite group (Reverend?) Love in January.
Anne maakte melding van zijn aanwezigheid tijdens deze bijeenkomst. Anne reported his attendance at this meeting.
"Ik bezocht de bijeenkomst en bemerkte dat alhoewel ze hun kinderen een zegen gaven, ze hen niet doopten, niettemin waren ze tegen de Mormonen wegens de polygamie en andere zaken, zodat ik er weinig kon doen.." In een ander verslag naar Utah schreef hij: "Op de 31ste vertrok ik van Leeuwarden naar Dokkum, waar ik tot de 18de September voor het Mormonisme de spits afbeet onder bloedverwanten (van mijn vrouw) in de stal van Metske Tabes Kooistra, die overvol zat met mensen. Er waren ongeveer tweehonderd mensen in de stal aanwezig en met uitzondering van enkelen werd mijn prediking door de meesten goed ontvangen. Men hoorde mij gaarne aan en wilde dat ik de volgende zondag weer zou spreken in een andere boerenstal te Broek nabij Akkerwoude". "I attended the meeting and noticed that although they gave their children a blessing, she is not baptizing them, though they were against the Mormons because of polygamy and other issues, so little I could do .." Another report said to Utah He: "On the 31st I went to Leeuwarden to Dokkum, where I to the 18th September for the striker afbeet Mormonism among relatives (my wife) in the stable of Metske Tabes Kooistra, who was sitting with people crowded. There were about two hundred people in the house there and a few of my message was well received by most. You heard me gladly, and I wanted to speak again next Sunday in another farmer living quarters near Broek Akkerwoude ". De volgende Zondag, de 22e September, predikte hij in de werkplaats van Eelke Tabes Kooistra. The following Sunday, September 22, he preached in the workshop Eelke Tabes Kooistra. "Dit opende de deur, en ik doopte een man en twee vrouwen. Er zijn in dit land vele eerlijke en goedhartige mensen die naar waarheid zoeken, maar omwille van de valse geruchten over het mormonisme, is het moeilijk veel vooruitgang te boeken". "This opened the door, and I baptized a man and two women. In this country there are many honest and good hearted people who search for truth, but because of the false rumors about Mormonism, it is difficult much progress".

Vasthouden aan Traditie's Sticking to Tradition's
De ene man en de twee vrouwen die door Anne werden gedoopt waren zijn broer Gerrit Wiegers van der Woude, Gerrit's vrouw Baudina Potgieter, en Elizabeth Monsma, echtgenote van Derk Wolters. One man and two women who were baptized by Anne, his brother Gerrit Wiegers van der Woude, Gerrit's wife Baudina Potgieter, Monsma and Elizabeth, wife of Derk Wolters. Andere familieleden waren niet zo enthousiast in het aanvaarden van Anne's boodschap. Other relatives were not so enthusiastic in accepting Anne's message. In z'n dagboek noteerde hij dat zijn familie niet vereend maar overwegend verdeeld was door onze geloofsopvattingen. In his diary he noted that his family is not united but mainly divided by our beliefs. "Ik bezocht mijn familie en moest heel wat argumenten over en weer over me laten gaan mbt het evangelie dat zij niet begrepen. Mijn broer Hendrik en zijn vrouw waren heel koeltjes. Ze hadden over mij gehoord en hielden afstand. Hendrik's vrouw Wietske (Bates Kalsbeek) maakte zelfs hele lelijke opmerkingen over mijn geloof." "I visited my family and had many arguments and let me go on regarding the gospel that they did not understand. My brother Henry and his wife were very coldly. They had heard about me and loved away. Wietske Henry's wife (Bates Kalsbeek ) even made nasty comments about my entire faith. "
Oude kennissen werden opgezocht, en ook markten werden regelmatig bezocht om contacten te leggen. Old acquaintances were searched, and markets were regularly visited to make contacts. Hij liet traktaatjes achter waar mogelijk en waar deze werden aangenomen. He left behind tracts where possible and where they were adopted. Hij bezocht ook een aantal kerken, maar werd niet toegestaan te spreken. He also visited several churches, but was not allowed to speak. Vanuit Dokkum keerde hij op 5 Oktober terug naar Leeuwarden en bezocht nog een aantal kennissen, alsmede een meubelmaker: Sybren van Dijk genaamd. From Dokkum on October 5, he returned to Leeuwarden and visited a number of acquaintances, and a carpenter: Sybren van Dijk called. Dit laatste bezoek bleek heel vruchtbaar. This last visit was very fruitful. Sybren van Dijk was ontvankelijk, zou zich uiteindelijk bekeren, en door Anne worden gedoopt. Sybren van Dijk was admissible, would eventually repent and be baptized by Anne. Op 15 October, na een verblijf van slechts zes weken in Friesland, keerde Anne terug naar Amsterdam. De enige bekeerlingen in Friesland waren de drie mensen die hij had gedoopt. On 15 October, after a stay of only six weeks in Friesland, Anne turned back to Amsterdam. The only converts in Friesland were the three people he had baptized. Elder Schettler die in Amsterdam arbeidde had het er niet veel beter afgebracht. Elder Schettler who labored in Amsterdam had not been much better spent. Een verslag van hem in de 'Millenial Star'" A report from him in the "Millenial Star" "
"De nationale karaktertrek van Nederlanders is het vasthouden aan de tradities van hun vaderen, zelfs in grotere mate dan in anderen landen, en al hun gebruiken ademen deze geest." "The national character trait of Dutch is sticking to the traditions of their fathers, even more so than in other countries, and their use breathe this spirit." Volgens een aanhaling door Anne in zijn dagboek op 22 October 1861, was ook polygamie een struikelblok, alsmede talrijke anti-mormoonse pamfletten en krantenartikelen. According to a quote by Anne in his diary on 22 October 1861, polygamy was a stumbling block, and numerous anti-Mormon pamphlets and newspaper articles. Ook het boek van WHKirberger: 'De Geschiedenis van de Afkomst en Avonturen der Mormonen' (A'dam, 1855) droeg bij aan het negatieve imago. The book WHKirberger: "The Origin and History of the Adventures of the Mormons" (A'dam, 1855) contributed to the negative image.

Ziekte en Tweedracht Health and Discord
Anne arbeidde de volgende twaalf maanden hoofdzakelijk in Amsterdam en bezocht gedurende die tijd verder een aantal andere plaatsen. Anne labored the next twelve months primarily in Amsterdam and visited during that time also a number of other places. Alhowel de winter van 1861-1862 zacht was, had Anne te lijden aan keelpijn en koorts, was vaak nauwelijks in staat te spreken. Alhowel the winter of 1861-1862 was mild, Anne had suffered throat pain and fever, was often barely able to speak. Zijn lichamelijke toestand in de zomer van 1862 ging verder achteruit door ziekte die resulteerde in hoge koorts en bloedspugen. His physical condition in the summer of 1862 went further deteriorated by disease that resulted in high fever and spitting blood. Afgaande op de symptomen die hij in zijn dagboek beschreef, leed hij waarschijnlijk aan tuberculosis. Based on the symptoms he described in his diary, he probably suffered tuberculosis. Hi had twee zussen die in Amsterdam woonden, maar tijdens z'n ziekte en in verzwakte staat, werd hij verzorgd door zijn nieuwe broeders en zusters in het geloof, niet door zijn bloedverwanten. Hi had two sisters who lived in Amsterdam, but during his illness and weakened state, he was cared for by his new brothers and sisters in faith, not by his relatives. Hij at veel maaltijden ten huize van nieuwe bekeerlingen. He ate many meals at the home of new converts. Af en toe ontving hij een Brits vijf-pond biljet van de HLD kerk te Liverpool tbv zijn verblijf in een bepaald kosthuis. Occasionally he received a British five-pound note of the HLD Liverpool church serving his stay in a certain boarding house. En niet alleen ziekte was een tegenvaller tijdens de zendingsarbeid van Anne. And not only illness was a setback during the mission work of Anne. De zomer van 1862 werd gekenmerkt door veel onderlinge ruzie's onder de heiligen, hetgeen soms ontaardde in gemene roddel. The summer of 1862 was marked by many mutual's quarrel among the saints, which sometimes degenerated into vicious gossip. Broeder Hendrik van Streeter, een van de leiders van de kerk te Amsterdam, kreeg steeds meer kritiek op Anne en z'n zending. Brother Henry Streeter, one of the leaders of the church in Amsterdam, became increasingly critical of Anne and his mission. Ook Anne en Schettler kregen meningsverschillen die hun zendingspogingen hinderden. Even Anne and Schettler were differences hindered their mission efforts. Teneinde iets aan de onenigheid te doen, schreef Anne kerkelijke autoriteiten met het verzoek om advies en in September 1862 werd Schettler overgeplaatst naar Bazel in Zwitserland; Anne bleef alleen in Nederland achter. In order to do something about the controversy, said Anne ecclesiastical authorities asking for advice in September 1862 and was Schettler moved to Basel in Switzerland; She was just behind the Netherlands. Tegen Oktober 1862 waren er vijftien gedoopte bekeerlingen die samen een kleine gemeente vormden te Amsterdam. By October 1862, fifteen were baptized converts who together formed a small community in Amsterdam.

Produktieve Bekeerlingen Productive Converts
Anne keerde in Oktober 1862 naar Friesland terug, waar hij alsnog een poging deed de familiebanden aan te halen, maar werd zonder meer vijandig ontvangen. Anne returned in October 1862 to Friesland, where he still made an attempt to get the family ties, but was no more hostility. De man van zijn zus Elizabeth Monsma (alsmede de man van 'n andere vrouw die door haar man werd verboden om te worden gedoopt); beide waren woedend dat Anne hun vrouwen had willen misleiden. Zonder steun en zonder zendingsvooruitzichten vertrok Anne weer uit Friesland om de winter in Amsterdam door te brengen. The husband of his sister Elizabeth Monsma (and the man of my other woman that her husband was forbidden to be baptized) and both were angry that Anne had wanted to deceive their wives. Without support and without shipment outlook Anne left again to Friesland Winter in Amsterdam to spend. De enige mogelijkheid tot bekering in Friesland was Sybren van Dijk en zij begonnen met elkaar te corresponderen. The only way to repent in Friesland was Sybren van Dijk and together they began to correspond. Tot Anne's grote vreugde besloot Sybren Mormoon te worden en op Maandag 18 Mei haastte Anne zich van Amsterdam met de stoomboot naar Harlingen om van Dijk de dag daarop te dopen in het Potmarge-kanaal in Leeuwarden. To Anne's delight Sybren Mormon to be decided on Monday, May 18 and Anne hastened to Amsterdam with the steamer to Harlingen for the next day van Dijk baptized in the Potmarge channel in Leeuwarden. Op Woensdag de 20e legde hij de handen op broeder van Dijk en ordende hem tot ouderling in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. On Wednesday the 20th he laid hands on him and arranged Dijk brother to elder in the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints. Sybren's doop was de 24e in de Nederlandse Zending. Sybren's baptism was the 24th in the Dutch Mission. Van Dijk's bekering betekende waarschijnlijk de redding voor het Mormonisme in Nederland. Van Dijk's conversion meant the likely rescue for Mormonism in the Netherlands. In 1866 vertaalde deze een Duitstalige editie van Parley Pratt's boek: 'Voice of Warning' in het Nederlands. In 1869 volgde hij met z'n gezin de heiligen naar Utah, en huwde er een tweede vrouw in 1875. In 1866 this translated into a German edition of Parley Pratt's book "Voice of Warning" in Dutch. In 1869 he took his family with the Saints to Utah, and married a woman half in 1875. In de jaren 1871-1874 en gedurende de jaren 1880-1882 keerde hij twee maal terug naar Nederland als zendingspresident. Behalve Sybren, had Anne nog 'n andere bekeerling die op zijn beurt een aantal mensen bekeerde: Timothy Mets. In the years 1871-1874 and during the years 1880-1882, he twice returned to the Netherlands as a mission president. Sybren addition, Anne still had my other convert who in turn converted a number of people: Timothy Mets. Anne ontmoette Mets ten huize van diens schoonvader in Rotterdam; Johannes Huisman. Mets Anne met at the home of his father in Rotterdam, John Huisman.
Mets en de familie Huisman waren een overblijfsel van een godsdienstige sekte: de Zwijndrechtse Nieuwlichters, wier leerstellingen deels overeenkwamen met die van de mormonen. Huisman Mets and the family were a relic of a religious sect: the Zwijndrechtse innovators, whose doctrines were partly similar to that of the Mormons. Mets overtuigde hun leider Willem Heijstek ervan dat Zion in Utah moest worden gesticht. Mets convinced them that their leader William Heijstek Zion in Utah to be established.
Het jaar daarop keerde Anne terug naar Utah, en Tim Mets volgde met ongeveer 30 bekeerlingen. The following year Anne went back to Utah, and Tim Mets followed by about 30 converts. Evenals van Dijk keerde hij zich tot polygamie en trouwde een tweede vrouw spoedig na aankomst in Utah. Like van Dijk he turned to polygamy and half woman married soon after arriving in Utah.

Magere Oogst Grim Harvest
Velen van de groep bedachten zich later en hielden zich afzijdig van de HLD kerk. Many of the group devised later and kept themselves aloof from the church HLD. Wellicht was een van de redenen dat door de economische crisis de kerk 'n nieuwe leerstelling afkondigde, de Verenigde Orde genaamd. Perhaps one reason that the economic crisis the church 's new doctrine promulgated, called the United Order. De orde schreef voor dat de heiligen alle goederen, tijd en talenten ter volledige beschikking stelden van de plaatselijke Orde. Zelfs landbezit diende The order required that the saints all goods, time and talents at his disposal all of the local Association. Even land ownership was te worden overgedragen. to be transferred. De duur van de Verenigde Orde was kortstondig, van 1874 tot 1878, en werd voornamelijk gevolgd door Scandinaviers. The duration of the United Order was brief, from 1874 to 1878, and was followed mainly by Scandinavians.
Nederlanders leken er weinig voor te voelen, waarvan hun correspondentie vanuit Utah getuigde aan Henry Hospers in Noord-Westelijk Iowa in 1876. (zie: William Mulder, De Mormoonse Migratie vanuit Scandinavie, Minneapolis, 1985) Dutch seemed to feel little, which testified to their correspondence from Utah Henry Hospers North West Iowa in 1876. (See: William Mulder, The Mormon Migration from Scandinavia, Minneapolis, 1985)
Anne's tweejarige zending liep ten einde en hij maakte voorbereidingen voor de reis terug naar Utah. Anne's two-year mission came to an end and he made preparations for the trip back to Utah. Tijdens zijn zending doopte hij 21 bekeerlingen. Alhoewel de hierarchie in Utah had bepaald dat alle bekeerlingen naar Utah moesten trekken, wist Anne slechts twee van hen, vrouwen, over te halen met hem naar Zion op te trekken: Susanna Meyers en Cornelia Agus. During his mission he baptized 21 converts. Although the hierarchy in Utah had determined that all converts to Utah had to repeal, Anne knew only two of them women, to persuade him to withdraw to Zion: Cornelia Susanna Meyers and Agus. Z'n eigen broer Gerrit en diens vrouw Baudina, verkozen achter te blijven in Friesland. His own brother Gerrit and his wife Baudina, elected to stay behind in Friesland. Gerrit overleed in 1886 op 69-jarige leeftijd, en Baudina in 1883 op 66-jarige leeftijd. Gerrit died in 1886 at age 69, and Baudina in 1883 at age 66. Hun drie dochters huwden mannen met de achternamen: Hoekstra,Wijnsma, en Gasma. Their three daughters married men with the surnames: Hoekstra, Wijnsma, and Gasma. Hadden Gerrit en Baudina de kerk verlaten onder druk van familie en bekenden? Gerrit Baudina the church and had left under pressure from family and friends? Geen van Anne's overige familieleden werden lid. None of Anne's other family members became members.
Op 5 Juni 1863, ging Anne aan boord van de SSAmazon, deel uitmakend van een groep van 895 Mormonen uit verschillende delen van Europa. On June 5, 1863, Anne went on board the SSAmazon, part of a group of 895 Mormons from different parts of Europe.
Vergeleken met dat aantal, was de Nederlandse vertegenwoordiging van twee heiligen der laatste dagen wel een heel magere oogst. Compared to that number, the Dutch representative of two Latter-day Saints is a very thin crop.

Vrijheidslievend Freedom-loving
Terug in Utah verhuisde Anne met z'n gezin al na 'n jaar naar Malad in Idaho , de eerste pionier in die plaats, en bouwde er het eerste winkelbedrijfje - telegraafkantoortje en rechtbank, in Zuid-Oostelijk Idaho. Anne moved back to Utah with his family after all my years to Malad in Idaho, the first pioneer in that place, and built the first store company - telegraph office and court, in south-eastern Idaho. Het gebouw werd ook gebruikt als halte op de reisroute per koets naar Butte in Montana. The building was also used as a stop on the route by coach to Butte, Montana.
Siebregtje overleed in 1872 in Malad. Siebregtje died in 1872 in Malad.
Vanderwood (zijn naam was inmiddels 'veramerikaanst') huwde Catharine Jones Evans, geboren in Wales, en zij kregen nog eens zes kinderen. Hij overleed op 7 Aug. Vander Wood (now his name was "Americanized") Jones married Catherine Evans, born in Wales, and had another six children. He died on August 7 1892 in Malad. 1892 in Malad. Alhoewel de familie mormoons bleef is het opvallend dat Anne zelf wat afstand nam. Although the family was Mormon itself is striking that Anne took some distance. Voelde hij zich niet prettig in een streng mormoonse omgeving? He felt uncomfortable in a strict Mormon environment? Hield hij zich afzijdig van de kerkelijke hierarchie, opdat hij niet opnieuw op zending zou worden geroepen? He held aloof from the church hierarchy, so he would not again be called on a mission? Het lijkt erop dat Vanderwood een keer op zending gaan afdoende vond, in tegenstelling tot van Dijk die twee zendingen volbracht naar Nederland. It seems that Vander Wood once thought adequate to serve a mission, unlike those two missions accomplished Dijk of the Netherlands. Misschien ook voorzag hij moeilijkheden met de komst van Timothy Smets in 1864 met 'n grote groep 'Nieuwlichters'. Perhaps he foresaw difficulties with the arrival of Timothy Smets in 1864 with a big group of 'innovators'. Het is ook mogelijk dat het het onbetwiste dictatorschap van Brigham Young in de vallei hem dwars zat. It is also possible that the undisputed dictatorship of Brigham Young in the valley cross him Sat Aan Brigham werd de volgende uitspraak toegeschreven: "De Here heeft deze vallei geschonken aan mij en aan degenen die ik verkies om ze te bewonen." At Brigham was attributed the following statement: "The Lord has given this valley to me and to those I choose to inhabit them." Brigham's woord was wet. Brigham's word was law.
Wellcht was Anne's vrijheidsdrang als Fries krachtiger dan zijn liefde voor de heiligen en leidde deze er toe dat hij zich buiten Zion ging vestigen. Wellcht was Anne's desire for freedom and Fries stronger than his love for the Saints and led it appears that he went outside Zion draw.

Janet Sjaarda Sheeres is verbonden aan de Calvin University te Grand Rapids, Michigan, USA. - bron: "Fryslan" JG (2004) No 2 Janet Sjaarda Sheeres is associated with the Calvin University in Grand Rapids, Michigan, USA. - Source: "Fryslan" JG (2004) No 2

Mormoons Forum LDS Forum

Waardevolle Bijdrage Valuable Contribution
Een prachtige bijdrage van Janet Sjaarda Sheeres aan de ontstaansgeschiedenis van het Mormonisme in Nederland!
A magnificent contribution of Janet Sjaarda Sheeres the history of Mormonism in the Netherlands! Heel indrukwekkend materiaal met waardevolle details en inzichten in die eerste dagen van de kerk in onze gewesten. Ook heel interressant dat het een bijdrage betreft van iemand die zelf geen lid is van onze kerk, hetgeen in de tekst haar weerslag vindt. Het is ongebruikelijk dat bijvoorbeeld de heerschappij van Brigham Young ter discussie wordt gesteld. Very impressive material with valuable insights and details in those first days of the church in our regions. Also very interesting that the contribution of someone who is not a member of our church, which is reflected in the text. It is unusual for For example, the rule of Brigham Young into question. Het waren toen natuurlijk wel heel andere tijden, maar het is zeker niet ondenkbaar dat Anne Wiegers van der Woude een zekere mate van onafhankelijkheid wilde handhaven. They were then of course quite different times, but it is certainly not inconceivable that Anne Wiegers van der Woude a certain degree of independence would be maintained. Dergelijke veronderstellingen van de auteur, lijken zo op het eerste gezicht zeker gerechtvaardigd, maar de vraag is wel of ze op feiten berusten. Such assumptions of the author, seem so at first sight certainly justified, but the question is whether they are factual.
Wat leidt bijvoorbeeld tot de veronderstelling dat Anne wellicht spijt had van zijn bekering tot het Mormonisme, en waarom wordt aangenomen dat er negatieve oorzaken ten grondslag lagen aan de omstandigheid dat hij (pas) na acht jaar tot ouderling werd geordend?
Leading example to the assumption that Anne might regret his conversion to Mormonism, and why it is assumed that negative factors underlying the fact that he (only) after eight years to elder was ordained?
Aan het einde van het artikel wordt gesuggereerd dat hij zich wilde distancieren van het geloof.
At the end of the article suggested that he wanted to dissociate himself from the faith. Anne's vrijheidsdrang als Fries lijkt te zijn gebaseerd op een (overigens sympathieke) stereotype veronderstelling, maar de vraag is op welke wijze Anne uiting gaf aan een dergelijke vrijheidsdrang. Zou het bijv. niet evengoed denkbaar zijn dat hij zich juist had bevrijd van een intolerant en kleingeestig 19e eeuws religieus milieu in Friesland? Hij vestigde zich eerst, dwz voor zijn bekering, in Wales en later in Deseret. Freedom Fries and Anne's desire seems to be based on an (otherwise sympathetic) stereotypical assumption, but the question is how Anne expressing such a desire for freedom. Would it not also conceivable for example that he had just freed from an intolerant and petty 19th century religious environment in Friesland? He settled first, ie before his conversion, and in Wales later in Deseret. De mogelijkheid om zich onderweg in Iowa te vestigen in een milieu waaraan hij zich nu net had onttrokken, lijkt daarom niet erg voor de hand liggend; dan had hij immers net zo goed in Friesland kunnen blijven. The opportunity to go to Iowa to establish an environment in which he had removed just now, seems therefore not very obvious, then he may just as well remain in Friesland. Anne's hele geschiedenis lijkt er juist op te wijzen dat hij zijn nieuw gevonden geloof als bevrijdend ervoer, en daardoor werd geinspireerd, niet gedwongen, tot een moedig geloof en tot de opmerkelijke daden die er uit voortvloeiden. Anne's history seems to indicate just that his newfound faith as liberating experienced, and thus was inspired, not forced, to a courageous faith and to the remarkable acts resulting from it.

Ordening tot Ouderling Planning for Elder
Inderdaad een heel goed artikel! Indeed a very good article!
Dat het acht jaar duurde voordat Anne tot ouderling werd geordend hoeft niet noodzakelijkerwijze als verwonderlijk te worden aangemerkt. That it took eight years before Anne was ordained to elder need not necessarily be regarded as surprising. In het werk van Adrian Hekking: 'Saints under Nazi-terror' lezen we bijv.: In the work of Adrian Hekking: Saints under Nazi terror, we read, eg:

Men were usually only ordained as Elders when called to They were ordained as Elders usually only when called to
branch and district presiding offices. Presiding district and branch offices. Temples, Stakes, Temples, Stakes,
Bishoprics or High Councils did not exist in Holland. Bishoprics or High Councils did not exist in Holland. No high No high
priests were necessary to lead the church, not even to Priests were necessary to lead the church, not just to
preside over the mission. présidé over the mission. Adult converts or other older Adult converts or other older
members, baptized at eight or older, were ordained to members, Baptized at eight or older, were ordained to
offices in the Aaronic Priesthood and stayed there until offices in the Aaronic Priesthood and stayed there until
called to an office requiring the Melchizedek Priesthood. called to an office requiring the Melchizedek Priesthood.

In contrast, organized stakes and quorums require much In contrast, organized stakes and quorums require much
more Melchizedek priesthood but they have a more enriched more Melchizedek priesthood but they have a more enriched
path of priesthood progression because the young men hold path of priesthood progression because the young men hold
and act in the offices of the Aaronic priesthood. and act in the offices of the Aaronic priesthood. They are They are
advanced to elder because of temple endowments and/or Temple advanced to elder because of endowments and / or
marriage ordinances, and prior to going on missions. marriage ordinances, and prior to going on missions.

When one considers that priests may be authorized to hold When one considers that priests may be authorized to hold
meetings by the appropriate authority and that missionaries meetings by the appropriate authority and that missionaries
held positions in presidencies; it is easy to see that not too held positions in Presidencies, it is easy to see that not too
many men were advanced to the Melchizedek priesthood. many men were advanced to the Melchizedek priesthood.

Perhaps Church sensitivity to the Dutch tradition of holding Perhaps Church sensitivity to the Dutch tradition of holding
older people in an elevated esteem over young people may older people in an elevated esteem of young people may
have contributed to the long absence of teen-aged Aaronic have contributed to the long absence of teen-aged Aaronic
priesthood. priesthood. I believe the first teen-age deacon, Hans Zippro, I believe the first teen-age deacon, Hans Zippro,
was ordained in Amsterdam around 1947 when about sixteen was ordained in Amsterdam around 1947 when about sixteen
years old. years old.

Another reason could be Dutch Protestant bias against Another reason could be Dutch Protestant bias against
Roman Catholic worship. Roman Catholic worship. The Netherlands North of the great The Netherlands North of the Great
rivers was very Protestant (Reformed); the South, Roman rivers was very Protestant (Reformed), the South, Roman
Catholic. Catholic. The Church did not have any branches in the The Church did not have any branches in the
South neither did it proselytize there. South neither did it proselytize there. Protestants were quite Protestants were quite
anti-Catholic as a result of the country having fought an anti-Catholic as a result of the country having fought an
eighty-year war of independence from Catholic Spain. eighty-year war of independence from Catholic Spain.
Freedom to worship God according to the dictates of their Freedom to worship God according to the dictates of their
conscience was the major issue of the conflict. conscience was the major issue of the conflict. Catholic Catholic
worship in every form was considered an abomination. worship in every form was considered an abomination. The The
Mass was seen as pagan pomp, ceremony, and idolatry. Mass was seen as pagan pump, ceremony, and idolatry. It It
entailed the participation of teen-aged altar boys. Entailed the participation of teen-aged boys altar. Need I say Need I say
more? more?

Another way for post-teenage men to receive the Another way for post-teenage men to receive the
Melchizedek priesthood was to be called as local Melchizedek priesthood was to be called as local
missionaries. missionaries. My Dad had an M-Men friend who did this. My Dad had an M-One friend who did this. I I
think this possibly also enhanced the prospect of getting help possibly think this also enhanced the prospect of getting help
in obtaining a US sponsor and a ticket to the States in obtaining a U.S. sponsor and a ticket to the States

Ook Anne's vestiging in Malad, Idaho, lijkt mi de gebruikelijke trend te volgen om vanuit Salt Lake naar het noorden of het zuiden te pionieren. Zeer ondernemend en moedig, maar niet bepaald uitzonderlijk in de begindagen van de kerk in het Westen. Even Anne's office in Malad, Idaho, mi the usual trend seems to follow from Salt Lake to the north or south to pioneer. Very enterprising and brave, but not particularly exceptional in the early days of the church in the West.

Nuttige kanttekeningen Useful comments
De spreekwoordelijke vrijheidsdrang van de Friezen heeft de veel diepere betekenis van het universele menselijk verlangen naar onafhankelijkheid. Het protestantse milieu waaruit Anne voortkwam, maar ook het nieuw gevonden mormonisme, legden hem nu eenmaal bepaalde beperkingen op vanuit leerstellige of kerkelijk-hierarchische strukturen.
The proverbial penchant for freedom of the Frisians, the much deeper sense of the universal human desire for independence. The Protestant environment which Anne originated, but also the newly found Mormonism, he simply laid out some restrictions on doctrinal or religious-hierarchical structures. In beide situaties is het zeker niet ondenkbaar dat Anne voordurend op zoek was naar een grotere mate van onafhankelijkheid, maar tegelijkertijd zijn we echter ook vaak op zoek naar geborgenheid en afhankelijkheid! In both situations it is certainly possible that Anne was constantly looking for greater independence, but simultaneously we are also often looking for security and dependence! Is het mogelijk dat Anne zich aangetrokken voelde tot een in zijn ogen geestelijke bevrijding, maar ook tot het saamhorigheidsgevoel en de sociale gemeenschap van het mormonisme? Is it possible that Anne was attracted to a spiritual liberation in his eyes, but also to the solidarity and social union of Mormonism? Wat zijn motivatie ook geweest moge zijn, duidelijk is dat Janet Sjaarda Sheeres prachtig heeft vastgelegd hoe Anne op zijn manier uitdrukking gaf aan het ideaal van Zion, en als het ware de eerste steen legde voor de vestiging van het mormonisme in onze streken. What his motivation may have been, it is clear that Janet Sjaarda Sheeres beautiful Anne has set out how his expression gave way to the ideal of Zion, and if it were the first stone laid for the establishment of Mormonism in our region.

 

Chapter 3 - Zion

Heiligen der Lage Landen

 

 

HOOFDSTUK 3

DE NIEUWLICHTERS EN DE ROEP NAAR ZION

In 1816 - Napoleon is net verslagen te Waterloo - staat een fris en rond man, scherp van verstand, aan het roer van zijn beurtscheepje dat over de Zuid-Hollandse binnenwateren turf en steenkolen vervoert. Schipper Stoffel Muller is een idealist, diep bewogen door de ellende van het kleine volk en diep ontgoocheld door de kilte van de gevestigde kerken tegenover de wanhoop der verworpenen. Hij grijpt naar de pen en schrijft gloeiende zinnen over sociale rechtvaardigheid. Zijn geschriften steken Dirk Valk aan, schout van Waddinxveen, die daarbij ook gelooft in de spoedige komst van het duizendjarig rijk. De derde figuur is Maria Leer, naaister te Amsterdam, die met ziel en lichaam haakt naar de volheid van de gemeenschap met God en mensen. Ook zij vindt de echo van haar verlangens bij Stoffel Muller en wordt de "profetes" van de beweging. Het trio krijgt weerklank op het Zuid-Hollandse platteland en sticht hier en daar een "broederschap der volmaakten", die leven als de eerste christenen, "alle goederen gemeen hebbend", en naar de ingeving van "het nieuw licht" (1).

De "broeders en zusters" leven van het maken van zwavelstokjes (de lucifer is nog niet uitgevonden), die zij tot in Friesland toe venten, overal aanhang wervend. Zij kleden zich sober en gelijk met een bruine broek of rok van grove stof. Bij de vrouwen omsluit een kapje het hoofd, waaruit geen haar mag ontsnappen. Zij helpen de armen zoveel zij kunnen, bekommeren zich geenszins om de voorschriften van de staat en begraven hun doden zonder rouwbetoon. Het volk valt de "Nieuwlichters" spoedig lastig met scheldwoorden en mishandeling - die rare "heiligen" erkennen immers het burgerlijk huwelijk niet, geven hun kinderen niet aan en weigeren legerdienst.

Stoffel Muller, Dirk Valk en Maria Leer worden voor de rechtbank gesleept. De mannen willen hun hoed niet afzetten - "dat doen wij alleen voor God!" Zij spreken daarenboven de rechter aan met "goede vriend", in plaats van "mijnheer" - "want hun Heer is een andere". Een advokaat, bewogen door de onrechtvaardige behandeling van de Nieuwlichters, neemt hun verdediging op: "Het zijn arbeidzame, zachtmoedige mensen, kinderen van een latere eeuw van vooruitgang op godsdienstig gebied! Aan de naam van Nieuwlichters, nu een scheldnaam, zal eenmaal een erenaam worden toegewezen in de geschiedenis!" (2) De rechters betonen zich "mild": in plaats van de gevraagde drie jaar dwangarbeid, krijgen Muller, Valk en Leer slechts één jaar gewone gevangenisstraf "wegens rebellie tegen de machten". Juichend dankt Maria Leer God dat zij onder de gevangenen "troost en godsvrucht" zal kunnen brengen.

Zoals Paulus vanuit Rome, schrijven zij opwekkende brieven naar de broederschappen en zingen zij elke dag in hun cel de psalmen Davids. Vrijmoedig prediken zij de blijde boodschap tot medegevangenen, cipiers, regenten van de gevangenis en bezoekende pastoors en dominees. Maria Leer's vurige christenliefde brengt zieken tot beterschap en krankzinnigen tot gezond verstand. De Nieuwlichtster geniet van haar opsluiting met het enthousiasme van een blijde martelaar.

Na het jaar in de gevangenis, ontstaat echter een eerste breuk in de gemeenschap. Dirk Valk, die meer mijmert over het Godsrijk, dan dat hij "de teugels der aardsche huishouding" voert, verlaat de groep met een aantal volgelingen en gaat rustig zitten wachten op de

komst van Jezus. Stoffel en Maria zijn praktischer aangelegd. Zij kopen in Zwijndrecht (Zuid-Holland) een scheepstimmerwerf en bouwen er een houten zaal voor de godsdienstoefening op zondag. Ieder mag er vrij opstaan en zijn getuigenis geven over de komst van het Godsrijk. Arthur Van Schendel zal er later een roman aan wijden - De Waterman.

Dank zij de tegenstand komt er nu voorspoed. Wanneer drie jonge Nieuwlichters gearresteerd worden omdat ze dienst weigeren en één van hen onder de mishandeling in de kazerne sterft, komt een Professor Tydemann bij Koning Willem I pleiten voor deze vervolgde christenen. De vorst staat daarop "hun ongestoorde uitoefening van nijverheid en godsdienst" toe.

In 1830 worden twee vooraanstaanden lid van de Nieuwlichters - Philippus Mets en Willem Heystek. Zij brengen de nog primaire beweging geld, opvoeding en achtenswaardigheid. De namen Mets en Heystek zullen een generatie later betekenisvol worden in de ontmoeting met het mormonisme. Philippus Mets zorgt voor een sterkere economische draagkracht van de Nieuwlichters. Hij schenkt de gemeenschap 3.000 gulden en richt een chocoladefabriek op. De verkoop van de chocolade vervangt al vlug de armoedige zwavelstokjes. De pakjes chocolade, in het rood gemerkt met mooie letters en een leeuwtje, gaan overal grif van de hand. De Nieuwlichters beleven hun gouden eeuw.

Willem Heystek wordt de verwoorder van de doctrine: grondig opgevoed, didactisch aangelegd en met een trefzekere pen, articuleert hij de leer van de broederschap in een werkelijke catechismus, "De Ware Leer der Zaligheid" (3). Wanneer de Nieuwlichters later het mormonisme ontmoeten, weten zij over de Schriften en religieuze inhouden degelijk mee te praten.

Maar de verhoogde levenstandaard en de scherpere doctrinale omlijning verstrakken het spontane, het bruusk-natuurlijke van de beweging. De rijkere leden leggen begrijpelijke beperkingen op aan de "gemeenschap der goederen", want steeds talrijker armen komen zich met genoegen en met open hand bij de Nieuwlichters aansluiten. Domme onmin verduistert al eens het nieuwe licht. In 1833 sterft Stoffel Muller met een berustend "De zegepraal zal in haar volheid wel voor de eeuwigheid bewaard blijven." De moeilijkheden nemen toe, de oude droom van eenheid en gemeenschap valt ten prooi aan de drang naar eigenbezit.

Maria Leer ziet met tranen in de ogen de verflauwing van de hoge idealen. Men beweert dat zij een ongelukkige poging onderneemt om de ultieme liefde voor elkaar nieuw leven in te blazen via "de gemeenschap der vrouwen". Het lokt een crisis uit, waardoor Maria Leer geïsoleerd raakt en zich terugtrekt uit de gemeenschap (4). Tegen 1850 zijn de Nieuwlichters, zoals andere utopische pogingen uit die periode, uiteengevallen. Maar kleine groepjes, verspreid over vele plaatsen van Zuid-Holland, houden nog krampachtig vast aan droom en doctrine.


DE PADEN KRUISEN

In de eerste week van maart 1863 komen enkele Zwijndrechtse Nieuwlichters, door toedoen van doctor Muller (familie van Stoffel Muller?), naar de Amsterdamse vergaderingen van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Elder van der Woude bespreekt met hen een paar leerstellingen, zoals de eeuwige natuur van de menselijke geest, en hij ontdekt dat zij op vele punten hetzelfde geloven. De meest betrokken onderzoeker blijkt een Eelke Alberts Jasper te zijn, schipper van Gorkum, die dagelijks gesprekken komt voeren met van der Woude en trouw de vergaderingen bezoekt. Het gezin Jasper bezorgt de zendeling wat levensonderhoud. Spoedig verzoeken zij gedoopt te worden, maar van der Woude, trouw aan het principe niemand lichtvaardig te bekeren, stelt dit uit tot de maand mei.

In april 1863 vraagt Jasper met aandrang dat van der Woude naar Rotterdam zou komen om er te spreken met het lokale groepje Nieuwlichters dat daar alsnog standhoudt. Van der Woude maakt de reis en de ervaring wordt overweldigend. De zendeling ontmoet er de drie zonen van Philippus Mets - Timotheüs, Samuel en Matthys - alsmede de familie Huisman - allen verstandige en voorspoedige kooplieden die het uiteenvallen van de oorspronkelijke "broederschap der volmaakten" overleefd hebben. Ook familieleden van Willem Heystek, de doctrinale denker van de beweging, zijn van de partij.

Hoewel de Nieuwlichters hun eigen leringen en tradities hebben, die door predikingen en vervolgingen diep in hen geankerd zitten, ontdekt van der Woude toch spoedig, tot zijn niet geringe verbazing, dat zij op fundamentele punten heel dicht bij de herstelde waarheid staan. Zij geloven in een afval die het jonge christendom getroffen heeft en hopen vurig op een herstelling van de oorspronkelijke kerk. Ook verzetten zij zich tegen de sombere kleuren waarmee de gevestigde kerken het leven als een tranendal en de mens als een verdorven wezen zien. Het aardse bestaan in eenvoud en vreugde beleven, liefde betuigen aan de medemens en rotsvast hopen op Gods genade - dat zijn hun krachtlijnen. Nog merkwaardiger wordt het wanneer blijkt dat deze Nieuwlichters zich soms nog een andere naam toemeten - "Heiligen der laatste dagen" en dat zij besloten zijn volgend jaar naar het Rotsgebergte te emigreren (5).

Toch gaat van der Woude niet overhaast te werk temidden van deze wonderbaarlijke ontwikkeling. Niet alle begrippen van de Nieuwlichters komen met het mormonisme overeen en de jonge kerk kan zich geen bekeerlingen met nog vreemde ideeën veroorloven. De rest van april en heel de maand mei 1863 werkt Elder van der Woude met de Nieuwlichters door prediking en gesprekken.


' NU ZULLEN WIJ HET WARE KRIJGEN...'

Niet alleen mormoonse bronnen spreken van die toenadering van de Nieuwlichters tot het mormonisme. De historicus H. P. G. Quack noteert dat in 1863 "een trilling onder de Nieuwlichters te bespeuren was... de tijding dat hun de roeping van de Geest was gebracht, om naar de Mormonen in Noord-Amerika te gaan" (6). Professor Quack haalt het boeiend getuigenis aan van A. J. Oost, predikant te Zutfen, die het verschijnsel te Heukelum bij Gorkum waarneemt. Deze dominee heeft omgang met verscheidene Nieuwlichters en meldt hoe de boodschap van "de roep naar Zion" door "de ruilebuik" wordt overgebracht. "De ruilebuik" is een schipper, Heystek genaamd (Willem Heystek zelf of familie?), die in zijn vaartuigje ruilhandel drijft en optreedt als reizende agent voor de Nieuwlichters.

Een uittreksel uit Professor Quack's verslag van dominee Oost's ervaringen illustreert die geestelijke opwekking die het mormonisme voor de Nieuwlichters betekent:
"Een vreemde, onuitsprekende opgewondenheid maakte zich toen van deze Nieuwlichters meester. 'Wij worden geroepen!', zo klonk het. De heer Oort, toen hij het eerst er van hoorde, ging dadelijk naar den ouden Dirk Exalto.
'Is het waar, gaat ge weg?' zo vroeg de predikant.
Reeds het uiterlijk van de boer antwoordde voor hem. Zijn ogen fonkelden onder zijn grijze wenkbrauwen en zijn handen trokken zenuwachtig aan zijn pet.
'Of ik ga, man? De gehele wereld houdt mij niet vast. Nu zullen wij het ware krijgen. Nu weten wij, waar de echte liefde is.'
Toen de predikant hem ernstig vroeg, of hij het op zijn geweten durfde nemen, niet alleen zichzelf, maar zovelen met hem een onzekere toekomst te doen tegengaan, herhaalde hij slechts: 'Wij worden geroepen.'
De predikant liet nog niet af, en voerde tegenwerpingen aan. Des te beslister bleef echter Dirk Exalto. Niet achteruit te zien was zijn woord:
'Gedenk de vrouw van Lot,' zo klonk het uit zijn mond. 'Begrijpt ge het nu?' vroeg hij eindelijk met zekere fierheid.
'Neen, Dirk,' was het antwoord.
'Nu, hoor dan mijn woord! Het loopt hier in deze vervloekte oude wereld op zijn eind. Het geklaag der arbeiders schreeuwt tot Gods troon. De rijken zullen jammeren en schreien, want de maat is hier vol. Maar bij de Heiligen der laatste dagen in Utah komt de zaligheid. Dààr heerst de gelijkheid, de liefde. Dààr is ieder arbeider. Wie er niet heen gaat, is verloren!'" (7).

Duidelijk wordt hier de roep naar Zion ook vermengd met de socialistische en communistische idealen van een klasseloze maatschappij, die precies in die periode velen in beroering zet. Men mag ook niet vergeten dat Amerika sinds lang, in de ogen van religieuze minderheden en sociale verworpenen, het land van belofte is, waar vrije godsdienstuitoefening en de opbouw van een volmaakte maatschappij wortel kunnen schieten. Reeds bij het prille ontstaan van de Nieuwlichters, in de jaren 1820, voelden Stoffel Muller en Maria Leer sympathie voor een grote groep Duitsers die naar Amerika trokken om er het Godsrijk te stichten (8). Zijzelf werd tijdens haar proces vergeleken met Anna Lee, die jaren daarvoor Engeland was ontvlucht en in Amerika de Quakers tot hun beroemde beweging inspireerde. En reeds bij een breuk in de gemeenschap der Nieuwlichters zelf, omstreeks 1833, waren een aantal naar Amerika getrokken (9). Voor de overblijvende Nieuwlichters in 1863 krijgt Amerika echter een nieuwe betekenis: het Koninkrijk Gods werd er reeds gevestigd, in overeenstemming met hun hoop op een herstelling van de kerk door goddelijke openbaring.


" WE BELEEFDEN EEN HEERLIJKE TIJD..."

Elder van der Woude tracht het laaiend enthousiasme in goede banen te leiden door steeds eerst degelijk onderwijs te verstrekken. In mei 1863 wordt het gezin Jasper gedoopt. In juni bekomt van der Woude kostbare hulp van John L. Smith, president van de Zwitsers-Duitse zending, onder wiens gezag het Nederlands gebied werd geplaatst, en die via Rotterdam een groep van zeventig Zwitserse emigranten begeleidt naar Liverpool. Timotheüs Mets, die als leider voor de groep Nieuwlichters optreedt en het Engels goed beheerst, voert diepgaande gesprekken met John L. Smith. Wanneer President Smith drie dagen later weer door Rotterdam komt om naar Basel terug te keren, worden de gesprekken voortgezet. President Smith noteert in zijn dagboek, juni 1863:

"Op de 10de nam ik de trein vanuit Liverpool naar Hull en op de 11de de stoomboot voor Rotterdam, waar ik de 12de aankwam. Daar bracht ik geruime tijd door met de heer Timotheüs Mets, leider van de Nieuwlichters, en samen met hem bezocht ik veel van zijn mensen, gaf hun een geschiedenis van de heiligen der laatste dagen en van Joseph de Profeet. Zij waren zeer geïnteresseerd en verscheidenen drukten hun geloof uit in mijn woorden en wensten gedoopt te worden. Ik gaf hun de raad niets overhaast te doen, alles te onderzoeken en de waarheid vast te grijpen, en ik zei hun wat zij moesten doen om een getuigenis te ontvangen. Ik bracht de dagen en nachten aldus nuttig door, zaaide het goede zaad en bad tot mijn hemelse Vader dat het wortel mocht schieten" (10).

Eerst denkend aan het welzijn van de mensen en niet aan zijn eigen glorie, keert President Smith terug naar Zwitserland, zonder één van zijn nieuwe Nederlandse vrienden te hebben gedoopt. Net zoals President Cannon, weet hij dat eerst volledig inzicht en volledige bekering nodig zijn om standvastigheid te waarborgen. En ook Elder van der Woude huldigt moedig en nederig het principe van geduld: begin juni 1863 komt een einde aan zijn zendingsperiode. Na een brief met instructies van President Cannon uit London te hebben gekregen, neemt ook hij afscheid van zijn nieuwe vrienden en van zijn familie en reist hij naar Engeland. Daar voegt hij zich, volgens de gegeven instructies, bij een groep Europese Heiligen die naar Zion emigreren. Met het stoomschip The Amazon varen zij naar New York. Elder van der Woude, uit Salt Lake City vertrokken in april 1861, had een eervolle zending volbracht. De Nederlandse verdiensten van Elder Schettler, die naar de Zwitsers-Duitse zending was overgeplaatst, zijn niet vergeten. In juli 1863 stuurt President John L. Smith de Pruisische zendeling tijdelijk naar Nederland terug om er in Rotterdam het merkwaardige werk met de Nieuwlichters verder te zetten. De tijd is rijp om Timotheüs Mets te dopen en Elder Schettler leidt hem het water in. Ook treden er enkele mensen toe in Gorinchem, waar Schettler eveneens doopt.

Tegen de maand oktober is een grotere groep Nieuwlichters voldoende onderwezen. Broeder Mets stuurt wat geld aan President John L. Smith met het verzoek de toetreding van deze groep Nieuwlichters te komen leiden. President Smith, op reis in Zuid-West Duitsland, aanvaardt de uitnodiging en komt op 15 oktober te Rotterdam aan. De rest van de maand besteedt hij aan het verder onderwijzen van het evangelie en aan het beantwoorden van vragen. De doopdatum wordt gesteld op 1 november 1863. President Smith noteert in zijn dagboek:

"Gisteravond <31 oktober 1863> kreeg ik een brief van de heer Heystek dat de wind te hard was en dat de plechtigheid niet kon doorgaan. Broeder T. Mets vroeg me of ik niet beter het bericht kon rondsturen dat de mensen niet hoefden te komen. Een volle minuut keek ik hem aan en antwoordde toen: 'Nee, laat ze komen; mijnheer Heystek zal hier zijn en wij zullen een fijne dag hebben'. Deze ochtend was de wind inderdaad gaan liggen en leek het net lente. Mijnheer Heystek kwam aan met de boot en vijfentwintig mensen gingen aan boord. Hij voer naar een rustige inham waar we niet gestoord zouden worden, legde een loopplank naar de kant en ankerde de boot vast. Na een korte vergadering, stapte ik in het water en broeder T. Mets leidde de mensen één voor één naar me toe. Ik doopte twaalf mannen en negen vrouwen, waarna we in het ruim samenkwamen en ik hen bevestigde als leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik ordende Timotheüs Mets tot priester en stelde hem aan om te presideren. We beleefden een heerlijke tijd, die we ons lang zullen herinneren, want de Heer stortte zijn Geest rijkelijk over ons uit en allen verheugden zich. Nadien gingen we terug naar het huis van broeder Mets en vergaderden tot laat in de nacht" (11).

Tot die groep dopelingen behoren onder meer de eerder vernoemde Willem Heystek, Dirk Exalto en Samuel Mets. Kerkleden van nu, wier mormoonse wortels tot deze voorouders teruggaan, zullen ongetwijfeld met genoegen de namen van deze bekeerlingen raadplegen (12).

Tegen het einde van 1863 telt de kerk in Nederland reeds een flinke kern. Het heeft twee en een half jaar werk gekost. De roep naar Zion weerklinkt nu sterk onder de heiligen en de meesten bereiden zich voor te emigreren. In mei 1864, na een grondige voorbereiding, staat een groep van 58 personen (31 volwassenen en 27 kinderen) klaar om te vertrekken. Ook hiervan geven we de namen ter attentie van hun eventuele nakomelingen (13). Van Rotterdam varen zij eerst naar Liverpool - dé vertrekhaven voor de Europese Heiligen. Daar gaan zij aan boord van de SS Hudson die op 1 juni het anker licht voor de Verenigde Staten. Zij vormen de eerste groep Nederlandse Heiligen die de grote overtocht maken, op een totaal van haast zevenduizend in de komende honderd jaar.

Volgend nummer: De tocht naar het
Beloofde Land

Voetnoten

(1) H. P. G. Quack, "De Zwijndrechtse Broederschap, godsdienstig communisme in de eerste helft onzer eeuw," in De Gids (1892), 231-264. D. N. Anagrapheus, De Zwijndrechtse Nieuwlichters, 1816-1832 (Amsterdam: Elsevier, 1892). G. P. Marang, De Zwijndrechtse Nieuwlichters (Dordrecht: H. De Graaf, 1909). Id., "Nieuw licht over de Zwijndrechtse Nieuwlichters," in Nederlands Archief van Kerkgeschiedenis, XXVIII (1936), 129-153. Wim Zaal, Gods onkruid: Nederlandse sekten en messiassen (Amsterdam: Meulenhoff, 1972), pp. 19-44. Is. J. Reedijk, De Zwijndrechtse Nieuwlichters (Zwijndrecht: Plancken en Zn., 1938). Drs. N. van der Blom, "Maria Leer groet Erasmus", in Rotterdams Jaarboekje 1962 (Rotterdam: W. L. & J. Brusse, 1962), pp. 247-282.
(2) Anagrapheus, p. 69.
(3) Willem Heystek, De Ware Leer der Zaligheid (Dordrecht: J. de Vos en Comp., 1834).
(4) Professor Quack onderzocht of "de gemeenschap der vrouwen" van bepaalde Nieuwlichters invloed heeft gehad op hun interesse voor het mormonisme, aangezien het meervoudig huwelijk hen in die zin kon aantrekken. Hij concludeert echter dat het juist diegenen waren die "de gemeenschap der vrouwen" verwierpen, die overgingen tot de mormoonse kerk. De huwelijksmoraal van de Heiligen der Laatste Dagen staat immers lijnrecht tegen "vrije liefde": "streng werd op het huwelijk toegezien en echtbreuk werd zwaar gestraft" (geciteerd in Marang, De Zwijndrechtse Nieuwlichters, o.c., p. 236.
(5) Quack, 260. Van der Woude, Journal, 25 April 1863.
(6) Quack, 259, 261.
(7) Quack, 261-262.
(8) Anagrapheus, p. 43.
(9) Anagrapheus, p. 103.
(10) John Lyman Smith, Personal Journal, June 1863.
(11) Ibid.
(12) Gedoopte mannen: Johannes Jacobus Huisman (57), William Heysteck <Willem Heystek> (63), Bastiaan Keyser (64), Cornelius Dirk Exalto (63), Huibert van Dam (62), Juan Cornelis van Dam (34), Pieter Olivier (37), Aart Kuik (38), Jacob Willem Kannegieter (28), Samuel Mets (26), Willem Heysteck (18), Dirk Bockholt (20). Gedoopte vrouwen: Geertje-Marrigje van Eck Exalto (62), Maartje van Dam (34), Neeltje Leuven Olivier (37), Geertje de Jong Kuik (31), Susanna Kannegieter (25), Anna Tol (52), Johanna Christina Huisman (26), Anna Mets (19).
(13) Willem de Huis, Bertha H. de Huis, Cornelis Dirk Exalto, Geertje Exalto (geboren van Eck), Huibert van Dam, Jan Cornelis van Dam, Marrigje Exalto en kinderen Huibert, Geertje, Jaantje en Dirkje; Pieter Olivier en (Neeltje) Netje Olivier (geboren Leuven) en kinderen Pieter, Christina, Mathys, Roelof en Netje; Willem Heystek en Catherina Heystek (geboren van Dyk) en kinderen Willem en Catharina; (Aarb) Kuik, Geertje K. Kuik, Jacob Willem Cannegieter (ook: Kannegieter), Susanna K. Cannegieter, Bastiaan W. Keiser, Elizabeth Anna de Waard Keiser en kinderen Anna en Bastiaan; Johannes Jacobus Huisman, Johanna Christina Huisman, Johanna H. Huisman, O. L. Mets, Timotheus Mets, Lydia K. Mets, Elizabeth Mets, Anna Christina Mets; Anneke Hak en kinderen Abrahamina, Anneke, Sophia Maria, Jacob, Catherina Helena en Adriana Elizabeth; Christina Huysman, Johanna C. Huysman, Anna C. Tol, Johannes Hendrik Dykman en kinderen Johannes, Maria, Hendrik, Alida en Christina; Jacoba C. Smuling (Smeeling?), Eelke Albert Jasper, Elizabeth Dekkers Jasper, Wemeltje Jasper, Cornelis Jasper, en Dirk Bockholt.

Teksten foto's:


7.1

Portret van de thans oude Maria Leer, omstreeks 1862, toen haar vroegere geloofsgenoten het mormonisme aanvaardden.

Zwavelstokjes verkopen (midden 19de eeuw): het beroep van de vroege Nieuwlichters.

Het Noord-Hollands kanaal bij het IJ. Via de grote waterwegen voeren de Nieuwlichters met hun waren en hun boodschap rond.

Zo bestudeerde een gezin de Schriften in de jaren 1860: "Lezing van de Bijbel",
Schilderij van Eugène De Block, 1869, Copyright A.C.L., Brussel.

Het Noord-Hollands kanaal bij het IJ. Via de grote waterwegen
voeren de Nieuwlichters met hun waren en hun boodschap tot medegevangenen, cipiers, regenten van de gevangenis en bezoekende pastoors en dominees. Maria Leer's vurige christenliefde brengt zieken tot beterschap en krankzinnigen tot gezond verstand. De Nieuwlichtster geniet van haar opsluiting met het enthousiasme van een blijde martelaar.

Na het jaar in de gevangenis, ontstaat echter een eerste breuk in de gemeenschap. Dirk Valk, die meer mijmert over het Godsrijk, dan dat hij "de teugels der aardsche huishouding" voert, verlaat de groep met een aantal volgelingen en gaat rustig zitten wachten op de

heden en sociale verworpenen, het land van belofte is, waar vrije godsdienstuitoefening en de opbouw van een volmaakte maatschappij wortel kunnen schieten. Reeds bij het prille ontstaan van de Nieuwlichters, in de jaren 1820, voelden Stoffel Muller en Maria Leer sympathie voor een grote groep Duitsers die naar Amerika trokken om er het Godsrijk te stichten (8). Zijzelf werd tijdens haar proces vergeleken met Anna Lee, die jaren daarvoor Engeland was ontvlucht en in Amerika de Quakers tot hun beroemde beweging inspireerde. En reeds bij een breuk in de gemeenschap der Nieuwlichters zelf, omstreeks 1833, waren

8.1

een aantal naar Amerika getrokken (9). Voor de overblijvende Nieuwlichters in 1863 krijgt Amerika echter een nieuwe betekenis: het Koninkrijk Gods werd er reeds gevestigd, in overeenstemming met hun hoop op een herstelling van de kerk door goddelijke openbaring.

 

 

 

 

 

 

CHAPTER 3

 

The innovators AND THE WORKING PARTY TO ZION

 

In 1816 - Napoleon at Waterloo is just reports - is a fresh and around man of sharp intellect, his turn at the helm of that ship on the South Holland inland peat and coal transport. Schipper Stoffel Muller is een idealist, diep bewogen door de ellende van het kleine volk en diep ontgoocheld door de kilte van de gevestigde kerken tegenover de wanhoop der verworpenen. Schipper Stoffel Muller is an idealist, deeply moved by the misery of the little people and deeply disappointed by the coldness of the established churches to the despair of outcasts. Hij grijpt naar de pen en schrijft gloeiende zinnen over sociale rechtvaardigheid. He grabs the pen and writes glowing phrases about social justice. Zijn geschriften steken Dirk Valk aan, schout van Waddinxveen, die daarbij ook gelooft in de spoedige komst van het duizendjarig rijk. His writings on stabbing Dirk Valk, sheriff of Waddinxveen, taking also believes in the imminent coming of the millennium. De derde figuur is Maria Leer, naaister te Amsterdam, die met ziel en lichaam haakt naar de volheid van de gemeenschap met God en mensen. The third figure is Mary Leer, seamstress in Amsterdam, with body and soul longs for the fullness of communion with God and people. Ook zij vindt de echo van haar verlangens bij Stoffel Muller en wordt de "profetes" van de beweging. She also takes the echo of her desires to Stoffel Muller and the "prophetess" of the movement. Het trio krijgt weerklank op het Zuid-Hollandse platteland en sticht hier en daar een "broederschap der volmaakten", die leven als de eerste christenen, "alle goederen gemeen hebbend", en naar de ingeving van "het nieuw licht" (1). The trio will echo in the rural South Holland and found here and there a "brotherhood of perfect, living as the first Christians," all having in common property ", and the inspiration of the" new light "(1).

 

De "broeders en zusters" leven van het maken van zwavelstokjes (de lucifer is nog niet uitgevonden), die zij tot in Friesland toe venten, overal aanhang wervend. The "brothers and sisters' lives making matchsticks (the match has not yet invented), which they in Friesland to peddle, solicit supporters everywhere. Zij kleden zich sober en gelijk met een bruine broek of rok van grove stof. They dress like a sober and brown trousers or skirt of coarse dust. Bij de vrouwen omsluit een kapje het hoofd, waaruit geen haar mag ontsnappen. In women encloses a head cap, which should not escape her. Zij helpen de armen zoveel zij kunnen, bekommeren zich geenszins om de voorschriften van de staat en begraven hun doden zonder rouwbetoon. They help the poor as much as they can, care is by no means the rules of the state funeral and bury their dead without concrete. Het volk valt de "Nieuwlichters" spoedig lastig met scheldwoorden en mishandeling - die rare "heiligen" erkennen immers het burgerlijk huwelijk niet, geven hun kinderen niet aan en weigeren legerdienst. The people is the "modernists" early with foul trouble and abuse - those rare "saints" recognize civil marriage does not give their children and to refuse military service.

 

Stoffel Muller, Dirk Valk en Maria Leer worden voor de rechtbank gesleept. De mannen willen hun hoed niet afzetten - "dat doen wij alleen voor God!" Stoffel Muller, Dirk Valk and Mary Leer be dragged to court. The men want their hats off - "we only do for God!" Zij spreken daarenboven de rechter aan met "goede vriend", in plaats van "mijnheer" - "want hun Heer is een andere". They speak right up there with "good friend" instead of "sir" - "as their Lord is another". Een advokaat, bewogen door de onrechtvaardige behandeling van de Nieuwlichters, neemt hun verdediging op: "Het zijn arbeidzame, zachtmoedige mensen, kinderen van een latere eeuw van vooruitgang op godsdienstig gebied! Aan de naam van Nieuwlichters, nu een scheldnaam, zal eenmaal een erenaam worden toegewezen in de geschiedenis!" (2) De rechters betonen zich "mild": in plaats van de gevraagde drie jaar dwangarbeid, krijgen Muller, Valk en Leer slechts één jaar gewone gevangenisstraf "wegens rebellie tegen de machten". Juichend dankt Maria Leer God dat zij onder de gevangenen "troost en godsvrucht" zal kunnen brengen. A lawyer, moved by the unjust treatment of the innovators, take their defense: "They are industrious, gentle people, children of a subsequent century of progress in religion! The name of innovators, now an epithet, an honorary title will once be allocated in history "(2) The judges will show" mild ": instead of the required three years hard labor, given Muller, Valk and learn only one years simple imprisonment" of rebellion against the powers. "cheering thanked Mary Leer God that under the prisoners' comfort and piety "will able to bring.

 

Zoals Paulus vanuit Rome, schrijven zij opwekkende brieven naar de broederschappen en zingen zij elke dag in hun cel de psalmen Davids. Vrijmoedig prediken zij de blijde boodschap tot medegevangenen, cipiers, regenten van de gevangenis en bezoekende pastoors en dominees. As Paul from Rome, they write letters to the brotherhoods and exciting sing it every day in their cells the Psalms of David. Frank they preach the Gospel to fellow inmates, guards, Regents of the prison and visiting priests and pastors. Maria Leer's vurige christenliefde brengt zieken tot beterschap en krankzinnigen tot gezond verstand. Learn Mary's ardent Christian love brings sick to get well and insane to common sense. De Nieuwlichtster geniet van haar opsluiting met het enthousiasme van een blijde martelaar. The New Light Star enjoys her confinement in the joyful enthusiasm of a martyr.

 

Na het jaar in de gevangenis, ontstaat echter een eerste breuk in de gemeenschap. After years in prison, however, creates a first break in the community. Dirk Valk, die meer mijmert over het Godsrijk, dan dat hij "de teugels der aardsche huishouding" voert, verlaat de groep met een aantal volgelingen en gaat rustig zitten wachten op de Dirk Valk, who muses about the kingdom of God more than that he "the reins of earthly housekeeping" argues, leaves the group with a following and is quietly waiting for the

 

komst van Jezus. coming of Jesus. Stoffel en Maria zijn praktischer aangelegd. Mary Stoffel and his practical built. Zij kopen in Zwijndrecht (Zuid-Holland) een scheepstimmerwerf en bouwen er een houten zaal voor de godsdienstoefening op zondag. They buy in Zwijndrecht (Zuid-Holland), a shipyard and build a wooden hall for worship on Sunday. Ieder mag er vrij opstaan en zijn getuigenis geven over de komst van het Godsrijk. Arthur Van Schendel zal er later een roman aan wijden - De Waterman. Each must be free standing and his testimony about the coming of the kingdom of God. Arthur Van Schendel will later devote to a novel - The Waterman.

 

Dank zij de tegenstand komt er nu voorspoed. Thanks to the opposition now comes prosperity. Wanneer drie jonge Nieuwlichters gearresteerd worden omdat ze dienst weigeren en één van hen onder de mishandeling in de kazerne sterft, komt een Professor Tydemann bij Koning Willem I pleiten voor deze vervolgde christenen. When three young innovators arrested because they refused service and one of them under the abuse in the barracks dies, Tyde Mann is a Professor at King William I argue for these persecuted Christians. De vorst staat daarop "hun ongestoorde uitoefening van nijverheid en godsdienst" toe. The prince is then "their steady pursuit of industry and religion" to.

 

In 1830 worden twee vooraanstaanden lid van de Nieuwlichters - Philippus Mets en Willem Heystek. In 1830, two members of the innovators Personalities - William and Philip Mets Heystek. Zij brengen de nog primaire beweging geld, opvoeding en achtenswaardigheid. They shall have the primary money movement, education and respectability. De namen Mets en Heystek zullen een generatie later betekenisvol worden in de ontmoeting met het mormonisme. The Mets took a generation later and Heystek will be significant in the encounter with Mormonism. Philippus Mets zorgt voor een sterkere economische draagkracht van de Nieuwlichters. Hij schenkt de gemeenschap 3.000 gulden en richt een chocoladefabriek op. Philip Mets secure greater economic capacity of the innovators. It gives the community and addresses a 3000 golden chocolate factory. De verkoop van de chocolade vervangt al vlug de armoedige zwavelstokjes. De pakjes chocolade, in het rood gemerkt met mooie letters en een leeuwtje, gaan overal grif van de hand. The sale of chocolate soon replace the shabby Match Girl. The chocolate packets, marked in red with nice characters and a lion, going across the hand readily. De Nieuwlichters beleven hun gouden eeuw. The newcomers experiencing their golden age.

 

Willem Heystek wordt de verwoorder van de doctrine: grondig opgevoed, didactisch aangelegd en met een trefzekere pen, articuleert hij de leer van de broederschap in een werkelijke catechismus, "De Ware Leer der Zaligheid" (3). William Heystek the verwoorder of the doctrine thoroughly educated, educational and constructed with a deft pen, he articulates the doctrine of the brotherhood in a true catechism, "The True Doctrine of Salvation" (3). Wanneer de Nieuwlichters later het mormonisme ontmoeten, weten zij over de Schriften en religieuze inhouden degelijk mee te praten. If the modernists later Mormonism meet, they know about the scriptures and religious content properly talk to.

 

Maar de verhoogde levenstandaard en de scherpere doctrinale omlijning verstrakken het spontane, het bruusk-natuurlijke van de beweging. But the increased living standards and greater doctrinal contours tighten the spontaneous, the natural-abruptly from the movement. De rijkere leden leggen begrijpelijke beperkingen op aan de "gemeenschap der goederen", want steeds talrijker armen komen zich met genoegen en met open hand bij de Nieuwlichters aansluiten. The richer members to impose comprehensive restrictions on the "community of goods", because poor are growing in number and are pleased with the open hand to connect innovators. Domme onmin verduistert al eens het nieuwe licht. Silly quarrel already darkens the new light. In 1833 sterft Stoffel Muller met een berustend "De zegepraal zal in haar volheid wel voor de eeuwigheid bewaard blijven." In 1833 Stoffel Muller dies with a resigned "The victory in its fullness will be preserved for eternity." De moeilijkheden nemen toe, de oude droom van eenheid en gemeenschap valt ten prooi aan de drang naar eigenbezit. The difficulties increase, the old dream of unity and community falls prey to the urge to own property.

 

Maria Leer ziet met tranen in de ogen de verflauwing van de hoge idealen. Men beweert dat zij een ongelukkige poging onderneemt om de ultieme liefde voor elkaar nieuw leven in te blazen via "de gemeenschap der vrouwen". Maria Learn with tears in his eyes sees the decline in the high ideals. It is said that an unfortunate attempt to undertake the ultimate love for each new impetus through the "community of women". Het lokt een crisis uit, waardoor Maria Leer geïsoleerd raakt en zich terugtrekt uit de gemeenschap (4). It provokes a crisis, letting Mary Doctrine isolation and withdraws from the community (4). Tegen 1850 zijn de Nieuwlichters, zoals andere utopische pogingen uit die periode, uiteengevallen. Maar kleine groepjes, verspreid over vele plaatsen van Zuid-Holland, houden nog krampachtig vast aan droom en doctrine. By 1850, the innovators, like other utopian attempts in that period, broken up. But small groups, scattered over many parts of South Holland, still desperately hold on to dreams and doctrine.

 

 

DE PADEN KRUISEN UPSET THE PATHS

 

In de eerste week van maart 1863 komen enkele Zwijndrechtse Nieuwlichters, door toedoen van doctor Muller (familie van Stoffel Muller?), naar de Amsterdamse vergaderingen van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. In the first week of March 1863 will address some Zwijndrechtse innovators, at the hands of Dr Muller (Muller Stoffel family?), The Amsterdam meetings of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints. Elder van der Woude bespreekt met hen een paar leerstellingen, zoals de eeuwige natuur van de menselijke geest, en hij ontdekt dat zij op vele punten hetzelfde geloven. Elder van der Woude discuss with them a few doctrines, like the eternal nature of the human mind, and he discovered that many believe the same points. De meest betrokken onderzoeker blijkt een Eelke Alberts Jasper te zijn, schipper van Gorkum, die dagelijks gesprekken komt voeren met van der Woude en trouw de vergaderingen bezoekt. Het gezin Jasper bezorgt de zendeling wat levensonderhoud. The most apparent one researcher involved Eelke Alberts Jasper to be skipper of Gorkum, will conduct daily interviews with van der Woude faith meetings and visits. The family provides the missionary Jasper what living. Spoedig verzoeken zij gedoopt te worden, maar van der Woude, trouw aan het principe niemand lichtvaardig te bekeren, stelt dit uit tot de maand mei. Soon they ask to be baptized, but van der Woude, true to the principle of converting anyone lightly, set it out until the month in May

 

In april 1863 vraagt Jasper met aandrang dat van der Woude naar Rotterdam zou komen om er te spreken met het lokale groepje Nieuwlichters dat daar alsnog standhoudt. In April 1863 an urgent basis asking Jasper van der Woude to Rotterdam would be to speak with the local group of innovators that it still maintains. Van der Woude maakt de reis en de ervaring wordt overweldigend. Van der Woude make the trip and the experience is overwhelming. De zendeling ontmoet er de drie zonen van Philippus Mets - Timotheüs, Samuel en Matthys - alsmede de familie Huisman - allen verstandige en voorspoedige kooplieden die het uiteenvallen van de oorspronkelijke "broederschap der volmaakten" overleefd hebben. The missionary meets the three sons of Philip Mets - Timothy, Samuel and Matthys - Harvey and the family - all intelligent and prosperous merchants that the collapse of the original "brotherhood of perfect" have survived. Ook familieleden van Willem Heystek, de doctrinale denker van de beweging, zijn van de partij. Also family of William Heystek, the doctrinal thinker of the movement, from the party.

 

Hoewel de Nieuwlichters hun eigen leringen en tradities hebben, die door predikingen en vervolgingen diep in hen geankerd zitten, ontdekt van der Woude toch spoedig, tot zijn niet geringe verbazing, dat zij op fundamentele punten heel dicht bij de herstelde waarheid staan. While the modernists have their own teachings and traditions, by preaching and persecution are anchored deep in them, but soon discovers van der Woude, to his no small surprise that on fundamental issues very close to the truth are restored. Zij geloven in een afval die het jonge christendom getroffen heeft en hopen vurig op een herstelling van de oorspronkelijke kerk. They believe in a waste that Christianity has taken the young and ardent hope to repair the original church. Ook verzetten zij zich tegen de sombere kleuren waarmee de gevestigde kerken het leven als een tranendal en de mens als een verdorven wezen zien. Also they run against the dark colors that the established churches life as a vale of tears and the man as a depraved being seen. Het aardse bestaan in eenvoud en vreugde beleven, liefde betuigen aan de medemens en rotsvast hopen op Gods genade - dat zijn hun krachtlijnen. Earthly existence in simplicity and joy, express love to other people and firm hope in God's grace - that their lines. Nog merkwaardiger wordt het wanneer blijkt dat deze Nieuwlichters zich soms nog een andere naam toemeten - "Heiligen der laatste dagen" en dat zij besloten zijn volgend jaar naar het Rotsgebergte te emigreren (5). More curious is that when these innovators are sometimes mete a different name - "Saints last days" and that next year they decided to emigrate to the Rocky Mountains (5).

 

Toch gaat van der Woude niet overhaast te werk temidden van deze wonderbaarlijke ontwikkeling. Yet van der Woude not rush things amidst this wonderful development. Niet alle begrippen van de Nieuwlichters komen met het mormonisme overeen en de jonge kerk kan zich geen bekeerlingen met nog vreemde ideeën veroorloven. Not all concepts of the modernists agree with Mormonism and the young converts in church can not yet afford strange ideas. De rest van april en heel de maand mei 1863 werkt Elder van der Woude met de Nieuwlichters door prediking en gesprekken. The rest of April and throughout the month of May 1863 working with the Elder van der Woude innovators by preaching and conversation.

 

 

' NU ZULLEN WIJ HET WARE KRIJGEN...' 'NOW WE WILL GET THE TRUE ... "

 

Niet alleen mormoonse bronnen spreken van die toenadering van de Nieuwlichters tot het mormonisme. Not only Mormon sources mention that the rapprochement of innovators to Mormonism. De historicus HPG Quack noteert dat in 1863 "een trilling onder de Nieuwlichters te bespeuren was... de tijding dat hun de roeping van de Geest was gebracht, om naar de Mormonen in Noord-Amerika te gaan" (6). HPG Quack The historian notes that in 1863 "a vibration was detected among the newcomers to the news that their ... the vocation of the Spirit was brought to the Mormons in North America to go" (6). Professor Quack haalt het boeiend getuigenis aan van AJ Oost, predikant te Zutfen, die het verschijnsel te Heukelum bij Gorkum waarneemt. Professor Quack gets the fascinating testimony of AJ East, minister at Zutfen that the phenomenon Heukelum Gorkum to perceive. Deze dominee heeft omgang met verscheidene Nieuwlichters en meldt hoe de boodschap van "de roep naar Zion" door "de ruilebuik" wordt overgebracht. This minister is dealing with several newcomers and reports how the message of "the call to Zion" by "the exchange belly" is transmitted. "De ruilebuik" is een schipper, Heystek genaamd (Willem Heystek zelf of familie?), die in zijn vaartuigje ruilhandel drijft en optreedt als reizende agent voor de Nieuwlichters. "The exchange belly" is a skipper, called Heystek (William Heystek yourself or family?), Who are bartering vaartuigje floats and acts as traveling agent for the innovators.

 

Een uittreksel uit Professor Quack's verslag van dominee Oost's ervaringen illustreert die geestelijke opwekking die het mormonisme voor de Nieuwlichters betekent: An extract from Professor Quack's Report Pastor's experience illustrates that Eastern spiritual revival that Mormonism means for innovators:

"Een vreemde, onuitsprekende opgewondenheid maakte zich toen van deze Nieuwlichters meester. 'Wij worden geroepen!', zo klonk het. De heer Oort, toen hij het eerst er van hoorde, ging dadelijk naar den ouden Dirk Exalto. "A strange, indescribable excitement arose when these master innovators." We are called! ", As it sounded. Mr. Oort, when he first heard of it, went straight to the old Dirk Exalto.

'Is het waar, gaat ge weg?' "Is it true you go away?" zo vroeg de predikant. Sun asked the preacher.

Reeds het uiterlijk van de boer antwoordde voor hem. Even the appearance of the farmer answered for him. Zijn ogen fonkelden onder zijn grijze wenkbrauwen en zijn handen trokken zenuwachtig aan zijn pet. His eyes glittered under his gray eyebrows and pulled his hands nervously on his cap.

'Of ik ga, man? "If I go, man? De gehele wereld houdt mij niet vast. The whole world loves me not fixed. Nu zullen wij het ware krijgen. Now we get to speak. Nu weten wij, waar de echte liefde is.' Now we know where the real love is. "

Toen de predikant hem ernstig vroeg, of hij het op zijn geweten durfde nemen, niet alleen zichzelf, maar zovelen met hem een onzekere toekomst te doen tegengaan, herhaalde hij slechts: 'Wij worden geroepen.' When the minister asked him seriously if he dared take it on his conscience, not only themselves, but with so many make him an uncertain future combat, he merely repeated: "We are called."

De predikant liet nog niet af, en voerde tegenwerpingen aan. The minister had not finished, and argued against objections to. Des te beslister bleef echter Dirk Exalto. The more resolutely remained Dirk Exalto. Niet achteruit te zien was zijn woord: Not back to see his words:

'Gedenk de vrouw van Lot,' zo klonk het uit zijn mond. "Remember Lot's wife," it sounded so out of his mouth. 'Begrijpt ge het nu?' "Do you understand now?" vroeg hij eindelijk met zekere fierheid. he finally asked with some pride.

'Neen, Dirk,' was het antwoord. "No, Dirk," was the reply.

'Nu, hoor dan mijn woord! "Now, then hear my word! Het loopt hier in deze vervloekte oude wereld op zijn eind. It is here in this old world cursed to an end. Het geklaag der arbeiders schreeuwt tot Gods troon. The cries of the workers complaining to God's throne. De rijken zullen jammeren en schreien, want de maat is hier vol. The rich are whining and crying, because the size is now full. Maar bij de Heiligen der laatste dagen in Utah komt de zaligheid. But the Latter-day Saints in Utah, the bliss. Dààr heerst de gelijkheid, de liefde. Since there equality, love. Dààr is ieder arbeider. Wie er niet heen gaat, is verloren!'" (7). There is every worker. Who does not go, is lost! "" (7).

 

Duidelijk wordt hier de roep naar Zion ook vermengd met de socialistische en communistische idealen van een klasseloze maatschappij, die precies in die periode velen in beroering zet. Clearly this is the call to Zion also mixed with the socialist and communist ideals of a classless society, exactly in that period many in turmoil continues. Men mag ook niet vergeten dat Amerika sinds lang, in de ogen van religieuze minderheden en sociale verworpenen, het land van belofte is, waar vrije godsdienstuitoefening en de opbouw van een volmaakte maatschappij wortel kunnen schieten. Reeds bij het prille ontstaan van de Nieuwlichters, in de jaren 1820, voelden Stoffel Muller en Maria Leer sympathie voor een grote groep Duitsers die naar Amerika trokken om er het Godsrijk te stichten (8). Zijzelf werd tijdens haar proces vergeleken met Anna Lee, die jaren daarvoor Engeland was ontvlucht en in Amerika de Quakers tot hun beroemde beweging inspireerde. One should also remember that America has been, in the eyes of religious minorities and social outcasts, the land of promise, where free exercise of religion and building a perfect society root to shoot. Already in the very beginnings of the innovators in the 1820s, Muller and Maria Learn Stoffel felt sympathy for a large group of Germans who went to America to make the kingdom of God to found (8). She herself during her trial compared to Anna Lee, who years earlier had fled England and in America Quakers to their famous movement inspired. En reeds bij een breuk in de gemeenschap der Nieuwlichters zelf, omstreeks 1833, waren een aantal naar Amerika getrokken (9). And already at a break in the community of innovators themselves, around 1833, some were drawn to America (9). Voor de overblijvende Nieuwlichters in 1863 krijgt Amerika echter een nieuwe betekenis: het Koninkrijk Gods werd er reeds gevestigd, in overeenstemming met hun hoop op een herstelling van de kerk door goddelijke openbaring. For the remaining innovators in 1863, however, America gets a new meaning: the Kingdom of God was already established, in accordance with their hopes for a restoration of the church by divine revelation.

 

 

" WE BELEEFDEN EEN HEERLIJKE TIJD..." "WE had a wonderful time ..."

 

Elder van der Woude tracht het laaiend enthousiasme in goede banen te leiden door steeds eerst degelijk onderwijs te verstrekken. Elder van der Woude try the blazing enthusiasm on track to lead by becoming first to provide decent education. In mei 1863 wordt het gezin Jasper gedoopt. In May 1863, the Jasper family baptized. In juni bekomt van der Woude kostbare hulp van John L. In June van der Woude obtain valuable assistance of John L. Smith, president van de Zwitsers-Duitse zending, onder wiens gezag het Nederlands gebied werd geplaatst, en die via Rotterdam een groep van zeventig Zwitserse emigranten begeleidt naar Liverpool. Timotheüs Mets, die als leider voor de groep Nieuwlichters optreedt en het Engels goed beheerst, voert diepgaande gesprekken met John L. Smith. Smith, president of the Swiss-German mission, under the authority of Dutch territory was placed, via Rotterdam and a group of seventy Swiss emigrants guide to Liverpool. Timothy Mets, who as leader of the group acting innovators and mastered English, conducts in-depth interviews with John L. Smith. Wanneer President Smith drie dagen later weer door Rotterdam komt om naar Basel terug te keren, worden de gesprekken voortgezet. President Smith noteert in zijn dagboek, juni 1863: When President Smith three days later from Rotterdam to Basel to come back, the calls continued. President Smith writes in his diary, June 1863:

 

"Op de 10de nam ik de trein vanuit Liverpool naar Hull en op de 11de de stoomboot voor Rotterdam, waar ik de 12de aankwam. Daar bracht ik geruime tijd door met de heer Timotheüs Mets, leider van de Nieuwlichters, en samen met hem bezocht ik veel van zijn mensen, gaf hun een geschiedenis van de heiligen der laatste dagen en van Joseph de Profeet. Zij waren zeer geïnteresseerd en verscheidenen drukten hun geloof uit in mijn woorden en wensten gedoopt te worden. Ik gaf hun de raad niets overhaast te doen, alles te onderzoeken en de waarheid vast te grijpen, en ik zei hun wat zij moesten doen om een getuigenis te ontvangen. Ik bracht de dagen en nachten aldus nuttig door, zaaide het goede zaad en bad tot mijn hemelse Vader dat het wortel mocht schieten" (10). "On the 10th I took the train from Liverpool to Hull and on the 11th the steamer for Rotterdam, where I arrived the 12th. Since I spent some time with Mr Timothy Mets, leader of the modernists, and I visited with him many of his people, gave them a history of the Latter-day Saints and the Prophet Joseph. They were very interested and Several expressed their faith in my words and wished to be baptized. I gave them the advice to do anything hasty, investigate the truth and everything to grab, and I told them what they should do to receive a testimony. I spent the days and nights by so useful, sowed the good seed and prayed to my heavenly Father that the root was shooting " (10).

 

Eerst denkend aan het welzijn van de mensen en niet aan zijn eigen glorie, keert President Smith terug naar Zwitserland, zonder één van zijn nieuwe Nederlandse vrienden te hebben gedoopt. At first thinking of the welfare of the people and not to his own glory, President Smith returns back to Switzerland, without one of its new Dutch friends have christened. Net zoals President Cannon, weet hij dat eerst volledig inzicht en volledige bekering nodig zijn om standvastigheid te waarborgen. Like President Cannon, he knows first complete understanding and full conversion are needed to ensure constancy. En ook Elder van der Woude huldigt moedig en nederig het principe van geduld: begin juni 1863 komt een einde aan zijn zendingsperiode. And Elder van der Woude and humble honors the principle of patience: early June 1863 marks the end of his mission period. Na een brief met instructies van President Cannon uit London te hebben gekregen, neemt ook hij afscheid van zijn nieuwe vrienden en van zijn familie en reist hij naar Engeland. After a letter with instructions from President Cannon from London to have received, also takes his leave of his new friends and his family and he travels to England. Daar voegt hij zich, volgens de gegeven instructies, bij een groep Europese Heiligen die naar Zion emigreren. He adds himself, according to the instructions given by a group of European Saints to emigrate to Zion. Met het stoomschip The Amazon varen zij naar New York. With the steamship The Amazon sail it to New York. Elder van der Woude, uit Salt Lake City vertrokken in april 1861, had een eervolle zending volbracht. Elder van der Woude, departed from Salt Lake City in April 1861, had an honorable mission accomplished. De Nederlandse verdiensten van Elder Schettler, die naar de Zwitsers-Duitse zending was overgeplaatst, zijn niet vergeten. The Dutch merits of Elder Schettler, which the Swiss-German mission was transferred, are not forgotten. In juli 1863 stuurt President John L. In July 1863 President sends John L. Smith de Pruisische zendeling tijdelijk naar Nederland terug om er in Rotterdam het merkwaardige werk met de Nieuwlichters verder te zetten. Smith Prussian missionary to return temporarily to the Netherlands in Rotterdam the remarkable work with the innovators to continue. De tijd is rijp om Timotheüs Mets te dopen en Elder Schettler leidt hem het water in. The time is ripe to Mets dipping and Elder Timothy Schettler leads him into the water. Ook treden er enkele mensen toe in Gorinchem, waar Schettler eveneens doopt. Also some people to act in Gorinchem, where Schettler also renamed.

 

Tegen de maand oktober is een grotere groep Nieuwlichters voldoende onderwezen. By the month of October is a larger group of innovators sufficiently taught. Broeder Mets stuurt wat geld aan President John L. Brother Mets send some money to President John L. Smith met het verzoek de toetreding van deze groep Nieuwlichters te komen leiden. Smith requesting the entry of this group to be leading innovators. President Smith, op reis in Zuid-West Duitsland, aanvaardt de uitnodiging en komt op 15 oktober te Rotterdam aan. President Smith, on tour in South-West Germany, accepting the invitation and on October 15 to come to Rotterdam. De rest van de maand besteedt hij aan het verder onderwijzen van het evangelie en aan het beantwoorden van vragen. The rest of the month he spends on the further teaching of the Gospel and answering questions. De doopdatum wordt gesteld op 1 november 1863. President Smith noteert in zijn dagboek: The baptism will be held on November 1, 1863. President Smith writes in his diary:

 

"Gisteravond <31 oktober 1863> kreeg ik een brief van de heer Heystek dat de wind te hard was en dat de plechtigheid niet kon doorgaan. Broeder T. Mets vroeg me of ik niet beter het bericht kon rondsturen dat de mensen niet hoefden te komen. Een volle minuut keek ik hem aan en antwoordde toen: 'Nee, laat ze komen; mijnheer Heystek zal hier zijn en wij zullen een fijne dag hebben'. Deze ochtend was de wind inderdaad gaan liggen en leek het net lente. Mijnheer Heystek kwam aan met de boot en vijfentwintig mensen gingen aan boord. Hij voer naar een rustige inham waar we niet gestoord zouden worden, legde een loopplank naar de kant en ankerde de boot vast. Na een korte vergadering, stapte ik in het water en broeder T. Mets leidde de mensen één voor één naar me toe. Ik doopte twaalf mannen en negen vrouwen, waarna we in het ruim samenkwamen en ik hen bevestigde als leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik ordende Timotheüs Mets tot priester en stelde hem aan om te presideren. We beleefden een heerlijke tijd, die we ons lang zullen herinneren, want de Heer stortte zijn Geest rijkelijk over ons uit en allen verheugden zich. Nadien gingen we terug naar het huis van broeder Mets en vergaderden tot laat in de nacht" (11). "Last night <October 31, 1863> I received a letter from Mr Heystek that the wind was too hard and that the ceremony could not proceed. Brother T. Mets asked me whether I could better send out the message that people did not need to come . A full minute I looked at him and then replied: "No, let them come, Mr. Heystek will be here and we will have a good day." This morning the wind was really lie and it felt like spring. Heystek was Sir with the boat and twenty-five people were on board. He sailed into a quiet cove where we would not be disturbed, put a gangway to the shore and anchored the boat. After a brief meeting, I stepped into the water and brother T. Mets led the people one by one to me. I baptized twelve men and nine women, and we came together in the hold and I confirmed them as members of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints. I Timothy disordered Mets to priest and asked him to preside. We experienced a wonderful time that we will long remember, for the Lord poured out His Spirit abundantly on us and everyone rejoiced. Afterwards we went back to the home of brother and Mets met in late in the night "(11).

 

Tot die groep dopelingen behoren onder meer de eerder vernoemde Willem Heystek, Dirk Exalto en Samuel Mets. These groups include the baptisms mentioned earlier Heystek William, Samuel and Dirk Exalto Mets. Kerkleden van nu, wier mormoonse wortels tot deze voorouders teruggaan, zullen ongetwijfeld met genoegen de namen van deze bekeerlingen raadplegen (12). Church of today, whose Mormon roots go back to these ancestors, will undoubtedly pleased the names of these converts consult (12).

 

Tegen het einde van 1863 telt de kerk in Nederland reeds een flinke kern. By the end of 1863 the church in the Netherlands has been a big key. Het heeft twee en een half jaar werk gekost. It has two and half years of work cost. De roep naar Zion weerklinkt nu sterk onder de heiligen en de meesten bereiden zich voor te emigreren. The call to Zion sounds so strong among the saints, and most are preparing to emigrate. In mei 1864, na een grondige voorbereiding, staat een groep van 58 personen (31 volwassenen en 27 kinderen) klaar om te vertrekken. Ook hiervan geven we de namen ter attentie van hun eventuele nakomelingen (13). In May 1864, after a thorough preparation is a group of 58 people (31 adults and 27 children) ready to go. Even the names we give them the attention of their potential offspring (13). Van Rotterdam varen zij eerst naar Liverpool - dé vertrekhaven voor de Europese Heiligen. First they sail from Rotterdam to Liverpool - the base for the European Saints. Daar gaan zij aan boord van de SS Hudson die op 1 juni het anker licht voor de Verenigde Staten. There they go aboard the SS Hudson on June 1 the anchor light for the United States. Zij vormen de eerste groep Nederlandse Heiligen die de grote overtocht maken, op een totaal van haast zevenduizend in de komende honderd jaar. They are the first group of Dutch Saints who make the great crossing, at a total of almost seven thousand in the next one hundred years.

 

Volgend nummer: De tocht naar het Next issue: The trip to the

Beloofde Land Promised Land

 

Voetnoten Footnotes

 

(1) HPG Quack, "De Zwijndrechtse Broederschap, godsdienstig communisme in de eerste helft onzer eeuw," in De Gids (1892), 231-264. DN Anagrapheus, De Zwijndrechtse Nieuwlichters, 1816-1832 (Amsterdam: Elsevier, 1892). (1) HPG Quack, "The Brotherhood Zwijndrechtse, religious communism in the first half of our century," in The Guide (1892), 231-264. Anagrapheus DN, De Zwijndrechtse modernists, 1816-1832 (Amsterdam: Elsevier, 1892). GP Marang, De Zwijndrechtse Nieuwlichters (Dordrecht: H. De Graaf, 1909). GP Marang, The Zwijndrechtse innovators (Dordrecht: H. De Graaf, 1909). Id., "Nieuw licht over de Zwijndrechtse Nieuwlichters," in Nederlands Archief van Kerkgeschiedenis, XXVIII (1936), 129-153. Wim Zaal, Gods onkruid: Nederlandse sekten en messiassen (Amsterdam: Meulenhoff, 1972), pp. Id., "New light on the Zwijndrechtse innovators," in Dutch Archives of Church History, XXVIII (1936), 129-153. Wim Zaal, God weeds: Dutch sects and messiahs (Amsterdam: Meulenhoff, 1972), pp. 19-44. 19-44. Is. Is. J. J. Reedijk, De Zwijndrechtse Nieuwlichters (Zwijndrecht: Plancken en Zn., 1938). Reedijk, The Zwijndrechtse innovators (Zwijndrecht: Plancken and Zn., 1938). Drs. Drs. N. van der Blom, "Maria Leer groet Erasmus", in Rotterdams Jaarboekje 1962 (Rotterdam: WL & J. Brusse, 1962), pp. N. van der Blom, "Maria Learn greeting Erasmus' Yearbook 1962 in Rotterdam (Rotterdam: WL & J. Brusse, 1962), pp. 247-282. 247-282.

(2) Anagrapheus, p. (2) Anagrapheus, p. 69. 69.

(3) Willem Heystek, De Ware Leer der Zaligheid (Dordrecht: J. de Vos en Comp., 1834). (3) Willem Heystek, The True Doctrine of Salvation (Dordrecht: J. de Vos and Comp., 1834).

(4) Professor Quack onderzocht of "de gemeenschap der vrouwen" van bepaalde Nieuwlichters invloed heeft gehad op hun interesse voor het mormonisme, aangezien het meervoudig huwelijk hen in die zin kon aantrekken. (4) Professor Quack whether "the community of women from certain modernists influenced their interest in Mormonism, since the plural marriage could attract them to that effect. Hij concludeert echter dat het juist diegenen waren die "de gemeenschap der vrouwen" verwierpen, die overgingen tot de mormoonse kerk. He concludes however that it is precisely those who were "the community of women" rejected, which went to the Mormon church. De huwelijksmoraal van de Heiligen der Laatste Dagen staat immers lijnrecht tegen "vrije liefde": "streng werd op het huwelijk toegezien en echtbreuk werd zwaar gestraft" (geciteerd in Marang, De Zwijndrechtse Nieuwlichters, oc, p. 236. The moral of the marriage of Latter-day Saints is in fact diametrically opposed "free love": "the marriage was strictly monitored and adultery was severely punished" (quoted in Marang, The Zwijndrechtse innovators, oc, p. 236.

(5) Quack, 260. (5) Quack, 260. Van der Woude, Journal, 25 April 1863. Van der Woude, Journal, 25 April 1863.

(6) Quack, 259, 261. (6) Quack, 259, 261.

(7) Quack, 261-262. (7) Quack, 261-262.

(8) Anagrapheus, p. (8) Anagrapheus, p. 43. 43.

(9) Anagrapheus, p. (9) Anagrapheus, p. 103. 103.

(10) John Lyman Smith, Personal Journal, June 1863. (10) John Lyman Smith, Personal Journal, June 1863.

(11) Ibid. (11) Ibid.

(12) Gedoopte mannen: Johannes Jacobus Huisman (57), William Heysteck <Willem Heystek> (63), Bastiaan Keyser (64), Cornelius Dirk Exalto (63), Huibert van Dam (62), Juan Cornelis van Dam (34), Pieter Olivier (37), Aart Kuik (38), Jacob Willem Kannegieter (28), Samuel Mets (26), Willem Heysteck (18), Dirk Bockholt (20). (12) Christening men: Jacobus Johannes Huisman (57), William Heysteck <Willem Heystek> (63), Bastiaan Keyser (64), Cornelius Dirk Exalto (63), Hubert van Dam (62), Juan Cornelis van Dam (34) , Pieter Olivier (37), Aart Kuik (38), Jacob Willem Kannegieter (28), Samuel Mets (26), William Heysteck (18), Dirk Bock Holt (20). Gedoopte vrouwen: Geertje-Marrigje van Eck Exalto (62), Maartje van Dam (34), Neeltje Leuven Olivier (37), Geertje de Jong Kuik (31), Susanna Kannegieter (25), Anna Tol (52), Johanna Christina Huisman (26), Anna Mets (19). Doped women: Geertje van Eck-Marrigje Exalto (62), Maartje van Dam (34), Leuven Neeltje Olivier (37), Geertje de Jong Kuik (31), Susanna Kannegieter (25), Anna Tol (52), Johanna Christina Huisman (26), Anna Mets (19).

(13) Willem de Huis, Bertha H. (13) William the House, Bertha H. de Huis, Cornelis Dirk Exalto, Geertje Exalto (geboren van Eck), Huibert van Dam, Jan Cornelis van Dam, Marrigje Exalto en kinderen Huibert, Geertje, Jaantje en Dirkje; Pieter Olivier en (Neeltje) Netje Olivier (geboren Leuven) en kinderen Pieter, Christina, Mathys, Roelof en Netje; Willem Heystek en Catherina Heystek (geboren van Dyk) en kinderen Willem en Catharina; (Aarb) Kuik, Geertje K. the House, Cornelis Dirk Exalto, Geertje Exalto (born van Eck), Hubert van Dam, Jan Cornelis van Dam, and children Huibert Marrigje Exalto, Geertje, Jane and Dirkje, and Pieter Olivier (Neeltje) Frannie Olivier (born Leuven) and children Peter, Christina, Mathys, Roelof and Netta, William and Catherine Heystek Heystek (born van Dyk) and children William and Catherine, (Aarb) Kuik, Geertje K. Kuik, Jacob Willem Cannegieter (ook: Kannegieter), Susanna K. Kuik, Willem Jacob Cannegieter (aka Kannegieter), Susanna K. Cannegieter, Bastiaan W. Cannegieter, W. Bastiaan Keiser, Elizabeth Anna de Waard Keiser en kinderen Anna en Bastiaan; Johannes Jacobus Huisman, Johanna Christina Huisman, Johanna H. Keizer, Anna Elizabeth de Waard Keizer and children Anna and Bastiaan, Jacobus Johannes Huisman, Johanna Christina Huisman, Johanna H. Huisman, OL Mets, Timotheus Mets, Lydia K. Huisman, OL Mets, Mets Timothy, Lydia K. Mets, Elizabeth Mets, Anna Christina Mets; Anneke Hak en kinderen Abrahamina, Anneke, Sophia Maria, Jacob, Catherina Helena en Adriana Elizabeth; Christina Huysman, Johanna C. Mets, Mets Elizabeth, Anna Christina Mets, Anneke Hak Abrahamina and children, Anneke, Sophia Maria, Jacob, Catherine and Helen Elizabeth Adriana, Christina Huysman, Johanna C. Huysman, Anna C. Huysman, Anna C. Tol, Johannes Hendrik Dykman en kinderen Johannes, Maria, Hendrik, Alida en Christina; Jacoba C. Tol, Johannes Hendrik Dykmans and children John, Mary, Henry, and Christina Alida; Jacoba C. Smuling (Smeeling?), Eelke Albert Jasper, Elizabeth Dekkers Jasper, Wemeltje Jasper, Cornelis Jasper, en Dirk Bockholt. Smuling (Smeeling?), Eelke Albert Jasper, Elizabeth Jasper Dekkers, Wemeltje Jasper, Jasper Cornelis and Dirk Bockholt.

 

Teksten foto's: Photos Lyrics:

 

 

7.1 7.1

 

 

Portret van de thans oude Maria Leer, omstreeks 1862, toen haar vroegere geloofsgenoten het mormonisme aanvaardden. Portrait of the now old Mary Leather, around 1862, when her former coreligionists Mormonism accepted.

 

Zwavelstokjes verkopen (midden 19de eeuw): het beroep van de vroege Nieuwlichters. Sulfur Sticks selling (mid-19th century): the occupation of the early modernists.

 

Het Noord-Hollands kanaal bij het IJ. The North Holland canal at the IJ. Via de grote waterwegen voeren de Nieuwlichters met hun waren en hun boodschap rond. Enter the waterways through the great innovators with their goods and their message around.

 

Zo bestudeerde een gezin de Schriften in de jaren 1860: "Lezing van de Bijbel", Studied the scriptures as a family in the 1860s: "Reading the Bible",

Schilderij van Eugène De Block, 1869, Copyright ACL, Brussel. Painting by Eugène De Block, 1869, Copyright ACL, Brussels.

 

Het Noord-Hollands kanaal bij het IJ. The North Holland canal at the IJ. Via de grote waterwegen Through the great waterways

voeren de Nieuwlichters met hun waren en hun boodschap tot medegevangenen, cipiers, regenten van de gevangenis en bezoekende pastoors en dominees. Maria Leer's vurige christenliefde brengt zieken tot beterschap en krankzinnigen tot gezond verstand. carry with them were the innovators and their message to fellow prisoners, guards, Regents of the prison and visiting priests and pastors. Mary Leer's ardent Christian love brings sick to get well and insane to common sense. De Nieuwlichtster geniet van haar opsluiting met het enthousiasme van een blijde martelaar. The New Light Star enjoys her confinement in the joyful enthusiasm of a martyr.

 

Na het jaar in de gevangenis, ontstaat echter een eerste breuk in de gemeenschap. After years in prison, however, creates a first break in the community. Dirk Valk, die meer mijmert over het Godsrijk, dan dat hij "de teugels der aardsche huishouding" voert, verlaat de groep met een aantal volgelingen en gaat rustig zitten wachten op de Dirk Valk, who muses about the kingdom of God more than that he "the reins of earthly housekeeping" argues, leaves the group with a following and is quietly waiting for the

 

heden en sociale verworpenen, het land van belofte is, waar vrije godsdienstuitoefening en de opbouw van een volmaakte maatschappij wortel kunnen schieten. Reeds bij het prille ontstaan van de Nieuwlichters, in de jaren 1820, voelden Stoffel Muller en Maria Leer sympathie voor een grote groep Duitsers die naar Amerika trokken om er het Godsrijk te stichten (8). Zijzelf werd tijdens haar proces vergeleken met Anna Lee, die jaren daarvoor Engeland was ontvlucht en in Amerika de Quakers tot hun beroemde beweging inspireerde. present and social outcasts, the land of promise, where free exercise of religion and building a perfect society root to shoot. Already in the very beginnings of the modernists in the 1820s, Muller and Maria Learn Stoffel felt sympathy for a large group Germans who went to America to make the kingdom of God to found (8). She herself during her trial compared to Anna Lee, who years earlier had fled England and in America the Quakers to their famous movement inspired. En reeds bij een breuk in de gemeenschap der Nieuwlichters zelf, omstreeks 1833, waren And already at a break in the community of innovators themselves, around 1833, were

 

8.1 8.1

 

 

een aantal naar Amerika getrokken (9). a number drawn to America (9). Voor de overblijvende Nieuwlichters in 1863 krijgt Amerika echter een nieuwe betekenis: het Koninkrijk Gods werd er reeds gevestigd, in overeenstemming met hun hoop op een herstelling van de kerk door goddelijke openbaring. For the remaining innovators in 1863, however, America gets a new meaning: the Kingdom of God was already established, in accordance with their hopes for a restoration of the church by divine revelation.

Chapter 4 – Come, Come, Ye Saints

Heiligen der Lage Landen

Saints Low Countries

 

Komt Heil'gen Komt...

Even in herinnering brengen:

In het eerste hoofdstuk beschreven we hoe in 1837 de eerste zendelingen de Europese drempel overschreden. In 1841 bezocht apostel Orson Hyde Nederland, dat sociaal, cultureel en economisch een sombere periode doormaakte (Horizon I, 2). Twintig jaar later, in 1861, ontscheepten de eerste voltijdse zendelingen in Rotterdam: Elder Schettler en Elder van der Woude. Hun moeizaam werk, de eerste dopelingen en de pijnlijke leerschool werden in het tweede hoofdstuk verteld (Horizon I, 4). Een doorbraak tekende zich vervolgens af in de toetreding van de Nieuwlichters, een vinnige beweging van "heiligen" die heel dicht bij de herstelde waarheid stonden. In mei 1864 reisde de eerste groep Nederlandse kerkleden af naar Zion, de voorlopers van haast zevenduizend Nederlandse emigranten (Horizon I, 5).

Op een kade van Rotterdam stonden de heiligen die in Nederland bleven, of liever achterbleven. De broeders en zusters met wie ze de prille kerk hadden gevormd en met wie ze rijke geestelijke ervaringen hadden gedeeld, wuifden nog vanaf het schip dat nu de haven uitvoer. Op het dek beleefden die mormoonse passagiers het moment intens: er was het afscheid van hun geboorteland dat velen vermoedelijk nooit zouden terugzien; er was de opwinding van een wereldreis die maanden in beslag zou nemen; er was het aangrijpende vooruitzicht op een nieuwe toekomst "in ons Zion ons zo waard, waar zich 't volk van God vergaart." Aan wal streden de achterblijvers ook met hevige gevoelens: de plotselinge eenzaamheid nu de reeds kleine kern nog kleiner was geworden, het verlangen om ook te kunnen vertrekken, het leed om de scheiding.

Hier vond een gebeurtenis plaats die in de komende jaren ontelbare malen herhaald zou worden: het ene deel van de kerkleden vertrok naar Amerika, het andere deel bleef ter plaatse. Zij die vertrokken hadden het goede deel gekozen: zij gaven gehoor aan de roep naar Zion en aan de "vergadering der heiligen."

Die "vergadering" beheerste voor een groot stuk de geschiedenis van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, tot ongeveer in het midden van de 20ste eeuw. Hoewel het op het eerste gezicht meer met de Amerikaanse geschiedenis, dan met de Nederlandse of Vlaamse geschiedenis te maken heeft, is het toch een fenomeen dat onze Lage Landen bijzonder raakt: gedurende jaren zou het kerkelijke leven bij ons getekend worden door de emigratie naar Amerika. Op korte termijn

lijkt het een constante aderlating van bekeerlingen en leiders ten voordele van de kerk in het verre Westen; maar op lange termijn gezien zou de emigratie een groot en standvastig miljoenenvolk vormen van waaruit met veel meer kracht en middelen het zendingswerk in de gehele wereld gevoed zou worden. In dit hoofdstuk willen we daarom dit fenomeen belichten als een integraal deel van het geloof en de ervaringen van elke Europese bekeerling in deze periode.


DE GRONDSLAG: EEN REISROUTE

Op 4 februari 1846 stak een groep huifkarren de Mississipi over op een veerboot. Enkele dagen later vroor de machtige stroom dicht en kon men sneller en talrijker oversteken. De grote uittocht van vijftienduizend heiligen der laatste dagen was begonnen. In de barre winter verlieten deze mannen, vrouwen en kinderen hun prachtige stad, Nauvoo-de-Schone in de staat Illinois. Hun gezellige huizen en bloeiende bedrijven werden nu geplunderd door de vijanden die hen verdreven. Tien kilometer verder sloegen de bannelingen hun eerste kamp op. Achter de schamele beschutting van wagenzeilen en van takkenhutten leden duizenden honger en koude. Als men een nabijgelegen heuvel beklom, kon men in de verte nog de tempel zien, gebouwd met onvoorstelbare offers, en die spoedig ontwijd zou worden door hen die de profeet Joseph in koele bloede vermoord hadden. Daar lag het verleden, nu moest naar de toekomst in het verre westen gekeken worden.

Onder de krachtige leiding van Brigham Young werden de heiligen voorbereid op de lange reis naar het Rotsgebergte, waar zij eindelijk in vrede hun eigen samenleving zouden kunnen vormen. De maatregelen van Brigham Young getuigden van een groot en gedurfd inzicht: een reisroute werd dwars door de wildernis uitgestippeld; voorhoedes zorgden voor het banen van wegen, het slaan van bruggen en het bouwen van veerboten; vooruitgeschoven groepen bezaaiden grote stukken land zodat latere groepen daar konden oogsten en hun trekdieren en kudden konden weiden: pleisterplaatsen werden zorgvuldig uitgekozen en klaargemaakt met omheiningen, waterputten, korenmolens, voorraadschuren; speciale groepen werden belast met uiteenlopende zaken zoals onderwijs, postdienst, sanitaire installaties, muziek en dans, ziekteverzorging, jacht, enz. Gedetailleerde regels werden uitgevaardigd en stipte dagprogramma's uitgewerkt. Brigham Young voorzag dat het niet zou gaan om de eenmalige reis van een groep ontheemden, maar om de onafgebroken exodus van tienduizenden en tienduizenden uit de Oude Wereld. Hij wist dat hij de grondslag legde van een beweging die tientallen jaren zou duren.

In juni 1847 kwam de eerste groep in de eenzame en barre streek van het Grote Zoutmeer aan. "Dit is de plaats," zei Brigham Young. Onmiddellijk begonnen de heiligen aan de ontginning en ontwikkeling van een onmetelijk gebied. En tussen dit land in het Rotsgebergte en de oostelijke staten van de Verenigde Staten lag nu ook een georganiseerde reisroute om vele andere duizenden te laten komen. De zendelingen die naar alle delen van de wereld gestuurd werden, verkondigden dan ook deze roep naar Zion en deze vergadering van de heiligen "naar Zions schoon en vreedzaam land," zoals een lofzang het enthousiast verkondigde.


HET BLIJVENDE EMIGRATIEFONDS

De emigratie werd grootschalig en praktisch aangepakt. Reeds in december 1847 richtte Brigham Young een schrijven aan de heiligen in Engeland met de raad het volgende mee te brengen:

"Alle soorten van het beste zaad, van granen, groenten, fruit, struiken en bomen - alles wat er ook ter wereld groeit en aangenaam is voor het oog, het hart verheugt of de ziel verblijdt; ook de beste diersoorten en pluimvee van allerlei aard; tevens de beste gereedschappen en machines voor het spinnen en weven van katoen, wol, vlas, zijde, of ook modellen en beschrijvingen ervan; daarbij alle werktuigen en machines voor landbouw en veeteelt, zoals maïsspellers, dors- en wanmachines, korrelreinigers, molens en verder alle voorwerpen die bevorderlijk zijn voor de gezondheid, het geluk en het welzijn van een volk. Indien het zware machines betreft, die aanzienlijke transportkosten met zich meebrengen, is het beter in modellen en ontwerpen te voorzien, waardoor die machines hier vervaardigd kunnen worden" (1).

Vele leden hadden niet de middelen om de verre reis te bekostigen. Om dit te verhelpen werd in 1849 het "blijvende emigratiefonds" opgericht - een onderneming zonder winstgevend doel met een kapitaal waaruit geleend kon worden om te emigreren. Ondanks de armoede en de pioniersomstandigheden van de heiligen in Salt Lake en omgeving, begonnen zij onmiddellijk geld bij te dragen om het fonds te starten ten behoeve van mensen die zij nog nooit gezien hadden. Het zou met de tijd miljoenen dollars bedragen. In een schrijven van 16 oktober 1849 werd de gebruiksprocedure van het fonds duidelijk omschreven:

"Dit fonds is bijeengebracht uit vrijwillige bijdragen en het ligt in de bedoeling het zo te beheren dat het bedrag gelijk blijft of meer wordt.. Wanneer de heiligen uit verre landen met deze hulp hier aankomen, dan verplichten zij zich tegenover de kerk zo gauw hun omstandigheden het toelaten, het ontvangen geld weer terug te betalen. Wie wil kan tegen een goed loon bij openbare werken in dienst treden en zo zijn schuld helpen aflossen. Zo gauw de heiligen in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en een overschot kunnen kweken, dienen zij dit als afbetaling te gebruiken en zo zelf het emigratiefonds te versterken... De middelen uit het fonds moeten dus als een lening en niet als een gift worden beschouwd. Wie eerlijk is, zal zich hierover verheugen, want hij zal er graag voor werken en door arbeid onafhankelijk zijn, zonder van liefdadigheid te moeten leven. Wanneer er leeglopers onder u mochten zijn, dan zullen zij tijdens de reis allerlei aanmerkingen en eisen hebben en aan het eind zullen zij niets willen betalen... Het emigratiefonds biedt dergelijke leeglopers geen hulp. Wij kunnen ze in onze valleien niet gebruiken" (2).

Voor het einde van de eeuw zouden zo'n honderdduizend Europese heiligen van het emigratiefonds gebruik maken om naar Zion te emigreren. Niet allen betaalden het geleende geld terug: het was onvermijdelijk dat ook al eens minder standvastige mensen van het systeem gebruik maakten en, eenmaal in Amerika, van de kerk afhaakten. De kerk stelde geen juridische vervolgingen in om dan de terugbetaling te eisen. Enkel met lankmoedigheid en liefde probeerde men deze inactieven tot betere gevoelens te brengen.


DE GROTE BESLISSING

Via de "emigratieagenten" organiseerde de kerk alle praktische aspecten, waaronder het indelen van de toekomstige emigranten in reisgroepen, het charteren en inrichten van schepen en het uitrusten van de emigranten voor de reis over de Amerikaanse vlakten. Dankzij dit zeer efficiënte systeem kwam de emigratie vanuit Europa snel op gang. Het scenario was voor bijna iedereen hetzelfde: na hun bekering tot het herstelde evangelie hoorden de nieuwe heiligen veel over Zion en over de voordelen van de vergadering in het westen. De beslissing om te emigreren was makkelijker dan men nu zou denken: in het sociaal gedesintegreerde Europa van de 19de eeuw, met zijn hopeloze klassenconflict, zijn nationalistische oorlogen en zijn uitzichtloze toekomst voor de kleine man, bood het open en vrije Amerika een aanlokkelijke aanblik. Daar was er grond, daar werd men niet uitgebuit door de rijken, daar werd werk gewaardeerd. Tussen 1821 en 1924 emigreerden 33 miljoen Europeanen naar de Verenigde Staten. Het was een fenomenale volksverhuizing van de Oude naar de Nieuwe Wereld. Voor de heiligen lagen de zaken wel wat anders: zij trokken naar Amerika om er Zion mee op te bouwen en zij hadden de steun van een goedwerkend systeem dat hen veel hulp bood en ook veel van hen verwachtte.

Eenmaal de beslissing genomen, begon een vrij lange periode van voorbereiding: sparen, onnodige bezittingen verkopen, reisgoed en uitrusting aanschaffen, nuttig beroepsmateriaal verzamelen, enz. Op een vastgestelde datum kwamen de betrokken emigranten dan samen in de vertrekhavens van Liverpool of London, meestal begeleid door terugkerende zendelingen. Elk jaar verschenen er aldus duizenden op het appel aan de kaden waar gecharterde "mormoonse" schepen klaarlagen. De gebeurtenis bleek zo indrukwekkend qua organisatie en aantal deelnemers, dat "vele Londenaars, waaronder vele regeringsambtenaren en geestelijken, naar de heiligen der laatste dagen kwamen kijken en naar hun toebereidselen" (3).

De beroemde schrijver Charles Dickens bevond zich tussen de geïntrigeerde toeschouwers die in juni 1863 naar het schip "The Amazon" kwamen kijken. 891 heiligen der laatste dagen waren net aan boord gegaan, verdeeld over verschillende kerkelijke wijken met elk een presidium en een wijkraad, heel gedisciplineerd en toch heel hartelijk. Dickens, die net zoals vele buitenstaanders heel wat lasterpraat over de mormoonse kerk had gehoord, schreef: "Ik begaf mij aan boord van hun schip om getuigenis tegen hen af te leggen indien zij het verdienden; en ik was er van overtuigd dat zij het zeker verdienden. Maar tot mijn grote verbazing verdienden zij het niet. Daar ik een eerlijk getuige wil zijn, mag ik mij niet door vooroordelen laten beïnvloeden. Met de beste wil van de wereld kon ik niet ontkennen dat hier een bijzondere kracht een bijzondere gebeurtenis tot stand bracht - een gebeurtenis die beter bekende krachten niet tot stand gebracht hebben..." (4).

En het comité van toezicht van de House of Commons in London noteerde: "Wij lieten de mormoonse agent en tussenpersoon voor de reis voor ons verschijnen en kwamen de schepen die onder zijn bevoegdheid vallen. Een schip met heiligen der laatste dagen is een familie, die aan een strenge, maar algemeen aanvaarde discipline onderworpen is. Alles wat tot verbetering van het comfort, het goede uiterlijke en de innerlijke vrede bijdraagt, is er aanwezig" (5).


EEN KORST SMAAKTE ALS ZOETE KOEK...

Een zeereis van ongeveer twee weken bracht de heiligen in New York. Op wat stormweer en zeeziekte na, hadden zij genoten van een periode van vergaderingen, taal- en evangelielessen, zang, dans en gezellig vermaak. Zij konden zonder grote problemen per spoor door de oostelijke staten van de Verenigde Staten reizen tot het punt waar de spoorlijn ophield (de treinverbinding met Utah kwam pas klaar in 1869). Ze werden er opgewacht door bevoorradingsagenten van de kerk, die verantwoordelijk waren voor de verdeling van "huifkarren, ossen, koeien, geweren, meel, spek en andere nuttige artikelen." Om de kosten voor de emigranten zoveel mogelijk te drukken, werd al het overbodige vermeden: "Uiteraard kunnen op de karren alleen de hoognodige bagage, voorraden en gereedschappen worden meegenomen, en de mensen zelf zullen maar weinig kunnen rijden" (6). De "karrentreinen" die aldus werden samengesteld waren soms enorm lang. Een trein van bijvoorbeeld 400 karren, elk getrokken door acht ossen, strekte zich twee à drie kilometer uit op de route.

Laten we nu één van de Nederlandse emigranten aan het woord, zuster Johanna Carolina Lammers, die in 1867 "naar Zion trok" en veertig jaar later het volgende schreef aan de leden in Nederland:

"Het was in Mei 1867, dat mijne oude moeder (zij was 75 jaar oud) en ik, vergezeld van nog acht Nederlanders, naar Zion vertrokken. Wij voeren met het stoomschip Minnesota' en kwamen na zestien dagen zeereis behouden te New York aan.

"Wij reisden per spoor van New York naar Council Bluffs, alwaar toebereidselen voor de reis door de wildernissen gemaakt werden. Toen alles gereed was vertrokken wij. De karavaan bestond uit 460 zware wagens, ieder getrokken door acht ossen. Iederen dag legden wij omtrent 20 mijlen af. Het was een verheven schouwspel als wij des avonds kampeerden. De wagens werden in een cirkel geplaatst, het vee en de menschen er binnen. Er werden gewapende wachters omheen geplaatst en vuren ontstoken tot het bereiden van voedsel. De kapitein ging rond om te zien of alles in orde was... Wij deden onze gebeden en er heerste eensgezindheid. Het jonge volkje vermaakte zich met zingen, muziek, enz. Om 9 uur werd met een hoorn het signaal tot slapen gegeven en alles werd dan rustig. Gedurende den nacht werd er echter streng gewaakt. Des morgens ten half zeven werd het signaal geblazen voor het morgengebed. Als het ontbijt genuttigd was en de vuren uitgedoofd waren, werd de tocht verder gezet. Mijne oude moeder kon in de wagen op kisten zitten en zoo reizen, maar aangezien er geen plaats genoeg was voor allen, had ik het genoegen iederen dag in het heete zand te kunnen loopen. Wij leerden elkaar spoedig kennen en op zulk eene reis is het niet altijd zonneschijn, maar er doen zich veel moeilijkheden voor.

"Daarna kwam er eene zwaardere beproeving, de geele koorts brak in ons midden uit en 42 slachtoffers, groot en klein, vielen als prooi van die treurige ziekte. De levensvoorraad werd zeer gering en wij moesten erg zuinig zijn. Ik herinner het mij nog levendig, hoe ik met blijdschap een korst brood opraapte, die ik in het wagenspoor zag en alhoewel er reeds vele wagens over gereden waren, zoo smaakte het als zoete koek.

"De reis duurde erg lang, de zomer ging voorbij en de winter begon zich duidelijk te vertonen. Mijne schoenen waren zoo erg versleten, dat mijne teenen er door kwamen en zoo moest ik in de sneeuw loopen. Mijn teenen waren eenmaal bevroren en de broeders moesten mij helpen. Ik moest in de sneeuw gaan zitten zoodat zij beter werden. Iedere winter zijn zij nog steeds pijnlijk.

"Eenmaal kwamen er drie wilde Indianen uit de bergen naar ons toe en vroegen om geschenken. Zij waren geheel naakt en met harige huiden bedekt. Zij geleken veel op beren en wij waren erg bevreesd. Toen wij hun van levensmiddelen en andere geschenken voorzien hadden, vertrokken zij weer.

"Ik zal niet verder over mijne ondervindingen uitwijden, maar wil mijn getuigenis geven, dat ik mij steeds verheugd gevoelde en nooit murmureerde of klaagde, maar altijd dankbaar was, waardig te zijn naar Zion te mogen optrekken, aldaar groote zegeningen te ontvangen en in het geloof versterkt te worden. Het duurde zeven maanden eer wij in de valleien der bergen aankwamen. Groot was de vreugde der broederen die ons tegemoet kwamen met groote potten soep, zoodat wij allen verkwikt werden.

"Groot is de genade en liefde des Heeren over Zijne kinderen, die Hem willen vreezen en gehoorzamen. Broeders en zusters, weest standvastig in het Evangelie en weet dat wat u ook mag overkomen, het altijd tot uw welzijn zal wezen als gij blijft volharden. Ik hoop dat wij allen getrouw zullen blijven. Uw nederige zuster in het Evangelie, Johanna Carolina Lammers."

Het is aan zo'n getuigenis dat men de geest en het geloof van deze eerste Nederlandse heiligen kan meten.

Bij het binnentreden in Salt Lake werden de emigranten onthaald met een fanfare en met feestelijkheden, waarbij Brigham Young hen meestal persoonlijk kwam begroeten. Toch betekende hun aankomst aldaar niet het eindpunt van hun reis: de vestiging van Zion beperkte zich immers niet tot Salt Lake en de omliggende streek, maar zij omvatte een enorm kolonisatiegebied dat zich spoedig uitstrekte van Canada tot Mexico. Nieuwe mormoonse nederzettingen werden voortdurend gesticht, steeds verder naar het noorden en naar het zuiden. Elke groep kolonisten die vanuit Salt Lake vertrok werd zorgvuldig georganiseerd: een wijkpresidium ("bisschap") aan het hoofd, verder boeren, kleermakers, molenaars, timmermannen, metselaars, een smid en een arts, allen met hun gezinnen. Zij begaven zich naar onontgonnen gebieden, vakkundig uitgezocht door verkenners. De spaden braken de grond open, irrigatie bracht water aan en overal begon de woestijn te bloeien als een roos.


BETEKENIS VAN DE VERGADERING

De vergadering der heiligen was een fenomeen dat vooreerst religieus geïnspireerd was. Reeds in 1830, het jaar van de stichting van de kerk, werd door openbaring verkondigd:

"En gij zijt geroepen om de vergadering van Mijn uitverkorenen tot stand te brengen; want Mijn uitverkorenen horen Mijn stem, en verstokken hun hart niet. Daarom is het gebod van de Vader uitgegaan, dat zij op één plaats in dit land moeten worden vergaderd om hun hart voor te bereiden en in alle dingen voorbereid te zijn op de dag, wanneer rampspoed en verwoesting over de goddelozen worden gezonden" (7).

Voor de heiligen betekende de vergadering bijgevolg een zich veilig stellen door afzondering van de goddeloze wereld, en de mogelijkheid een vredesrijk te stichten volgens eigen sociale en economische normen. Keer op keer hadden zij dit geprobeerd en telkens werden zij verdreven, van New York naar Ohio, van Ohio naar Illinois, van Illinois naar Missouri. Ook daar werden zij mishandeld en opgejaagd. Het verlangen naar de uiteindelijke, ongestoorde plaats werd steeds groter. Het is in dit licht dat men de emotionele pleitrede kan begrijpen, die de leiders van de kerk in 1847 uitzonden, toen zij in het hart van de winter halfweg tussen Nauvoo en het Rotsgebergte kampeerden:

"Het koninkrijk dat wij stichten is niet van deze wereld, doch is het koninkrijk van de grote God. Het is het resultaat van rechtschapenheid, van vrede, van zaligheid voor iedere ziel die het wil ontvangen van Adam af tot aan zijn laatste afstammeling... Kom dan, o heiligen der laatste dagen, en alle gij groten en kleinen, wijzen en ongeleerden, rijken en armen, edelen en onedelen, verhoogden en vervolgden, heersers en onderdanen, die de deugd liefhebben en ondeugden haten, en help ons dit werk te doen, dat de Here van onze hand eist..." (8).

Het is waar dat deze vergadering der heiligen de leden wegtrok uit landen waar de kerk tegelijkertijd probeerde wortel te schieten. Telkens weer scheen het vertrek van de besten de plaatselijke basis te ontwrichten in het voordeel van de grote kerk in Amerika. Op afstand bleek het de juiste politiek: de jonge gelovigen werden door de inzet en de offers van de emigratie beproefd en gesterkt in hun geloof; zij kwamen terecht in een gemeenschap waar zij de leer en de werking van de kerk terdege in zich konden opnemen; zij stonden niet meer als een kwetsbare minderheid bloot aan vervolgingen en verleidingen; zijzelf, hun kinderen en kleinkinderen, die in de sterke traditie van de kerk opgroeiden, keerden voor een deel terug naar de landen van oorsprong, als zendelingen en als kerkleiders.

Zo tekent zich ook de geschiedenis van de kerk in onze Lage Landen af: van de haast zevenduizend Nederlanders die naar Zion emigreerden keerden er heel wat terug als krachtige en ervaren heiligen om hier de groei van de kerk tijdelijk te stimuleren. Ook hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen kwamen en komen nog naar Nederland en Vlaanderen, met een diepe liefde voor het land van oorsprong.

De geschiedenis toont hoe kostbaar hun aanwezigheid en hun ervaring zijn. Bekeerlingen die niets van de kerktradities afweten en nooit hebben gedeeld in het grotere mormoonse gemeenschapsleven, veroorzaken soms veel moeilijkheden en afwijkingen in jonge lokale gemeenten en wijken. Dan is er behoefte aan standvastige en evenwichtige heiligen die weten hoe het hoort: zij die in de mormoonse bakermat in het Amerikaanse westen verbleven hebben en er het echte kerkleven in zich opgenomen hebben, kunnen een grote hulp betekenen om leiders te trainen en de juiste richting aan te duiden. Wanneer men aldus de geschiedenis van de kerk in Nederland en Vlaanderen doorloopt, ontdekt men gauw de impact die de "vergadering der heiligen" op termijn gehad heeft: vanaf 1870 keren regelmatig geëmigreerde Nederlanders of hun directe nakomelingen als zendingspresidenten terug: Sybren van Dijk, Peter Lammers, Frederik Peters, Zwier Koldewyn, Timotheus Mets, Fred Pieper, Frank Kooyman, Jacob Schipaanboord, Don van Dam, Don van Slooten, Peter Dalebout, Neil Kooyman, John Limburg, John Roghaar. Zij zijn deel van een doelmatige historische beweging, die maakt dat Zion nu in elk deel van de wereld volwaardig uitgebouwd kan worden.

Volgend nummer:
Het zendingswerk van 1864 tot 1870.

Voetnoten:

(1) Millenial Star, X (1847), 8188.
(2) James A. Little, From Kirtland to Salt Lake City (Salt Lake City: Deseret News Press, 1909), p. 216.
(3) Richard L. Jensen & Gordon Irving, Mormons on the Ship Amazon (unpublished manuscript), p. 5.
(4) Charles Dickens, The Uncommercial Traveller, pp. 209-213.
(5) Edinburgh Review, January 1862.
(6) Millenial Star, XVII (1854), 218.
(7) Leer en Verbonden 29:7-8.
(8) Millenial Star, X (1847), 81-88.

 

 

Come, Come, Ye Saints…

Even in herinnering brengen: Just to remind:

In het eerste hoofdstuk beschreven we hoe in 1837 de eerste zendelingen de Europese drempel overschreden. In the first chapter, we described how in 1837 the first European missionaries threshold. In 1841 bezocht apostel Orson Hyde Nederland, dat sociaal, cultureel en economisch een sombere periode doormaakte (Horizon I, 2). In 1841 Apostle Orson Hyde visited the Netherlands, that socially, culturally and economically made by a gloomy period (Horizon I, 2). Twintig jaar later, in 1861, ontscheepten de eerste voltijdse zendelingen in Rotterdam: Elder Schettler en Elder van der Woude. Twenty years later, in 1861, landed the first full-time missionaries in Rotterdam: Elder Elder Schettler and van der Woude. Hun moeizaam werk, de eerste dopelingen en de pijnlijke leerschool werden in het tweede hoofdstuk verteld (Horizon I, 4). Their hard work, the first baptism and the painful school were told in the second chapter (Horizon I, 4). Een doorbraak tekende zich vervolgens af in de toetreding van de Nieuwlichters, een vinnige beweging van "heiligen" die heel dicht bij de herstelde waarheid stonden. A breakthrough then drew off in the membership of the modernists, a fierce movement of "saints" very close to the truth were recovered. In mei 1864 reisde de eerste groep Nederlandse kerkleden af naar Zion, de voorlopers van haast zevenduizend Nederlandse emigranten (Horizon I, 5). In May 1864 the first group of Dutch church members traveled down to Zion, the precursors of almost seven thousand Dutch immigrants (Horizon I, 5).

Op een kade van Rotterdam stonden de heiligen die in Nederland bleven, of liever achterbleven. On a quay of Rotterdam in the Netherlands were the saints who remained, or rather stayed behind. De broeders en zusters met wie ze de prille kerk hadden gevormd en met wie ze rijke geestelijke ervaringen hadden gedeeld, wuifden nog vanaf het schip dat nu de haven uitvoer. The brothers and sisters with whom she had formed the early church and with whom she had shared rich spiritual experience, still waved from the ship that now the export port. Op het dek beleefden die mormoonse passagiers het moment intens: er was het afscheid van hun geboorteland dat velen vermoedelijk nooit zouden terugzien; er was de opwinding van een wereldreis die maanden in beslag zou nemen; er was het aangrijpende vooruitzicht op een nieuwe toekomst "in ons Zion ons zo waard, waar zich 't volk van God vergaart." On deck Mormon passengers who experienced the intense moment: there was the farewell to their homeland that many would probably never look back, there was the excitement of a world that would take months, there was the harrowing prospect of a new future "in Zion us as our host, where "people of God to gather." Aan wal streden de achterblijvers ook met hevige gevoelens: de plotselinge eenzaamheid nu de reeds kleine kern nog kleiner was geworden, het verlangen om ook te kunnen vertrekken, het leed om de scheiding. On the shore fought also with intense feelings left behind: the sudden loneliness are already small core became even smaller, the desire to also be able to leave the suffering to the separation.

Hier vond een gebeurtenis plaats die in de komende jaren ontelbare malen herhaald zou worden: het ene deel van de kerkleden vertrok naar Amerika, het andere deel bleef ter plaatse. Here, an event took place in the coming years would be repeated countless times: one part of the church members went to America, the other part remained on site. Zij die vertrokken hadden het goede deel gekozen: zij gaven gehoor aan de roep naar Zion en aan de "vergadering der heiligen." Those who left had chosen the good part: she gave ear to the call to Zion and to the assembly of saints. "

Die "vergadering" beheerste voor een groot stuk de geschiedenis van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, tot ongeveer in het midden van de 20ste eeuw. That "meeting" controlled to a large extent the history of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, to about the middle of the 20th century. Hoewel het op het eerste gezicht meer met de Amerikaanse geschiedenis, dan met de Nederlandse of Vlaamse geschiedenis te maken heeft, is het toch een fenomeen dat onze Lage Landen bijzonder raakt: gedurende jaren zou het kerkelijke leven bij ons getekend worden door de emigratie naar Amerika. Although at first sight with more American history than the Dutch or Flemish to make history, it is still a phenomenon that particularly affects our Low Countries: for years in our church life would be signed by the emigration to America . Op korte termijn In the short term

lijkt het een constante aderlating van bekeerlingen en leiders ten voordele van de kerk in het verre Westen; maar op lange termijn gezien zou de emigratie een groot en standvastig miljoenenvolk vormen van waaruit met veel meer kracht en middelen het zendingswerk in de gehele wereld gevoed zou worden. seems a constant bloodletting of converts and leaders in favor of the church in the far west, but in the long term, the emigration and a large firm platform from which one million people with more power and resources to missionary work in the world could be fed . In dit hoofdstuk willen we daarom dit fenomeen belichten als een integraal deel van het geloof en de ervaringen van elke Europese bekeerling in deze periode. In this chapter we highlight why this phenomenon as an integral part of faith and the experiences of each European convert in this period.


DE GRONDSLAG: EEN REISROUTE THE BASIS: THE ITINERARY

Op 4 februari 1846 stak een groep huifkarren de Mississipi over op een veerboot. On February 4, 1846 a group of covered wagons crossed the Mississippi on a ferry. Enkele dagen later vroor de machtige stroom dicht en kon men sneller en talrijker oversteken. A few days later froze the powerful current density and could be faster and more numerous cross. De grote uittocht van vijftienduizend heiligen der laatste dagen was begonnen. The great exodus of fifteen thousand Latter-day Saints had begun. In de barre winter verlieten deze mannen, vrouwen en kinderen hun prachtige stad, Nauvoo-de-Schone in de staat Illinois. The harsh winter left these men, women and children, their beautiful city, Nauvoo-the-Clean in Illinois. Hun gezellige huizen en bloeiende bedrijven werden nu geplunderd door de vijanden die hen verdreven. Their cozy homes and thriving businesses were plundered by the enemies who now driven them. Tien kilometer verder sloegen de bannelingen hun eerste kamp op. Ten miles away the exiles turned their first camp. Achter de schamele beschutting van wagenzeilen en van takkenhutten leden duizenden honger en koude. Als men een nabijgelegen heuvel beklom, kon men in de verte nog de tempel zien, gebouwd met onvoorstelbare offers, en die spoedig ontwijd zou worden door hen die de profeet Joseph in koele bloede vermoord hadden. Daar lag het verleden, nu moest naar de toekomst in het verre westen gekeken worden. Behind the meager shelter of car sails and thousands of branches cabins members hunger and cold. If one climbed a nearby hill, could be in the distance is the temple, built with incredible sacrifices, and who would soon be desecrated by those who the Prophet Joseph in cold blood had killed. There was the past, now had the future looked to be in the far west.

Onder de krachtige leiding van Brigham Young werden de heiligen voorbereid op de lange reis naar het Rotsgebergte, waar zij eindelijk in vrede hun eigen samenleving zouden kunnen vormen. Under the strong leadership of Brigham Young, the Saints prepared for the long journey to the Rocky Mountains, where they finally peace in their own society could provide. De maatregelen van Brigham Young getuigden van een groot en gedurfd inzicht: een reisroute werd dwars door de wildernis uitgestippeld; voorhoedes zorgden voor het banen van wegen, het slaan van bruggen en het bouwen van veerboten; vooruitgeschoven groepen bezaaiden grote stukken land zodat latere groepen daar konden oogsten en hun trekdieren en kudden konden weiden: pleisterplaatsen werden zorgvuldig uitgekozen en klaargemaakt met omheiningen, waterputten, korenmolens, voorraadschuren; speciale groepen werden belast met uiteenlopende zaken zoals onderwijs, postdienst, sanitaire installaties, muziek en dans, ziekteverzorging, jacht, enz. Gedetailleerde regels werden uitgevaardigd en stipte dagprogramma's uitgewerkt. The measures of Brigham Young testified in a big and bold insight: an itinerary was mapped out through the wilderness; vanguards ensured the job of roads, building bridges and ferries; advanced groups littered large areas of land so that future groups there could harvest and their draft animals and cattle were grazing: roosting were carefully selected and prepared by fencing, wells, corn mills, storehouses, special groups were charged with various matters such as education, postal, sanitary installations, music and dance, health care, hunting, etc. Detailed rules were promulgated and punctual day programs developed. Brigham Young voorzag dat het niet zou gaan om de eenmalige reis van een groep ontheemden, maar om de onafgebroken exodus van tienduizenden en tienduizenden uit de Oude Wereld. Brigham Young foresaw that it would not be the journey of a single group of displaced, but the continuous exodus of tens of thousands and tens of thousands from the Old World. Hij wist dat hij de grondslag legde van een beweging die tientallen jaren zou duren. He knew that he laid the foundation of a movement that would last decades.

In juni 1847 kwam de eerste groep in de eenzame en barre streek van het Grote Zoutmeer aan. In June 1847, the first group in the lonely and barren region of the Great Salt Lake to. "Dit is de plaats," zei Brigham Young. Onmiddellijk begonnen de heiligen aan de ontginning en ontwikkeling van een onmetelijk gebied. "This is the place," said Brigham Young. Immediately began the saints in the exploitation and development of a vast area. En tussen dit land in het Rotsgebergte en de oostelijke staten van de Verenigde Staten lag nu ook een georganiseerde reisroute om vele andere duizenden te laten komen. And in this country between the Rocky Mountains and the eastern states of the United States was now an organized itinerary for many thousands to come. De zendelingen die naar alle delen van de wereld gestuurd werden, verkondigden dan ook deze roep naar Zion en deze vergadering van de heiligen "naar Zions schoon en vreedzaam land," zoals een lofzang het enthousiast verkondigde. The missionaries to all parts of the world were sent, also preached that Zion and to call this meeting of the saints "to Zions clean and peaceful country," as an ode enthusiastically proclaimed.


HET BLIJVENDE EMIGRATIEFONDS THE PERMANENT EMIGRATION FUND

De emigratie werd grootschalig en praktisch aangepakt. The emigration was widespread and practically addressed. Reeds in december 1847 richtte Brigham Young een schrijven aan de heiligen in Engeland met de raad het volgende mee te brengen: Already in December 1847 Brigham Young addressed a letter to the saints in England with the council to bring the following:

"Alle soorten van het beste zaad, van granen, groenten, fruit, struiken en bomen - alles wat er ook ter wereld groeit en aangenaam is voor het oog, het hart verheugt of de ziel verblijdt; ook de beste diersoorten en pluimvee van allerlei aard; tevens de beste gereedschappen en machines voor het spinnen en weven van katoen, wol, vlas, zijde, of ook modellen en beschrijvingen ervan; daarbij alle werktuigen en machines voor landbouw en veeteelt, zoals maïsspellers, dors- en wanmachines, korrelreinigers, molens en verder alle voorwerpen die bevorderlijk zijn voor de gezondheid, het geluk en het welzijn van een volk. Indien het zware machines betreft, die aanzienlijke transportkosten met zich meebrengen, is het beter in modellen en ontwerpen te voorzien, waardoor die machines hier vervaardigd kunnen worden" (1). "All the best kinds of seeds, cereals, fruit, vegetables, shrubs and trees - everything in the world is growing and pleasing to the eye, heart or soul rejoices pleased, even the best animals and poultry of all kinds and also the best tools and machinery for spinning and weaving of cotton, wool, flax, silk, or even models and their descriptions, while all tools and machinery for agriculture and animal husbandry, players such as maize, threshing and wanmachines, grain cleaners, mills and any further items that promote health, happiness and welfare of a nation. If heavy machinery, which entail considerable transport, it is better to provide models and designs, so that machines can be produced here " (1).

Vele leden hadden niet de middelen om de verre reis te bekostigen. Om dit te verhelpen werd in 1849 het "blijvende emigratiefonds" opgericht - een onderneming zonder winstgevend doel met een kapitaal waaruit geleend kon worden om te emigreren. Many members had not the means to travel far to pay. To recover in 1849 was the "permanent emigration fund created - a non-profit company with a capital which could be borrowed to emigrate. Ondanks de armoede en de pioniersomstandigheden van de heiligen in Salt Lake en omgeving, begonnen zij onmiddellijk geld bij te dragen om het fonds te starten ten behoeve van mensen die zij nog nooit gezien hadden. Despite the poverty and the pioneer conditions of the saints in Salt Lake area, they immediately began to contribute money to the fund to start for people they had never seen. Het zou met de tijd miljoenen dollars bedragen. It would over time millions of dollars. In een schrijven van 16 oktober 1849 werd de gebruiksprocedure van het fonds duidelijk omschreven: In a letter dated October 16, 1849, the procedure of using the Fund is clearly defined:

"Dit fonds is bijeengebracht uit vrijwillige bijdragen en het ligt in de bedoeling het zo te beheren dat het bedrag gelijk blijft of meer wordt.. Wanneer de heiligen uit verre landen met deze hulp hier aankomen, dan verplichten zij zich tegenover de kerk zo gauw hun omstandigheden het toelaten, het ontvangen geld weer terug te betalen. Wie wil kan tegen een goed loon bij openbare werken in dienst treden en zo zijn schuld helpen aflossen. Zo gauw de heiligen in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien en een overschot kunnen kweken, dienen zij dit als afbetaling te gebruiken en zo zelf het emigratiefonds te versterken... De middelen uit het fonds moeten dus als een lening en niet als een gift worden beschouwd. Wie eerlijk is, zal zich hierover verheugen, want hij zal er graag voor werken en door arbeid onafhankelijk zijn, zonder van liefdadigheid te moeten leven. Wanneer er leeglopers onder u mochten zijn, dan zullen zij tijdens de reis allerlei aanmerkingen en eisen hebben en aan het eind zullen zij niets willen betalen... Het emigratiefonds biedt dergelijke leeglopers geen hulp. Wij kunnen ze in onze valleien niet gebruiken" (2). "This fund is raised through voluntary contributions and is intended to manage it so that the amount remains the same or more .. Where the saints from distant countries to arrive here this help, then they commit themselves to the church as soon as their conditions permit, the money received back pay. Callers can at a good wage in public works so join and help repay debt. As soon as the saints in their own livelihood and to grow a surplus, they use this as repayment and thereby strengthen the emigration fund ... Money from the fund as a loan and therefore should not be regarded as a gift. Who is honest, will welcome this, because he will be happy to work and by independent work, without having to live on charity. When idlers among you might have, they will travel during the various criticisms and demands, and at the end they will not want to pay ... The emigration fund offers such idlers no help . We can not use them in our valleys "(2).

Voor het einde van de eeuw zouden zo'n honderdduizend Europese heiligen van het emigratiefonds gebruik maken om naar Zion te emigreren. Before the end of the century would be one hundred thousand saints of the European emigration fund use to emigrate to Zion. Niet allen betaalden het geleende geld terug: het was onvermijdelijk dat ook al eens minder standvastige mensen van het systeem gebruik maakten en, eenmaal in Amerika, van de kerk afhaakten. Not all paid the borrowed money back, it was inevitable that already less steadfast people made use of the system and, once in America, the church eliminated. De kerk stelde geen juridische vervolgingen in om dan de terugbetaling te eisen. The church had no legal proceedings in order than the collection procedure. Enkel met lankmoedigheid en liefde probeerde men deze inactieven tot betere gevoelens te brengen. Only with patience and love that inactive people tried to bring better feelings.


DE GROTE BESLISSING THE BIG DECISION

Via de "emigratieagenten" organiseerde de kerk alle praktische aspecten, waaronder het indelen van de toekomstige emigranten in reisgroepen, het charteren en inrichten van schepen en het uitrusten van de emigranten voor de reis over de Amerikaanse vlakten. Through the "emigration agents organized the church all practical aspects, including organizing the future emigrants travel in groups, and arrange the chartering of ships and the rest of the emigrants to travel on the American plains. Dankzij dit zeer efficiënte systeem kwam de emigratie vanuit Europa snel op gang. With this highly efficient system of emigration from Europe was slow to progress. Het scenario was voor bijna iedereen hetzelfde: na hun bekering tot het herstelde evangelie hoorden de nieuwe heiligen veel over Zion en over de voordelen van de vergadering in het westen. The scenario for almost all the same: after their conversion to the restored gospel heard much about the new saints of Zion and the benefits of sitting in the west. De beslissing om te emigreren was makkelijker dan men nu zou denken: in het sociaal gedesintegreerde Europa van de 19de eeuw, met zijn hopeloze klassenconflict, zijn nationalistische oorlogen en zijn uitzichtloze toekomst voor de kleine man, bood het open en vrije Amerika een aanlokkelijke aanblik. The decision to emigrate was easier than you might think now: socially disintegrated in Europe of the 19th century, with his hopeless class conflict, his nationalist wars and hopeless future for the common man, offered the open and free America a welcoming sight. Daar was er grond, daar werd men niet uitgebuit door de rijken, daar werd werk gewaardeerd. Tussen 1821 en 1924 emigreerden 33 miljoen Europeanen naar de Verenigde Staten. There was ground, because it was not exploited by the rich, since work was appreciated. 1821 and 1924 Between 33 million Europeans emigrated to the United States. Het was een fenomenale volksverhuizing van de Oude naar de Nieuwe Wereld. It was a phenomenal migration from the Old to the New World. Voor de heiligen lagen de zaken wel wat anders: zij trokken naar Amerika om er Zion mee op te bouwen en zij hadden de steun van een goedwerkend systeem dat hen veel hulp bood en ook veel van hen verwachtte. The saints were things a bit differently: they went to America to make them to build Zion and they had the support of an effective system that offered them much help and many of them expected.

Eenmaal de beslissing genomen, begon een vrij lange periode van voorbereiding: sparen, onnodige bezittingen verkopen, reisgoed en uitrusting aanschaffen, nuttig beroepsmateriaal verzamelen, enz. Op een vastgestelde datum kwamen de betrokken emigranten dan samen in de vertrekhavens van Liverpool of London, meestal begeleid door terugkerende zendelingen. Once the decision, began a long period of preparation: saving, selling unnecessary possessions, luggage and equipment purchase, collect useful professional equipment, etc. At a fixed date the emigrants then came together in the departure port of Liverpool or London, usually accompanied by returning missionaries. Elk jaar verschenen er aldus duizenden op het appel aan de kaden waar gecharterde "mormoonse" schepen klaarlagen. Each year thousands appeared thus to appeal to the quays where chartered "Mormon" ships were ready. De gebeurtenis bleek zo indrukwekkend qua organisatie en aantal deelnemers, dat "vele Londenaars, waaronder vele regeringsambtenaren en geestelijken, naar de heiligen der laatste dagen kwamen kijken en naar hun toebereidselen" (3). The event was so impressive in terms of organization and participation, that "many Londoners, including many government officials and clerics, to the Latter-day Saints came to watch and their preparations (3).

De beroemde schrijver Charles Dickens bevond zich tussen de geïntrigeerde toeschouwers die in juni 1863 naar het schip "The Amazon" kwamen kijken. The famous writer Charles Dickens was located between the intertank spectators in June 1863 to the ship "The Amazon" came to watch. 891 heiligen der laatste dagen waren net aan boord gegaan, verdeeld over verschillende kerkelijke wijken met elk een presidium en een wijkraad, heel gedisciplineerd en toch heel hartelijk. 891 Latter-day Saints had just boarded, spread over several districts, each with a church and a neighborhood council presidency, yet very disciplined and very cordial. Dickens, die net zoals vele buitenstaanders heel wat lasterpraat over de mormoonse kerk had gehoord, schreef: "Ik begaf mij aan boord van hun schip om getuigenis tegen hen af te leggen indien zij het verdienden; en ik was er van overtuigd dat zij het zeker verdienden. Maar tot mijn grote verbazing verdienden zij het niet. Daar ik een eerlijk getuige wil zijn, mag ik mij niet door vooroordelen laten beïnvloeden. Met de beste wil van de wereld kon ik niet ontkennen dat hier een bijzondere kracht een bijzondere gebeurtenis tot stand bracht - een gebeurtenis die beter bekende krachten niet tot stand gebracht hebben..." Dickens, who like many outsiders slander many had heard about the Mormon church, wrote: "I went on board their ship to bear witness against them to go if they deserved it, and I was convinced that it certainly deserved. But to my surprise they deserved it. Since I am a witness to be honest, I can not be influenced by prejudice. With the best will in the world I could not deny that this special force created a special event brought - an event better known forces have not established ... " (4). (4).

En het comité van toezicht van de House of Commons in London noteerde: "Wij lieten de mormoonse agent en tussenpersoon voor de reis voor ons verschijnen en kwamen de schepen die onder zijn bevoegdheid vallen. Een schip met heiligen der laatste dagen is een familie, die aan een strenge, maar algemeen aanvaarde discipline onderworpen is. Alles wat tot verbetering van het comfort, het goede uiterlijke en de innerlijke vrede bijdraagt, is er aanwezig" (5). And the Supervisory Committee of the House of Commons in London noted: "We left the Mormon agent and broker for the trip for visiting us and the ships came under its jurisdiction. A ship with Latter-day Saints is a family that to a rigorous but generally accepted discipline subject. Anything to improve the comfort, the smooth outer and inner peace contribute, there is present "(5).


EEN KORST SMAAKTE ALS ZOETE KOEK... A CRUST tastes like SWEET BISCUITS ...

Een zeereis van ongeveer twee weken bracht de heiligen in New York. Op wat stormweer en zeeziekte na, hadden zij genoten van een periode van vergaderingen, taal- en evangelielessen, zang, dans en gezellig vermaak. A voyage of about two weeks brought the Saints in New York. At some storms and seasickness after, they had enjoyed a period of meetings, language classes and gospel, singing, dancing and fun entertainment. Zij konden zonder grote problemen per spoor door de oostelijke staten van de Verenigde Staten reizen tot het punt waar de spoorlijn ophield (de treinverbinding met Utah kwam pas klaar in 1869). They were without major problems by rail through the eastern states of the United States traveling to the point where the railroad stopped (the train came to Utah ready only in 1869). Ze werden er opgewacht door bevoorradingsagenten van de kerk, die verantwoordelijk waren voor de verdeling van "huifkarren, ossen, koeien, geweren, meel, spek en andere nuttige artikelen." They were awaited by supply officers of the church, who were responsible for the distribution of "wagons, oxen, cows, guns, flour, lard and other useful articles." Om de kosten voor de emigranten zoveel mogelijk te drukken, werd al het overbodige vermeden: "Uiteraard kunnen op de karren alleen de hoognodige bagage, voorraden en gereedschappen worden meegenomen, en de mensen zelf zullen maar weinig kunnen rijden" (6). The costs for the immigrants as much as possible to print, it became redundant avoided: "Of course, the only much-needed luggage carts, supplies and tools are included, and the people themselves will have a low driving" (6). De "karrentreinen" die aldus werden samengesteld waren soms enorm lang. The 'cart-trains "were thus created were sometimes very long. Een trein van bijvoorbeeld 400 karren, elk getrokken door acht ossen, strekte zich twee à drie kilometer uit op de route. A train of 400 such carts, each drawn by eight oxen, stretched two to three kilometers from the route.

Laten we nu één van de Nederlandse emigranten aan het woord, zuster Johanna Carolina Lammers, die in 1867 "naar Zion trok" en veertig jaar later het volgende schreef aan de leden in Nederland: Let's now one of the Dutch emigrants to the word, sister Johanna Carolina Lammers, who in 1867 "went to Zion" and the next forty years later wrote to the members in the Netherlands:

"Het was in Mei 1867, dat mijne oude moeder (zij was 75 jaar oud) en ik, vergezeld van nog acht Nederlanders, naar Zion vertrokken. Wij voeren met het stoomschip Minnesota' en kwamen na zestien dagen zeereis behouden te New York aan. "It was in May 1867 that my old mother (she was 75 years old) and I, accompanied by eight Dutch, went to Zion. We introduce the steamship Minnesota" and came after sixteen days sea journey to New York to retain.

"Wij reisden per spoor van New York naar Council Bluffs, alwaar toebereidselen voor de reis door de wildernissen gemaakt werden. Toen alles gereed was vertrokken wij. De karavaan bestond uit 460 zware wagens, ieder getrokken door acht ossen. Iederen dag legden wij omtrent 20 mijlen af. Het was een verheven schouwspel als wij des avonds kampeerden. De wagens werden in een cirkel geplaatst, het vee en de menschen er binnen. Er werden gewapende wachters omheen geplaatst en vuren ontstoken tot het bereiden van voedsel. De kapitein ging rond om te zien of alles in orde was... Wij deden onze gebeden en er heerste eensgezindheid. Het jonge volkje vermaakte zich met zingen, muziek, enz. Om 9 uur werd met een hoorn het signaal tot slapen gegeven en alles werd dan rustig. Gedurende den nacht werd er echter streng gewaakt. Des morgens ten half zeven werd het signaal geblazen voor het morgengebed. Als het ontbijt genuttigd was en de vuren uitgedoofd waren, werd de tocht verder gezet. Mijne oude moeder kon in de wagen op kisten zitten en zoo reizen, maar aangezien er geen plaats genoeg was voor allen, had ik het genoegen iederen dag in het heete zand te kunnen loopen. Wij leerden elkaar spoedig kennen en op zulk eene reis is het niet altijd zonneschijn, maar er doen zich veel moeilijkheden voor. "We traveled by rail to New York to Council Bluffs, where preparations for the journey through the wilderness were made. When we left everything was. The caravan consisted of 460 heavy vehicles, each drawn by eight oxen. Every day we laid on 20 miles. It was a sublime spectacle of an evening when we camped. The cars were placed in a circle, the cattle and the people within. armed guards were placed around it and lit fires to cook food. The captain went around to to see if everything was in order ... We did our prayers and there was consensus. The young folks amused themselves with singing, music, etc. To 9 hours with a horn was the signal given to sleep and everything was calm. During However the night was strictly watched. morning at half past six, the signal sounded for the morning prayer. If breakfast was served and the fires were extinguished, the trip was further put. My old mother was in the car sitting on crates and so travel, but since there was not enough room for everyone, I had the pleasure every day in the hot sand to walk. We got to know each other quickly and on such a journey is not always sunshine, but there are many difficulties.

"Daarna kwam er eene zwaardere beproeving, de geele koorts brak in ons midden uit en 42 slachtoffers, groot en klein, vielen als prooi van die treurige ziekte. De levensvoorraad werd zeer gering en wij moesten erg zuinig zijn. Ik herinner het mij nog levendig, hoe ik met blijdschap een korst brood opraapte, die ik in het wagenspoor zag en alhoewel er reeds vele wagens over gereden waren, zoo smaakte het als zoete koek. "Then came a severe test, the yellow fever broke out in our midst and 42 victims, large and small, fell a prey to those sad disease. The live stock was very low and we were very efficient. I remember it vividly how glad I picked up a crust of bread, which I saw in the trail and although there are already many cars were driven over, so it tasted like sweet cake.

"De reis duurde erg lang, de zomer ging voorbij en de winter begon zich duidelijk te vertonen. Mijne schoenen waren zoo erg versleten, dat mijne teenen er door kwamen en zoo moest ik in de sneeuw loopen. Mijn teenen waren eenmaal bevroren en de broeders moesten mij helpen. Ik moest in de sneeuw gaan zitten zoodat zij beter werden. Iedere winter zijn zij nog steeds pijnlijk. "The journey lasted very long, the summer passed and winter began to show itself clearly. My shoes were worn so bad that my toes and it came through so I had to walk in the snow. My toes were frozen once and brothers had to help me. I had to sit in the snow so they were better. Every winter they are still painful.

"Eenmaal kwamen er drie wilde Indianen uit de bergen naar ons toe en vroegen om geschenken. Zij waren geheel naakt en met harige huiden bedekt. Zij geleken veel op beren en wij waren erg bevreesd. Toen wij hun van levensmiddelen en andere geschenken voorzien hadden, vertrokken zij weer. "Once there were three wild Indians from the mountains to us and asked for gifts. They were completely naked and covered with hairy skin. It seemed a lot like bears and we were very frightened. When we take their food and other gifts were provided, they departed again.

"Ik zal niet verder over mijne ondervindingen uitwijden, maar wil mijn getuigenis geven, dat ik mij steeds verheugd gevoelde en nooit murmureerde of klaagde, maar altijd dankbaar was, waardig te zijn naar Zion te mogen optrekken, aldaar groote zegeningen te ontvangen en in het geloof versterkt te worden. Het duurde zeven maanden eer wij in de valleien der bergen aankwamen. Groot was de vreugde der broederen die ons tegemoet kwamen met groote potten soep, zoodat wij allen verkwikt werden. "I will not elaborate further on my experiences, but to my witness that I always felt welcome and never complained or murmured, but was always grateful, worthy to be allowed to go up to Zion, there to receive great blessings and in the faith to be strengthened. It lasted seven months before we arrived in the valleys of the mountains. Great was the joy of our brethren who responded with great soup pots, so we were all refreshed.

"Groot is de genade en liefde des Heeren over Zijne kinderen, die Hem willen vreezen en gehoorzamen. Broeders en zusters, weest standvastig in het Evangelie en weet dat wat u ook mag overkomen, het altijd tot uw welzijn zal wezen als gij blijft volharden. Ik hoop dat wij allen getrouw zullen blijven. Uw nederige zuster in het Evangelie, Johanna Carolina Lammers." Great is the Lord's grace and love on His children, who would fear Him and obey. Brothers and sisters, be steadfast in the Gospel and know that whatever you may happen, it always your well being as you will persist. I hope we all will remain faithful. Your humble sister in the Gospel, Johanna Carolina Lammers. "

Het is aan zo'n getuigenis dat men de geest en het geloof van deze eerste Nederlandse heiligen kan meten. It is such a testimony that one mind and faith of the first Dutch saints can measure.

Bij het binnentreden in Salt Lake werden de emigranten onthaald met een fanfare en met feestelijkheden, waarbij Brigham Young hen meestal persoonlijk kwam begroeten. By entering in Salt Lake emigrants were greeted with a fanfare and festivities, where Brigham Young was personally greet them often. Toch betekende hun aankomst aldaar niet het eindpunt van hun reis: de vestiging van Zion beperkte zich immers niet tot Salt Lake en de omliggende streek, maar zij omvatte een enorm kolonisatiegebied dat zich spoedig uitstrekte van Canada tot Mexico. Nieuwe mormoonse nederzettingen werden voortdurend gesticht, steeds verder naar het noorden en naar het zuiden. Yet their arrival there meant not the end of their journey: the establishment of Zion is not limited to Salt Lake and the surrounding region, but it included a huge settlement area as soon stretched from Canada to Mexico. New Mormon settlements were continuously formed, further and further to the north and south. Elke groep kolonisten die vanuit Salt Lake vertrok werd zorgvuldig georganiseerd: een wijkpresidium ("bisschap") aan het hoofd, verder boeren, kleermakers, molenaars, timmermannen, metselaars, een smid en een arts, allen met hun gezinnen. Zij begaven zich naar onontgonnen gebieden, vakkundig uitgezocht door verkenners. Each group of settlers who moved from Salt Lake was carefully organized: a district bureau ( "bishopric") to the head, more farmers, tailors, millers, carpenters, masons, a blacksmith and a doctor all with their families. They went into unexplored areas, selected by professional scouts. De spaden braken de grond open, irrigatie bracht water aan en overal begon de woestijn te bloeien als een roos. The shovels broke ground open, brought irrigation water and started across the desert to blossom as a rose.


BETEKENIS VAN DE VERGADERING SIGNIFICANCE OF THE MEETING

De vergadering der heiligen was een fenomeen dat vooreerst religieus geïnspireerd was. The meeting of saints was a phenomenon first religiously inspired. Reeds in 1830, het jaar van de stichting van de kerk, werd door openbaring verkondigd: Already in 1830, the year of the foundation of the church, was proclaimed by revelation:

"En gij zijt geroepen om de vergadering van Mijn uitverkorenen tot stand te brengen; want Mijn uitverkorenen horen Mijn stem, en verstokken hun hart niet. Daarom is het gebod van de Vader uitgegaan, dat zij op één plaats in dit land moeten worden vergaderd om hun hart voor te bereiden en in alle dingen voorbereid te zijn op de dag, wanneer rampspoed en verwoesting over de goddelozen worden gezonden" (7). "And you are called to the meeting of my chosen to establish, for my chosen hear my voice and harden not their hearts. It is the commandment of the Father, that at one place in this country must be gathered to to prepare their hearts and all things prepared for the day when calamity and destruction of the wicked are sent "(7).

Voor de heiligen betekende de vergadering bijgevolg een zich veilig stellen door afzondering van de goddeloze wereld, en de mogelijkheid een vredesrijk te stichten volgens eigen sociale en economische normen. Keer op keer hadden zij dit geprobeerd en telkens werden zij verdreven, van New York naar Ohio, van Ohio naar Illinois, van Illinois naar Missouri. Ook daar werden zij mishandeld en opgejaagd. For the saints meant the meeting is therefore a security by isolation of the wicked world, and the possibility of a peace empire under its own social and economic standards. Time after time they had tried again and they were driven from New York to Ohio , from Ohio to Illinois, from Illinois to Missouri. Even as they were beaten and chased. Het verlangen naar de uiteindelijke, ongestoorde plaats werd steeds groter. The desire for the final, undisturbed place was increasing. Het is in dit licht dat men de emotionele pleitrede kan begrijpen, die de leiders van de kerk in 1847 uitzonden, toen zij in het hart van de winter halfweg tussen Nauvoo en het Rotsgebergte kampeerden: It is in this light that one can understand the emotional speech advocates, the leaders of the church in 1847 broadcast when in the heart of winter, halfway between Nauvoo and the Rocky Mountains camped:

"Het koninkrijk dat wij stichten is niet van deze wereld, doch is het koninkrijk van de grote God. Het is het resultaat van rechtschapenheid, van vrede, van zaligheid voor iedere ziel die het wil ontvangen van Adam af tot aan zijn laatste afstammeling... Kom dan, o heiligen der laatste dagen, en alle gij groten en kleinen, wijzen en ongeleerden, rijken en armen, edelen en onedelen, verhoogden en vervolgden, heersers en onderdanen, die de deugd liefhebben en ondeugden haten, en help ons dit werk te doen, dat de Here van onze hand eist..." "We found that the kingdom is not of this world, but the kingdom of the great God. It is the result of righteousness, peace, of salvation for every soul who wants to receive from Adam down to his last descendant .. . Come, O Saints of the last days, and all ye great and small, and ways unlearned, rich and poor, noble and ignoble, and increased persecution, rulers and subjects, who love virtue and hate vice, and help us work to do, that the Lord require of our hand ... " (8). (8).

Het is waar dat deze vergadering der heiligen de leden wegtrok uit landen waar de kerk tegelijkertijd probeerde wortel te schieten. It is true that this meeting of the members pulled saints from countries where the church while trying to take root. Telkens weer scheen het vertrek van de besten de plaatselijke basis te ontwrichten in het voordeel van de grote kerk in Amerika. Time and again seemed the departure of the best local base to disrupt the benefit of the big church in America. Op afstand bleek het de juiste politiek: de jonge gelovigen werden door de inzet en de offers van de emigratie beproefd en gesterkt in hun geloof; zij kwamen terecht in een gemeenschap waar zij de leer en de werking van de kerk terdege in zich konden opnemen; zij stonden niet meer als een kwetsbare minderheid bloot aan vervolgingen en verleidingen; zijzelf, hun kinderen en kleinkinderen, die in de sterke traditie van de kerk opgroeiden, keerden voor een deel terug naar de landen van oorsprong, als zendelingen en als kerkleiders. At a distance it appeared the political right: young believers were the commitment and sacrifices of the emigration tested and strengthened in their faith, they became caught in a community where they learn and the proper functioning of the church in itself could take; they were not as a vulnerable minority subjected to persecution and temptations, they themselves, their children and grandchildren, in the strong tradition of the church grew, partly turned back to the countries of origin, as missionaries and church leaders as.

Zo tekent zich ook de geschiedenis van de kerk in onze Lage Landen af: van de haast zevenduizend Nederlanders die naar Zion emigreerden keerden er heel wat terug als krachtige en ervaren heiligen om hier de groei van de kerk tijdelijk te stimuleren. Thus emerges the history of our church in the Low Countries down from the almost seven thousand Dutch who emigrated to Zion turned back as there are many strong and experienced saints to the platforms to encourage the church temporarily. Ook hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen kwamen en komen nog naar Nederland en Vlaanderen, met een diepe liefde voor het land van oorsprong. Their children, grandchildren and great grandchildren came and still come to the Netherlands and Flanders, with a deep love for the country of origin.

De geschiedenis toont hoe kostbaar hun aanwezigheid en hun ervaring zijn. History shows how precious their presence and their experience. Bekeerlingen die niets van de kerktradities afweten en nooit hebben gedeeld in het grotere mormoonse gemeenschapsleven, veroorzaken soms veel moeilijkheden en afwijkingen in jonge lokale gemeenten en wijken. Dan is er behoefte aan standvastige en evenwichtige heiligen die weten hoe het hoort: zij die in de mormoonse bakermat in het Amerikaanse westen verbleven hebben en er het echte kerkleven in zich opgenomen hebben, kunnen een grote hulp betekenen om leiders te trainen en de juiste richting aan te duiden. Converts of the church traditions that do not fail and never shared in the larger Mormon community, sometimes causes many difficulties and abnormalities in young local communities and neighborhoods. There is constant need for balanced and saints who know how to behave: those in the Mormon birthplace in the U.S. and the West stayed true church life are included, may mean a great help to train leaders and to indicate the correct direction. Wanneer men aldus de geschiedenis van de kerk in Nederland en Vlaanderen doorloopt, ontdekt men gauw de impact die de "vergadering der heiligen" op termijn gehad heeft: vanaf 1870 keren regelmatig geëmigreerde Nederlanders of hun directe nakomelingen als zendingspresidenten terug: Sybren van Dijk, Peter Lammers, Frederik Peters, Zwier Koldewyn, Timotheus Mets, Fred Pieper, Frank Kooyman, Jacob Schipaanboord, Don van Dam, Don van Slooten, Peter Dalebout, Neil Kooyman, John Limburg, John Roghaar. When thus the history of the church in the Netherlands and Flanders runs, it soon discovered the impact the "assembly of saints" in time has been: 1870 times from regular Dutch emigrants or their immediate descendants as mission presidents back: Sybren van Dijk, Peter Lammers, Frederick Peters, Koldewyn Zwier, Timothy Mets, Fred Pieper, Frank Kooyman, Jacob Schipaanboord, Don van Dam, Don van Slooten, Peter Dale Bolt, Neil Kooyman, John Limburg, John Roghaar. Zij zijn deel van een doelmatige historische beweging, die maakt dat Zion nu in elk deel van de wereld volwaardig uitgebouwd kan worden. They are part of an effective historical movement, which makes Zion now every part of the world can be fully developed.

Volgend nummer: Next issue:
Het zendingswerk van 1864 tot 1870. The missionary from 1864 to 1870.

Voetnoten: Footnotes:

(1) Millenial Star, X (1847), 8188. (1) Millenial Star, X (1847), 8188.
(2) James A. (2) James A. Little, From Kirtland to Salt Lake City (Salt Lake City: Deseret News Press, 1909), p. Little, From Kirtland to Salt Lake City (Salt Lake City: Deseret News Press, 1909), p. 216. 216.
(3) Richard L. (3) Richard L. Jensen & Gordon Irving, Mormons on the Ship Amazon (unpublished manuscript), p. Jensen & Gordon Irving, Mormons on the Ship Amazon (unpublished manuscript), p. 5. 5.
(4) Charles Dickens, The Uncommercial Traveller, pp. (4) Charles Dickens, The Traveler Uncommercial, pp. 209-213. 209-213.
(5) Edinburgh Review, January 1862. (5) Edinburgh Review, January 1862.
(6) Millenial Star, XVII (1854), 218. (6) Millenial Star, XVII (1854), 218.
(7) Leer en Verbonden 29:7-8. (7) Doctrine and Covenants 29:7-8.
(8) Millenial Star, X (1847), 81-88. (8) Millenial Star, X (1847), 81-88.

 

Chapter 5 – Breaking the Thick Shell

Heiligen der Lage Landen

Saints Low Countries

 

HOOFDSTUK 5

1864-1870
" DE DIKKE SCHAAL DOORBREKEN..."


Op het einde van het jaar 1864, na het vertrek van de zendelingen en de emigranten, telt de kerk in Nederland nog maar vijfentwintig leden, waarvan drie ouderlingen en één diaken. Ze bevinden zich daarenboven her en der verspreid, in Amsterdam, Rotterdam, Gorinchem en Leeuwarden - een kleine, verwaaide groep. Ook zijn ze erg arm, want ze kunnen nog niet het minimum opbrengen om aan de emigratie naar Zion deel te nemen.

In vergelijking met andere Europese landen in die vroege jaren zestig, is het zendingssucces in Nederland erg mager uitgevallen, ondanks het hoopvolle lichtpunt met de Nieuwlichters, dat echter te kortstondig is geweest. Ook de algemene religieuze situatie blijkt geen openingen voor een groots opgevat mormoons zendingswerk te bieden: de Hervormde Kerk is in een defensieve strijd met het zich opdringende katholicisme gewikkeld en duldt zeker geen "zieltjeswinners" uit den vreemde. De anti-mormoonse verhalen die Nederland overspoelen zijn zelfs volledig buiten proportie, als men het handjevol lokale leden telt. Dit alles leidt tot de beslissing voorlopig slechts één zendeling naar Nederland te sturen: Joseph Weiler, geboren in Pennsylvania in 1836, en opgegroeid in een gezin dat tot de voortrekkers van de mormoonse pioniers behoort.

Op 1 november 1864 komt de 28-jarige Joseph Weiler in Nederland aan. Het verbaast hem, schrijft hij, dat hij hierheen gezonden wordt, want zijn oorspronkelijke zendingsoproep vermeldt de "Europese zending", met Engeland als bestemming. Hij heeft trouwens eerst gedurende enkele maanden op de Britse eilanden gediend, waar de vertrouwdheid met de taal, de aanwezigheid van vele zendingscollega's en een reeds uitgebreide en goed georganiseerde kerkelijke organisatie voor een aangename en vruchtbare periode hebben gezorgd. Maar nu bevindt hij zich helemaal alleen in Rotterdam: hij verstaat geen woord Nederlands, waardoor hij zelfs niet met de weinige kerkleden kan communiceren. De eenzaamheid en de moeilijkheid van zijn opdracht wegen plots erg zwaar (1).

Toch koestert Elder Weiler een sterk geloof en een positieve houding: hij zet zich vlijtig aan het leren van de taal. Hij noteert in zijn dagboek dat de "g" en de "ch" erg moeilijk uit te spreken zijn. Doch hij leert niet snel genoeg om alle situaties te kunnen voorzien: wanneer hij naar de kapper gaat om zijn bakkebaarden wat te laten bijknippen, gebruikt hij blijkbaar het verkeerde woord en de kapper - o ramp! - scheert enthousiast de bakkebaarden helemaal weg (2).

Het taalprobleem blijkt echter kinderspel in vergelijking met wat Joseph Weiler neervelt, drie weken na zijn aankomst: de gevreesde tyfus, destijds een meestal dodelijke ziekte. Gedurende zes weken ligt hij in comateuze toestand en hij zal erg zwak blijven tot het midden van het daaropvolgende jaar. Zijn dagboek blijft al die donkere maanden praktisch onaangeroerd, tenzij om uiting te geven aan zijn dankbaarheid voor de kerkleden die hem liefdevol verzorgen. En hij betreurt het nogmaals dat hij hen niet in vloeiend Nederlands kan zeggen hoezeer hij hun bijstand waardeert (3).

In juni 1865 is hij nog maar net aan de beterende hand, wanneer het bericht hem bereikt dat de Europese zendingspresident, Brigham Young jr., tweede zoon van de president van de kerk, een bezoek plant aan het Nederlandse zendingsgebied, samen met enkele ouderlingen uit Zion. Ondanks zijn nog erg zwakke conditie, begeeft Joseph Weiler zich naar de Rotterdamse kade en verwelkomt er de groep kerkleiders, waaronder David P. Kimball, een zoon van Heber C. Kimball, Heber John Richards en W. P. Nebeker. Voor Elder Weiler, die acht maanden in eenzaamheid en ziekte heeft doorgebracht, is de ontmoeting een aangrijpende gebeurtenis die hij als volgt in zijn dagboek beschrijft:

"Alleen iemand die zoals ik eenzaam in een vreemd land heeft verbleven zonder er de taal te spreken, kan de vreugde beschrijven toen ik hen zag. We aten samen, of liever ik zag hen eten, want ik kon nog niet veel verdragen. Ik gaf Brigham Young jr. een kort overzicht van mijn werkzaamheden en van de toestand in de Nederlandse zending. Hij zei dat hij het Hollandse klimaat niet erg geschikt voor mij achtte en dat hij President Daniel H. Wells in Liverpool geschreven had mij naar Engeland over te plaatsen. Ik was zo moe dat ik niet kon liggen, noch staan of zitten en ik leed zo'n erge pijn dat ik de broeders vroeg mij een zegen te geven, hetwelk zij deden. Zij beloofden mij dat ik mijn gezondheid en kracht zou herwinnen en dat ik vanaf dit ogenblik zou beginnen te genezen. Doodmoe ging ik eindelijk naar bed" (4).

Elder Weiler waardeert de bezorgdheid van Brigham Young jr. en diens intentie hem naar Engeland te laten overplaatsen (5). Enkele dagen later zendt hij echter zelf een brief naar het Europese zendingskantoor te Liverpool, waarin hij smeekt in Nederland te mogen blijven. Het is het eerste teken van de groeiende liefde die Elder Weiler voor het Nederlandse gebied voelt. Ondanks de fysische beproeving en de taalhandicap van de voorbije acht maanden, is de band tussen hem en het land gegroeid. Met al zijn inzet en met grote moed neemt hij het op zich zijn zendingsplicht uit te voeren, nu zijn gezondheid eindelijk terugkeert.

Een eerste grote stap in het verstevigen van het zendingsgebied is de organisatie van een "onafhankelijke zending". Tot nog toe was Nederland gewoon een deel van een zending die ook Duitsland, Zwitserland en een deel van Italië besloeg. Voor één zendingspresident was het echter geografisch onmogelijk de behoeften van zendelingen en leden in zo'n groot gebied te overzien en hulp te bieden waar nodig. Elder Weiler wordt dus aangesteld als zendingspresident van het Nederlandse gebied - een gebied waarin hij voorlopig de enige zendeling is!


NEDERLAND VAN 1865 TOT 1870

Charles Boissevain, later hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, maakt in London kennis met een "vélocipède." Enthousiast brengt hij in 1865 de hoge fiets naar Nederland en maakt een eerste rondje door Rotterdam. De geschokte toeschouwers smijten hem koolstronken naar het hoofd - naar dat "vehikel des duivels." Doch de welgestelde snobs zien er het originele en plezierige van in. "Nee, cher ami, een vélocipède is geen dansmeisje, maar een ding op wielen waar je op zit. Verrukkelijk! Vraiment exquis! En het gaat reuze-snel." De fiets wordt een sensatie en iedereen die het kan betalen rijdt al spoedig met hoge hoed door het park. Schichtige paarden gaan aan het steigeren bij het horen van het onbekende geratel en menig koetsier geeft een voorbijsnorrend fietser een lel met zijn zweep.

Een ander vervoermiddel is tegen 1865 al beter ingeburgerd: de tuffende stoomtrein. Wie in de derde klasse "waggons" rijdt, zit in de open lucht en stapt er zwartberoet uit. De eerste-klasser daarentegen zit niet alleen mooi afgedekt, maar kan ook nog een koperen kruik met heet water krijgen. Speciale wegwachters verzamelen langs de spoorbaan losgeraakte bouten en bagage die van de wagons is gevallen. "Af te halen aan het station tussen drie en vijf uur des namiddags." Toch zijn er nog heel wat tegenstanders van dit "gedrocht der werktuigkunde," dat landbouwgronden doet onteigenen en dat, volgens sommige zwartgekousde dominees, alleen maar "zinnelijk genot in de snelheid" oplevert. Ook wordt er gewezen op het nadeel dat "de doorreizende vreemdelingen ons landje in weinige uren als het ware doorvliegen en in geen de minste verteeringen behoeven te vervallen." Doch de trein zet door en doorkruist al spoedig geheel Nederland. De ontwikkeling wordt gekenmerkt door een enorm bouwprogramma. Alleen al voor de lijn van Amsterdam naar Rotterdam worden er achtennegentig bruggen geconstrueerd.

Onder de werklieden woelt de nieuwe geest van het socialisme. "Boekdrukkunst!" heet de eerste vakbond die de Amsterdamse typografen in 1866 stichten. "Zoiets moeten wij ook hebben" klinkt het bij de wevers, bij de diamantarbeiders, bij de sjouwers, de slagers, de schuitenvoerders, metselaars en timmerlieden. Men vergadert, men balt de vuist, men komt op straat. Al die woelige groepen smelten in 1870 samen tot het Algemeen Nederlands Werklieden Verbond.

De kritiek op de kinderarbeid wordt steeds luider. En de goegemeente geeft toe, hypocriet en met mondjesmaat. Zo leest men in 1870 aan een fabriekspoort in het katholieke Maastricht: "Voor 't vervolg zullen geene kinderen in de fabriek aangenomen worden, welke de Eerste Heilige Communie niet gedaan hebben." In die tijd doet een kind zijn eerste communie rond de leeftijd van tien jaar. Op de wezenlijke sociale veranderingen zullen we nog even moeten wachten. "Das Kapital" van Karl Marx is nog maar een paar jaar verschenen.

Ook de vrouwen komen in beweging en roepen om meer rechten. Dominee Ten Kate ziet het met ontzetting aan en doet die "schandalige drangen" met enkele dichtregels af:

"Hij___ zelfstandig als een ceder,
die op eigen wortel steunt;
Zij afhankelijk als klimop,
die zich aan zijn takken leunt.
Hem de mensen; haar de kinderen;
hem de wereld; haar het huis;
En voor beiden: liefdes volheid,
als Gods liefde, sterk en kuis..."

Maar zo ziet de doktersdochter Aletta Jacobs uit Sappemeer het niet. Na de meisjeschool heeft ze examen gedaan voor apothekersassistente en leert vlijtig Latijn en Grieks. Ze stuurt een verzoekschrift naar eerste minister Thorbecke en dankzij diens persoonlijk ingrijpen mag Aletta naar de universiteit te Groningen om er medicijnen te bestuderen. De pers is verontwaardigd: "Zij doet het alleen om met mannen in aanraking te komen!" En het Leidse studentenblad stuurt de Groningse studenten een oproep: "Maak haar het leven zuur! Dan zal zij haar biezen wel pakken en tevens andere vrouwen afschrikken, die haar noodlottig voorbeeld willen volgen!" Maar Aletta vecht door en haalt uiteindelijk de doctorsbul. Nu schrijven de studenten: "Mejuffrouw Jacobs heeft in ons vertrouwen gesteld. Dat vertrouwen is niet beschaamd geworden en de studenten mogen daar trots op zijn!"

Politiek beleeft Nederland in deze vijf jaar een hachelijk internationaal avontuur rond het bezit van Limburg en Luxemburg. De twee provincies zijn gedeeltelijk Pruisisch bezit en Kaiser Wilhelm I, opgezweept door zijn kanselier Bismarck is volop bezig - "met bloed en staal!" - het Duitse rijk tot machtige eenheidsstaat te maken. In 1866 maakt Pruisen in een Blitzkrieg Oostenrijk een kopje kleiner, tot grote ontsteltenis van het kleine Nederland. "Straks worden wij nog door het bezit van Limburg en Luxemburg in een oorlog gesleept!" Koning Willem III probeert Luxemburg al gauw aan Napoleon III te verkopen - voor een kleine vijf miljoen gulden is hij al tevreden -, maar woest zegt Bismarck: "Nein! Nein! Nein!" Hevig verontrust beginnen de Nederlanders schietverenigingen en weerbaarheidstroepen op te richten, zo manhaftig als ze aftands zijn. Gelukkig lost een internationale conferentie te London het een en ander op. Nét op tijd: in 1870 breekt de Frans-Duitse oorlog uit, waaraan Nederland mooi ontsnapt.


DE EERSTE ZENDINGSCONFERENTIE

In september 1865 noteert Elder Joseph Weiler in zijn dagboek dat hij "in gebroken Nederlands" spreekt. Spoedig krijgt hij meer vertrouwen in zijn taalkundige capaciteiten en begint steeds vlotter met leden en niet-leden te converseren (6). Daar de leden erg verspreid wonen, is Elder Weiler verplicht vaak te reizen. Zo ontmoet hij te Leeuwarden twee toegewijde broeders, Sybren van Dijk en Pieter Lammers, met wie hij al veel gecorrespondeerd heeft. Hij vertelt ons niet veel van deze jonge kerkleden, maar de vrouw van broeder van Dijk maakt wel indruk op hem:

"De vrouw van broeder van Dijk is vreselijk tegen de kerk gekant. Ze zei dat ik geen voet in haar huis zou zetten en aangezien zij de baas was, gelijk de meeste vrouwen in dit land, moest ik een hotel opzoeken... 's Avonds bezocht ik toch broeder van Dijk. Zijn vrouw had mij niets te zeggen, zij is werkelijk de meest onvriendelijke persoon die ik ooit in Nederland ontmoet heb" (7).

Het incident leidt Elder Weiler niet af van zijn doel. Hij houdt enkele instructievergaderingen over zendingswerk met de lokale broeders en toont hen hoe de prediking aan te pakken (8). De broeders ontdekken dat het verspreiden van het evangelie een van de belangrijke verantwoordelijkheden van priesterschapdragers is. Na tien dagen samen vergaderen en werken, wordt het bezoek besloten met een gezellige avond bij broeder van Dijk - en het komt wel gelegen dat z'n vrouw die avond naar haar ouders moet. Elder Weiler krijgt van de leden een mooie ronde kaas als geschenk voor de heiligen in Amsterdam - teken van de groeiende gemeenschapszin die deze eerste kerkleden bindt (9).

Omstreeks die tijd wordt een tweede zendeling naar Nederland gestuurd, Francis A. Brown, die in Gorinchem zijn standplaats neemt. Elder Weiler bezoekt hem om te ontdekken dat de geestelijke instelling van Elder Brown allesbehalve positief is. Hij kan de pas aangekomen zendeling best begrijpen: het is ontmoedigend om zelfs je gastheer en gastvrouw niet te kunnen bedanken in hun eigen taal. Voor Elder Brown lijkt Elder Weiler een taalgenie en hij moet wel denken dat hij het zelf nooit zover zal brengen. Doch ook voor hem gaat die moeilijke periode voorbij en spoedig werkt hij ijverig mee.

In oktober 1865 ontvangt Elder Weiler een brief van Brigham Young jr. met instructies meer plaatselijke broeders voor te bereiden op het ontvangen van het Melchizedekse priesterschap en hen op zending te roepen. Het is immers evident dat deze lokale leden beter kunnen communiceren met de bevolking en dus meer succes moeten boeken. Om instructies kracht bij te zetten, wordt de eerste "Nederlandse zendingsconferentie" georganiseerd te Gorinchem op 22 oktober 1865 in een gehuurd, maar "respectabel" schoollokaal. Leden en vrienden komen er naar toe van Amsterdam, Est, Heukelom, Rotterdam en natuurlijk van de omliggende streek. Elder Weiler en broeder van Steeter geven de belangrijkste toespraken. In een brief aan Brigham Young jr. brengt Elder Weiler verslag uit:

"Na de conferentiesessie vroegen verscheidene personen om gedoopt te worden, gewillig als ze waren om gehoorzaam te buigen voor de geboden van God. Om vijf uur in de namiddag kwamen we allen samen in het huis van broeder Jan van der Pol, om de kandidaten voor te bereiden op de doop. De Geest des Heren vulde de kamer en ik weet zeker dat een ieder Zijn heilige invloed voelde. Om acht uur 's avonds gingen we naar de rivier, toen het reeds donker was, want de wetten van dit christelijke land staan ons niet toe in het volle daglicht God te aanbidden. Net zoals weleer de gevangenisbewaker en zijn gezin in Christus begraven werden door de doop, werden deze vier gedoopt terwijl ze hun zonden beleden. Vervolgens keerden we terug naar het huis en woonden de verordening van de bevestiging bij, waarna de nieuwe leden opstonden en God prezen voor Zijn goedheid, dat Hij hen het Evangelie had gezonden door de gave van de Heilige Geest... (10).

Tijdens de conferentie wordt het priesterschap aan verschillende broeders verleend, waarbij het totaal aantal ouderlingen in Nederland op minstens zeven komt. Een van de nieuwe ouderlingen, Pieter Lammers, wordt meteen op zending geroepen "... om samen met ons in de bediening te arbeiden en het Werk des Heren te verspreiden in zijn vaderland." Een andere ouderling, Willem Verhey, wordt aangesteld als gemeentepresident te Gorinchem (11).

Het verslag van Weiler meldt ook dat de conferentie "veel opwinding in de stad" heeft veroorzaakt en dat een aantal mensen meer willen weten over het evangelie. Elder Brown en Elder Weiler zijn zelf zo opgewonden dat zij een toekomst bezingen "waar er honderden en zelfs duizenden" Nederlanders zullen toetreden. Doch tegelijkertijd klagen zij over hun gebrek aan taalvaardigheid en over het gebrek aan leesmateriaal in het Nederlands. "Het werk wordt erg vertraagd omdat we geen Nederlandse boeken hebben. We zouden er stapels kunnen verkopen en dit zou het werk erg vergemakkelijken" (12).

Het was een volledig gerechtvaardigde klacht en aan de juiste persoon gericht. Toen de vader van Brigham Young jr., President Brigham Young, in 1840 als zendeling in Engeland aankwam, besteedde hij zijn tijd eerst aan het voorbereiden en uitgeven van publikaties: het Boek van Mormon, allerlei brochures en een Lofzangenboek. Vervolgens besefte hij de kracht van een tijdschrift dat regelmatig nieuws, berichten en godsdienstige informatie kon verspreiden: de Millenial Star zou gedurende vele jaren een kostbaar werktuig voor het zendingswerk worden. Met reden klaagt Joseph Weiler dus over het gebrek aan geschikt materiaal. Het is een zware handicap in de vooruitgang van het werk. Vermoedelijk beletten drukkosten, gebrek aan goede vertalers en het nog te kleine aantal leden, dat er in deze toestand spoedig verandering komt.

Het succes van de zendingsconferentie te Gorinchem inspireert de ouderlingen om een nieuwe en meer gedurfde vorm van zendingswerk uit te proberen: het van huis tot huis gaan om de boodschap te brengen. Daarvoor gebeurde het zendingswerk steeds via persoonlijke introducties op afspraak of door openbare vergaderingen. In 1865 is dit directe aanspreken van onbekenden een nieuwigheid die de zendelingen met enthousiasme uitproberen (13). Jaren later zullen andere zendelingen bidden dat ze een betere methode mogen vinden!

Tijdens de wintermaanden in de overgang van 1865 naar 1866 besteden de zendelingen nog veel tijd aan het rondreizen van het zendingsgebied. In november worden er zeven nieuwe leden gedoopt in Rotterdam; anderen bekennen aan de zendelingen dat zij de moed missen om de stap te zetten (14). De zendelingen worden uitgenodigd om te komen prediken in Utrecht en in Gelderland. Eén kerklid wordt geëxcommuniceerd wegens "onchristelijk gedrag" (15).

De gezondheid van Elder Weiler laat nog steeds te wensen over en in de lente van 1866 volgt hij de raad op enkele maanden te rusten in Zwitserland. Wanneer hij in augustus terugkeert, onderneemt hij een tour door het zendingsgebied: alle leden staan nog sterk in het evangelie en er zijn zelfs twaalf nieuwe leden bijgekomen. Twee brochures zijn vertaald en uitgegeven, één door Sybren van Dijk, "Een uitnodiging tot allen die het eeuwige leven wensen" en een ander door Francis Brown, "Begrijpt u wat u leest?" De brochures leggen enkele basisleerstellingen van de kerk uit. Enkele maanden later zal de bekende brochure van Parley P. Pratt, "Een stem tot waarschuwing," vertaald en verspreid worden. De vermoedelijke vertaler is Sybren van Dijk, een toegewijde, intelligente en belezen heilige, die onschatbare diensten bewijst als vertaler en als zendeling en later een heel efficiënte zendingspresident zal worden. Een andere kostbare kracht is de nu voltijdse zendeling Pieter Lammers, die naar Amsterdam is overgeplaatst en er de aandacht van niet-leden tracht op te wekken. Men maakt ook vooruitgang in Zwolle waar een kleine secte, die zichzelf "Christenen" noemt, interesse in het herstelde evangelie betoont. Er zijn daar reeds vier leden gedoopt. Over het algemeen gezien mag Elder Weiler wel tevreden zijn met de bereikte resultaten.


" DE DIKKE SCHAAL DOORBREKEN..."

Doch er hangen ook dreigende wolken in de lucht. "Vele boeken," schrijft Elder Francis Brown, "worden tegen ons gepubliceerd en de kranten staan vol met allerlei leugens, om vooroordelen tegen de waarheid in de geest van de mensen te planten, en gelijk de Galileërs van vroeger, wordt overal kwaad over ons gesproken" (16). Francis Brown klaagt "de dikke schaal van de tradities" aan, die doorbroken moet worden. Hij overdrijft niet. Zendingswerk verrichten in het 19de eeuwse Nederland is geen sinecuur. Toch, hoewel er minder bekeerlingen gedoopt worden dan in andere landen, hebben de zendelingen niet zoveel last van openlijke tegenstand, zoals bijvoorbeeld in Engeland, Noorwegen of Denemarken, waar opstootjes, vervolgingen en gevangenisstraffen met de prediking van het herstelde evangelie gepaard gaan.

De lezers van de "Millenial Star" krijgen ook informatie over Nederland door een lange brief van de derde zoon van President Brigham Young, John Willard Young, die in 1866 een bezoek aan ons land brengt. Als ingenieur is hij gefascineerd door de aardrijkskunde - "hier bebouwen sommigen het land vijf meter onder de spiegel van de oceaan!" -, door de scheepsbouw, de aanleg van de dijken, de windmolens en de stadskanalen. John Willard en diegenen die hem vergezellen schrijven zelfs hun namen in het huisje te Zaandam waar ooit Peter de Grote als scheepstimmerman werkte. Hij is ook onder de indruk van het commercieel-gonzende Amsterdam, maar besluit toch dat het "één der meest verdorven steden ter wereld is" (17).

John Willard beschrijft de ontwikkeling van de zending sinds 1864 en feliciteert de zendelingen voor hun uitmuntende diensten. Ondanks alle mogelijke moeilijkheden - de taal, het gebrek aan publikaties, de soms primitieve levensomstandigheden - hebben zij hun uiterste best gedaan. Vooral Pieter Lammers wordt gelauwerd: "Ik kan u zeggen dat hij de Heilige Geest in grote mate bezit, en dat hij in elk opzicht een waardig ouderling is" (18). Doch John Willard versterkt ook het negatieve kerkbeeld dat in die jaren Nederland overheerst:

"De mensen zijn er verwoed tegen de doop gekant. En om met de woorden te spelen, het moet ons niet verwonderen: want door de bouw van hun dijken vechten zij voortdurend tegen de onderdompeling van hun land. Natuurlijk is dit niet de reden voor hun afkeer van de doop, maar zij wensen blijkbaar niets méér dan wat ze al hebben, gewoon omdat ze niet beseffen dat er nog iets is buiten de enge grenzen van hun dijken" (19).

Op 28 maart 1867 ontvangt Joseph Weiler het bericht dat hij eervol ontheven wordt uit zijn zendingsroeping en dat Francis Brown als nieuwe zendingspresident aangesteld is. Op de vooravond van zijn vertrek uit Nederland schrijft hij nog een brief aan Brigham Young jr. om een laatste verslag uit te brengen. Zoals het reeds een beetje de gewoonte wordt, klaagt hij over het matig succes in het zendingswerk. Toch verheugt hij zich in de weinigen "wier ogen geopend zijn en wier harten het glorievolle licht van het evangelie begrepen hebben, zoals het geopenbaard is door de profeet Joseph Smith. Zij zijn niet bevreesd om voor de wereld te getuigen dat de Here God is, dat Brigham Young zijn profeet op aarde is en dat Utah de vergaderplaats is voor het verspreide Israël" (20).

Evenals de meeste zendelingen voor en na hem, beseft Weiler hoeveel zijn zending voor hemzelf heeft betekend, ondanks al de beproevingen: "Mijn liefde voor de waarheid is sterker geworden, mijn verlangen om nederig en standvastig te zijn is gegroeid, mijn hoop is verruimd, mijn geloof is krachtiger, en het licht van het evangelie is zuiverder en heiliger geworden. Dit geeft u een beetje een idee van mijn huidige gevoelens wat de toekomst betreft..." (21).

Op 4 mei 1867 verlaat Weiler Nederland. Met hem vertrekken tien heiligen - acht volwassenen en twee kinderen - "vanuit deze zending naar het beloofde land" (22). In Engeland voegen zij zich bij zeshonderdzestig andere Europese kerkleden die naar Zion emigreren. Met hen zingen zij het "Emigratielied":

O vreugde-dag wanneer we gaan,
We zijn op weg, we zijn op weg!
Zo blij en vrij, kom ruimt nu baan,
We zijn op weg, we zijn op weg!
Kom haast u toch en talm niet meer
We zijn op weg, we zijn op weg!
We roepen het uit, keer op keer,
We zijn op weg, we zijn op weg!

MAGERE JAREN

Na het vertrek van Joseph Weiler worden de archieven erg schaars om ons te vertellen wat er in Nederland gebeurt. De twee volgende zendingspresidenten, Francis Brown en Marcus Holling, houden er praktisch geen correspondentie op na met het hoofdkantoor in Engeland. Bijgevolg verschijnt er evenmin wat in de "Millenial Star" over de Lage Landen. De dagboeken van de twee zendingspresidenten hebben wij niet kunnen localiseren.

Gedurende de rest van 1867 werkt President Brown samen met de broeders Lammers en van Steeter in Noord Brabant, Zeeland, Zuid Holland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Groningen en Overijssel - maar overal met heel matig succes. Een nieuwe zendeling uit Amerika voegt zich bij hen, Marcus Holling, die in 1867 zendingspresident wordt, bij het vertrek van Francis Brown. In tegenstelling tot Elder Weiler, verlaat Elder Brown Nederland met een bittere nasmaak: hij heeft blijkbaar veel moeite met de taal gehad, en is niet te spreken over de "onderdrukking door de Calvinistische leer en de walgelijke slavernij van het volk" (23).

President Holling zal nu gedurende twee jaar de zending leiden, tot 1869. Die periode kenmerkt zich door de verdere emigratie van leden die reeds geruime tijd de lasten van het lokale kerkwerk dragen. Op 19 juni 1868 wordt Hendrik van Steeter ontheven van zijn zendingstaak om naar Amerika te kunnen vertrekken. Zijn vrouw en zijn kinderen zijn reeds in 1866 afgereisd. Een jaar later, op 20 augustus 1869, scheept de grootste groep heiligen sinds het vertrek van de Nieuwlichters zich in. Onder de acht gezinnen bevinden zich Pieter Lammers en Sybren van Dijk. De vrouw van deze laatste, die enkele jaren voorheen zo tegenstribbelde, vergezelt hem, samen met de kinderen (24).

Het aantal lokale leden staat weer op het peil van vijf jaar daarvoor - een twintigtal.

Wanneer Marcus Holling in 1869 ontheven wordt, stuurt men niet onmiddellijk een nieuwe zendeling om hem te vervangen. De presiderende verantwoordelijkheid wordt overgedragen aan een lokale broeder - Jan Krumperman uit Zwolle. Hoewel we geen verslag over zijn activiteiten hebben, mogen we aannemen dat hij de zaken goed bijhoudt tot de aankomst van de nieuwe zendingspresident, niemand minder dan de pas geëmigreerde Sybren van Dijk, één der meest bekwame en succesvolle heiligen die ooit in Nederland werkte.

Volgend nummer:
Het werk onder Sybren van Dijk


12

Voetnoten:
(1) Joseph Weiler, Journal, 3 November 1864.
(2) Ibid., 19 November 1864.
(3) Ibid., 20 April 1865.
(4) Ibid., 7 June 1865.
(5) Netherl. Mis. Hist. (NMH), 13 June 1865.
(6) Weiler, 3 September 1865.
(7) Weiler, 11 September 1865.
(8) NMH, 13 June 1865.
(9) Ibid., 19 September 1865.
(10) Millenial Star, vol. 27, pp. 702-703.
(11) Ibid.
(12) Ibid.
(13) NMH, 26 October 1865.
(14) Millenial Star, vol. 28, pp. 813-814.
(15) NMH, 24 December 1865.
(16) Millenial Star, vol. 28, p. 814.
(17) Ibid., vol. 29, p. 109.
(18) Ibid., p. 111.
(19) Ibid., p. 110.
(20) Ibid., pp. 314-315.
(21) Ibid., p. 315.
(22) Ibid.
(23) Ibid., p. 797.
(24) NMH, 20 August 1869.

13

Teksten foto's:

D e vélocipède:
v oor snobse burgerij en stoere knapen.

A letta Jacobs:
" Maak haar het leven zuur!"

Elder Joseph Weiler

Elder Francis Brown

Elder Marcus Holling

De vélocipède: voor snobse burgerij en stoere knapen.

Amsterdams straatbeeld in de jaren 1860.

Stoomboten en stoomtreinen, onder en boven nieuwe bruggen.


Al vele jaren lid van de kerk?

In een kist op zolder, in een doos in de kelder: ze liggen daar, vergeelde foto's, oude verslagen, verweerde boeken en brochures, stille getuigen van de kerk in vroegere dagen. Wilt u dit materiaal een nuttige en veilige bestemming geven? Schenk het aan het historisch archief van het Fonds Horizon, dat nauw samenwerkt met geschiedkundigen van het historisch departement van de kerk en met het Centrum voor internationale en lokale studies van de Brigham Young Universiteit.

O p die wijze schrijft u zelf een stuk kostbare geschiedenis mee.

 

 

CHAPTER 5

1864-1870 1864-1870
" DE DIKKE SCHAAL DOORBREKEN..." "BREAK THE THICK SHELL BY ..."


Op het einde van het jaar 1864, na het vertrek van de zendelingen en de emigranten, telt de kerk in Nederland nog maar vijfentwintig leden, waarvan drie ouderlingen en één diaken. At the end of the year 1864, after the departure of the missionaries and emigrants, the church in the Netherlands has only twenty-five members, three elders and one deacon. Ze bevinden zich daarenboven her en der verspreid, in Amsterdam, Rotterdam, Gorinchem en Leeuwarden - een kleine, verwaaide groep. They are scattered above, in Amsterdam, Rotterdam and Gorinchem Leeuwarden - a small, windswept group. Ook zijn ze erg arm, want ze kunnen nog niet het minimum opbrengen om aan de emigratie naar Zion deel te nemen. They are also very poor, because they can not afford the minimum to the emigration to Zion to participate.

In vergelijking met andere Europese landen in die vroege jaren zestig, is het zendingssucces in Nederland erg mager uitgevallen, ondanks het hoopvolle lichtpunt met de Nieuwlichters, dat echter te kortstondig is geweest. Compared with other European countries in the early sixties, the mission is successful in the Netherlands turned out very thin, despite the hopeful light point with the modernists, however brief it was. Ook de algemene religieuze situatie blijkt geen openingen voor een groots opgevat mormoons zendingswerk te bieden: de Hervormde Kerk is in een defensieve strijd met het zich opdringende katholicisme gewikkeld en duldt zeker geen "zieltjeswinners" uit den vreemde. De anti-mormoonse verhalen die Nederland overspoelen zijn zelfs volledig buiten proportie, als men het handjevol lokale leden telt. The general religious situation shows no openings for a great perceived Mormon missionary to offer: the Reformed Church is in a defensive battle with the encroaching Catholicism wrapped and certainly tolerates no "souls winners" from abroad. The anti-Mormon stories overwhelm Netherlands even completely out of proportion, if the handful of local members. Dit alles leidt tot de beslissing voorlopig slechts één zendeling naar Nederland te sturen: Joseph Weiler, geboren in Pennsylvania in 1836, en opgegroeid in een gezin dat tot de voortrekkers van de mormoonse pioniers behoort. All this leads to the decision yet only a missionary to the Netherlands to send: Joseph Weiler, born in Pennsylvania in 1836, and raised a family in which the leaders of the Mormon pioneers belongs.

Op 1 november 1864 komt de 28-jarige Joseph Weiler in Nederland aan. Het verbaast hem, schrijft hij, dat hij hierheen gezonden wordt, want zijn oorspronkelijke zendingsoproep vermeldt de "Europese zending", met Engeland als bestemming. On November 1, 1864, the 28-year-old Joseph Weiler in the Netherlands. It surprised him, he writes, he is sent here, because its original mission explains the European mission, with Britain as a destination. Hij heeft trouwens eerst gedurende enkele maanden op de Britse eilanden gediend, waar de vertrouwdheid met de taal, de aanwezigheid van vele zendingscollega's en een reeds uitgebreide en goed georganiseerde kerkelijke organisatie voor een aangename en vruchtbare periode hebben gezorgd. He also first for several months served in the British Isles, where familiarity with the language, the presence of many colleagues and a mission already extensive and well organized organization for a pleasant and fruitful period ensured. Maar nu bevindt hij zich helemaal alleen in Rotterdam: hij verstaat geen woord Nederlands, waardoor hij zelfs niet met de weinige kerkleden kan communiceren. But now finds himself all alone in Rotterdam: he does not understand a word of Dutch, making it even with the few church members can communicate. De eenzaamheid en de moeilijkheid van zijn opdracht wegen plots erg zwaar (1). The loneliness and the difficulty of his mission suddenly weigh very heavily (1).

Toch koestert Elder Weiler een sterk geloof en een positieve houding: hij zet zich vlijtig aan het leren van de taal. Still cherishes Elder Weiler a strong faith and a positive attitude: he puts himself diligently to learning the language. Hij noteert in zijn dagboek dat de "g" en de "ch" erg moeilijk uit te spreken zijn. He notes in his diary that the "g" and the "ch" difficult to pronounce. Doch hij leert niet snel genoeg om alle situaties te kunnen voorzien: wanneer hij naar de kapper gaat om zijn bakkebaarden wat te laten bijknippen, gebruikt hij blijkbaar het verkeerde woord en de kapper - o ramp! But he learns fast enough to meet all situations: when he goes to the barber to trim what his whiskers, he apparently used the wrong word and the hairdresser - O disaster! - scheert enthousiast de bakkebaarden helemaal weg (2). - Shave the sideburns totally enthusiastic road (2).

Het taalprobleem blijkt echter kinderspel in vergelijking met wat Joseph Weiler neervelt, drie weken na zijn aankomst: de gevreesde tyfus, destijds een meestal dodelijke ziekte. The language shows easy compared to what Joseph Weiler felled down, three weeks after his arrival, the dreaded typhoid, then usually a fatal disease. Gedurende zes weken ligt hij in comateuze toestand en hij zal erg zwak blijven tot het midden van het daaropvolgende jaar. For six weeks he is in coma and will remain very weak until the middle of the following year. Zijn dagboek blijft al die donkere maanden praktisch onaangeroerd, tenzij om uiting te geven aan zijn dankbaarheid voor de kerkleden die hem liefdevol verzorgen. His diary remains virtually untouched all those dark months, except to express his gratitude for the loving care of his church members. En hij betreurt het nogmaals dat hij hen niet in vloeiend Nederlands kan zeggen hoezeer hij hun bijstand waardeert (3). And again he regrets that he did not fluent in Dutch to say how much he appreciates their assistance (3).

In juni 1865 is hij nog maar net aan de beterende hand, wanneer het bericht hem bereikt dat de Europese zendingspresident, Brigham Young jr., tweede zoon van de president van de kerk, een bezoek plant aan het Nederlandse zendingsgebied, samen met enkele ouderlingen uit Zion. Ondanks zijn nog erg zwakke conditie, begeeft Joseph Weiler zich naar de Rotterdamse kade en verwelkomt er de groep kerkleiders, waaronder David P. In June 1865 he was just on the mend, when the message reached him that the European mission president, Brigham Young, Jr., second son of the president of the church, a plant visit to the Dutch mission field, along with some elders from Zion. Despite his still very weak condition, goes to Joseph Weiler is the Rotterdam quay and welcomes, the group leaders, including David P. Kimball, een zoon van Heber C. Kimball, a son of Heber C. Kimball, Heber John Richards en WP Nebeker. Kimball, Heber John Richards and WP Nebeker. Voor Elder Weiler, die acht maanden in eenzaamheid en ziekte heeft doorgebracht, is de ontmoeting een aangrijpende gebeurtenis die hij als volgt in zijn dagboek beschrijft: For Elder Weiler, who eight months in solitude and disease has brought a poignant encounter is the event which he describes in his diary as follows:

"Alleen iemand die zoals ik eenzaam in een vreemd land heeft verbleven zonder er de taal te spreken, kan de vreugde beschrijven toen ik hen zag. We aten samen, of liever ik zag hen eten, want ik kon nog niet veel verdragen. Ik gaf Brigham Young jr. een kort overzicht van mijn werkzaamheden en van de toestand in de Nederlandse zending. Hij zei dat hij het Hollandse klimaat niet erg geschikt voor mij achtte en dat hij President Daniel H. Wells in Liverpool geschreven had mij naar Engeland over te plaatsen. Ik was zo moe dat ik niet kon liggen, noch staan of zitten en ik leed zo'n erge pijn dat ik de broeders vroeg mij een zegen te geven, hetwelk zij deden. Zij beloofden mij dat ik mijn gezondheid en kracht zou herwinnen en dat ik vanaf dit ogenblik zou beginnen te genezen. Doodmoe ging ik eindelijk naar bed" (4). "Only someone like me alone in a foreign country has remained without speaking the language, can describe the joy when I saw them. We ate together, or rather I saw them eat, because I could not bear much. I gave Brigham Young Jr. a brief overview of my work and the situation in the Dutch mission. He said he Holland climate not very suitable for me and that he considered President Daniel H. Wells in Liverpool had written me to England to place . I was so tired I could not lie, either standing or sitting and I suffered such severe pain that I asked the brothers to give me a blessing, which they did. They promised me that I would regain my health and strength and from this moment that I would start to heal. Exhausted I finally went to bed "(4).

Elder Weiler waardeert de bezorgdheid van Brigham Young jr. en diens intentie hem naar Engeland te laten overplaatsen (5). Elder Weiler appreciates the concerns of Brigham Young Jr. and his intent to induce him to England place (5). Enkele dagen later zendt hij echter zelf een brief naar het Europese zendingskantoor te Liverpool, waarin hij smeekt in Nederland te mogen blijven. A few days later he himself sends a letter to the European mission office in Liverpool, where he begs them to stay in the Netherlands. Het is het eerste teken van de groeiende liefde die Elder Weiler voor het Nederlandse gebied voelt. It is the first sign of the growing love for Weiler Elder feels the Dutch area. Ondanks de fysische beproeving en de taalhandicap van de voorbije acht maanden, is de band tussen hem en het land gegroeid. Met al zijn inzet en met grote moed neemt hij het op zich zijn zendingsplicht uit te voeren, nu zijn gezondheid eindelijk terugkeert. Despite the physical test and the language handicap of the past eight months, the relationship between him and the country grew. With all his effort and with great courage he takes it upon himself to carry out its mission duty, now his health finally returns.

Een eerste grote stap in het verstevigen van het zendingsgebied is de organisatie van een "onafhankelijke zending". A first major step in strengthening the mission field is organizing an "independent mission". Tot nog toe was Nederland gewoon een deel van een zending die ook Duitsland, Zwitserland en een deel van Italië besloeg. So far the Netherlands was just one part of a consignment which also Germany, Switzerland and a part of Italy covered. Voor één zendingspresident was het echter geografisch onmogelijk de behoeften van zendelingen en leden in zo'n groot gebied te overzien en hulp te bieden waar nodig. Elder Weiler wordt dus aangesteld als zendingspresident van het Nederlandse gebied - een gebied waarin hij voorlopig de enige zendeling is! For a mission president was geographically impossible, however the needs of missionaries and members in such a large area to oversee and help where needed. Elder Weiler is so appointed as mission president of the Dutch territory - a territory where it is temporarily only missionary !


NEDERLAND VAN 1865 TOT 1870 NETHERLANDS FROM 1865 TOT 1870

Charles Boissevain, later hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, maakt in London kennis met een "vélocipède." Enthousiast brengt hij in 1865 de hoge fiets naar Nederland en maakt een eerste rondje door Rotterdam. Charles Boissevain, later editor of the Algemeen Handelsblad, is introduced to London in a "velocipede." Enthusiasm he brings to the Netherlands in 1865 the high cycle and makes the first trip through Rotterdam. De geschokte toeschouwers smijten hem koolstronken naar het hoofd - naar dat "vehikel des duivels." Doch de welgestelde snobs zien er het originele en plezierige van in. "Nee, cher ami, een vélocipède is geen dansmeisje, maar een ding op wielen waar je op zit. Verrukkelijk! Vraiment exquis! En het gaat reuze-snel." The shocked onlookers throw cabbage stalks him to the head - to the "vehicle of the devil." But the wealthy snobs look for in the original and enjoyable. "No, cher ami, a velocipede is not a dancing girl, but one thing on wheels where you sits. Delicious! Vraiment exquisite! And it's giant fast. " De fiets wordt een sensatie en iedereen die het kan betalen rijdt al spoedig met hoge hoed door het park. The bike is a sensation and everyone who can pay high hat soon driving through the park. Schichtige paarden gaan aan het steigeren bij het horen van het onbekende geratel en menig koetsier geeft een voorbijsnorrend fietser een lel met zijn zweep. Go to the skittish horses prance on hearing the rattle and many unknown driver gives a whirring past a cyclist lel with his whip.

Een ander vervoermiddel is tegen 1865 al beter ingeburgerd: de tuffende stoomtrein. Another vehicle is at 1865 already more established, the tuffende steam. Wie in de derde klasse "waggons" rijdt, zit in de open lucht en stapt er zwartberoet uit. Who in the third class "Waggon" drive, is in the open air and get out there zwartberoet. De eerste-klasser daarentegen zit niet alleen mooi afgedekt, maar kan ook nog een koperen kruik met heet water krijgen. The first contrast-range car is covered not only beautiful, but may also have a brass jug with hot water gain. Speciale wegwachters verzamelen langs de spoorbaan losgeraakte bouten en bagage die van de wagons is gevallen. Special wegwachters gather along the railroad track bolts loose and baggage wagons of the fallen. "Af te halen aan het station tussen drie en vijf uur des namiddags." Toch zijn er nog heel wat tegenstanders van dit "gedrocht der werktuigkunde," dat landbouwgronden doet onteigenen en dat, volgens sommige zwartgekousde dominees, alleen maar "zinnelijk genot in de snelheid" oplevert. Ook wordt er gewezen op het nadeel dat "de doorreizende vreemdelingen ons landje in weinige uren als het ware doorvliegen en in geen de minste verteeringen behoeven te vervallen." "Sometimes to get to the station between three and five hours in the afternoon." Yet, many opponents of this "monster of mechanics," which does expropriate land and that, according to some zwartgekousde pastors, but only "in the sensual pleasure rate "yields. It is made to the prejudice that" the foreigners traveling our country in a few hours if it were flying and not the least distance rings need to expire. " Doch de trein zet door en doorkruist al spoedig geheel Nederland. But the train continues and soon crossed the Netherlands. De ontwikkeling wordt gekenmerkt door een enorm bouwprogramma. The development is characterized by a huge building program. Alleen al voor de lijn van Amsterdam naar Rotterdam worden er achtennegentig bruggen geconstrueerd. Alone the line between Amsterdam and Rotterdam are ninety-eight bridges constructed.

Onder de werklieden woelt de nieuwe geest van het socialisme. Among the workmen tossing the new spirit of socialism. "Boekdrukkunst!" heet de eerste vakbond die de Amsterdamse typografen in 1866 stichten. "Zoiets moeten wij ook hebben" klinkt het bij de wevers, bij de diamantarbeiders, bij de sjouwers, de slagers, de schuitenvoerders, metselaars en timmerlieden. "Book Printing" the first union that called the Amsterdam typographers in 1866 found. "Something like that we must have" sounds from the weavers, the diamond workers, the stevedores, the butchers, the boat makers, masons and carpenters. Men vergadert, men balt de vuist, men komt op straat. One meeting, one clenched fist, it is on the street. Al die woelige groepen smelten in 1870 samen tot het Algemeen Nederlands Werklieden Verbond. All these groups turbulent melt together in 1870 to the General Dutch Workers Association.

De kritiek op de kinderarbeid wordt steeds luider. The criticism of the child is getting louder. En de goegemeente geeft toe, hypocriet en met mondjesmaat. And goegemeente admits, hypocritical and piecemeal. Zo leest men in 1870 aan een fabriekspoort in het katholieke Maastricht: "Voor 't vervolg zullen geene kinderen in de fabriek aangenomen worden, welke de Eerste Heilige Communie niet gedaan hebben." Thus one reads in 1870 at a factory gate in the Catholic Maastricht: "For 't follow no child will be adopted in the factory, which the First Holy Communion is not done." In die tijd doet een kind zijn eerste communie rond de leeftijd van tien jaar. At that time a child makes his first Communion around the age of ten years. Op de wezenlijke sociale veranderingen zullen we nog even moeten wachten. The fundamental social change we have to wait. "Das Kapital" van Karl Marx is nog maar een paar jaar verschenen. "Das Kapital" by Karl Marx is only a few years appeared.

Ook de vrouwen komen in beweging en roepen om meer rechten. The women start to move and calling for more rights. Dominee Ten Kate ziet het met ontzetting aan en doet die "schandalige drangen" met enkele dichtregels af: The Reverend Kate looks with dismay, then do that "shameful impulse" with several verses off:

"Hij___ zelfstandig als een ceder, "Hij___ independently as a cedar,
die op eigen wortel steunt; based on their own roots;
Zij afhankelijk als klimop, It depends as ivy,
die zich aan zijn takken leunt. who leans on his arms.
Hem de mensen; haar de kinderen; His people, her children;
hem de wereld; haar het huis; him the world, her house;
En voor beiden: liefdes volheid, And for both: love fullness,
als Gods liefde, sterk en kuis..." as God's love, strong and clean ... "

Maar zo ziet de doktersdochter Aletta Jacobs uit Sappemeer het niet. Na de meisjeschool heeft ze examen gedaan voor apothekersassistente en leert vlijtig Latijn en Grieks. But so does the doctor's daughter Aletta Jacobs from Sappemeer not. After the girls' school she has exams for apothekersassistente diligently and learn Latin and Greek. Ze stuurt een verzoekschrift naar eerste minister Thorbecke en dankzij diens persoonlijk ingrijpen mag Aletta naar de universiteit te Groningen om er medicijnen te bestuderen. De pers is verontwaardigd: "Zij doet het alleen om met mannen in aanraking te komen!" She sends a petition to Prime Minister Thorbecke and his personal thanks to the intervention may Aletta at Groningen University to study medicine there. The press is outraged: "It is only to come into contact with men!" En het Leidse studentenblad stuurt de Groningse studenten een oproep: "Maak haar het leven zuur! Dan zal zij haar biezen wel pakken en tevens andere vrouwen afschrikken, die haar noodlottig voorbeeld willen volgen!" And the student newspaper sends the Groningen Leiden students a call: "Make her life miserable! Then she rushes it suits her and other women also deter her disastrous example to follow!" Maar Aletta vecht door en haalt uiteindelijk de doctorsbul. But by Aletta fighting and eventually gets the doctorsbul. Nu schrijven de studenten: "Mejuffrouw Jacobs heeft in ons vertrouwen gesteld. Dat vertrouwen is niet beschaamd geworden en de studenten mogen daar trots op zijn!" Now the students write: "Miss Jacobs has given us confidence. That trust is confounded and the students should be proud of!"

Politiek beleeft Nederland in deze vijf jaar een hachelijk internationaal avontuur rond het bezit van Limburg en Luxemburg. Political experience in the Netherlands five years a precarious international adventure around the possession of Limburg and Luxembourg. De twee provincies zijn gedeeltelijk Pruisisch bezit en Kaiser Wilhelm I, opgezweept door zijn kanselier Bismarck is volop bezig - "met bloed en staal!" - het Duitse rijk tot machtige eenheidsstaat te maken. The two provinces are partly owned and Prussian Kaiser Wilhelm I, stirred by his chancellor Bismarck was very busy - "blood and steel" - the German empire to powerful unified state to make. In 1866 maakt Pruisen in een Blitzkrieg Oostenrijk een kopje kleiner, tot grote ontsteltenis van het kleine Nederland. In 1866 a Prussian Blitzkrieg Austria is a head shorter, much to the dismay of the small Netherlands. "Straks worden wij nog door het bezit van Limburg en Luxemburg in een oorlog gesleept!" "Soon we are still in the possession of Limburg and Luxembourg dragged into a war!" Koning Willem III probeert Luxemburg al gauw aan Napoleon III te verkopen - voor een kleine vijf miljoen gulden is hij al tevreden -, maar woest zegt Bismarck: "Nein! Nein! Nein!" King William III tries to Luxembourg soon Napoleon III to sell - for a small five million dollars will he pleased - but fierce Bismarck says: "Nein! Nein! Nein!" Hevig verontrust beginnen de Nederlanders schietverenigingen en weerbaarheidstroepen op te richten, zo manhaftig als ze aftands zijn. Alarmed the Dutch first rifle and resistance forces to establish, as manfully as they are decrepit. Gelukkig lost een internationale conferentie te London het een en ander op. Fortunately lost an international conference in London a few things on. Nét op tijd: in 1870 breekt de Frans-Duitse oorlog uit, waaraan Nederland mooi ontsnapt. Just in time: in 1870 the Franco-Prussian War breaks out, which pretty Netherlands escapes.


DE EERSTE ZENDINGSCONFERENTIE FIRST ZENDINGSCONFERENTIE

In september 1865 noteert Elder Joseph Weiler in zijn dagboek dat hij "in gebroken Nederlands" spreekt. In September 1865 Elder Joseph Weiler writes in his diary that "in broken Dutch 'speaking. Spoedig krijgt hij meer vertrouwen in zijn taalkundige capaciteiten en begint steeds vlotter met leden en niet-leden te converseren (6). Soon he gets more confidence in his linguistic abilities and always starts smoothly with members and non-members to converse (6). Daar de leden erg verspreid wonen, is Elder Weiler verplicht vaak te reizen. Since the members very dispersed, Elder Weiler is often required to travel. Zo ontmoet hij te Leeuwarden twee toegewijde broeders, Sybren van Dijk en Pieter Lammers, met wie hij al veel gecorrespondeerd heeft. So he met in Leeuwarden two devoted brothers, Sybren van Dijk and Peter Lammers, with whom he has been much correspondence. Hij vertelt ons niet veel van deze jonge kerkleden, maar de vrouw van broeder van Dijk maakt wel indruk op hem: He tells us many of these young church members, but the wife of brother Dijk makes an impression on him:

"De vrouw van broeder van Dijk is vreselijk tegen de kerk gekant. Ze zei dat ik geen voet in haar huis zou zetten en aangezien zij de baas was, gelijk de meeste vrouwen in dit land, moest ik een hotel opzoeken... 's Avonds bezocht ik toch broeder van Dijk. Zijn vrouw had mij niets te zeggen, zij is werkelijk de meest onvriendelijke persoon die ik ooit in Nederland ontmoet heb" (7). "The wife of brother Dijk is terrible against the church opposed. She said I would not set foot in her house and set it as the boss, like most women in this country, I had to find a hotel ... 's evening I visited brother still Dijk. His wife had to tell me anything, it is really the most unfriendly person I've ever met in the Netherlands (7).

Het incident leidt Elder Weiler niet af van zijn doel. The incident does not Elder Weiler its aims. Hij houdt enkele instructievergaderingen over zendingswerk met de lokale broeders en toont hen hoe de prediking aan te pakken (8). He holds several meetings on instruction with the local missionary brothers and shows them how to deal with the preaching (8). De broeders ontdekken dat het verspreiden van het evangelie een van de belangrijke verantwoordelijkheden van priesterschapdragers is. The brothers discover that the one spreading the gospel of the major responsibilities of priesthood bearers. Na tien dagen samen vergaderen en werken, wordt het bezoek besloten met een gezellige avond bij broeder van Dijk - en het komt wel gelegen dat z'n vrouw die avond naar haar ouders moet. Elder Weiler krijgt van de leden een mooie ronde kaas als geschenk voor de heiligen in Amsterdam - teken van de groeiende gemeenschapszin die deze eerste kerkleden bindt (9). After ten days meeting and working together, the visit will conclude with a cozy evening at brother Dijk - and it is well situated to his wife that night to her parents' needs. Elder members of the Weiler gets a nice round cheese gift for the saints in Amsterdam - a sign of the growing community that binds these first church (9).

Omstreeks die tijd wordt een tweede zendeling naar Nederland gestuurd, Francis A. Around that time, half missionary sent to the Netherlands, Francis A. Brown, die in Gorinchem zijn standplaats neemt. Brown, who takes his place in Gorinchem. Elder Weiler bezoekt hem om te ontdekken dat de geestelijke instelling van Elder Brown allesbehalve positief is. Elder Weiler visit him to discover that the mental attitude of Elder Brown is anything but positive. Hij kan de pas aangekomen zendeling best begrijpen: het is ontmoedigend om zelfs je gastheer en gastvrouw niet te kunnen bedanken in hun eigen taal. He can best understand the newly arrived missionary, it is disheartening to even your host and hostess can not thank you in their own language. Voor Elder Brown lijkt Elder Weiler een taalgenie en hij moet wel denken dat hij het zelf nooit zover zal brengen. For Elder Brown Elder Weiler seems a language genius, and he must have thought he would never bring far. Doch ook voor hem gaat die moeilijke periode voorbij en spoedig werkt hij ijverig mee. But even for him is that difficult period is over soon and he works diligently.

In oktober 1865 ontvangt Elder Weiler een brief van Brigham Young jr. met instructies meer plaatselijke broeders voor te bereiden op het ontvangen van het Melchizedekse priesterschap en hen op zending te roepen. In October 1865 Elder Weiler received a letter from Brigham Young Jr. more local brethren with instructions to prepare to receive the Melchizedek priesthood and to call them on consignment. Het is immers evident dat deze lokale leden beter kunnen communiceren met de bevolking en dus meer succes moeten boeken. It is clear that local members can better communicate with the public and therefore more successful at home. Om instructies kracht bij te zetten, wordt de eerste "Nederlandse zendingsconferentie" georganiseerd te Gorinchem op 22 oktober 1865 in een gehuurd, maar "respectabel" schoollokaal. For instructions to power up, the first "Dutch mission conference held at Gorinchem on October 22, 1865 in a rented, but" respectable "schoolroom. Leden en vrienden komen er naar toe van Amsterdam, Est, Heukelom, Rotterdam en natuurlijk van de omliggende streek. Members and friends to come to Amsterdam, Est, Heukelom, Rotterdam and of course the surrounding region. Elder Weiler en broeder van Steeter geven de belangrijkste toespraken. Elder brother of Steeter Weiler and give the main speeches. In een brief aan Brigham Young jr. brengt Elder Weiler verslag uit: In a letter to Brigham Young, Jr. brings Elder Weiler report:

"Na de conferentiesessie vroegen verscheidene personen om gedoopt te worden, gewillig als ze waren om gehoorzaam te buigen voor de geboden van God. Om vijf uur in de namiddag kwamen we allen samen in het huis van broeder Jan van der Pol, om de kandidaten voor te bereiden op de doop. De Geest des Heren vulde de kamer en ik weet zeker dat een ieder Zijn heilige invloed voelde. Om acht uur 's avonds gingen we naar de rivier, toen het reeds donker was, want de wetten van dit christelijke land staan ons niet toe in het volle daglicht God te aanbidden. Net zoals weleer de gevangenisbewaker en zijn gezin in Christus begraven werden door de doop, werden deze vier gedoopt terwijl ze hun zonden beleden. Vervolgens keerden we terug naar het huis en woonden de verordening van de bevestiging bij, waarna de nieuwe leden opstonden en God prezen voor Zijn goedheid, dat Hij hen het Evangelie had gezonden door de gave van de Heilige Geest... (10). "After the conference session, several people asked to be baptized, if they were willing to bow to obedience to the commandments of God. For five hours in the afternoon we all came together in the house of brother Jan van der Pol, the candidates for to prepare for baptism. The Spirit of the Lord filled the room and I'm sure everyone felt His holy influence. For eight hours in the evening we went to the river, when it was already dark, because the laws of this Christian country we are not in the light of day to worship God. Just as the ancient prison guard and his family were buried in Christ by baptism, these four were baptized while they confess their sins. Then we returned to the house and lived the regulation confirmation, after which the new members got up and praised God for His goodness, that he had sent them the Gospel through the gift of the Holy Spirit ... (10).

Tijdens de conferentie wordt het priesterschap aan verschillende broeders verleend, waarbij het totaal aantal ouderlingen in Nederland op minstens zeven komt. The conference has several brothers in the priesthood given, with the total number of elders in the Netherlands is at least seven. Een van de nieuwe ouderlingen, Pieter Lammers, wordt meteen op zending geroepen "... om samen met ons in de bediening te arbeiden en het Werk des Heren te verspreiden in zijn vaderland." One of the new elders, Peter Lammers, is immediately called to mission "... to join us in ministry to the Lord's work and labor to spread his homeland." Een andere ouderling, Willem Verhey, wordt aangesteld als gemeentepresident te Gorinchem (11). Another elder, Willem Verhey, is appointed as branch president in Gorinchem (11).

Het verslag van Weiler meldt ook dat de conferentie "veel opwinding in de stad" heeft veroorzaakt en dat een aantal mensen meer willen weten over het evangelie. Weiler's report also mentions that the conference "much excitement in the city" and that has caused some people want to know more about the gospel. Elder Brown en Elder Weiler zijn zelf zo opgewonden dat zij een toekomst bezingen "waar er honderden en zelfs duizenden" Nederlanders zullen toetreden. Elder Brown and Elder Weiler are so excited that they sing about a future "where hundreds or even thousands of" Dutch join. Doch tegelijkertijd klagen zij over hun gebrek aan taalvaardigheid en over het gebrek aan leesmateriaal in het Nederlands. But while they complain about their lack of language skills and the lack of reading material in Dutch. "Het werk wordt erg vertraagd omdat we geen Nederlandse boeken hebben. We zouden er stapels kunnen verkopen en dit zou het werk erg vergemakkelijken" (12). "The work is very slow because we have no Dutch books. We would sell stacks and this would work much easier" (12).

Het was een volledig gerechtvaardigde klacht en aan de juiste persoon gericht. It was an entirely legitimate complaint and to the right person. Toen de vader van Brigham Young jr., President Brigham Young, in 1840 als zendeling in Engeland aankwam, besteedde hij zijn tijd eerst aan het voorbereiden en uitgeven van publikaties: het Boek van Mormon, allerlei brochures en een Lofzangenboek. When the father of Brigham Young Jr., President Brigham Young, in 1840 when missionaries arrived in England, he spent his first time preparing and publishing of publications: the Book of Mormon, and a variety of brochures Lofzangenboek. Vervolgens besefte hij de kracht van een tijdschrift dat regelmatig nieuws, berichten en godsdienstige informatie kon verspreiden: de Millenial Star zou gedurende vele jaren een kostbaar werktuig voor het zendingswerk worden. Then he realized the power of a regular news magazine, religious messages and information to spread: the Millenial Star for many years was a valuable tool for the mission are. Met reden klaagt Joseph Weiler dus over het gebrek aan geschikt materiaal. Joseph Weiler is reason to complain about the lack of suitable material. Het is een zware handicap in de vooruitgang van het werk. It is a serious handicap in the progress of the work. Vermoedelijk beletten drukkosten, gebrek aan goede vertalers en het nog te kleine aantal leden, dat er in deze toestand spoedig verandering komt. Presumably prevent printing costs, lack of good translators and too few members, that in this state will soon change.

Het succes van de zendingsconferentie te Gorinchem inspireert de ouderlingen om een nieuwe en meer gedurfde vorm van zendingswerk uit te proberen: het van huis tot huis gaan om de boodschap te brengen. The success of the mission conference in Gorinchem inspires the elders to a new and more daring form of mission to try: to go from house to house to bring the message. Daarvoor gebeurde het zendingswerk steeds via persoonlijke introducties op afspraak of door openbare vergaderingen. This happened through personal introductions ever missionary appointment or public meetings. In 1865 is dit directe aanspreken van onbekenden een nieuwigheid die de zendelingen met enthousiasme uitproberen (13). Jaren later zullen andere zendelingen bidden dat ze een betere methode mogen vinden! In 1865, this direct appeal from strangers a novelty that the missionaries enthusiastically try (13). Years later, other missionaries pray that they may find a better method!

Tijdens de wintermaanden in de overgang van 1865 naar 1866 besteden de zendelingen nog veel tijd aan het rondreizen van het zendingsgebied. In november worden er zeven nieuwe leden gedoopt in Rotterdam; anderen bekennen aan de zendelingen dat zij de moed missen om de stap te zetten (14). During the winter months in the transition from 1865 to 1866 the missionaries spend much time on tours of the mission field. In November, seven new members are baptized in Rotterdam, others confess to the missionaries that they lack the courage to step ( 14). De zendelingen worden uitgenodigd om te komen prediken in Utrecht en in Gelderland. The missionaries are invited to come and preach in Utrecht and Gelderland. Eén kerklid wordt geëxcommuniceerd wegens "onchristelijk gedrag" (15). A member shall be excommunicated because of "unchristian conduct" (15).

De gezondheid van Elder Weiler laat nog steeds te wensen over en in de lente van 1866 volgt hij de raad op enkele maanden te rusten in Zwitserland. Wanneer hij in augustus terugkeert, onderneemt hij een tour door het zendingsgebied: alle leden staan nog sterk in het evangelie en er zijn zelfs twaalf nieuwe leden bijgekomen. The health of Elder Weiler still too weak and in the spring of 1866 he attended the council a few months to rest in Switzerland. When he returns in August, he undertakes a tour of the mission field: all members are still strong in the gospel and even twelve new members joined. Twee brochures zijn vertaald en uitgegeven, één door Sybren van Dijk, "Een uitnodiging tot allen die het eeuwige leven wensen" en een ander door Francis Brown, "Begrijpt u wat u leest?" Two brochures have been translated and published, one by Sybren van Dijk, "An invitation to all who desire eternal life" and another by Francis Brown, "Do you understand what you read?" De brochures leggen enkele basisleerstellingen van de kerk uit. The brochures explain some basic teachings of the church. Enkele maanden later zal de bekende brochure van Parley P. A few months later the famous booklet of Parley P. Pratt, "Een stem tot waarschuwing," vertaald en verspreid worden. Pratt, "A voice of warning," translated and distributed. De vermoedelijke vertaler is Sybren van Dijk, een toegewijde, intelligente en belezen heilige, die onschatbare diensten bewijst als vertaler en als zendeling en later een heel efficiënte zendingspresident zal worden. The alleged translator Sybren van Dijk, a dedicated, intelligent and well read holy, which proves invaluable as a translator and later as a missionary and a mission president will be very efficient. Een andere kostbare kracht is de nu voltijdse zendeling Pieter Lammers, die naar Amsterdam is overgeplaatst en er de aandacht van niet-leden tracht op te wekken. Another strength is expensive now full-time missionary Pieter Lammers, who was transferred to Amsterdam and the attention of non-members seeking to generate. Men maakt ook vooruitgang in Zwolle waar een kleine secte, die zichzelf "Christenen" noemt, interesse in het herstelde evangelie betoont. It also makes progress in Zwolle where a small sect, calling themselves "Christians" called, that ye be interested in the restored gospel. Er zijn daar reeds vier leden gedoopt. There are four members were already baptized. Over het algemeen gezien mag Elder Weiler wel tevreden zijn met de bereikte resultaten. Generally seen Weiler Elder may be satisfied with the results.


" DE DIKKE SCHAAL DOORBREKEN..." "BREAK THE THICK SHELL BY ..."

Doch er hangen ook dreigende wolken in de lucht. But there are clouds are gathering in the sky. "Vele boeken," schrijft Elder Francis Brown, "worden tegen ons gepubliceerd en de kranten staan vol met allerlei leugens, om vooroordelen tegen de waarheid in de geest van de mensen te planten, en gelijk de Galileërs van vroeger, wordt overal kwaad over ons gesproken" (16). "Many books," writes Elder Francis Brown, "are published by us and the newspapers are full of many lies, prejudice against the truth in the minds of the people to plant, and as the Galileans of old, evil is everywhere about us spoken "(16). Francis Brown klaagt "de dikke schaal van de tradities" aan, die doorbroken moet worden. Francis Brown complains "the thick shell of the traditions", who must be broken. Hij overdrijft niet. It is no exaggeration. Zendingswerk verrichten in het 19de eeuwse Nederland is geen sinecuur. Perform missionary in the 19th century Netherlands is not sinecuur. Toch, hoewel er minder bekeerlingen gedoopt worden dan in andere landen, hebben de zendelingen niet zoveel last van openlijke tegenstand, zoals bijvoorbeeld in Engeland, Noorwegen of Denemarken, waar opstootjes, vervolgingen en gevangenisstraffen met de prediking van het herstelde evangelie gepaard gaan. However, although baptized converts less than in other countries, the missionaries not suffer as much from open resistance, as in England, Norway or Denmark, where riots, persecution and imprisonment by the preaching of the restored gospel involved.

De lezers van de "Millenial Star" krijgen ook informatie over Nederland door een lange brief van de derde zoon van President Brigham Young, John Willard Young, die in 1866 een bezoek aan ons land brengt. The readers of the "Millenial Star" also get information about the Netherlands by a long letter from the third son of President Brigham Young, John Willard Young, who in 1866 visited our country brings. Als ingenieur is hij gefascineerd door de aardrijkskunde - "hier bebouwen sommigen het land vijf meter onder de spiegel van de oceaan!" -, door de scheepsbouw, de aanleg van de dijken, de windmolens en de stadskanalen. As an engineer he is fascinated by the geography - "here cultivate some land five meters below the mirror of the ocean" - by the shipbuilding, the construction of the dikes, the windmills and the city canals. John Willard en diegenen die hem vergezellen schrijven zelfs hun namen in het huisje te Zaandam waar ooit Peter de Grote als scheepstimmerman werkte. John Willard and those accompanying them even write their names in the house at Zaandam where Peter the Great once worked as a carpenter. Hij is ook onder de indruk van het commercieel-gonzende Amsterdam, maar besluit toch dat het "één der meest verdorven steden ter wereld is" (17). He was also impressed by the commercial-humming Amsterdam, but nevertheless decided that "one of the most corrupt cities in the world" (17).

John Willard beschrijft de ontwikkeling van de zending sinds 1864 en feliciteert de zendelingen voor hun uitmuntende diensten. John Willard describes the development of the consignment since 1864 and congratulates the missionaries for their outstanding services. Ondanks alle mogelijke moeilijkheden - de taal, het gebrek aan publikaties, de soms primitieve levensomstandigheden - hebben zij hun uiterste best gedaan. Vooral Pieter Lammers wordt gelauwerd: "Ik kan u zeggen dat hij de Heilige Geest in grote mate bezit, en dat hij in elk opzicht een waardig ouderling is" (18). Despite this difficulty - the language, the lack of publications, the sometimes primitive living conditions - they have done their utmost. Especially Peter Lammers is celebrated: "I can tell you that the Holy Spirit he largely held, and that he an elder is worthy of every respect "(18). Doch John Willard versterkt ook het negatieve kerkbeeld dat in die jaren Nederland overheerst: But John Willard also reinforces the negative image that the church dominates years Netherlands:

"De mensen zijn er verwoed tegen de doop gekant. En om met de woorden te spelen, het moet ons niet verwonderen: want door de bouw van hun dijken vechten zij voortdurend tegen de onderdompeling van hun land. Natuurlijk is dit niet de reden voor hun afkeer van de doop, maar zij wensen blijkbaar niets méér dan wat ze al hebben, gewoon omdat ze niet beseffen dat er nog iets is buiten de enge grenzen van hun dijken" (19). "The people are furiously opposed to the baptism. And to play with words, it should not surprise us: because by building their levees they fight constantly against the submergence of their land. Of course this is not the reason for their rejection of the baptism, but they apparently want nothing more than what they already have, simply because they do not realize that there is anything outside the narrow confines of their dams' (19).

Op 28 maart 1867 ontvangt Joseph Weiler het bericht dat hij eervol ontheven wordt uit zijn zendingsroeping en dat Francis Brown als nieuwe zendingspresident aangesteld is. On March 28, 1867 Joseph Weiler receive the message that he is honorably released from his missionary vocation and Francis Brown as the new mission president is appointed. Op de vooravond van zijn vertrek uit Nederland schrijft hij nog een brief aan Brigham Young jr. om een laatste verslag uit te brengen. On the eve of his departure from the Netherlands he wrote a letter to Brigham Young, Jr. to a recent report. Zoals het reeds een beetje de gewoonte wordt, klaagt hij over het matig succes in het zendingswerk. As it has a bit of a habit, he complains about the moderate success in the mission. Toch verheugt hij zich in de weinigen "wier ogen geopend zijn en wier harten het glorievolle licht van het evangelie begrepen hebben, zoals het geopenbaard is door de profeet Joseph Smith. Zij zijn niet bevreesd om voor de wereld te getuigen dat de Here God is, dat Brigham Young zijn profeet op aarde is en dat Utah de vergaderplaats is voor het verspreide Israël" (20). Yet he rejoices in the few "whose eyes are open and whose hearts the glorious light of the Gospel understood, as revealed by the Prophet Joseph Smith. They are not afraid for the world to testify that the Lord God, Brigham Young that his prophet on earth, and that Utah is the venue for disseminated Israel "(20).

Evenals de meeste zendelingen voor en na hem, beseft Weiler hoeveel zijn zending voor hemzelf heeft betekend, ondanks al de beproevingen: "Mijn liefde voor de waarheid is sterker geworden, mijn verlangen om nederig en standvastig te zijn is gegroeid, mijn hoop is verruimd, mijn geloof is krachtiger, en het licht van het evangelie is zuiverder en heiliger geworden. Dit geeft u een beetje een idee van mijn huidige gevoelens wat de toekomst betreft..." Like most missionaries before and after him, realizes how much Weiler has served his mission for himself, despite all the trials: "My love for truth is stronger, my desire to be humble and steadfast has grown, my hope is extended, My faith is stronger, and the light of the gospel has become purer and holier. This gives you a bit of an idea of my current feelings about the future ... " (21). (21).

Op 4 mei 1867 verlaat Weiler Nederland. On May 4, 1867 leaving Weiler Netherlands. Met hem vertrekken tien heiligen - acht volwassenen en twee kinderen - "vanuit deze zending naar het beloofde land" (22). With him leaving ten o'clock saints - eight adults and two children - "from this consignment to the promised land" (22). In Engeland voegen zij zich bij zeshonderdzestig andere Europese kerkleden die naar Zion emigreren. In England they add themselves to six hundred sixty other European church members who emigrate to Zion. Met hen zingen zij het "Emigratielied": With them they sing the "Emigration Song":

O vreugde-dag wanneer we gaan, O joy-days when we go,
We zijn op weg, we zijn op weg! We are on our way, we are on our way!
Zo blij en vrij, kom ruimt nu baan, So happy and free, come now cleans job,
We zijn op weg, we zijn op weg! We are on our way, we are on our way!
Kom haast u toch en talm niet meer Come haste and do not delay
We zijn op weg, we zijn op weg! We are on our way, we are on our way!
We roepen het uit, keer op keer, We call it out, time after time,
We zijn op weg, we zijn op weg! We are on our way, we are on our way!

MAGERE JAREN Lean years

Na het vertrek van Joseph Weiler worden de archieven erg schaars om ons te vertellen wat er in Nederland gebeurt. After the departure of Joseph Weiler, the archives is very scarce to tell us what's happening in the Netherlands. De twee volgende zendingspresidenten, Francis Brown en Marcus Holling, houden er praktisch geen correspondentie op na met het hoofdkantoor in Engeland. The next two mission presidents, Francis Brown and Marcus Holling, hold virtually no correspondence after the headquarters in England. Bijgevolg verschijnt er evenmin wat in de "Millenial Star" over de Lage Landen. Therefore appears not what the "Millenial Star" on the Low Countries. De dagboeken van de twee zendingspresidenten hebben wij niet kunnen localiseren. The diaries of the two mission presidents, we can not locate.

Gedurende de rest van 1867 werkt President Brown samen met de broeders Lammers en van Steeter in Noord Brabant, Zeeland, Zuid Holland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Groningen en Overijssel - maar overal met heel matig succes. During the remainder of 1867 working together with President Brown and the brothers Lammers Steeter of North Brabant, Zeeland, Zuid Holland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Groningen and Overijssel - everywhere but with very limited success. Een nieuwe zendeling uit Amerika voegt zich bij hen, Marcus Holling, die in 1867 zendingspresident wordt, bij het vertrek van Francis Brown. A new missionary from America joins them, Marcus Holling, who is mission president in 1867, with the departure of Francis Brown. In tegenstelling tot Elder Weiler, verlaat Elder Brown Nederland met een bittere nasmaak: hij heeft blijkbaar veel moeite met de taal gehad, en is niet te spreken over de "onderdrukking door de Calvinistische leer en de walgelijke slavernij van het volk" (23). Unlike Weiler Elder, Elder Brown left the Netherlands with a bitter taste: he has apparently had difficulty with the language, and is unhappy about the "oppression by the Calvinist doctrine and disgusting slavery of the people" (23).

President Holling zal nu gedurende twee jaar de zending leiden, tot 1869. President Holling will now lead the mission for two years, until 1869. Die periode kenmerkt zich door de verdere emigratie van leden die reeds geruime tijd de lasten van het lokale kerkwerk dragen. This period is characterized by the continued emigration of members already long the burden of the local church work wear. Op 19 juni 1868 wordt Hendrik van Steeter ontheven van zijn zendingstaak om naar Amerika te kunnen vertrekken. On June 19, 1868 Henry Steeter is relieved of duty to his mission to America to leave. Zijn vrouw en zijn kinderen zijn reeds in 1866 afgereisd. His wife and his children have already traveled in 1866. Een jaar later, op 20 augustus 1869, scheept de grootste groep heiligen sinds het vertrek van de Nieuwlichters zich in. A year later, on August 20, 1869, boarded the largest group since the departure of the saints in innovators. Onder de acht gezinnen bevinden zich Pieter Lammers en Sybren van Dijk. Among the eight families are Sybren van Dijk and Peter Lammers. De vrouw van deze laatste, die enkele jaren voorheen zo tegenstribbelde, vergezelt hem, samen met de kinderen (24). The wife of that, some years previously so tegenstribbelde, accompanies him, along with the children (24).

Het aantal lokale leden staat weer op het peil van vijf jaar daarvoor - een twintigtal. The number of local members is back on the level of five years before - a twenty.

Wanneer Marcus Holling in 1869 ontheven wordt, stuurt men niet onmiddellijk een nieuwe zendeling om hem te vervangen. When Mark Holling in 1869 relieved is, one does not immediately send a new missionary to replace him. De presiderende verantwoordelijkheid wordt overgedragen aan een lokale broeder - Jan Krumperman uit Zwolle. Hoewel we geen verslag over zijn activiteiten hebben, mogen we aannemen dat hij de zaken goed bijhoudt tot de aankomst van de nieuwe zendingspresident, niemand minder dan de pas geëmigreerde Sybren van Dijk, één der meest bekwame en succesvolle heiligen die ooit in Nederland werkte. The presiding responsibility is transferred to a local brother - January Krumperman from Zwolle. Although we have no report on its activities, we can assume that he keeps good things to the arrival of the new mission president, none other than the newly emigrated Sybren van Dijk , one of the most competent and successful saints who ever worked in the Netherlands.

Volgend nummer: Next issue:
Het werk onder Sybren van Dijk The work under Sybren van Dijk


12 12

Voetnoten: Footnotes:
(1) Joseph Weiler, Journal, 3 November 1864. (1) Joseph Weiler, Journal, 3 November 1864.
(2) Ibid., 19 November 1864. (2) Ibid., 19 November 1864.
(3) Ibid., 20 April 1865. (3) Ibid., 20 April 1865.
(4) Ibid., 7 June 1865. (4) Ibid., 7 June 1865.
(5) Netherl. (5) Netherl. Mis. Mis. Hist. Hist. (NMH), 13 June 1865. (NMH), 13 June 1865.
(6) Weiler, 3 September 1865. (6) Weiler, 3 September 1865.
(7) Weiler, 11 September 1865. (7) Weiler, 11 September 1865.
(8) NMH, 13 June 1865. (8) NMH, 13 June 1865.
(9) Ibid., 19 September 1865. (9) Ibid., 19 September 1865.
(10) Millenial Star, vol. (10) Millenial Star, vol. 27, pp. 27, pp. 702-703. 702-703.
(11) Ibid. (11) Ibid.
(12) Ibid. (12) Ibid.
(13) NMH, 26 October 1865. (13) NMH, 26 October 1865.
(14) Millenial Star, vol. (14) Millenial Star, vol. 28, pp. 28, pp. 813-814. 813-814.
(15) NMH, 24 December 1865. (15) NMH, 24 December 1865.
(16) Millenial Star, vol. (16) Millenial Star, vol. 28, p. 28, p. 814. 814.
(17) Ibid., vol. (17) Ibid., Vol. 29, p. 29, p. 109. 109.
(18) Ibid., p. (18) Ibid., P. 111. 111.
(19) Ibid., p. (19) Ibid., P. 110. 110.
(20) Ibid., pp. (20) Ibid., Pp. 314-315. 314-315.
(21) Ibid., p. (21) Ibid., P. 315. 315.
(22) Ibid. (22) Ibid.
(23) Ibid., p. (23) Ibid., P. 797. 797.
(24) NMH, 20 August 1869. (24) NMH, 20 August 1869.

13 13

Teksten foto's: Photos Lyrics:

D e vélocipède: D e velocipede:
v oor snobse burgerij en stoere knapen. ear v middle class snobs and tough boys.

A letta Jacobs: A Letta Jacobs:
" Maak haar het leven zuur!" "Make her life miserable!"

Elder Joseph Weiler Elder Joseph Weiler

Elder Francis Brown Elder Francis Brown

Elder Marcus Holling Elder Marcus Holling

De vélocipède: voor snobse burgerij en stoere knapen. The velocipede: snobs for middle and tough boys.

Amsterdams straatbeeld in de jaren 1860. Amsterdam street scene in the 1860s.

Stoomboten en stoomtreinen, onder en boven nieuwe bruggen. Steamboats and steam trains, under and over new bridges.


Al vele jaren lid van de kerk? For many years member of the church?

In een kist op zolder, in een doos in de kelder: ze liggen daar, vergeelde foto's, oude verslagen, verweerde boeken en brochures, stille getuigen van de kerk in vroegere dagen. In a chest in the attic in a box in the basement: they are there, yellowed photographs, old records, books and brochures weathered, silent witness of the church in earlier days. Wilt u dit materiaal een nuttige en veilige bestemming geven? Do you want this material give a useful and safe destination? Schenk het aan het historisch archief van het Fonds Horizon, dat nauw samenwerkt met geschiedkundigen van het historisch departement van de kerk en met het Centrum voor internationale en lokale studies van de Brigham Young Universiteit. Give it to the historical archives of the Horizon Fund, working closely with historians of the history department of the church and the Center for International and local studies of the Brigham Young University.

O p die wijze schrijft u zelf een stuk kostbare geschiedenis mee. O n the way you write yourself into a piece of precious history.

 

Chapter 6 – Sybren Van Dijk

Heiligen der Lage Landen

Saints Low Countries

 

Sybren Van Dijk

De man is een geboren en getogen Nederlander, in 1863 tot het herstelde evangelie bekeerd en zes jaar later met zijn gezin geëmigreerd naar Zion. Tweemaal keert hij als zendingspresident terug naar Nederland, van 1871 tot 1874 en van 1880 tot 1882. Met toestemming van zijn eerste vrouw Frokje, trouwt hij in 1875 een tweede maal, met Anna Elisabeth Nollkamper, een Nederlandse bekeerlinge die eveneens naar Utah is geëmigreerd. Voor zijn twee gezinnen bouwt hij in de stad Ogden een mooie dubbelwoning. Frokje en Anna en hun respectievelijke kinderen kunnen goed met elkaar overweg in dit meervoudige huwelijkstelstel.

Tien jaar later echter worden de vervolgingen, door de Amerikaanse regering tegen de "polygamisten" ingezet, zo hevig dat de meeste mannen zich moeten verbergen, willen ze niet in de gevangenis belanden. Onze nu 60-jarige Nederlander zoekt zijn toevlucht in het zuiden van Utah, in een onherbergzaam en onontgonnen gebied, waar hij van de grond af herbegint. Aan de oever van de Fremont rivier, in Rabbit Valley, bouwt hij een primitief huisje uit graszoden met een dak van boomstammen, opgevuld met zand en stro. De regen spoelt de dakvulling telkens weer weg. Meubelen heeft hij amper - juist het minimum uit ruw materiaal vervaardigd.

Hij tracht zijn twee gezinnen te laten overkomen: Anna komt met haar vier kinderen, maar Frokje kan het niet meer opbrengen. Zijn nieuwe grond en zijn huis laat hij inschrijven onder de meisjesnaam van zijn tweede vrouw, uit vrees dat de regeringsrechercheurs hem zullen vinden. Daar, in de afgelegen natuur, zal hij blijven wonen tot zijn dood in 1899, op 72-jarige leeftijd. Het is ook daar dat hij kort voor zijn dood nog een levensverhaal schrijft. Zijn handen zijn zo vervormd en stijf van artritis dat Anna zijn vingers moet opensperren om er een pen tussen te schuiven. En moeizaam plaatst hij uiteindelijk zijn handtekening onder zijn laatste woorden: Sybren van Dijk.

"Mijn geliefde broeders, zusters en vrienden... Ik, de schrijver van dit stuk, ben nu reeds dertien jaren ziek en lijdende, gebonden aan mijn kamer en mijn bed, en toen ik onlangs op een nacht wakker lag, kwam de vraag in mij op: 'Kan ik nu niets meer doen voor het welzijn van mijn medemensen?' Ik overdacht de wondervolle wijze waarop de Heer mij bewaard heeft sinds mijn jeugd en ik besloot dat ik, zo goed als het nog kan, enkele van Gods handelingen met mij zou beschrijven... Mijn enig doel is God te eren en nederig nog wat goed trachten te doen..." (1).

Sybren schrijft over zijn jeugdjaren. Geboren op 22 mei 1827 in Leeuwarden, verliest hij op 8-jarige leeftijd zijn vader. Zijn moeder hertrouwt, maar "o droefheid, met een verstokte dronkaard." Toch kan Sybren zijn stiefvader ook waarderen: hij leert van hem het beroep van schrijnwerker en mag zelf nooit één druppel alcohol aanraken. Ondanks het verbod van de plaatselijke dominee, leest de jongen ijverig in de Bijbel: "Ik ben steeds zo dankbaar geweest dat ik zo aandachtig de Schriften heb bestudeerd in mijn jeugd."

In 1853, op 26-jarige leeftijd, trouwt hij met Frokje Jans Dam uit Dokkum in Friesland. Van hun drie zonen en vier dochters zullen er slechts twee volwassen worden. Vijf kinderen draagt Sybren ten grave, nog voor ze de leeftijd van drie jaar bereikt hebben. Het jonge echtpaar ziet zovele misbruiken in de Hervormde kerk, dat ze overstappen naar de Evangelische kerk. Sybren brengt het er spoedig tot een der voorsprekers, maar vindt geen gemoedsrust: "Waarom hebben wij geen apostelen? Waarom is onze doop zo verschillend?"

De jaren gaan voorbij en Sybren bidt dat God hem naar de ware kerk zal leiden. In 1862, op een zondagochtend, deelt een vreemdeling aan de uitgang van de Evangelische kerk tractaatjes uit met "de leringen van de Kerk van Jezus Christus door de profeet Joseph Smith." 's Namiddags is Sybren reeds in een druk gesprek gewikkeld met de mormoonse zendeling - vermoedelijk Elder van der Woude. 's Avonds roept Sybren een groepje aspirant-predikanten bijeen en de debatten "worden langdurig, maar vriendelijk voortgezet tot elf uur."

Een jaar lang bestudeert Sybren de nieuwe boodschap, onrustig, biddend, kibbelend met zijn dominee. Hij voert een drukke correspondentie met Elder van der Woude in Amsterdam. Een strijdvraag over het gezag om te dopen voert het conflict met zijn dominee ten top. Nu aarzelt Sybren niet meer: op 19 mei 1863 wordt hij door van der Woude gedoopt en de dag nadien reeds tot ouderling geordend, "hoewel ik eerst heftig protesteerde, overtuigd dat ik er niet waardig voor was". De reactie van zijn omgeving is uitermate bitter en hij wordt prompt uit de Evangelische gemeente geëxcommuniceerd, "wegens het zich mengen met de slechtste mensen ter wereld, de grootste hoereerders, enz."

"Vol vuur begon ik onmiddellijk tot mijn omgeving te prediken, in de mening dat iedereen mij zou geloven; de waarheid was immers zo eenvoudig. Maar, oh, welk een ontgoocheling! In plaats dat zij mij geloofden, werd ik ten overvloede uitgescholden, en zij die mij zo op de handen hadden gedragen, ontpopten zich nu als mijn aartsvijanden. En hier was ik, helemaal alleen in een stad van 25.000 inwoners, alleen in een gebied van 300.000 mensen. En de man die mij gedoopt en geordend had, had Amsterdam verlaten om terug te keren naar Utah... Ik had sterkte in het geloof nodig. En die sterkte kwam, broeders en zusters. Ik hoop dat u me wilt geloven, want het is de heilige waarheid. Toen ik op een dag na een schrijnwerkersopdracht naar huis keerde, werd ik op de weg tegengehouden als door een sterke arm, en een stem, niet erg luid, maar heel duidelijk, zei tot me: "Nu zijt gij een lid van de ware kerk van Christus." Ik herinnerde mij mijn gebeden om de ware kerk van Christus te leren kennen en ik had kunnen dansen en springen van vreugde, ware het niet dat ik mij op een weg vol mensen bevond..."

Met ongebreideld enthousiasme zet Sybren zich voor het werk des Heren in. Hij laat kerkpublikaties uit Zwitserland overkomen en vertaalt de brochure "Een stem tot waarschuwing." Wanneer de nieuwe zendeling Joseph Weiler in Nederland aankomt, laat deze duizend exemplaren van de vertaalde brochure drukken. Als een uitstekend meesterschrijnwerker en werkoverziener, aanvaardt Sybren in 1863 een contract om een Rooms-Katholieke kerk te bouwen. Onderzoek wijst uit dat dit de kerk van de H. Franciscus van Assisi te Franeker (nabij Leeuwarden) moet geweest zijn (2). Op werkdagen overziet Sybren van Dijk de bouw van deze vrij grote kerk, op zondag predikt hij echter vlijtig het mormonisme in een nabije schuur, samen met broeder P. J. Lammers die uit Amsterdam is overgekomen om te helpen. De katholieke parochieleiding staat in rep en roer en tracht Sybren te laten ontslaan. Doch de hoofdaannemer vindt de capaciteiten en de eerlijkheid van Sybren van Dijk belangrijker dan het tumult en houdt het been stijf. Sybren blijft en beëindigt de bouw van de kerk in 1865.

Zijn beroep brengt hem vervolgens naar Zwolle, waar hij verschillende bouwwerken overziet - onder meer een school en een ziekenhuis. Hij schrijft zelf een brochure: "Bent u een ware Christen?" en laat er duizend exemplaren van drukken die hij persoonlijk uitdeelt aan de uitgang van twee protestantse kerken. De bal is aan het rollen. Binnen enkele maanden heeft hij een groep van negen leden rond zich geschaard. "Maar, oh, wat heb ik ook afgezien in deze stad Zwolle! Soms liep de helft van alle schoolkinderen scheldend achter mij aan."

In 1869 verlaten Sybren en zijn gezin Nederland, samen met zeven andere gezinnen van Nederlandse heiligen der laatste dagen. In Liverpool voegen ze zich bij een grote compagnie mormoonse emigranten en richten de kaap naar het Beloofde Land. Slechts twee jaar later wordt Sybren geroepen om terug te keren naar zijn geboorteland en er over de zending te presideren.


1872:
" GEDOOPT MET BLOOTE VOETEN..."

Na het vertrek van zendingspresident Marcus Holling en de meeste leden in 1869, is de kerk in Nederland op een minimumpeil blijven staan: een twintigtal heiligen der laatste dagen, verspreid over enkele steden - Amsterdam, Zwolle, Zaandam, Deventer. Er heerst inactiviteit en ontmoediging. Als nieuwe zendingspresident komt Sybren van Dijk eind 1871 aan en begint meteen en systematisch alle vroegere leden op te zoeken.

Zijn dagboek, in het Nederlands bijgehouden, verhaalt bondig en objectief de dagelijkse gebeurtenissen. Zendelingen in die periode zijn voor hun levensonderhoud en andere kosten afhankelijk van de lokale leden. Zij kunnen hiervoor geld van de tiende gebruiken, maar moeten wel alle inkomsten en uitgaven stipt bijhouden en om de zes maanden een gedetailleerd verslag naar hun overziener in Liverpool opsturen. In de linkermarge van zijn dagboek noteert Elder van Dijk telkens de datum, in de rechtermarge de eventuele inkomsten en uitgaven. Laten we hem eens gedurende een aantal dagen volgen:

"26 januari (1872). Vele vreemdelingen bezocht en gesproken. Veel haat ondervonden, doch ook belangstelling. 's Avonds vergadering bij vrouw Steenbruggen. Uitgescholden door den ouderling der Afgescheidenen van Zwolle en ondersteund door eene de Lange, vrij-Evangelisch. De vrouw is overtuigd van de waarheid volgens haar eigen woord.

27 januari. Eenige menschen bezocht en vertrokken terug <van Deventer> tot Zwolle te voet, zeven uur gaans. Verteeringskosten fl. 2,50.

29 januari. Brieven geschreven naar en verzonden met 4 geschreven boekjes tot vrouw Steenbruggen. Idem brieven naar Leeuwarden en Baard. Aan postzegels, spiegeltje, horlogeketting, fl. 1,50.

1-2 Februari. Vertrokken naar Amsterdam en zeer wel ontvangen door broeder de Groot. fl. 1,70 <reiskosten>.

3 Februari. Opgezocht zuster Vernee. Wel ontvangen. Deze zuster is als het ware begraven onder de vrees voor haar man. Bezocht een door wederwaardigheden van allerlei aard afgeweken broeder, genaamd Brauer. Vroeger gedoopt in Zürich. Hij geeft te kennen dat hij vurig wenscht terug te keren, daar hij altijd geweten heeft dat dit werk uit God is.

4 Februari. Bezocht de afgevallen Dresselhuizen en Benjamin op Zaandam. fl. 0,50 <reiskosten>. Hun toestand is bitter. In de Geest van zachtmoedigheid heb ik getracht hen terug te brengen.

5 Februari. Bezocht Jansje, de vriendin van Loentje, de vrije-Evangelist Jansen en 's avonds Brauer. Ontvangen van Brauer voor een reispenning fl. 0,25."

De ijver van Sybren van Dijk draagt spoedig vruchten. Op 22 februari 1872, twee maanden na zijn aankomst in Nederland, doopt hij de eerste bekeerlingen, Eelke Ekkers en Anna Elizabeth Nollkamper, die drie jaar later zijn tweede vrouw zal worden. Voor het einde van het jaar zal hij nog veertien andere bekeerlingen dopen, terwijl lokale priesterschapdragers ook hier en daar voor groei zullen zorgen. Elder van Dijk aarzelt niet op te treden in de sterkte van zijn priesterschap en met de macht Gods. In het bijzonder in het zegenen van zieken ontplooit hij zijn groot geloof:

"Bij aankomst <in Zwolle> vond ik een telegram van Amsterdam met verzoek aan mij cito over te komen. Gereisd naar Amsterdam, fl. 1,70. Bij aankomst vond ik broeder de Groot zwaar ziek. Aan hem verricht het dienstwerk. De vrouw des huizes, niet in de kerk zijnde, had getelegrafeerd, overtuigd als zij was van de vroegere herstellingen door den Heer aan haar man en dienstmaagd <Anna Nollkamper> geschied. Veel strijd heeft zij daarvoor moeten verduren met hare familie, welke het duivelskunstenarijen noemen." Een dag later: "Broeder de Groot veel beter, en het bed verlaten." En weer een dag later: "Broeder de Groot staat 's morgens op gezond naar het lichaam, doch zwak in krachten. De Heer heeft hem hersteld, Hem zij de eere. Vertrokken naar Zwolle."

De werkzaamheden van Sybren van Dijk doen denken aan de werkwijze van de apostel Paulus. Nooit blijft hij langer dan een paar dagen in dezelfde stad, behalve wanneer hij tractaatjes vertaalt of zelf schrijft, woorden op lofzangen zet, of ander kerkmateriaal klaarmaakt. Net zoals Paulus voert hij een uitgebreide correspondentie met de leden om hen op te bouwen en te vermanen. Gedurende het eerste jaar, 1872, stuurt hij naar elke gemeente brieven, maar in 1873 introduceert hij het systeem van de wekelijkse "rondgaande brief" - een algemeen epistel dat van de ene gemeente naar de andere wordt doorgezonden. Deze voorloper van de kerkelijke tijdschriften brengt regelmaat in de berichtgeving, spaart tijd en werk uit voor de auteur, en draagt sterk bij tot het gevoel van eenheid onder de leden.

Als hij niet schrijft reist hij van plaats tot plaats, te voet als hij geen geld heeft, of anders met de koets, de stoomboot of "per spoor." In elke plaats bezoekt hij de leden, houdt met hen en met "vreemdelingen" vergaderingen, gaat discussies aan met de dominee of de pastoor, deelt tractaatjes aan de uitgang van de kerken uit en houdt openbare bijeenkomsten waar hij vol vuur de boodschap van het herstelde evangelie predikt. In zijn dagboek, op datum van 6 en 7 juli 1872, vinden we daar een typisch voorbeeld van:

"Vertrokken <van Deventer> naar Amsterdam per stoomboot. Door broeder en zuster de Groot en zus Anna met de meeste hartelijkheid ontvangen. Een zaal gehuurd genaamd Neerlands Werkman voor eene dag tweemaal te spreken en door broeder de Groot geadverteerd in het Handelsblad. fl. 1,50."

Hoewel de kleine advertentie op de achterpagina van de zaterdagbijlage verscheen, tussen de vraag om een "fatsoenlijke dienstbode" en het aanbod van een "buffetjuffrouw", kwam "een vrij talrijk publiek" naar de Neerlands Werkman:

"7 Juli. 's Morgens gesproken in genoemde zaal over het Mormonisme, wat het is, wat het wil, en wat het zal zijn in de toekomst. Een vrij talrijk publiek was opgekomen. Na de spreking werd door een der aanwezigen op een bittere wijze aanmerkingen gemaakt, 1) over de handelingen van de eerste zendeling van der Woude, 2) over de doop als zoude die naakt plaatsvinden, 3) over polygamie. Deze aanmerkingen mocht ik zoodanig weerleggen dat hij zich beschaamd moest stilhouden. De geest die er heerschte was over het algemeen goed te noemen. Eenige weinigen trachtten wel onrust te stoken, maar verreweg het grootste gedeelte legde hun het zwijgen op. 's Avonds gesproken over de bekeringsweg van Paulus van Tarsen, als een voorbeeld en kenmerk voor elk mensch om door dezelfde gehoorzaamheid tot dezelfde wetenschap te komen. Het gehoor was niet zoo talrijk, doch er heerschte eene goede opmerkzaamheid. Vele tractaatjes zijn uitgedeeld voorzien met mijn adres. Israels God geve zijn zegen er op. Het is Zijn werk. Het zal niet baten dat Paulus plant, en Apollos nat maakt, indien Hij Zijn zegen er niet op geeft."

De evangeliekennis en de overtuigingskracht van Sybren van Dijk blijken ook uit zijn contacten met de Apostolische gemeente. Op 12 augustus 1872 krijgt hij bezoek van een Apostolische woordvoerder, die aan de mormoonse zendeling het "ware" evangelie komt verkondigen. Kalm noteert Elder van Dijk: "Doch al wat hij meende te hebben is hem ontnomen, en ik hoop dat hij spoedig gedoopt zal worden." En op de datum van de volgende dag, 13 augustus, lezen we: "Wederom dien Heer gehad en met ons gesproken van een tot half vijf, en 's avonds gedoopt. De naam van onze nieuwe broeder is Johan Nagel, zijn vader is dominee geweest, hijzelf heeft daarvoor gestudeerd; hij heeft 25 jaar den Heer menen te dienen, eerst bij de Afgescheidenen, toen bij de Baptisten, toen bij de Apostolischen, thans is hij dan een lid van de Kerk van Jezus Christus, en zijne betuiging is dat hij alleen wil Christus en dien gekruisigd." De dag nadien voegt Sybren er lakoniek aan toe: "Ten gevolge dat ik gedoopt heb met bloote voeten, heb ik mijne voeten erg bezeerd, waardoor ik in huis moet zitten..."

De Apostolische kerk is blijkbaar erg tegen het mormonisme gekant, zeker na de snelle bekering van Johan Nagel. Elder van Dijk krijgt meteen de nodige Apostolische gemeenteleiders op bezoek en dan gaat het er blijkbaar fel aan toe. Een zeker "apostel Zwart" van de Apostolischen komt heftig prediken dat Brigham Young, Mohammed en de Paus drie spitsbroeders zijn. Onze mormoonse zendeling schrijft hem prompt een paar brieven om hem tot bekering te roepen. Twee dagen na de doop van broeder Nagel, komen een "profeet" en een "diaken" van de Apostolischen op bezoek. Doch volgens van Dijk "brachten zij de grootste wartaal uit; eindelijk verkondigde ik hun de raad Gods, waarna de profeet inzonderheid het werk Gods begon te lasteren, waarna ik hem, daar hij met machtspreuken wilde bewijzen een profeet te zijn, in den Naam van Jezus Christus verklaarde voor een dienstknecht des Satans." De Apostolische profeet ontsteekt in woede en "trillend van gramschap" en "met afgebroken woorden" beschuldigt hij van Dijk "een leugenaar en boosdoener" te zijn. Zelfzeker besluit Sybren het verslag van het conflict: "Onze nieuwe broeder <Johan Nagel> is zeer versterkt geworden in zijn overtuiging."

En de dagen gaan verder:

"16 Augustus <1872>. Nog altijd huiszittende met de voet. Bezoek gehad van onze nieuwen broeder. Hij wenscht nog meerdere Apostolische hoofden bij mij trachten te brengen. Ontvangen 3.000 tractaatjes. Betaald fl. 12.

17 Augustus. Brief geschreven naar mijne vrouw. Bezoek afgelegd bij eene vrouw welke gedoopt wilde worden, maar niet tot vergeving van zonden. Veel met haar gesproken, doch weinig baat. Arm mensch. Rijk en verrijkt, en toch naakt en ellendig."

Het jaar 1872 loopt ten einde. De onvermoeibare zendingspresident schrijft op 31 december:

"... het jaar door Gods zegen rijkelijk gekroond, geëindigd door een bord karnemelk te eten en den Heer voor al Zijn genade te danken..."


1873:
" MAAR PLICHT EN ROEPING GEBOOD..."

In 1873 wordt het werk nog geïntensiveerd door het veelvuldig uitdelen van tractaatjes en door het aankloppen van deur tot deur. Dit actievere zendingswerk lokt ook tegenreacties uit, vooral in deze periode waar meer en meer artikelen en boeken het mormonisme, of liever een negatief-geromanceerd polygaam mormonisme, op de korrel nemen. In Zutphen krijgt Sybren van Dijk een politiebevel om de stad te verlaten. Hij neemt meteen de gelegenheid te baat om eerst "veel en ernstig" met de politieagent te spreken en dan de stad te verlaten, onderweg handenvol tractaajes uitdelend. Een week later stapt hij Zutphen terug binnen - en ditmaal laten de gezagsdragers hem ongemoeid.

De lente en de zomer betekenen voor de Europese zendingsleiders ook de drukke voorbereidingen op de emigratie van de heiligen die er toe in staat zijn. Zo treft Sybren van Dijk alle voorbereidingen in verband met de reis via het kerkelijke emigratieagentschap te Liverpool. Het werk omvat ook toezicht op de financiële haalbaarheid voor elk gezin afzonderlijk, bijstand bij verkoop van bezittingen en raad voor de aanschaf van gewenst emigratiemateriaal. Wanneer de betrokken kerkleden klaar zijn, begeleidt Elder van Dijk ze naar de vertrekhaven Rotterdam of zelfs tot in Liverpool. In 1873 begeleidt hij aldus de Nederlandse groep tot aan de Engelse vertrekhaven. Het blijkt wel uit zijn dagboek dat een speciale bekommernis voor de mee-emigrerende zuster Anna Nollkamper daar iets mee te maken heeft, hoewel alles er op wijst dat Sybren van Dijk zeer correct handelt. Als hij misschien reeds denkt aan een eventueel tweede huwelijk, is het ook duidelijk dat hij de procedure via de toestemmingen van zijn eerste vrouw en van de kerkpresident nauwgezet wenst te volgen. Op 2 juni vergadert hij met de vertrekkende Nederlandse broeders en zusters in zijn hotelkamer en drukt hen op het hart steeds trouw en standvastig te blijven. Aan elk van hen afzonderlijk vraagt hij of hij in iets tekort heeft gedaan of teleurgesteld. Elkeen bevestigt dat hij zijn plicht volkomen heeft vervuld. Na een dag van verdere voorbereidingen, gaan de heiligen op 4 juni aan boord van de Nevada, een typisch mormoons charterschip.

"Daar het scheepsvolk reeds alles voor de komst der mormonen in gereedheid had gebracht, en van de zijde van het bestuur der kerk reeds vooraf ieder zijn plaats had bestemd en aangewezen, zo waren wij spoedig klaar, en de broederen en zusteren waren als het ware huiszittend... Toen begaven wij ons aan dek, alwaar reeds velen der Engelse jonge broederen en zusteren zich tot het zingen van onze heerlijke Zions liederen hadden vereenigd. O mijn hart trilde van blijdschap toen ik mij daaronder bevond..."

De verschillende nationaliteiten vormen geen barrière voor deze mensen die door het aanvaarden van het herstelde evangelie een hogere eenheid tussen hen allen ontdekken. Men maakt kennis, men zingt samen, men luistert, eventueel met vertaling, naar de opwekkende woorden van President Albert Carrington, lid van de Raad der Twaalf en mede-overziener van het Europese gebied. Om drie uur 's middags moet Sybren van Dijk het schip verlaten: "Zoo kwam eindelijk het uurtje van scheiden, wat voor mij niet zoo gemakkelijk was. O ik had wel alles kunnen achterlaten om maar mede te kunnen gaan naar mijn dierbare Zion en mijn liefhebbende vrouw en kinderen, maar plicht en roeping gebood. Nog een weinig geduld mijn ziel en gij zult ze allen wederzien. Zwaar viel mij de laatste groet aan het schip dat mijn dierbare broeders en zusters droeg, en waarop zich een bevindt aan wien ik mij met hart en ziel verbonden gevoel. God beware haar! Met een ijskoud hart keerde ik terug tot een voor mij ijskoud Babylon. Naar mijn kamer in het logement moest ik, in de eenzaamheid, en daar moest ik bidden en schrijven, schrijven aan mijn vrouw en broeder Lammers en broeder Hubert. Daarin vond ik troost."

Terug in Nederland werpt Elder van Dijk zich met verdubbelde ijver in het werk van de eer. Bijna elke dag trekt hij naar een andere stad, bezoekend, predikend, zegenend. Het beetje geld dat hij ontvangt om in zijn karig levensonderhoud te voorzien, gebruikt hij gul om anderen te helpen: "1 gld. voor het spoor voor broeder Koldewijn's kinderen om een vergadering in Zutphen bij te wonen; 25 gld. voor broeder Stam voor een nieuwe vest, een jas en een broek; 12,5 gld. voor broeder Brauer als lening om enkele kleine schulden af te lossen, in wekelijkse betalingen terug te betalen."

In september 1873 heerst er onenigheid onder de leden te Amsterdam - een blijkbaar weerkerend verschijnsel, want ook Elder van der Woude heeft er in de jaren 1860 het nodige zweet aan moeten besteden (zie hoofdstuk 2). Elder van Dijk pakt de koe bij de horens om de "verwarde hartstochten" tot rede te brengen. Vier weken lang arbeidt hij met de leden door overreding en door vermaning om uiteindelijk "de eendracht te herstellen."

Ondertussen laat hij het eigenlijke zendingswerk niet verzanden: "Nieuwe kennissen zijn aangeknoopt door het verspreiden van tractaatjes en door samensprekingen te Amsterdam, Overtoom, Sloten en Haarlem, dus ik dank de Vader dat Hij mij niettegenstaande alle mijne gebreken, toch ook nu wederom in deze vier weken heeft gezegend."De overige maanden van 1873 zinderen van ijver en geesteskracht. Eén dag uit het dagboek moge volstaan als voorbeeld:"15 oktober <1873>. Vertrokken naar Borculo. Spoor naar Lochem, fl. 0,40. Verteering te Deventer en Zutphen, postzegels, fl. 0,40. Te Borculo waren broeder en zuster Koldewijn recht blijde, want de Heer had haar den zondag te voren genezen door oplegging der handen van den ouderling Stam van hare ziekte in de beenen, waaraan zij 4 weken had gelaboreerd, zoodat zij de krukken kon wegwerpen. Ook broeder Koldeijn was hersteld door oplegging der handen, en kon des maandagsmorgens weer naar den molen gaan. Het been van zus Koldewijn was dicht en zij kon loopen als een kieviet. 's Avonds had ik eene samenkomst ten huize van broeder Koldewijn met een Bijbelcolporteur, een afgescheiden kleermaker en nog een man en vrouw. In alles zijn zij overtuigd geworden van hunne dwalingen, en is hun de weg des vredes bekend gemaakt, en zulks niet voor de eerste maal. Onze handen zijn rein van hun bloed. Verzonden het gecollecteerde te Zwolle naar broeder Bartens te Amsterdam, fl. 2,00. Tiende van Koldewijn, fl. 2,70."

Pragmatisch en kordaat, en tegelijkertijd diepgelovig en liefdevol, is Sybren van Dijk een stuwende kracht in de vooruitgang van de jonge kerk in Nederland. Ontmoediging breekt nergens door tussen de regels van zijn dagboek. Hij verlangt weliswaar naar Zion, naar zijn vrouw en zijn kinderen, in die mate dat hij, een geboren Nederlander, zich in Nederland soms "een vreemdeling in een vreemd land" voelt. Doch hij blijft en werkt onverdroten verder, want daartoe is hij geroepen. Volkomen gehoorzaamheid aan de plichten van zijn zending stelt hij nooit in vraag. Hij werkt, werkt, nederig en dankbaar. Op 31 december 1873 besluit hij het jaar met de woorden:

"Dit jaar ruimschoots de zegeningen des Heeren ondervonden. Bij de Heer is getrouwheid, bij mij beschaamdheid des aangezichten vanwege vele tekortkomingen, maar de Heer is barmhartig en groot van goedertierendheid, Hij vergeeft menigvuldiglijk. O Heer, dank zij u toegebracht voor al wat Gij mij hebt geschonken en voor al wat Gij mij hebt onthouden. Zie in gunst om mij en mijnen geringen arbeid neder in dit land en vergeeft mij mijne ongerechtigheden om Jezus wil. Amen."

1874: "HET STOF MIJNER VOETEN AFGESCHUD..."

Kan een dagboek routine worden? Misschien, maar elke dag opnieuw spreekt Sybren van Dijk aan. Het jaar 1874 is net begonnen. Binnen zes maanden zal hij naar zijn nieuwe thuis in Zion mogen terugkeren. Zelf weet hij dit nog niet, want in die periode heeft een zendingsoproep geen einddatum. Men wacht in gehoorzaamheid op de brief die ontslag verleent - al duurt het jaren.

"4 Januari <1874>. Met broeder de Groot geweest naar Sloten op eene vergadering van <protestantse> zondagschoolonderwijzers. Het evangelie verkondigd in ruime mate, reeds ten vierde male in dat huis. Hardnekkig tegengestaan. Het stof mijner voeten afgeschud tegen hen tot een getuigenis, en daarna nog bespot.

31 Januari. Een huisgezin bezocht alwaar een jonge man van omstreeks 26 jaar, Rooms-Katholiek, mij wenschte te spreken over zijn ziekte van overvallen. Ik heb hen met het werk Gods in deze laatste dagen en met de macht van den Heere Jezus bekend gemaakt, doch geen handen opgelegd, omdat ik gevoelde in de eerste plaats op gehoorzaamheid van het Evangelie te moeten aandringen.

1 Februari. Vergadering ten huize van broeder Koldewijn, en de dood des Heeren verkondigd. 's Avonds ernstig gesproken met de kleermaker Tiroller. Daarna met broeder Koldewijn een man opgezocht met name Stikkert, welke reeds meer dan een jaar zit met open beenen, en op zijn verzoek de handen opgelegd voor genezing, hem tevens het raadsbesluit van God bekend makende. Daarna gegaan naar het huisgezin van den jongen man, met name Thyssen, aldaar in ruime mate het Evangelie verkondigd, en hem de handen opgelegd voor genezing van zijn overvallen. Toen zulks geschied was, openbaarde de moeder zich dat zij reeds langer dan een jaar laboreerde aan pijnen in de borst en zijde, en dat zij geen hulp vond bij dokters, en vroeg of ook zij niet kon genezen worden. Ook haar de handen opgelegd... Daarna ten huize van broeder Koldewijn de handen opgelegd aan broeder Koldewijn tot genezing zijner breuk, en op zuster Johanna Koldewijn voor genezing van opene loopende borsten waaraan zij reeds bijna 8 maanden is lijdende.

2 Februari. Zuster Johanna Koldewijn vertelt mij dat de Heer haar volkomen heeft genezen, zoodat niet alleen de borsten dicht zijn, maar ook volkomen alle pijn is verdwenen. 's Middags gegaan naar de boer Stikkert, en met hem op zeer ernstige wijze over zijn zielstoestand gesproken, en hem gezegd dat ik geloofde dat de Heer hem zou genezen als Hij de Heer kinderlijk gehoorzaam werd... Daarna gegaan naar het huisgezin van Thyssen. De jonge man kwam mij verblijd tegemoet en vertelde mij dat hij hem zoo fris gevoelde als het maar kon, en de moeder verklaarde mij dat zij de helft beter was. Daar was groote blijdschap in dat huis... Vervolgens geloopen naar Lochem, onderweg het Evangelie kortelijks verkondigd aan een arme kleermaker van Lochem, en toen per spoor vertrokken naar Zutphen. Spoor fl. 0,40."

Door het voorbeeld van zendingspresident van Dijk groeit onder de heiligen in Nederland een geest van offervaardigheid en van barmhartigheid. Tevens opent hij het perspectief van een kerk die vooruitziet naar een steeds betere en sterkere toekomst. De 'rondgaande brieven', met vertalingen van toespraken van Brigham Young, met nieuws en raadgevingen, met praktische instructies voor de emigratie, brengen de gist in het deeg. De heiligen leren dat men niet kan stilstaan in dit Koninkrijk van God.

In juni 1874 wordt Sybren van Dijk eervol ontheven van zijn zending. Hij heeft 41 personen gedoopt en vele anderen zijn rechtstreeks of onrechtstreeks door zijn toedoen lid van de kerk geworden. Samen met zestig Nederlandse heiligen gaat hij op 11 juni 1874 in Liverpool aan boord van de SS Hudson. Vier maanden later, langs de grote emigratieroute naar Zion, bereiken zij Utah. Een echtgenote valt wenend in de armen van haar man. En de kinderen zijn weer zo'n stuk gegroeid.

Het werk van Sybren van Dijk voor Nederland is nog niet afgelopen: van 1880 tot 1882 zal hij een tweede maal over de Nederlandse zending presideren, in een periode wanneer de anti-mormoonse tegenstand een hoogtepunt bereikt. De moedige ouderling, de "mormonendominee," de Paulinische Nederlander zullen we in een volgend hoofdstuk nog ontmoeten.

Voetnoten

(1) We putten voor het levensverhaal van Sybren van Dijk voornamelijk uit drie bronnen:
a) Sybren van Dijk, Missionary Journal, 1871-1874, LDS Historical Department;
b) Don E. Greathouse, Sybren van Dijk, ms. compilation, n.d., van Dijk family files;
c) Sybren van Dijk, Life record, ms., n.d., van Dijk family files. We danken de nakomelingen van Sybren van Dijk voor hun kostbare hulp bij het verzamelen van de gegevens. Om de tekst van dit hoofdstuk niet nodeloos te verzwaren, hebben we geen bijkomende cijferverwijzingen ingelast naar de hogervernoemde bronnen.

Ook werd gebruik gemaakt van de "Latter-day Saints Millenial Star", verscheidene berichten uit Nederland in de periode 1870-1874.

(2) Zie Dr. P.J.H. Cuypers, tekst J. Kalf, De Katholieke kerken in Nderland (Amsterdam, 1906), p. 124; en Drs. H.P.R. Rosenberg, De 19de eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland ('s Gravenhage, 1972), p. 126. Voor foto's van de gesloopte St Franciscuskerk te Franeker danken wij Dhr. Verduyn van "De Korenaar" te Franeker, voor het gebruik van zijn ansichtenverzameling.


Teksten foto's:

Sybren van Dijk

De kerk van de H. Franciscus van Assisi te Franeker. Het gebouw werd in 1960 gesloopt bij gebrek aan religieuze belangstelling.

Interieur van de H. Franciscuskerk.

Tussen andere advertenties: de "Mormonenadvertentie" in het Algemeen Handelsblad van zaterdag 6 juli 1872.

T ussen andere advertenties in:
de "Mormonenadvertentie" in het Handelsblad
v an zaterdag 6 juli 1872.

De Nieuwe Zijds Voorburgwal, met uiterst links de ingang van de Suikerbakkersteeg. Het hoekhuis met stoep en trap is de Neerlands Werkman. Het was het verenigingshuis van de arbeiders, waar in 1869 de Nederlandse sectie van de Socialistische Internationale begon. Op 7 juli 1872 predikte Elder van Dijk er het mormonisme.
tekening van H.M.J. Misset, Historisch Topografische Atlas, Gemeentelijke Archiefdienst, Amsterdam.)


Een Nederlandse drukkerij in 1872: kostbaar instrument voor het drukken van tractaatjes en boeken.
Hoewel de kleine advertentie op de achterpagina van de zaterdagbijlage verscheen, tussen de vraag om een "fatsoenlijke dienstbode" en het aanbod van een "buffetjuffrouw", kwam "een vrij talrijk publiek" naar de Neerlands Werkman:

 

 

 

Sybren Van Dijk

De man is een geboren en getogen Nederlander, in 1863 tot het herstelde evangelie bekeerd en zes jaar later met zijn gezin geëmigreerd naar Zion. The man is a born and bred Dutchman, in 1863 and converted to the restored gospel six years later his family emigrated to Zion. Tweemaal keert hij als zendingspresident terug naar Nederland, van 1871 tot 1874 en van 1880 tot 1882. Twice he returned as a mission president returned to the Netherlands from 1871 to 1874 and from 1880 to 1882. Met toestemming van zijn eerste vrouw Frokje, trouwt hij in 1875 een tweede maal, met Anna Elisabeth Nollkamper, een Nederlandse bekeerlinge die eveneens naar Utah is geëmigreerd. Voor zijn twee gezinnen bouwt hij in de stad Ogden een mooie dubbelwoning. Frokje en Anna en hun respectievelijke kinderen kunnen goed met elkaar overweg in dit meervoudige huwelijkstelstel. With permission from his first wife Frokje, he married in 1875 half time, with Anna Elisabeth Nollkamper, a Dutch convert who also emigrated to Utah. For two families in the city of Ogden, he builds a beautiful house twice. Frokje and Anna and their respective well children get along in this multi-marriage scheme.

Tien jaar later echter worden de vervolgingen, door de Amerikaanse regering tegen de "polygamisten" ingezet, zo hevig dat de meeste mannen zich moeten verbergen, willen ze niet in de gevangenis belanden. Ten years later, however, the persecution by the U.S. government against the "polygamist" used, so violent that most men have to hide, they will not go to jail. Onze nu 60-jarige Nederlander zoekt zijn toevlucht in het zuiden van Utah, in een onherbergzaam en onontgonnen gebied, waar hij van de grond af herbegint. Our now 60-year-old seeks his refuge in southern Utah, in an inhospitable and undeveloped areas, where it begins again from scratch. Aan de oever van de Fremont rivier, in Rabbit Valley, bouwt hij een primitief huisje uit graszoden met een dak van boomstammen, opgevuld met zand en stro. On the banks of the Fremont River in Rabbit Valley, he built a primitive hut with a sod roof of logs, filled with sand and straw. De regen spoelt de dakvulling telkens weer weg. The rain washes away the dakvulling repeatedly. Meubelen heeft hij amper - juist het minimum uit ruw materiaal vervaardigd. Furniture he barely - just the minimum of raw material.

Hij tracht zijn twee gezinnen te laten overkomen: Anna komt met haar vier kinderen, maar Frokje kan het niet meer opbrengen. He tries his two families to join them: Anna with her four children, but Frokje can not do it anymore. Zijn nieuwe grond en zijn huis laat hij inschrijven onder de meisjesnaam van zijn tweede vrouw, uit vrees dat de regeringsrechercheurs hem zullen vinden. Daar, in de afgelegen natuur, zal hij blijven wonen tot zijn dood in 1899, op 72-jarige leeftijd. His new land and housing can register it under the maiden name of his second wife, for fear that the government investigators will find him. There, in the remote nature, he remained until his death in 1899, at age 72. Het is ook daar dat hij kort voor zijn dood nog een levensverhaal schrijft. It was also there that shortly before his death wrote a story. Zijn handen zijn zo vervormd en stijf van artritis dat Anna zijn vingers moet opensperren om er een pen tussen te schuiven. His hands are so distorted and stiff from arthritis that Anna should distend his fingers to a pen between scrolling. En moeizaam plaatst hij uiteindelijk zijn handtekening onder zijn laatste woorden: Sybren van Dijk. And finally he laboriously put his signature to his last words: Sybren van Dijk.

"Mijn geliefde broeders, zusters en vrienden... Ik, de schrijver van dit stuk, ben nu reeds dertien jaren ziek en lijdende, gebonden aan mijn kamer en mijn bed, en toen ik onlangs op een nacht wakker lag, kwam de vraag in mij op: 'Kan ik nu niets meer doen voor het welzijn van mijn medemensen?' "My dear brothers, sisters and friends ... I, the author of this piece, am now thirteen years sick and suffering, tied to my room and my bed, and when I lay awake one night recently, the question arose in me: "Can I do anything for the welfare of my fellow men?" Ik overdacht de wondervolle wijze waarop de Heer mij bewaard heeft sinds mijn jeugd en ik besloot dat ik, zo goed als het nog kan, enkele van Gods handelingen met mij zou beschrijven... Mijn enig doel is God te eren en nederig nog wat goed trachten te doen..." (1). I thought about the wonderful way the Lord has kept me since my childhood and I decided that I, as well as it can still, some of God's acts would describe me ... My only goal is to honor God and humble some good trying to do ... "(1).

Sybren schrijft over zijn jeugdjaren. Sybren writes about his childhood years. Geboren op 22 mei 1827 in Leeuwarden, verliest hij op 8-jarige leeftijd zijn vader. Born on May 22, 1827 in Leeuwarden, he loses 8 years of age his father. Zijn moeder hertrouwt, maar "o droefheid, met een verstokte dronkaard." His mother remarried, but "O sorrow, with an inveterate drunkard." Toch kan Sybren zijn stiefvader ook waarderen: hij leert van hem het beroep van schrijnwerker en mag zelf nooit één druppel alcohol aanraken. Ondanks het verbod van de plaatselijke dominee, leest de jongen ijverig in de Bijbel: "Ik ben steeds zo dankbaar geweest dat ik zo aandachtig de Schriften heb bestudeerd in mijn jeugd." However, Sybren also appreciate his stepfather, he learns from him the job of carpenter and should never touch a drop of alcohol. Despite the prohibition of the local pastor, the boy eagerly read in the Bible: "I'm always so grateful that I have The Scriptures have so carefully studied in my youth. "

In 1853, op 26-jarige leeftijd, trouwt hij met Frokje Jans Dam uit Dokkum in Friesland. In 1853, at age 26, he married Frokje Jackson Dam from Dokkum in Friesland. Van hun drie zonen en vier dochters zullen er slechts twee volwassen worden. Of their three sons and four daughters will only be two adults. Vijf kinderen draagt Sybren ten grave, nog voor ze de leeftijd van drie jaar bereikt hebben. Five children wearing Sybren grave, before the age of three years they have achieved. Het jonge echtpaar ziet zovele misbruiken in de Hervormde kerk, dat ze overstappen naar de Evangelische kerk. The young couple sees many abuses in the Reformed Church, they move to the Evangelical church. Sybren brengt het er spoedig tot een der voorsprekers, maar vindt geen gemoedsrust: "Waarom hebben wij geen apostelen? Waarom is onze doop zo verschillend?" Sybren brings it up soon for one of the speakers, but finds no peace of mind: "Why have we not apostles and why our baptism is so different?"

De jaren gaan voorbij en Sybren bidt dat God hem naar de ware kerk zal leiden. The years passed and Sybren pray that God will lead to the true church. In 1862, op een zondagochtend, deelt een vreemdeling aan de uitgang van de Evangelische kerk tractaatjes uit met "de leringen van de Kerk van Jezus Christus door de profeet Joseph Smith." In 1862, on a Sunday morning, a stranger to share the output of the Evangelical Church tracts with "the teachings of the Church of Jesus Christ through the Prophet Joseph Smith." 's Namiddags is Sybren reeds in een druk gesprek gewikkeld met de mormoonse zendeling - vermoedelijk Elder van der Woude. afternoon Sybren is already wrapped in a lively conversation with the Mormon missionary - Elder presumably van der Woude. 's Avonds roept Sybren een groepje aspirant-predikanten bijeen en de debatten "worden langdurig, maar vriendelijk voortgezet tot elf uur." evening calls Sybren a group of prospective ministers meeting and the discussions "are long, but kindly continue to eleven hours."

Een jaar lang bestudeert Sybren de nieuwe boodschap, onrustig, biddend, kibbelend met zijn dominee. Sybren a year studying the new message, restless, praying, squabbling with his pastor. Hij voert een drukke correspondentie met Elder van der Woude in Amsterdam. He performs a busy correspondence with Elder van der Woude in Amsterdam. Een strijdvraag over het gezag om te dopen voert het conflict met zijn dominee ten top. A controversy over the authority to baptize enter the conflict with his pastor at the top. Nu aarzelt Sybren niet meer: op 19 mei 1863 wordt hij door van der Woude gedoopt en de dag nadien reeds tot ouderling geordend, "hoewel ik eerst heftig protesteerde, overtuigd dat ik er niet waardig voor was". Now Sybren not hesitate: he is on May 19, 1863 by van der Woude and baptized the next day already ordained elder, "but first I vehemently protested, convinced that I was not worthy of". De reactie van zijn omgeving is uitermate bitter en hij wordt prompt uit de Evangelische gemeente geëxcommuniceerd, "wegens het zich mengen met de slechtste mensen ter wereld, de grootste hoereerders, enz." The reaction of his environment is extremely bitter and he is promptly excommunicated from the Evangelical community, "because it will interfere with the worst people in the world, the largest fornicators, etc."

"Vol vuur begon ik onmiddellijk tot mijn omgeving te prediken, in de mening dat iedereen mij zou geloven; de waarheid was immers zo eenvoudig. Maar, oh, welk een ontgoocheling! In plaats dat zij mij geloofden, werd ik ten overvloede uitgescholden, en zij die mij zo op de handen hadden gedragen, ontpopten zich nu als mijn aartsvijanden. En hier was ik, helemaal alleen in een stad van 25.000 inwoners, alleen in een gebied van 300.000 mensen. En de man die mij gedoopt en geordend had, had Amsterdam verlaten om terug te keren naar Utah... Ik had sterkte in het geloof nodig. En die sterkte kwam, broeders en zusters. Ik hoop dat u me wilt geloven, want het is de heilige waarheid. Toen ik op een dag na een schrijnwerkersopdracht naar huis keerde, werd ik op de weg tegengehouden als door een sterke arm, en een stem, niet erg luid, maar heel duidelijk, zei tot me: "Nu zijt gij een lid van de ware kerk van Christus." Ik herinnerde mij mijn gebeden om de ware kerk van Christus te leren kennen en ik had kunnen dansen en springen van vreugde, ware het niet dat ik mij op een weg vol mensen bevond..." "Fire Vol I immediately began to preach to my surroundings, thinking that anyone would believe me, the truth is so simple. But, oh, what a disappointment! Instead they believed me, I was scolded unnecessarily, and me so that she had worn on the hands, revealed themselves as my arch enemies. And here I was, all alone in a town of 25,000 inhabitants, only in an area of 300,000 people. And the man who baptized me and ordered, had Amsterdam left to return to Utah ... I had strength in faith. And that strength came, brothers and sisters. I hope you'll believe me, because it is the sacred truth. When I was on one days after a joinery job went home, I was on the road and stopped by a strong arm, and a voice, not very loud, but very clearly said to me: "Now you are a member of the true church of Christ." I remembered my prayers to the true church of Christ and know I could dance and jump for joy were it not that I was on a road full of people ... "

Met ongebreideld enthousiasme zet Sybren zich voor het werk des Heren in. With unbridled enthusiasm Sybren set up for the Lord's work in. Hij laat kerkpublikaties uit Zwitserland overkomen en vertaalt de brochure "Een stem tot waarschuwing." It happened late church publications from Switzerland and translate the brochure "A voice of warning." Wanneer de nieuwe zendeling Joseph Weiler in Nederland aankomt, laat deze duizend exemplaren van de vertaalde brochure drukken. When the new missionary Joseph Weiler arrives in the Netherlands, have it translated thousand copies of the brochure printing. Als een uitstekend meesterschrijnwerker en werkoverziener, aanvaardt Sybren in 1863 een contract om een Rooms-Katholieke kerk te bouwen. As a master carpenter and excellent work on visionary, Sybren accept a contract in 1863 to a Roman Catholic church building. Onderzoek wijst uit dat dit de kerk van de H. Research shows that the Church of St. Franciscus van Assisi te Franeker (nabij Leeuwarden) moet geweest zijn (2). Francis of Assisi in Franeker (near Leeuwarden) should have been (2). Op werkdagen overziet Sybren van Dijk de bouw van deze vrij grote kerk, op zondag predikt hij echter vlijtig het mormonisme in een nabije schuur, samen met broeder PJ Lammers die uit Amsterdam is overgekomen om te helpen. On days Sybren van Dijk oversees the construction of these relatively large church, he preaches on Sunday but industrious Mormonism in a nearby barn, along with brother PJ Lammers from Amsterdam has come to help. De katholieke parochieleiding staat in rep en roer en tracht Sybren te laten ontslaan. The Catholic parish leadership is in turmoil and Sybren tries to dismiss. Doch de hoofdaannemer vindt de capaciteiten en de eerlijkheid van Sybren van Dijk belangrijker dan het tumult en houdt het been stijf. But the main contractor is the capacity and the fairness of Sybren van Dijk important than the tumult and the leg is stiff. Sybren blijft en beëindigt de bouw van de kerk in 1865. Sybren continues and ends the construction of the church in 1865.

Zijn beroep brengt hem vervolgens naar Zwolle, waar hij verschillende bouwwerken overziet - onder meer een school en een ziekenhuis. His job brings him then to Zwolle, where he oversees several buildings - including a school and a hospital. Hij schrijft zelf een brochure: "Bent u een ware Christen?" He writes himself a brochure: "Are you a true Christian?" en laat er duizend exemplaren van drukken die hij persoonlijk uitdeelt aan de uitgang van twee protestantse kerken. and let a thousand copies printed of which he personally rewarding the output of two Protestant churches. De bal is aan het rollen. The ball is rolling. Binnen enkele maanden heeft hij een groep van negen leden rond zich geschaard. Within months, he has a group of around nine members are aligned. "Maar, oh, wat heb ik ook afgezien in deze stad Zwolle! Soms liep de helft van alle schoolkinderen scheldend achter mij aan." "But, oh, what have I abandoned this city Zwolle! Sometimes ran half of all schoolchildren swearing behind me."

In 1869 verlaten Sybren en zijn gezin Nederland, samen met zeven andere gezinnen van Nederlandse heiligen der laatste dagen. In 1869 his family left Sybren and Netherlands, together with seven other Dutch families of Latter-day Saints. In Liverpool voegen ze zich bij een grote compagnie mormoonse emigranten en richten de kaap naar het Beloofde Land. In Liverpool they join a large company to establish the Mormon emigrants and cape to the Promised Land. Slechts twee jaar later wordt Sybren geroepen om terug te keren naar zijn geboorteland en er over de zending te presideren. Only two years later, Sybren called to return to his homeland and to preside over the mission.


1872: 1872:
" GEDOOPT MET BLOOTE VOETEN..." "BAPTIZED WITH BARE FEET ..."

Na het vertrek van zendingspresident Marcus Holling en de meeste leden in 1869, is de kerk in Nederland op een minimumpeil blijven staan: een twintigtal heiligen der laatste dagen, verspreid over enkele steden - Amsterdam, Zwolle, Zaandam, Deventer. After the departure of Marcus Holling mission president and most members in 1869, the church in the Netherlands at a minimum level remain: Saints last twenty days, spread over several cities - Amsterdam, Zwolle, Zaandam, Deventer. Er heerst inactiviteit en ontmoediging. Als nieuwe zendingspresident komt Sybren van Dijk eind 1871 aan en begint meteen en systematisch alle vroegere leden op te zoeken. There is discouragement and inactivity. As a new mission president is Sybren van Dijk end 1871 and begin immediately and systematically all former members to find.

Zijn dagboek, in het Nederlands bijgehouden, verhaalt bondig en objectief de dagelijkse gebeurtenissen. His diary, kept in Dutch, concisely and objectively recounts the daily events. Zendelingen in die periode zijn voor hun levensonderhoud en andere kosten afhankelijk van de lokale leden. Missionaries in this period for their maintenance and other costs depending on the local members. Zij kunnen hiervoor geld van de tiende gebruiken, maar moeten wel alle inkomsten en uitgaven stipt bijhouden en om de zes maanden een gedetailleerd verslag naar hun overziener in Liverpool opsturen. They can use this money from the tenth, but should strictly keep all receipts and expenditures for the six months and a detailed report on visionary in their Liverpool send. In de linkermarge van zijn dagboek noteert Elder van Dijk telkens de datum, in de rechtermarge de eventuele inkomsten en uitgaven. In the left margin of his diary of Elder Dijk each date, in the right margin of any income and expenditure. Laten we hem eens gedurende een aantal dagen volgen: Let him for several days following:

"26 januari (1872). Vele vreemdelingen bezocht en gesproken. Veel haat ondervonden, doch ook belangstelling. 's Avonds vergadering bij vrouw Steenbruggen. Uitgescholden door den ouderling der Afgescheidenen van Zwolle en ondersteund door eene de Lange, vrij-Evangelisch. De vrouw is overtuigd van de waarheid volgens haar eigen woord. "January 26 (1872). Many foreigners visited and talked. Many experienced hatred, but also interested." Evening meeting women Steenbruggen. Scolded by the elder of seceders of Zwolle and supported by a de Lange, Evangelical-Fri. The woman is convinced of the truth in its own words.

27 januari. January 27. Eenige menschen bezocht en vertrokken terug <van Deventer> tot Zwolle te voet, zeven uur gaans. Some people visited and went back to Zwolle <van Deventer> foot, seven hours normally. Verteeringskosten fl. 2,50. Verte Ring Costs 2.50 fl.

29 januari. January 29. Brieven geschreven naar en verzonden met 4 geschreven boekjes tot vrouw Steenbruggen. Letters written to and sent with 4 booklets written to wife Steenbruggen. Idem brieven naar Leeuwarden en Baard. Same letters to Leeuwarden and Beard. Aan postzegels, spiegeltje, horlogeketting, fl. 1,50. On stamps, mirror, watch chain, 1.50 fl.

1-2 Februari. 1-2 February. Vertrokken naar Amsterdam en zeer wel ontvangen door broeder de Groot. Moves to Amsterdam and well received by the Big Brother. fl. 1,70 <reiskosten>. 1.70 fl <reiskosten>.

3 Februari. February 3. Opgezocht zuster Vernee. Vernee sister looked up. Wel ontvangen. Well received. Deze zuster is als het ware begraven onder de vrees voor haar man. This sister is like buried under the fear of her husband. Bezocht een door wederwaardigheden van allerlei aard afgeweken broeder, genaamd Brauer. Vroeger gedoopt in Zürich. Visited by troubles of various kinds departed brother, called Brauer. Once baptized in Zurich. Hij geeft te kennen dat hij vurig wenscht terug te keren, daar hij altijd geweten heeft dat dit werk uit God is. He indicates that he ardently desire to return, as he has always known that this work of God.

4 Februari. February 4. Bezocht de afgevallen Dresselhuizen en Benjamin op Zaandam. fl. Visited the fallen Dresselhuizen and Benjamin at Zaandam. NLG 0,50 <reiskosten>. 0.50 <reiskosten>. Hun toestand is bitter. Their condition is bitter. In de Geest van zachtmoedigheid heb ik getracht hen terug te brengen. In the spirit of compassion I have tried to bring them back.

5 Februari. February 5. Bezocht Jansje, de vriendin van Loentje, de vrije-Evangelist Jansen en 's avonds Brauer. Visited Jansje, the girlfriend of Loentje, the free-Evangelist Jansen and evening Brauer. Ontvangen van Brauer voor een reispenning fl. Receiving Brauer for a trip medal fl 0,25." 0.25.

De ijver van Sybren van Dijk draagt spoedig vruchten. The zeal of Sybren van Dijk soon bear fruit. Op 22 februari 1872, twee maanden na zijn aankomst in Nederland, doopt hij de eerste bekeerlingen, Eelke Ekkers en Anna Elizabeth Nollkamper, die drie jaar later zijn tweede vrouw zal worden. On February 22, 1872, two months after his arrival in the Netherlands, he baptizes the first converts, Eelke Nollkamper Stevenson and Anna Elizabeth, who three years later his second wife will be. Voor het einde van het jaar zal hij nog veertien andere bekeerlingen dopen, terwijl lokale priesterschapdragers ook hier en daar voor groei zullen zorgen. Before the end of the year fourteen other converts he baptized, while local media priesthood here and there for growth will provide. Elder van Dijk aarzelt niet op te treden in de sterkte van zijn priesterschap en met de macht Gods. In het bijzonder in het zegenen van zieken ontplooit hij zijn groot geloof: Elder van Dijk does not hesitate to act in the strength of his priesthood and the power of God. Particularly in the blessing of the sick, he unfolds his great faith:

"Bij aankomst <in Zwolle> vond ik een telegram van Amsterdam met verzoek aan mij cito over te komen. Gereisd naar Amsterdam, fl. 1,70. Bij aankomst vond ik broeder de Groot zwaar ziek. Aan hem verricht het dienstwerk. De vrouw des huizes, niet in de kerk zijnde, had getelegrafeerd, overtuigd als zij was van de vroegere herstellingen door den Heer aan haar man en dienstmaagd <Anna Nollkamper> geschied. Veel strijd heeft zij daarvoor moeten verduren met hare familie, welke het duivelskunstenarijen noemen." "On arrival <in Zwolle> I found a telegram from Amsterdam to request me to come over cito. Traveled to Amsterdam, 1.70 fl. On arrival I found the Big Brother seriously ill. Carried him to the ministry. The woman the house, not being in church, had telegraphed, convinced it was the previous repairs by our Lord to her husband and maid <Anna Nollkamper> done. struggle many have endured it before with her family, which duivelskunstenarijen the call. " Een dag later: "Broeder de Groot veel beter, en het bed verlaten." A day later: "Big Brother the better, and leave the bed." En weer een dag later: "Broeder de Groot staat 's morgens op gezond naar het lichaam, doch zwak in krachten. De Heer heeft hem hersteld, Hem zij de eere. Vertrokken naar Zwolle." And again one days later: "Big Brother is the morning healthy in body, but weak in strength. The Lord has restored him, to him be the glory. Moves to Zwolle."

De werkzaamheden van Sybren van Dijk doen denken aan de werkwijze van de apostel Paulus. The work of Sybren van Dijk recall how the Apostle Paul. Nooit blijft hij langer dan een paar dagen in dezelfde stad, behalve wanneer hij tractaatjes vertaalt of zelf schrijft, woorden op lofzangen zet, of ander kerkmateriaal klaarmaakt. He never stays more than a few days in the same city, unless he or tracts translates itself writes, words to hymns move, church or other material is ready. Net zoals Paulus voert hij een uitgebreide correspondentie met de leden om hen op te bouwen en te vermanen. Just as Paul puts it an extensive correspondence with members for them to build and admonish. Gedurende het eerste jaar, 1872, stuurt hij naar elke gemeente brieven, maar in 1873 introduceert hij het systeem van de wekelijkse "rondgaande brief" - een algemeen epistel dat van de ene gemeente naar de andere wordt doorgezonden. During the first years, in 1872, he sends letters to each municipality, but in 1873 he introduced the system of the weekly "circular letter" - that a general epistle from one municipality to another is sent. Deze voorloper van de kerkelijke tijdschriften brengt regelmaat in de berichtgeving, spaart tijd en werk uit voor de auteur, en draagt sterk bij tot het gevoel van eenheid onder de leden. This forerunner of the Church magazines regularly brings in reporting, saves time and work for the author, and contributes greatly to the sense of unity among the members.

Als hij niet schrijft reist hij van plaats tot plaats, te voet als hij geen geld heeft, of anders met de koets, de stoomboot of "per spoor." When not writing, he travels from place to place, on foot if he has no money, or else the coach, the steamer or by rail. " In elke plaats bezoekt hij de leden, houdt met hen en met "vreemdelingen" vergaderingen, gaat discussies aan met de dominee of de pastoor, deelt tractaatjes aan de uitgang van de kerken uit en houdt openbare bijeenkomsten waar hij vol vuur de boodschap van het herstelde evangelie predikt. In each place he visits members, and keeps them "foreigners" meetings, discussions going on with the pastor or the priest, shall tracts at the output of the churches and holds public meetings where he is on fire the message of the restored Gospel preaches. In zijn dagboek, op datum van 6 en 7 juli 1872, vinden we daar een typisch voorbeeld van: In his diary, date of 6 and July 7, 1872, we find a typical example:

"Vertrokken <van Deventer> naar Amsterdam per stoomboot. Door broeder en zuster de Groot en zus Anna met de meeste hartelijkheid ontvangen. Een zaal gehuurd genaamd Neerlands Werkman voor eene dag tweemaal te spreken en door broeder de Groot geadverteerd in het Handelsblad. fl. 1,50." "<van Deventer> Moves to Amsterdam by boat. With the Big brother and sister and sister Anna to receive the most warmth. One room rented for a named Neerlands Werkman two days talking to the Big Brother and advertised in the Handelsblad. Fl 1.50.

Hoewel de kleine advertentie op de achterpagina van de zaterdagbijlage verscheen, tussen de vraag om een "fatsoenlijke dienstbode" en het aanbod van een "buffetjuffrouw", kwam "een vrij talrijk publiek" naar de Neerlands Werkman: Although the ad on the back page of the Saturday supplement appeared, between the demand for a "decent maid" and the offer of a "barmaid", was "a fairly large audience" to Neerlands Werkman:

"7 Juli. 's Morgens gesproken in genoemde zaal over het Mormonisme, wat het is, wat het wil, en wat het zal zijn in de toekomst. Een vrij talrijk publiek was opgekomen. Na de spreking werd door een der aanwezigen op een bittere wijze aanmerkingen gemaakt, 1) over de handelingen van de eerste zendeling van der Woude, 2) over de doop als zoude die naakt plaatsvinden, 3) over polygamie. Deze aanmerkingen mocht ik zoodanig weerleggen dat hij zich beschaamd moest stilhouden. De geest die er heerschte was over het algemeen goed te noemen. Eenige weinigen trachtten wel onrust te stoken, maar verreweg het grootste gedeelte legde hun het zwijgen op. 's Avonds gesproken over de bekeringsweg van Paulus van Tarsen, als een voorbeeld en kenmerk voor elk mensch om door dezelfde gehoorzaamheid tot dezelfde wetenschap te komen. Het gehoor was niet zoo talrijk, doch er heerschte eene goede opmerkzaamheid. Vele tractaatjes zijn uitgedeeld voorzien met mijn adres. Israels God geve zijn zegen er op. Het is Zijn werk. Het zal niet baten dat Paulus plant, en Apollos nat maakt, indien Hij Zijn zegen er niet op geeft." "July 7. Morning spoken in that room about Mormonism, what it is, what it wants, and what it will be in the future. A relatively large audience had come. After spreking was one of those present in a bitter comments made way, 1) the acts of the first missionary van der Woude, 2) the baptism as that would place naked, 3) about polygamy. These observations refute such, I was ashamed that he had to stop. The mind that there prevailed was generally good. Some few have tried to stir unrest, but the vast majority made their silence. "evening discussed the bekeringsweg of Paul of Tars, as an example and to attribute every man by same obedience to the same science to come. The audience was not so numerous, but there reigned right mindfulness. Many tracts were distributed to provide my address. Israels God grant his blessing on it. It is His work. It will not do that Paul plant, and Apollos wet, if he does not give his blessing. "

De evangeliekennis en de overtuigingskracht van Sybren van Dijk blijken ook uit zijn contacten met de Apostolische gemeente. The gospel of knowledge and conviction Sybren van Dijk also prove his contacts with the Apostolic church. Op 12 augustus 1872 krijgt hij bezoek van een Apostolische woordvoerder, die aan de mormoonse zendeling het "ware" evangelie komt verkondigen. Kalm noteert Elder van Dijk: "Doch al wat hij meende te hebben is hem ontnomen, en ik hoop dat hij spoedig gedoopt zal worden." En op de datum van de volgende dag, 13 augustus, lezen we: "Wederom dien Heer gehad en met ons gesproken van een tot half vijf, en 's avonds gedoopt. De naam van onze nieuwe broeder is Johan Nagel, zijn vader is dominee geweest, hijzelf heeft daarvoor gestudeerd; hij heeft 25 jaar den Heer menen te dienen, eerst bij de Afgescheidenen, toen bij de Baptisten, toen bij de Apostolischen, thans is hij dan een lid van de Kerk van Jezus Christus, en zijne betuiging is dat hij alleen wil Christus en dien gekruisigd." On August 12, 1872 he receives a visit from Apostolic spokesman, the Mormon missionary who the "true" gospel will preach. Kalm notes Elder van Dijk: "But all he seemed to have been taken from him, and I hope he soon baptized will be. "And on the date of the next day, August 13, we read:" Again that Lord had spoken to us and half of one to five, and evening baptized. The name of our new brother Johan Nagel, his father was pastor, he has studied them, he has 25 years believe they serve the Lord, in the first seceders, when the Baptist, when the Apostolic, now he is a member of the Church of Jesus Christ, and his protestation that he only wants that crucified Christ. " De dag nadien voegt Sybren er lakoniek aan toe: "Ten gevolge dat ik gedoopt heb met bloote voeten, heb ik mijne voeten erg bezeerd, waardoor ik in huis moet zitten..." The next day there Sybren laconically adds to it: "Because I have baptized with bare feet, I have my feet really hurt, so I should be home ..."

De Apostolische kerk is blijkbaar erg tegen het mormonisme gekant, zeker na de snelle bekering van Johan Nagel. The Apostolic Church is obviously very opposed to Mormonism, especially after the rapid conversion of Johan Nagel. Elder van Dijk krijgt meteen de nodige Apostolische gemeenteleiders op bezoek en dan gaat het er blijkbaar fel aan toe. Elder van Dijk get you the necessary Apostolic church leaders to visit and then it apparently fiercely again. Een zeker "apostel Zwart" van de Apostolischen komt heftig prediken dat Brigham Young, Mohammed en de Paus drie spitsbroeders zijn. A certain "Black apostle" of the apostolic preaching which is violently Brigham Young, Mohammed and the Pope pointed three brothers. Onze mormoonse zendeling schrijft hem prompt een paar brieven om hem tot bekering te roepen. Our Mormon missionary he promptly wrote a few letters calling him to repentance. Twee dagen na de doop van broeder Nagel, komen een "profeet" en een "diaken" van de Apostolischen op bezoek. Two days after the baptism of brother Nagel, are a "prophet" and a "deacon" of the Apostolic visit. Doch volgens van Dijk "brachten zij de grootste wartaal uit; eindelijk verkondigde ik hun de raad Gods, waarna de profeet inzonderheid het werk Gods begon te lasteren, waarna ik hem, daar hij met machtspreuken wilde bewijzen een profeet te zijn, in den Naam van Jezus Christus verklaarde voor een dienstknecht des Satans." But according to van Dijk "brought the largest gibberish, I finally proclaimed them the counsel of God, especially after the prophet's work began to blaspheme God, and him because he wanted power spells prove to be a prophet in the name of Jesus Christ said to a servant of Satan. " De Apostolische profeet ontsteekt in woede en "trillend van gramschap" en "met afgebroken woorden" beschuldigt hij van Dijk "een leugenaar en boosdoener" te zijn. The Apostolic Prophet kindles into rage and "trembling with anger 'and' incomplete words" he accuses Dijk "a liar and evil doer" to be. Zelfzeker besluit Sybren het verslag van het conflict: "Onze nieuwe broeder <Johan Nagel> is zeer versterkt geworden in zijn overtuiging." Certainly the decision itself Sybren report of the conflict: "Our new brother <Johan Nagel> has become greatly strengthened in its resolve."

En de dagen gaan verder: And the days go on:

"16 Augustus <1872>. Nog altijd huiszittende met de voet. Bezoek gehad van onze nieuwen broeder. Hij wenscht nog meerdere Apostolische hoofden bij mij trachten te brengen. Ontvangen 3.000 tractaatjes. Betaald fl. 12. "August 16 <1872>. Still house sitting in the foot. Visit from our new brother. He wants me to have multiple heads Apostolic try to bring. Received 3000 tracts. Paid 12 fl.

17 Augustus. August 17. Brief geschreven naar mijne vrouw. Letter written to my wife. Bezoek afgelegd bij eene vrouw welke gedoopt wilde worden, maar niet tot vergeving van zonden. Veel met haar gesproken, doch weinig baat. Visit made by a woman that wanted to be baptized, but not the remission of sins. Many of her voice, but little benefit. Arm mensch. Poor man. Rijk en verrijkt, en toch naakt en ellendig." Rich and enriched, and still naked and miserable. "

Het jaar 1872 loopt ten einde. The year 1872 is coming to an end. De onvermoeibare zendingspresident schrijft op 31 december: The tireless mission president wrote on December 31:

"... het jaar door Gods zegen rijkelijk gekroond, geëindigd door een bord karnemelk te eten en den Heer voor al Zijn genade te danken..." "... The year crowned by God richly bless, ended by a plate of buttermilk and eat the Lord for all His grace to thank ..."


1873: 1873:
" MAAR PLICHT EN ROEPING GEBOOD..." "Vocation OFFERED AND DUTY BUT ..."

In 1873 wordt het werk nog geïntensiveerd door het veelvuldig uitdelen van tractaatjes en door het aankloppen van deur tot deur. In 1873, the work is intensified by the frequent distribution of tracts and knocking on the door to door. Dit actievere zendingswerk lokt ook tegenreacties uit, vooral in deze periode waar meer en meer artikelen en boeken het mormonisme, of liever een negatief-geromanceerd polygaam mormonisme, op de korrel nemen. This active missionary work also provoked reactions against, especially in this period where more and more articles and books Mormonism, or rather a negative-geromanceerd polygamous Mormonism, to incorporate the grain. In Zutphen krijgt Sybren van Dijk een politiebevel om de stad te verlaten. In Zutphen get Sybren van Dijk a police order to leave the city. Hij neemt meteen de gelegenheid te baat om eerst "veel en ernstig" met de politieagent te spreken en dan de stad te verlaten, onderweg handenvol tractaajes uitdelend. He immediately takes the opportunity to first "many serious and" speak with the policeman and then to leave the city, go hand out handfuls tractaajes. Een week later stapt hij Zutphen terug binnen - en ditmaal laten de gezagsdragers hem ongemoeid. A week later he gets back in Zutphen - and this time the authorities let him untouched.

De lente en de zomer betekenen voor de Europese zendingsleiders ook de drukke voorbereidingen op de emigratie van de heiligen die er toe in staat zijn. Spring and summer mean for the European mission leaders, the busy preparations for the emigration of the saints who are capable of. Zo treft Sybren van Dijk alle voorbereidingen in verband met de reis via het kerkelijke emigratieagentschap te Liverpool. Sybren van Dijk So take all preparatory work on the journey through the Church emigration agency Liverpool. Het werk omvat ook toezicht op de financiële haalbaarheid voor elk gezin afzonderlijk, bijstand bij verkoop van bezittingen en raad voor de aanschaf van gewenst emigratiemateriaal. The work includes monitoring the financial viability of each household individually, assistance in selling property and advice on the purchase of needed equipment emigration. Wanneer de betrokken kerkleden klaar zijn, begeleidt Elder van Dijk ze naar de vertrekhaven Rotterdam of zelfs tot in Liverpool. When the church members are ready, accompanied by Elder Dijk Rotterdam them to the base or even in Liverpool. In 1873 begeleidt hij aldus de Nederlandse groep tot aan de Engelse vertrekhaven. In 1873 he conducted the group says the Dutch to the English port of departure. Het blijkt wel uit zijn dagboek dat een speciale bekommernis voor de mee-emigrerende zuster Anna Nollkamper daar iets mee te maken heeft, hoewel alles er op wijst dat Sybren van Dijk zeer correct handelt. It is evident from his diary that a special concern for the co-sister Anna emigrated Nollkamper something to do with it, despite everything suggesting that Sybren van Dijk very act correctly. Als hij misschien reeds denkt aan een eventueel tweede huwelijk, is het ook duidelijk dat hij de procedure via de toestemmingen van zijn eerste vrouw en van de kerkpresident nauwgezet wenst te volgen. Op 2 juni vergadert hij met de vertrekkende Nederlandse broeders en zusters in zijn hotelkamer en drukt hen op het hart steeds trouw en standvastig te blijven. If he is already thinking about maybe possibly a second marriage, it is also clear that use the procedure using the permissions of his first wife and president of the Church wants to follow closely. On June 2 he will meet with the departing Dutch brothers and sisters in his hotel room and press them to heart and always faithful to remain steadfast. Aan elk van hen afzonderlijk vraagt hij of hij in iets tekort heeft gedaan of teleurgesteld. On each of them individually, he asks whether he has done anything short of disappointed. Elkeen bevestigt dat hij zijn plicht volkomen heeft vervuld. Everyone confirmed that he has fulfilled his duty perfectly. Na een dag van verdere voorbereidingen, gaan de heiligen op 4 juni aan boord van de Nevada, een typisch mormoons charterschip. After one days of further preparation, to the saints June 4 aboard the Nevada, a typical Mormon charter.

"Daar het scheepsvolk reeds alles voor de komst der mormonen in gereedheid had gebracht, en van de zijde van het bestuur der kerk reeds vooraf ieder zijn plaats had bestemd en aangewezen, zo waren wij spoedig klaar, en de broederen en zusteren waren als het ware huiszittend... Toen begaven wij ons aan dek, alwaar reeds velen der Engelse jonge broederen en zusteren zich tot het zingen van onze heerlijke Zions liederen hadden vereenigd. O mijn hart trilde van blijdschap toen ik mij daaronder bevond..." "Since the crew has everything for the arrival of the Mormons had been prepared, and on the part of the government of the church already had in place before any intended and appropriate, so we were soon ready, and the brethren and sisters were as it were house sitting ... When we went on deck, where already many of the young English brothers and sisters to sing the songs of our delicious Zions had united. Oh, my heart trembled with joy when I was underneath ... "

De verschillende nationaliteiten vormen geen barrière voor deze mensen die door het aanvaarden van het herstelde evangelie een hogere eenheid tussen hen allen ontdekken. The various nationalities constitute no barrier to these people by accepting the restored gospel greater unity between them all discovery. Men maakt kennis, men zingt samen, men luistert, eventueel met vertaling, naar de opwekkende woorden van President Albert Carrington, lid van de Raad der Twaalf en mede-overziener van het Europese gebied. They are introduced, they sing together, we listen, possibly with translation, to the exciting words of President Albert Carrington, a member of the Council of the Twelve and co-visionary of the European region. Om drie uur 's middags moet Sybren van Dijk het schip verlaten: "Zoo kwam eindelijk het uurtje van scheiden, wat voor mij niet zoo gemakkelijk was. O ik had wel alles kunnen achterlaten om maar mede te kunnen gaan naar mijn dierbare Zion en mijn liefhebbende vrouw en kinderen, maar plicht en roeping gebood. Nog een weinig geduld mijn ziel en gij zult ze allen wederzien. Zwaar viel mij de laatste groet aan het schip dat mijn dierbare broeders en zusters droeg, en waarop zich een bevindt aan wien ik mij met hart en ziel verbonden gevoel. God beware haar! Met een ijskoud hart keerde ik terug tot een voor mij ijskoud Babylon. Naar mijn kamer in het logement moest ik, in de eenzaamheid, en daar moest ik bidden en schrijven, schrijven aan mijn vrouw en broeder Lammers en broeder Hubert. Daarin vond ik troost." For three hours the afternoon to leave the ship Sybren van Dijk: "So finally came the hour of separation, which for me was not so easy. Oh I'd do anything to leave but also be able to go to my beloved and my Zion loving wife and children, but commanded duty and vocation. Yet my soul a little patience and you'll see them all again. Heavy was my final farewell to the ship that my dear brothers and sisters wore, and which is located one to whom I associated with heart and soul feeling. God forbid it! With a cold heart, I returned to Babylon cold one for me. In my room at the inn I had, in solitude, and there I had to pray and write letter to my wife Lammers and brother and brother Hubert. It took me comfort. "

Terug in Nederland werpt Elder van Dijk zich met verdubbelde ijver in het werk van de eer. Back in the Netherlands is Elder van Dijk redouble zeal in the work of the honor. Bijna elke dag trekt hij naar een andere stad, bezoekend, predikend, zegenend. Almost every day he goes to another town, visiting, preaching, blessing. Het beetje geld dat hij ontvangt om in zijn karig levensonderhoud te voorzien, gebruikt hij gul om anderen te helpen: "1 gld. voor het spoor voor broeder Koldewijn's kinderen om een vergadering in Zutphen bij te wonen; 25 gld. voor broeder Stam voor een nieuwe vest, een jas en een broek; 12,5 gld. voor broeder Brauer als lening om enkele kleine schulden af te lossen, in wekelijkse betalingen terug te betalen." What little money he receives in his scanty livelihood, he used generously to help others: "1 gld to track Koldewijn brother's children to a meeting in Zutphen to attend for 25 guilders for a Tribe Brother new vest, a jacket and trousers, to 12.5 guilders brother Brauer as loan to some small debts, in weekly payments to pay back. "

In september 1873 heerst er onenigheid onder de leden te Amsterdam - een blijkbaar weerkerend verschijnsel, want ook Elder van der Woude heeft er in de jaren 1860 het nodige zweet aan moeten besteden (zie hoofdstuk 2). In September 1873 there is disagreement among the members in Amsterdam - apparently a recurrent phenomenon, because Elder van der Woude has in the years 1860 to devote the necessary sweat (see Chapter 2). Elder van Dijk pakt de koe bij de horens om de "verwarde hartstochten" tot rede te brengen. Elder van Dijk takes the bull by the horns to the confused passions "to reason. Vier weken lang arbeidt hij met de leden door overreding en door vermaning om uiteindelijk "de eendracht te herstellen." Four weeks he taketh with members by persuasion and exhortation to eventually "restore the peace."

Ondertussen laat hij het eigenlijke zendingswerk niet verzanden: "Nieuwe kennissen zijn aangeknoopt door het verspreiden van tractaatjes en door samensprekingen te Amsterdam, Overtoom, Sloten en Haarlem, dus ik dank de Vader dat Hij mij niettegenstaande alle mijne gebreken, toch ook nu wederom in deze vier weken heeft gezegend."De overige maanden van 1873 zinderen van ijver en geesteskracht. Meanwhile, he lets the actual missionary argument deserves: New acquaintances were pioneered by distributing tracts and samensprekingen in Amsterdam, Overtoom, Locks and Haarlem, so I thank the Father, that he me despite all my faults, but now again in this four weeks has blessed. "The remaining months of 1873 sizzle with zeal and spiritual strength. Eén dag uit het dagboek moge volstaan als voorbeeld:"15 oktober <1873>. Vertrokken naar Borculo. Spoor naar Lochem, fl. 0,40. Verteering te Deventer en Zutphen, postzegels, fl. 0,40. Te Borculo waren broeder en zuster Koldewijn recht blijde, want de Heer had haar den zondag te voren genezen door oplegging der handen van den ouderling Stam van hare ziekte in de beenen, waaraan zij 4 weken had gelaboreerd, zoodat zij de krukken kon wegwerpen. Ook broeder Koldeijn was hersteld door oplegging der handen, en kon des maandagsmorgens weer naar den molen gaan. Het been van zus Koldewijn was dicht en zij kon loopen als een kieviet. 's Avonds had ik eene samenkomst ten huize van broeder Koldewijn met een Bijbelcolporteur, een afgescheiden kleermaker en nog een man en vrouw. In alles zijn zij overtuigd geworden van hunne dwalingen, en is hun de weg des vredes bekend gemaakt, en zulks niet voor de eerste maal. Onze handen zijn rein van hun bloed. Verzonden het gecollecteerde te Zwolle naar broeder Bartens te Amsterdam, fl. 2,00. Tiende van Koldewijn, fl. 2,70." A day in the diary as an example may suffice: "October 15 <1873>. Moves to Borculo. Rail to Lochem, 0.40 fl. Verte Ring Deventer and Zutphen, stamps, 0.40 fl. Borculo Bills were brother and sister Koldewijn right glad, because the Lord had healed her the Sunday before by laying on of hands of the Tribe Elder in the legs of her illness, which had gelaboreerd it 4 weeks, so they could throw away the crutches. Koldeijn brother was also restored by laying on of hands, and more Monday morning was back to the mill going. Koldewijn sister's leg was closed and she could run like a lapwing. At night I had a meeting at the home of brother Koldewijn Colporteur with a Bible, a tailor and have separated a man and woman. In all, they become convinced of their errors, and the way of peace they published, and this is not the first time. Our hands are clean from their blood. gecollecteerde Sent to Zwolle for the brother to Bartens Amsterdam, 2.00 fl. Tenth of Koldewijn, 2.70 fl. "

Pragmatisch en kordaat, en tegelijkertijd diepgelovig en liefdevol, is Sybren van Dijk een stuwende kracht in de vooruitgang van de jonge kerk in Nederland. Pragmatic and firm, while deeply religious and loving, Sybren van Dijk is a driving force in the progress of the young church in the Netherlands. Ontmoediging breekt nergens door tussen de regels van zijn dagboek. Discouragement by no breaks between the lines of his diary. Hij verlangt weliswaar naar Zion, naar zijn vrouw en zijn kinderen, in die mate dat hij, een geboren Nederlander, zich in Nederland soms "een vreemdeling in een vreemd land" voelt. Doch hij blijft en werkt onverdroten verder, want daartoe is hij geroepen. Volkomen gehoorzaamheid aan de plichten van zijn zending stelt hij nooit in vraag. Although he calls to Zion, to his wife and children, to the extent that he, a born Dutchman, in Netherlands occasionally "a stranger in a strange land" feeling. But he stays and works tirelessly on, because he is so called . obedience to the duties of his mission, he never in question. Hij werkt, werkt, nederig en dankbaar. He works, works, and humbly grateful. Op 31 december 1873 besluit hij het jaar met de woorden: On December 31, 1873 he decided the years, saying:

"Dit jaar ruimschoots de zegeningen des Heeren ondervonden. Bij de Heer is getrouwheid, bij mij beschaamdheid des aangezichten vanwege vele tekortkomingen, maar de Heer is barmhartig en groot van goedertierendheid, Hij vergeeft menigvuldiglijk. O Heer, dank zij u toegebracht voor al wat Gij mij hebt geschonken en voor al wat Gij mij hebt onthouden. Zie in gunst om mij en mijnen geringen arbeid neder in dit land en vergeeft mij mijne ongerechtigheden om Jezus wil. Amen." "This year more than the blessings of the Lord encountered. The Lord is faithful, shame on me because all faces many shortcomings, but the Lord is merciful and great rage of good nature, he forgives menigvuldiglijk. O Lord, thanks to you for all that thou done have given me and for everything You have denied me. in favor to see me and my limited work in this country down and forgive me my sin for Jesus sake. Amen. "

1874: "HET STOF MIJNER VOETEN AFGESCHUD..." 1874: "THE DUST shaken off my feet ..."

Kan een dagboek routine worden? Can a diary routine? Misschien, maar elke dag opnieuw spreekt Sybren van Dijk aan. Maybe, but every day to speak Sybren van Dijk. Het jaar 1874 is net begonnen. The year 1874 has just begun. Binnen zes maanden zal hij naar zijn nieuwe thuis in Zion mogen terugkeren. Within six months he will to his new home in Zion may return. Zelf weet hij dit nog niet, want in die periode heeft een zendingsoproep geen einddatum. Men wacht in gehoorzaamheid op de brief die ontslag verleent - al duurt het jaren. Self knows it has not, because in that period has a mission call an end date. They wait in obedience to the letter which provides redundancy - if it takes years.

"4 Januari <1874>. Met broeder de Groot geweest naar Sloten op eene vergadering van <protestantse> zondagschoolonderwijzers. Het evangelie verkondigd in ruime mate, reeds ten vierde male in dat huis. Hardnekkig tegengestaan. Het stof mijner voeten afgeschud tegen hen tot een getuigenis, en daarna nog bespot. "January 4 <1874>. With the Big Brother to have locks on a meeting of <protestantse> Sunday school teachers. The gospel preached to a large extent, already fourth male in the house. Stubbornly stood against. The dust of my feet against them to shake off a testimony, and then even ridiculed.

31 Januari. January 31. Een huisgezin bezocht alwaar een jonge man van omstreeks 26 jaar, Rooms-Katholiek, mij wenschte te spreken over zijn ziekte van overvallen. One family visited where a young man of about 26 years, Roman Catholic, I wanted to talk about his disease attacked. Ik heb hen met het werk Gods in deze laatste dagen en met de macht van den Heere Jezus bekend gemaakt, doch geen handen opgelegd, omdat ik gevoelde in de eerste plaats op gehoorzaamheid van het Evangelie te moeten aandringen. I have them in the work of God in these last days and the power of the Lord Jesus announced, but no hands on, because I felt in the first place in obedience to the Gospel must insist.

1 Februari. February 1. Vergadering ten huize van broeder Koldewijn, en de dood des Heeren verkondigd. Meeting at the home of brother Koldewijn, and the death of the Lord proclaimed. 's Avonds ernstig gesproken met de kleermaker Tiroller. evening Tiroller seriously talked to the tailor. Daarna met broeder Koldewijn een man opgezocht met name Stikkert, welke reeds meer dan een jaar zit met open beenen, en op zijn verzoek de handen opgelegd voor genezing, hem tevens het raadsbesluit van God bekend makende. Then a man with brother Koldewijn looked particularly Stikkert, which has more than one years sitting with legs open, and on his request for healing hands on him also the counsel of God making known. Daarna gegaan naar het huisgezin van den jongen man, met name Thyssen, aldaar in ruime mate het Evangelie verkondigd, en hem de handen opgelegd voor genezing van zijn overvallen. Then went to the family of the young man, especially Thyssen, there are largely the Gospel preached, and his hands on for healing of his robberies. Toen zulks geschied was, openbaarde de moeder zich dat zij reeds langer dan een jaar laboreerde aan pijnen in de borst en zijde, en dat zij geen hulp vond bij dokters, en vroeg of ook zij niet kon genezen worden. When this was done, the mother revealed that she has more than one years led to labor pains in the chest and side, and that it was no help to doctors, and even asked if they could not be cured. Ook haar de handen opgelegd... Her hands on ... Daarna ten huize van broeder Koldewijn de handen opgelegd aan broeder Koldewijn tot genezing zijner breuk, en op zuster Johanna Koldewijn voor genezing van opene loopende borsten waaraan zij reeds bijna 8 maanden is lijdende. Then at the home of Brother to Brother Koldewijn hands on Koldewijn to cure his failure, and sister Johanna Koldewijn for healing of open loop breasts which already is suffering almost 8 months.

2 Februari. February 2. Zuster Johanna Koldewijn vertelt mij dat de Heer haar volkomen heeft genezen, zoodat niet alleen de borsten dicht zijn, maar ook volkomen alle pijn is verdwenen. Sister Johanna Koldewijn tells me that the Lord has healed her completely, so that not only the breasts are dense, but also all the pain is completely gone. 's Middags gegaan naar de boer Stikkert, en met hem op zeer ernstige wijze over zijn zielstoestand gesproken, en hem gezegd dat ik geloofde dat de Heer hem zou genezen als Hij de Heer kinderlijk gehoorzaam werd... afternoon went to the farmer Stikkert, and with him very seriously about his mental state talk, and told him that I believed the Lord would heal him if He was obedient to the Lord childish ... Daarna gegaan naar het huisgezin van Thyssen. De jonge man kwam mij verblijd tegemoet en vertelde mij dat hij hem zoo fris gevoelde als het maar kon, en de moeder verklaarde mij dat zij de helft beter was. Then went to the family of Thyssen. The young man was glad to meet me and told me that he felt as fresh as it could, and my mother declared that she half was better. Daar was groote blijdschap in dat huis... There was great joy in that house ... Vervolgens geloopen naar Lochem, onderweg het Evangelie kortelijks verkondigd aan een arme kleermaker van Lochem, en toen per spoor vertrokken naar Zutphen. Spoor fl. 0,40." Then walked to Lochem, briefly move the gospel preached to a poor tailor of Lochem, and then went by rail to Zutphen. Spoor 0.40 fl.

Door het voorbeeld van zendingspresident van Dijk groeit onder de heiligen in Nederland een geest van offervaardigheid en van barmhartigheid. By the example of mission president Dijk of the Netherlands is growing among the saints a spirit of sacrifice and mercy. Tevens opent hij het perspectief van een kerk die vooruitziet naar een steeds betere en sterkere toekomst. He also opens the perspective of a church which looks for an ever better and stronger future. De 'rondgaande brieven', met vertalingen van toespraken van Brigham Young, met nieuws en raadgevingen, met praktische instructies voor de emigratie, brengen de gist in het deeg. The "circular letters", with translations of speeches by Brigham Young, with news and advice, with practical instructions for emigration, put the yeast in the dough. De heiligen leren dat men niet kan stilstaan in dit Koninkrijk van God. The saints teach that one can not dwell in the Kingdom of God.

In juni 1874 wordt Sybren van Dijk eervol ontheven van zijn zending. Hij heeft 41 personen gedoopt en vele anderen zijn rechtstreeks of onrechtstreeks door zijn toedoen lid van de kerk geworden. In June 1874 Sybren van Dijk is relieved of his honorable mission. He has baptized 41 people and many others are directly or indirectly by his actions become a member of the church. Samen met zestig Nederlandse heiligen gaat hij op 11 juni 1874 in Liverpool aan boord van de SS Hudson. Vier maanden later, langs de grote emigratieroute naar Zion, bereiken zij Utah. Along with sixty Dutch saints he in Liverpool on June 11, 1874 aboard the SS Hudson. Four months later, along the great emigration route to Zion, they reached Utah. Een echtgenote valt wenend in de armen van haar man. A wife is weeping in the arms of her husband. En de kinderen zijn weer zo'n stuk gegroeid. And the kids are just another piece grew.

Het werk van Sybren van Dijk voor Nederland is nog niet afgelopen: van 1880 tot 1882 zal hij een tweede maal over de Nederlandse zending presideren, in een periode wanneer de anti-mormoonse tegenstand een hoogtepunt bereikt. Sybren van Dijk's work is not finished for the Netherlands from 1880 to 1882, he half times over the Dutch transmission preside, in a period when the anti-Mormon opposition reached a climax. De moedige ouderling, de "mormonendominee," de Paulinische Nederlander zullen we in een volgend hoofdstuk nog ontmoeten. The courageous elder, the "Mormon preacher," the Dutchman Pauline in a subsequent chapter we will still meet.

Voetnoten Footnotes

(1) We putten voor het levensverhaal van Sybren van Dijk voornamelijk uit drie bronnen: (1) We use for the life of Sybren van Dijk mainly from three sources:
a) Sybren van Dijk, Missionary Journal, 1871-1874, LDS Historical Department; a) Sybren van Dijk, Missionary Journal, 1871-1874, LDS Historical Department;
b) Don E. b) Don E. Greathouse, Sybren van Dijk, ms. Greathouse, Sybren van Dijk, ms. compilation, nd, van Dijk family files; compilation, nd, van Dijk family files;
c) Sybren van Dijk, Life record, ms., nd, van Dijk family files. c) Sybren van Dijk, Life Record, ms., nd, van Dijk family files. We danken de nakomelingen van Sybren van Dijk voor hun kostbare hulp bij het verzamelen van de gegevens. We thank the descendants of Sybren van Dijk for their valuable assistance in collecting the data. Om de tekst van dit hoofdstuk niet nodeloos te verzwaren, hebben we geen bijkomende cijferverwijzingen ingelast naar de hogervernoemde bronnen. For the text of this chapter unnecessarily cumbersome, we have no additional figure inserted references to the above mentioned sources.

Ook werd gebruik gemaakt van de "Latter-day Saints Millenial Star", verscheidene berichten uit Nederland in de periode 1870-1874. Also used was the "Latter-day Saints Millenial Star", various reports from the Netherlands in the period 1870-1874.

(2) Zie Dr. (2) See Dr. PJH Cuypers, tekst J. PJH Cuypers, J. Text Kalf, De Katholieke kerken in Nderland (Amsterdam, 1906), p. Calf, The Catholic churches in Islander Country (Amsterdam, 1906), p. 124; en Drs. 124, and Drs. HPR Rosenberg, De 19de eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland ('s Gravenhage, 1972), p. HPR Rosenberg, The 19th century church architecture in the Netherlands (Hague, 1972), p. 126. Voor foto's van de gesloopte St Franciscuskerk te Franeker danken wij Dhr. 126. For pictures of the demolished St. Francis Church to thank Mr. Franeker. Verduyn van "De Korenaar" te Franeker, voor het gebruik van zijn ansichtenverzameling. Verduyn of "The Ear of Corn" in Franeker, the use of his collection of postcards.


Teksten foto's: Photos Lyrics:

Sybren van Dijk Sybren van Dijk

De kerk van de H. The Church of St. Franciscus van Assisi te Franeker. Francis of Assisi to Franeker. Het gebouw werd in 1960 gesloopt bij gebrek aan religieuze belangstelling. The building was demolished in 1960 for lack of religious interest.

Interieur van de H. Interior of St. Franciscuskerk. Francis Church.

Tussen andere advertenties: de "Mormonenadvertentie" in het Algemeen Handelsblad van zaterdag 6 juli 1872. Between other ads: the "Mormons Advertisement" in the Algemeen Handelsblad on Saturday, July 6, 1872.

T ussen andere advertenties in: T cushion other ads in:
de "Mormonenadvertentie" in het Handelsblad the Mormons Advertisement "in the Handelsblad
v an zaterdag 6 juli 1872. v an Saturday, July 6, 1872.

De Nieuwe Zijds Voorburgwal, met uiterst links de ingang van de Suikerbakkersteeg. Het hoekhuis met stoep en trap is de Neerlands Werkman. The New Warmoesstraat, with the far left entrance of the Sugar Alley Bakker. The corner house with steps and stairs is Neerlands Werkman. Het was het verenigingshuis van de arbeiders, waar in 1869 de Nederlandse sectie van de Socialistische Internationale begon. It was the club house of the workers, where in 1869 the Dutch section of the Socialist International began. Op 7 juli 1872 predikte Elder van Dijk er het mormonisme. On July 7, 1872 van Dijk Elder preached there Mormonism.
tekening van HMJ Misset, Historisch Topografische Atlas, Gemeentelijke Archiefdienst, Amsterdam.) drawing of HMJ Misset, Historical Topographical Atlas, Municipal Archiefdienst, Amsterdam.)


Een Nederlandse drukkerij in 1872: kostbaar instrument voor het drukken van tractaatjes en boeken. A Dutch printing in 1872: precious tool for printing tracts and books.
Hoewel de kleine advertentie op de achterpagina van de zaterdagbijlage verscheen, tussen de vraag om een "fatsoenlijke dienstbode" en het aanbod van een "buffetjuffrouw", kwam "een vrij talrijk publiek" naar de Neerlands Werkman: Although the ad on the back page of the Saturday supplement appeared, between the demand for a "decent maid" and the offer of a "barmaid", was "a fairly large audience" to Neerlands Werkman:

 

Chapter 7 – The Church from 1872 to 1940

De Kerk van 1872 tot 1940

The Church from 1872 to 1940

 

De Kerk van 1872 tot 1940

Zendingswerk vordert langzaam

De eerste twee mormoonse zendelingen (1861-1863) predikten in vier van de elf Nederlands provincies en doopten drieendertig leden. Later breidde zendingspresident Joseph Weiler het zendingswerk over tien provincies uit. Hij had plaatselijke zendelingen om hem te helpen bij het distribueren van pamfletten in de provincies Noord- en Zuid-Hollad, Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen en Drente. In 1867, toen Weiler naar de Verenigde Staten terugkeerde, hadden zendelingen uit Amerika negenenvijftig bekeerlingen gedoopt. Na de ondervonden moeilijkheden bij het bekeren van de Nederlanders tot het mormonisme, verklaarden de zendelingen dat het volk verstokt was.

"Hun oren zijn gesloten voor de waarheid en hun harten zijn gehard tegen het werk van God, hetgeen blijkt uit het feit, dat zij geen verlangen hebben om onze leringen te onderzoeken. Enkelen van hen, die wel de waarheid aanvaard hebben, hebben niet de echte waarde en zielskracht van de ware Christen, die nodig is om overeind te blijven om die waarheid te verdedigen."

Gedurende de volgende tien jaar (1867-1877) na Weilers vertrek werden achtenzeventig bekeerlingen gedoopt. In 1877 waren er honderdenveertien leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in Nederland. In diezelfde periode emigreerden honderdzevenenvijftig bekeerlingen naar Amerika. Met honderdenveertien leden in Nederland waren de mogelijkheden tot zendingswerk echter aanzienlijk toegenomen. De zendingspresident, Peter J. Lammers, rapporteerde:

"De zendelingen kunnen hier nu beter leven en werken dan een jaar geleden, want er zijn nu heiligen, en dientengevolge meer huizen waar de zendelingen mogen wonen, dan toen zij hier kwamen. Toen was er slechts een dorp en een stad, waar de heiligen woonden, maar nu kunnen wij per trein reizen van Dedemsvaart naar Zwolle, Olst, Deventer, Zutphen, Doesburg, Borculo en dan via de zee naar Amsterdam en Weesp, en in elke plaats vinden wij huizen van heiligen, waar wij kunnen verblijven en prediken."

Hoewel de condities dus waren verbeterd, was het volk in de greep van corrupte praktijken en daarom tegen het evangelie. Sybren van Dijk, zendingspresident van 1871-1874, beschreef het volk als:

"traag en talmend, werelds en geestelijk karakterloos, uitstellende tot morgen wat zij gemakkelijk vandaag zouden kunnen doen. Velen willen wel kennis van de waarheid hebben, maar iedere arbeid, die nodig is om deze te verkrijgen, stellen zij uit."

In de jaren 1877 en 1878 doopten de zendelingen slechts een enkele bekeerling. De zendingspresident, Bernhard H. Schettler, voelde dat:

"de angstaanjagende onwetendheid, tezamen met oneerlijkheid en onwilligheid om anders dan anderen te lijken, de mensen ertoe bracht zich afzijdig te houden."

Gedurende deze tijd werden de mormoonse vergaderingen verstoord door priesters, regeringsambtenaren, poltie en bepaalde groeperingen uit het volk.

Een ommekeer wordt bereikt

In 1880 begon het zendingswerk echter wat meer vaart te krijgen. De oppositie van de geestelijke overheid was afgenomen en de Kerk had doelmatige publicaties doen verschijnen, die de mensen ertoe brachten naar de zendelingen te luisteren:

"Er is een toenemende belangstelling in Nederland en ouderling van Dijk ziet verlangend uit naar meer hulp om hem bij te staan in zijn werk onder het volk. Onze rechten, voor zover deze het prediken en de verspreiding van het werk betreft, worden nu beschermd. Dit moge blijken uit een gebeurtenis bij onze zondagse bijeenkomst, toen iemand onrust trachtte te veroorzaken. Hij werd prompt door een politieagent, die bij de hand was, gearresteerd."

Een van de redenen van de vooruitgang in Nederland in de volgende tien jaren (1880-1890) was, dat de zendingspresidenten veel van hun tijd besteedden aan het vertalen en publiceren van kerkliteratuur in de Nederlandse taal.
Een zendeling constateerde dat het zendingswerk zeer was vertraagd, doordat er geen boeken in de Nederlandse taal waren.

"Vele boeken zouden kunnen worden verkocht als wij ze hadden en dat zou ons werk bijzonder vergemakkelijken."

In 1881 versterkte van Dijk de Kerk door al zijn tijd te besteden aan het schrijven en publiceren in de nederlandse taal. In een poging de kerkelijke activiteiten te coordineren en het ledenaantal te versterken, stuurde president van Dijk een periodieke rondzendbrief naar de gemeenten van de Kerk in Zwolle, Deventer, Zutphen, Almelo, Utrecht, Heukelum, Amsterdam en Dedemsvaart.

"Mijn tijd is verdeeld tussen schrijven, het distribueren van pamfletten en tractaten en het houden van bijeenkomsten in de huizen van de leden. Ik schrijf iedere week een octaaf vel papier vol met uittreksels uit de werken van de Kerk, of met mijn eigen geschriften, als dit nodig mocht blijken. Dit papier reist van gemeente naar gemeente en wordt overal met blijdschap ontvangen. Ik heb "Het enige ware Evangelie" vertaald en tweeduizend exemplaren hiervan zullen binnen enkele dagen gedrukt zijn."

Gedurende de drie jaren dat van Dijk president van de zending was, (1880 tot 1882), doopte hij vijftig bekeerlingen. Dit was het grootste aantal door een persoon gedurende de eenentwintigjarige geschiedenis van de zending in Nederland.
Gedurende zijn bestuur werd op 22 augustus 1880 de tweede conferentie van de Kerk in Zwolle gehouden. Zij werd gehouden in een hotel. Er waren ongeveer honderdentwintig aanwezigen. Het doel van de conferenties was om niet-mormonen aan te moedigen het mormonisme te onderzoeken. Er waren ongeveer veertig onderzoekers aanwezig. Na het vertrek van van Dijk bleef de zending zeventien maanden zonder een ouderling uit Utah. Toen de nieuwe zendingspresident arriveerde, vond hij slechts achtenzeventig leden, verspreid over geheel Nederland. Dit aantal werd gevormd door zestien gezinnen. Zes van hen waren schippers. Omdat hij hun waarde als zendelingen aanvoelde, zond Peter J. Lammers hen uit om te bekeren:

"Ik heb zes schippersgezinnen. Zij hebben kleine schepen en gaan van plaats tot plaats, tezelfder tijd het evangelie met zich dragende. Zij zijn als schapen temidden van de wolven."

Door onophoudelijke prediking en publiciteit was de Kerk bekend in heel Nederland:

"Van de Mormonen heeft nu iedereen in het hele land kunnen horen. Ik kan niet naar een dorp of stad gaan of er is wel een of andere krant die mijn komst aankondigt."

Gedurende het presidentschap van Peter J. Lammers (1882-1884) werden zevenenvijftig bekeerlingen gedoopt. Negenendertig werden door hemzelf gedoopt. Evenals zijn voorganger besteedde hij veel tijd aan vertaalwerk. Gedurende zijn presidentschap werden vijf van Orson Pratts tractaatjes, tot een aantal van zesduizend exemplaren gepubliceerd.
Na de terugkeer van president Lammers naar Amerika in 1884 werd Nederland wederom zonder zendeling uit Amerika achtergelaten. Na tien maanden arriveerde John W.F. Volker. Hij vond het land en de kerken in deplorabele toestand. De politieke situatie in Nederland was verschrikkelijk.

"Armoede heerst alom. Alleen in Amsterdam al zijn er vele duizenden mensen zonder werk en zij houden elke week optochten en demonstraties. Soms ontstaan er conflicten met de politie en dan is het vechten geblazen. Zij hebben er geen behoefte aan om naar het Koninkrijk Gods te zoeken. De kerken hier verkeren in slechte staat. Iedere secte heeft twee soorten predikanten, liberaal en orthodox. De kerken hier onderwijzen verdeeldheid en vertellen alles wat de mensen maar graag willen horen. De mensen schijnen werkelijk geestelijk dood te zijn."

Ook president Volker gebruikte zijn tijd voor het vertalen van pamfletten en tractaatjes in de Nederlandse taal:

"Ik begon mijn werk in Amsterdam en vertaalde het Evangelie van Christus in het Nederlands. Ik liet er 10.000 exemplaren van drukken. Ik vertaalde andere tractaatjes en preken, welke ik in manuscriptvorm aan de verschillende gemeenten zond, zodat zij deze in hun vergaderingen konden voorlezen teneinde de leden tot getrouwheid aan te sporen. Ik vertaalde de Morgan tractaten 1 en 2, waarvan ongeveer zevenduizend exemplaren elk werden gedrukt, welke bijna allemaal zijn verspreid."

John W.F.Volker presideerde de Nederlandse zending van 1885 tot 1889. Tijdens zijn presidentschap werden driehonderdvijfentwintig bekeerlingen gedoopt. Verder organiseerde hij twee hulporganisaties van de Kerk in de zending. In 1886 organiseerde president Volker de eerste zondagschool met zeven kinderen in de Amsterdamse gemeente. Ultimo 1888 organiseerde hij tevens de eerste zustershulpvereniging in Amsterdam met Zuster C.Crezee als presidente.

Vertaling van het Boek van Mormon

De meest belangrijke bijdrage van J.W.F.Volker aan de Nederlandse zending was zijn vertaling van het Boek van Mormon. Elder Volker begon met het vertalen op 30 juni 1886 en was er op 4 juni 1887 mee klaar. Deze prestatie was opmerkelijk, omdat president Volker slechts vier jaar ervaring in de Engelse taal had. Later vertelde hij aan zijn zoon J.Henry Volker, die later zelf zendingspresident van Nederland zou worden, dat hij zich gesteund wist door God, zonder wiens hulp hij dit werk niet had kunnen volbrengen. Alvorens met zijn vertaalwerk te beginnen, ontving Volker toestemming het Boek van Mormon uit te geven:

"Elder F.A.Brown kwam hier op de 1e maart 1890 aan met instructies om het Boek van Mormon te laten drukken. Ik begon met de correctie van de vertaling en nu is het gereed om te worden gedrukt. Hiermee zal in juli worden begonnen."

Brown contracteerde een zekere Mr.J.Bremer, die tweeduizend exemplaren van het Boek van Mormon uitgaf. Exemplaren van deze eerste editie waren geplaatst in winkels over het gehele land. Brown stuurde een prachtig verguld exemplaar aan de Koning en verzocht hem het aan Koningin Emma te geven. Het Nederlandse Boek van Mormon was de tiende vertaling in een vreemde taal. Het werk van J.W.F.Volker was niet de eerste poging om het Boek van Mormon in het Nederlands te vertalen. In 1862 rapporteerde Paul A.Schettler, eerste zendeling in Nederland, dat hij het Boek van Mormon had vertaald. De heiligen kregen toen instructies delen van het manuscript in hun vergaderingen voor te lezen. Toen elder Schettler zijn vertaling gereed had, bleef het echter ongedrukt. De eerste Nederlandse editie van het boek verscheen in 1890, achtentwintig jaar later en dit was niet de vertaling van Schettler, maar van John W.F. Volker. De vertaling van elder Schettler is waarschijnlijk verloren gegaan of was misschien niet goed genoeg om gepubliceerd te worden. Elder Schettler was namelijk geen Nederlander van geboorte en het is twijfelachtig of een vreemdeling, na een verblijf van een jaar in Nederland een behoorlijke vertaling in het Nederlands zou hebben kunnen schrijven. Na de publicatie van het Boek van Mormon bleek dit van onschatbare waarde te zijn als hulp voor de zendelingen, omdat de onderzoekers nu een officiele uitgave van de Mormoonse Kerk te lezen hadden. Gebrek aan deze belangrijke zendelingenhulp was voor 1890 de voornaamste oorzaak van de trage groei in de zending. Na publicatie van het Boek van Mormon nam het aantal dopelingen toe. De volgende twintig jaar bleken een produktieve tijd voor het bekeringswerk te zijn.
Toen de eerste editie was uitverkocht, werd Volkers' vertaling door de zendingpresident Sylvester Q.Cannon, geholpen door William De Bry, herzien. Deze tweede editie bestond uit 9000 exemplaren en kwam uit 1909. In de loop der jaren werden periodiek andere edities van het Boek van Mormon uitgegeven. Op 27 maart 1952 kwam er een comite bij elkaar om te spreken over de vertaling en publicatie van het Boek van Mormon. Alle vorige edities bevatten vele fouten, voornamelijk veroorzaakt tijdens de correcties. Men was het er over eens dat een van deze boeken zou worden gecorrigeerd, daarna zou een exemplaar naar het Eerste Presidium worden gezonden ter goedkeuring voor het drukken. Alle betrokkenen waren het er over eens, dat dit exemplaar van het Boek van Mormon de uiteindelijke copij zou vormen en dat de correctors daarna niet de vrijheid zouden hebben om veranderingen in deze copij aan te brengen.

Publicatie van andere kerkliteratuur

Leer en Verbonden
15 juni 1908 werd de eerste editie van de Leer en Verbonden uitgegeven. De Nederlandse editie bevatte alles van de Amerikaanse editie met toevoeging van een complete index. Hendrik De Bry vertaalde -in samenwerking met de zendingspresident Sylvester Q.Cannon- de Leer en Verbonden uit het Engels.
De Nederlandse editie van de Leer en Verbonden was de zesde versie in een vreemde taal.
De tweede editie van de Leer en Verbonden werd vertaald in Salt Lake City door het vertalingscomite van de Kerk. Deze editie was gereed in 1953.

De Parel van Grote Waarde
In 1911 werd de Parel van Grote Waarde voor het eerst gepubliceerd.
De vertaling was van William J. de Bry. De Nederlandse vertaling was de vierde versie in een vreemde taal. In 1954 werd het gedrukt in twee kolommen in de nieuwe Nederlandse spelling. De vertaling van deze versie geschiedde ook door het vertaalcomite van de kerk in Salt Lake City. deze uitgave bevatte 2000 exemplaren.

Zendingsperiodiek De Ster
De Ster, publicatie van de Nederlandse Zending, verscheen voor het eerst op 1 juni 1896. Zij werd gepubliceerd onder auspicien van de zendingspresident George S.Spencer. De eerste zeven maanden werd het uitgegeven als maandblad, daarna veranderde dit in een semi-maandblad. In 1932 werd de naam: "De Ster van Nederland".
De Ster werd grotendeels in het belang van de hulporganisaties van de zending gebruikt.

Bulletin
Een zendelingenbulletin werd gepubliceerd onder verschillende namen, zoals "Op Klompen", "Netherlands Centennial", "De Uitdaging", en "De Nieuwe Horizon".

Zangboeken
In 1884 verscheen het eerste Nederlandse zangboek, bevattende vijftig gezangen. Het was zonder muziek. Tweehonderd exemplaren werden in Amsterdam gedrukt. Luizine Hoving hielp de zendingspresident, Peter J. Lammers, met de tekst van de liederen.
De tweede editie bevatte achtenvijftig gezangen en werd in 1892 uitgegeven, eveneens zonder muziek.
In 1893 rapporteerde de president van de Europese zending dat hij tijdens een bezoek aan Nederland had geconstateerd, dat het nodig was de zangboeken te verbeteren.
"De heiligen in deze zending hebben slechts een kleine collectie van onze gezangen in het Nederlands gedrukt, niet genoeg om hen de keuze te bieden die zij nodig hebben. Daarom gebruiken zij ook zangboeken die niet door ons zijn uitgegeven. De keuze uit dit boek, gebruikt tijdens de vergadering die wij bezochten, waren hoofdzakelijk de psalmen van David. Het is aanbevelingswaardig dat enkele leden van onze poetische heiligen, die Nederlands verstaan, onze liederen in die taal vertalen, zodat de hoeveelheid liederen kan worden uitgebreid."
Het derde zangboek, uitgegeven in 1895, bevatte 137 liederen op 200 pagina's. William J.de Bry schreef de woorden bij een aantal van de liederen. Deze editie bevatte muziek voor vier stemmen, verscheen in 1899. Het bevatte 175 liederen. Volgende uitgaven vergrootten het aantal en de variatie in liederen.

Status van de Nederlandse Zending tijdens de eeuwwisseling

Tengevolge van de toeneming van het aantal publicaties van de kerkliteratuur in de jaren 1880-1890, konden de zendelingen effectiever werken. Van 1890 tot het einde van de eeuw doopten zij 1326 bekeerlingen. Dit was het dubbele van het aantal dopelingen van de voorgaande negenentwintig jaren. Tot 1890 waren er namelijk slechts 624 mensen gedoopt. In 1897 ging Nederland in Europa voorop wat het gemiddelde aantal dopen per zendeling per jaar betrof. De Europese zendelingen doopten er gemiddeld 1,5 elk gedurende dit jaar, terwijl de Nederlandse zendelingen er gemiddeld vier doopten. Ook in 1903 had de Nederlandse zending het hoogste aantal dopen per zendeling van geheel Europa. Tezelfdertijd warende kosten van de zendelingen het laagst. Dit was een gevolg van het feit, dat zij bij de leden konden wonen. Vroeg in 1903 bezocht Francis R.Lyman, een apostel, Nederland en adviseerde de zendelingen te proberen de beschikking te krijgen over Districtsvergaderruimte, en zich meer onder het volk te begeven. Als gevolg hiervan bereikten de zendelingen dat jaar een gemiddelde van acht dopen per zendeling. De zendingspresident, Sylvester Q.Cannon, zei, dat het succes van de zendelingen een gevolg was van het feit, dat zij in de huizen van het volk leefden.

"Er zijn verscheidene omstandigheden in Nederland, die gunstig zijn voor de verspreiding van het evangelie. Het is redelijk te veronderstellen, dat dit in sommige gevallen te danken is aan het feit, dat de elders leven, zoals zij leven."

Tijdens de eeuwwisseling bestond de Nederlandse Zending uit twee landen, namelijk Nederland en Belgie. Toentertijd was de zending verdeeld in zes districten, waarvan vier in Nederland en twee in Belgie. Districtshoofdkwartieren bevonden zich in Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Arnhem, Luik en Brussel.
In deze zes districten waren tien gemeenten. Zeven daarvan in Nederland en drie in Belgie. De gemeenten Rotterdam en Amsterdam bestonden uit meer dan vierhonderd leden elk, terwijl het ledental van Groningen, Arnhem en Dordrecht bestonden uit 100 personen elk. In 1900 bestond de Nederlandse zending negenendertig jaar. In deze periode hadden 177 zendelingen uit Amerika bekeringswerk in Nederland gedaan. Zij waren er in geslaagd 1950 mensen in de Kerk te dopen. Hiervan bleven er 1664 in Nederland. 652 waren er naar Amerika geemigreerd. Klaarblijkelijk werden de boeken van voor 1900 niet accuraat bijgewerkt, in het bijzonder niet tussen 1868 en 1879, want dit geeft een verschil te zien van 364.
Bij het begin van de twintigste eeuw verklaarde de zendingspresident, Sylvester Q.Cannon, dat er nog slechts twee of drie steden van aanzienlijke omvang in Nederland waren,
waar hett Evangelie nog niet was gepredikt.
Negentiende-eeuwse zendelingen hadden voornamelijk in grote steden gewerkt. De voornaamste steden van zendingsactiviteiten waren Zwolle, Dedemsvaart, Amsterdam, Deventer, Alemelo, Zutphen, en Leeuwarden. Ongeveer 25% van de steden die openstonden voor het zendingswerk waren kleine provinciestadjes. De zendelingen concentreerden hun pogingen in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Friesland, Groningen en gelderland. In Zeeland werd niet eens geprobeerd om zendingswerk te doen, omdat men daar overwegend Katholiek was.
In die tijd werden de Nederlanders als "zeer godsdienstig" beschreven.

"Wat betreft het religieuze karakter van het volk is het niet moeilijk om toegang tot hen te krijgen. Het evangelie wordt voornamelijk aan de hand van de Bijbel gepredikt, in welk boek het volk verwonderlijk goed thuis is. Werkelijk, in dit opzicht vindt dit volk zijns gelijke niet. De elders moeten dientengevolge terdege omtrent de Bijbel zijn geinformeerd."

Belangrijke organisatorische ontwikkelingen

Ontstaan van conferenties
In 1893 bezocht de president van de Europese zending Nederland. Hij liet instructies achter dat in de gehele zending regelmatig kwartaalconferenties voor de zendelingen moesten worden gehouden. Twee hiervan waren algemene conferenties voor alle leden van de Kerk teneinde de leden in de diverse gemeenten van de zending de gelegenheid te geven om beter te worden geinformerd. In die tijd waren er tien gemeenten in de zending. In overeenstemming met deze instructies werden de eerste zondag van maart, juni, september en december vastgesteld als data voor de kwartaalconferenties.

Het ontstaan van districten
Een andere organisatorische ontwikkeling ontstond op 1 november 1897.
De zending was verdeeld in zes districten, namelijk Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Arnhem, Luik en Brussel. De twee laatste districten lagen in Belgie. Om verwarring te voorkomen, realiseerde het Eerste Presidium van de kerk in Amerika een verandering in de zending. Het woord "district" kwam in de plaats voor "conference" als het betrekking had op een territoriaal gedeelte van de zending.

Een nieuwe emigratiepolitiek
In de negenendertig jaar van het bestaan van de zending emigreerden ongeveer 632 bekeerlingen naar Amerika. ten tijde van de eeuwwisseling was de emigratie nog toegenomen. In het begin van de twintigste eeuw adviseerde de zendingspresident, Willard R.Cannon, de kerkleden echter om in Nederland te blijven, aangezien er geen meer doelmatige weg was om het evangelie te verkondigen dan door grote, actieve wijken. In 1903 adviseerde de Europese zendingspresident de leden eveneens, om in Nederland te blijven. In een boodschap gedurende een conferentie in Nederland zei hij:
"Wij wensen dat u hier blijft. Wij willen dat het priesterschap hier blijft. Wij willen dat de zusters in Nederland blijven. Dit alles om het geloof hier te helpen versterken."

Het succes van de zendelingen gedurende de eerste wereldoorlog
Na de eeuwwisseling constateerde de zendingspresident een meer positieve belangstelling in religie onder het Nederlandse volk. Later merkte een andere zendingspresident op, dat het Nederlandse volk een eerlijke en open houding tegenover de Kerk toonde. Dit, tezamen met een grote toename aan zendelingen, was er oorzaak van dat gedurende de volgende dertien jaar een snelle groei van de zending plaatsvond. Van 1901 tot het begin van de eerste wereldoorlog in 1914 doopten de zendelingen 2829 bekeerlingen. Dit was een gemiddelde van 217 dopen per jaar.
Hoewel Nederland niet betrokken was bij de eerste wereldoorlog, werd wel de economie hierdoor beinvloed. In de oorlogsjaren was er slechts een gemiddeld aantal van twaalf zendelingen uit Amerika voor het zendingswerk in Nederland. Door dit verlaagde aantal nam het aantal dopen eveneens af. Na beeindiging van de eerste wereldoorlog was er een golf van dopen. In 1920 waren er 54 dopelingen, maar in 1921 waren dit er 231.
De volgende acht jaren slaagden de zendelingen er in om vele bekeerlingen tot de Kerk te brengen. Daarna bereikte de kerk tussen 1930 en 1945 een dieptepunt. Dit werd veroorzaakt door de depressie en de tweede wereldoorlog.

De 75-ste verjaardag van de zending
De Nederlandse zending vierde in 1936 haar 75-jarige bestaan.
Op 12 november werd in Broek in Friesland een monument onthuld ter herinnering aan de eerste dopen in de zending. Veel gunstig krantencommentaar en publiciteit versterkten het doel van het monument: het publiek bekend te maken met de Mormonen.
In deze driekwart eeuw van zendingswerk in Nederland hadden 800 zendelingen in Nederland bekeringswerk gedaan. Dit resulteerde in het dopen van meer dan 7650 bekeerlingen. Voor de twintigste eeuw waren dat er 1950, van 1900 tot 1936 echter meer dan 5700. In 75 jaar werden er dus ongeveer 8000 bekeerlingen gedoopt. Van deze 8000 bekeerlingen emigreerden er 3400 naar de Verenigde Staten. Voor 1900 verlieten meer dan 700 van hen Nederland en na 1900 ongeveer 2700. De meesten van hen vestigden zich in Utah.
Slechts drie jaar na de viering van het 75-jarig bestaan leed de Nederlandse Zending een groot verlies. In 1939 werden namelijk alle Amerikaanse zendelingen teruggeroepen naar de Verenigde Staten. De zending zou de eerste zeven jaar zonder zendelingen uit Zion blijven. De terugtrekking van de zendelingen werd veroorzaakt door de tweede wereldoorlog. Dit was echter
niet de eerste keer dat de zendelingen uit Nederland werden teruggeroepen. In de eerste wereldoorlog moest ook het grootste deel van de zendelingen naar Amerika terugkeren. Gedurende deze twee wereldoorlogen werd de zending onder toezicht van de plaatselijke leden achtergelaten.

De beide wereldoorlogen
De invloed van de beide wereldoorlogen op de Mormoonse kerk tonen aan dat politieke, sociale en economische crises van betekenis voor de ontwikkeling van de activiteiten van de Nederlands zending waren.

De eerste wereldoorlog
Op 29 juli 1913 verklaarde Oostenrijk Servie de oorlog. Dit zette geheel Europa in beweging, omdat iedereen een algemene oorlog verwachtte. Daarom begonnen alle belangrijke landen in Europa hun militaire machten te mobiliseren. Nederland had 200.000 soldaten, die gedurende de volgende vier jaren onder dienst bleven.
Gedurende de oorlog bekleedde Nederland een neutraliteitspositie. De ministers van buitenlandse zaken, justitie, marine, oorlog en de kolonieen drongen er bij de Koningin op aan bekend te maken aan iedereen die er belang bij had, dat de Nederlandse regering in de oorlog, die tussen Engeland en Duitsland was uitgebroken, een stricte neutraliteit zou bewaren. Het volk stemde met deze neutraliteitsverklaring in, want het garandeerde hen privileges boven andere landen.

De invloed van de oorlog op Nederland
Niettegenstaande Nederlands neutraliteit, beinvloedde de oorlog wel degelijk haar economie:
"Bij de duizenden Nederlanders die tengevolge van de oorlogsomstandigheden zonder werk zijn en die door speciale comite's worden geholpen, voegen zich nu ook nog de vluchtelingen uit Belgie en speciaal uit Antwerpen, die het land overspoelen."
De stroom van vluchtelingen veroorzaakte in Nederland problemen met betrekking tot voedsel en behuizing, die hier even accuut waren als die in de landen die bij de oorlog waren betrokken. De prijzen van voedsel verdubbelden. Dit werd grotendeels veroorzaakt door de weigering van de Westindische kolonies om voedsel naar Nederland te verschepen, omdat het gevaarlijk was de zeeen te bevaren. Een tekort aan meel veroorzaakte en daling in de Nederlandse broodvoorziening; dit resulteerde in het stelen van brood en het breken van winkelruiten tijdens de relletjes, die vooral in Rotterdam en andere grote steden van Nederland regelmatig voorkwamen.
Een vaak voorkomende verschrikking was tijdens de oorlog de "plotselinge dood" te wijten aan uitputting of onvoldoende voedsel.
Toen de Verenigde Staten aan de oorlog gingen deelnemen, werd de verhouding tussen Amerika en Nederland gespannen. De Verenigde Staten legden een embargo op Nederlandse schepen:
"De verhouding tussen de Verenigde Staten en Nederland wordt hoe langer hoe meer gespannen. De laatste tijd probeert Amerika ons niet meer met argumenten of overreding te overtuigen, maar door onze bevoorrading te onthouden. Zij stelt onze schepen onder arrest door het weigeren van brandstof."
Het vasthouden van Nederlandse schepen deed de toch al bestaande voedseltekorten in Nederland nog toenemen. Toen de oorlogvoerende landen de wapenstilstand tekenden en de gevechten werden beeindigd, was Nederland getroffen dor hoge prijzen, gereduceerde lonen, voedseltekorten, grote werkeloosheid en lege kerken.
Voedseldistributie en een gebrek aan voldoende voedingmiddelen en de pogingen die werden gedaan om dit tekort aan te vullen, vergden zoveel tijd van de gezinnen, dat zij geen tijd overhadden, noch in de stemming waren om over godsdienst te praten. Angst voor de toekomst verorzaakte een depressie, ontevreden en antireligieus gevoel. Alle kerken leden onder de invloed hiervan.

Het effect van de oorlog op de zending
De eerste wereldoorlog had een ongunstige invloed op de vorderingen van de Nederlandse zending. Kort voor het uitbreken van de oorlog ontvingen lokale leden aanwijzingen hoe zij over gemeenten en districten moesten presideren. Dit was een voorzorgsmaatregel voor het geval dat de Mormoonse zendelingen naar Amerika zouden moeten terugkeren. In 1914 vertrokken tengevolge van de mobilisatie van de Nederlandse en Europese strijdkrachten de meeste zendelingen uit Nederland. Vierenvijftig van de drieenzestig zendelingen werden weggestuurd en naar Engeland gezonden. Later werden deze zendelingen naar de zendingen in Oostelijke en Noordelijke staten gestuurd. Negen elders bleven in Nederland om de zendingspresident, Le Grand Richards, te helpen bij het presideren over de zending. Na het vertrek van de zendelingen kregen lokale leiders de volledige jurisdictie over wijken en districten:

"Lokale broeders zijn geroepen om over de meeste wijken te presideren en zij tonen zich daarin zeer energiek, niettegenstaande de ontmoedigende omstandigheden hier, die veroorzaakt zijn door de afwezigheid van de zendelingen, hetgeen een grote teruggang in het werk veroorzaakt."

Tengevolge van het tekort aan zendelingen werd niet alleen het werk onder de vreemdelingen minder, maar ook het aantal dopen. Deze namen af van 122 in 1913 tot 85 in 1914. De vrouwelijke leden versterkten de uitgedunde zendingsgelederen door het distribueren van tractaatjes en pamfletten onder niet-leden voor hun rekening te nemen. De daling van het aantal bekeerlingen werd ook veroorzaakt door de onverschilligheid tegenover religie onder het volk:

"In plaats dat het gevaar, dat voor hen ligt, het volk tot bezinning brengt, schijnen de tegenwoordige omstandigheden hen min of meer onverschillig tegenover godsdienst te maken en het is niet ongewoon om de mensen te horen rebelleren tegen hun Schepper en zelfs zijn bestaan volledig te horen ontkennen."

Gedurende de oorlog vaardigde de Nederlandse regering restricties uit met betrekking tot het aantal zendelingen dat het land binnen mocht komen. Het voedseltekort in dit land was hier mede een van de oorzaken van. Ondanks de achteruitgang in de groei van de zending bleek de Nederlandse neutraliteit gunstig voor de Kerk:

"Door de oorlog was het zendingsbureau in Rotterdam een centrale plaats voor de elders in Duitsland. de zendelingen die Duitsland verlieten, werden hier geholpen en de communicatie met het hoofdkwartier van hun zending bleef bestaan. Er werd hun geld gezonden en ook ontvingen zij telegrafisch informatie. Dit was allemaal mogelijk door de neutraliteitspositie van nederland in dit grote conflict."

Toen het voedseltekort en probleem onder de Heiligen in Nederland werd, verlichtte de Kerk het lijden door het houden van collectes in de grote wijken teneinde te kunnen voorzien in de noden van de armen en werklozen.
Gedurende deze oorlogsjaren vol beproevingen emigreerden 393 leden van de Mormoonse kerk naar Amerika. velen van deze emigranten waren lokale leiders.

Succes van de zendelingen gedurende en na de eerste wereldoorlog
De ondervonden moeilijkheden gedurende de oorlog ten spijt, schreed de vooruitgang van de zending langzaam voort. Een gemiddeld aantal van elf zendelingen werkte ieder jaar van 1914-1919 in Nederland. In deze vijf jaar doopten de zendelingen 579 bekeerlingen of wel 10,8 per zendeling per jaar.
Na de wapenstilstand trok de Nederlandse regering haar restrictie met betrekking tot het aantal zendelingen in. In 1920 nam hun aantal toe tot twintig. De negen jaren, die op de oorlog volgden bleken succesvolle jaren voor het bekeringswerk. Van 1921 tot 1929 doopten de zendelingen 1712 nieuwe leden. Van 1930 tot 1945 ging de zending echter langzaam vooruit. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de depressie en de tweede wereldoorlog.

 

The Church from 1872 to 1940

Zendingswerk vordert langzaam Missionary progressing slowly

De eerste twee mormoonse zendelingen (1861-1863) predikten in vier van de elf Nederlands provincies en doopten drieendertig leden. The first two Mormon missionaries (1861-1863) preached in four of the eleven Dutch provinces and baptized three thirty members. Later breidde zendingspresident Joseph Weiler het zendingswerk over tien provincies uit. Later expanded mission president Joseph Weiler missionary ten provinces. Hij had plaatselijke zendelingen om hem te helpen bij het distribueren van pamfletten in de provincies Noord- en Zuid-Hollad, Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen en Drente. In 1867, toen Weiler naar de Verenigde Staten terugkeerde, hadden zendelingen uit Amerika negenenvijftig bekeerlingen gedoopt. He had local missionaries to help him with distributing pamphlets in the provinces of North and South Hollád, Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Overijssel, Friesland, Groningen and Drenthe. In 1867, when the United States Weiler returned, fifty-nine American missionaries had baptized converts. Na de ondervonden moeilijkheden bij het bekeren van de Nederlanders tot het mormonisme, verklaarden de zendelingen dat het volk verstokt was. After the difficulties encountered in the Dutch convert to Mormonism, the missionaries declared that the nation was confirmed.

"Hun oren zijn gesloten voor de waarheid en hun harten zijn gehard tegen het werk van God, hetgeen blijkt uit het feit, dat zij geen verlangen hebben om onze leringen te onderzoeken. Enkelen van hen, die wel de waarheid aanvaard hebben, hebben niet de echte waarde en zielskracht van de ware Christen, die nodig is om overeind te blijven om die waarheid te verdedigen." "Their ears are closed to the truth and their hearts are hardened against God's work, as evidenced by the fact that they have no desire to explore our teachings. Some of those who have accepted the truth but have not real value and strength of the true Christian spirit, needed to stay upright in order to defend that truth. "

Gedurende de volgende tien jaar (1867-1877) na Weilers vertrek werden achtenzeventig bekeerlingen gedoopt. Over the next ten years (1867-1877) after leaving Weiler seventy-eight converts were baptized. In 1877 waren er honderdenveertien leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in Nederland. In 1877 there were one hundred fourteen members of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints in the Netherlands. In diezelfde periode emigreerden honderdzevenenvijftig bekeerlingen naar Amerika. In the same period one hundred fifty-seven converts emigrated to America. Met honderdenveertien leden in Nederland waren de mogelijkheden tot zendingswerk echter aanzienlijk toegenomen. De zendingspresident, Peter J. With one hundred fourteen members in the Netherlands were the possibilities of missionary work increased significantly. The mission president, Peter J. Lammers, rapporteerde: Lammers, reported:

"De zendelingen kunnen hier nu beter leven en werken dan een jaar geleden, want er zijn nu heiligen, en dientengevolge meer huizen waar de zendelingen mogen wonen, dan toen zij hier kwamen. Toen was er slechts een dorp en een stad, waar de heiligen woonden, maar nu kunnen wij per trein reizen van Dedemsvaart naar Zwolle, Olst, Deventer, Zutphen, Doesburg, Borculo en dan via de zee naar Amsterdam en Weesp, en in elke plaats vinden wij huizen van heiligen, waar wij kunnen verblijven en prediken." "The missionaries may live and work here now better than one years ago, because there are saints, and consequently more houses where the missionaries may live, then when they came here. Then there was only one village and one town, where the saints lived, but now we can travel by train from Zwolle to Dedemsvaart, Olst, Deventer, Zutphen, Doesburg, Borculo and then by sea to Amsterdam and Weesp, and in any place we find homes of saints, where we can stay and preach. "

Hoewel de condities dus waren verbeterd, was het volk in de greep van corrupte praktijken en daarom tegen het evangelie. Although the conditions were so improved, the people were in the grip of corrupt practices and therefore against the gospel. Sybren van Dijk, zendingspresident van 1871-1874, beschreef het volk als: Sybren van Dijk, mission president of 1871-1874, described the people as:

"traag en talmend, werelds en geestelijk karakterloos, uitstellende tot morgen wat zij gemakkelijk vandaag zouden kunnen doen. Velen willen wel kennis van de waarheid hebben, maar iedere arbeid, die nodig is om deze te verkrijgen, stellen zij uit." "slow and lingering, spiritual world and characterless, deferment until tomorrow what they could do so easily today. Many people do want to know the truth, but any work, required to obtain, they set out."

In de jaren 1877 en 1878 doopten de zendelingen slechts een enkele bekeerling. In the years 1877 and 1878 baptized the missionaries only a single convert. De zendingspresident, Bernhard H. The mission president, Bernhard H. Schettler, voelde dat: Schettler, felt that:

"de angstaanjagende onwetendheid, tezamen met oneerlijkheid en onwilligheid om anders dan anderen te lijken, de mensen ertoe bracht zich afzijdig te houden." "The frightening ignorance, together with dishonesty and unwilling to seem to be different than others, led the people to keep aloof."

Gedurende deze tijd werden de mormoonse vergaderingen verstoord door priesters, regeringsambtenaren, poltie en bepaalde groeperingen uit het volk. During this time the Mormon meetings were disrupted by priests, government officials, and poltie certain groups from the people.

Een ommekeer wordt bereikt A reversal is achieved

In 1880 begon het zendingswerk echter wat meer vaart te krijgen. In 1880 however, the missionary began to gain some momentum. De oppositie van de geestelijke overheid was afgenomen en de Kerk had doelmatige publicaties doen verschijnen, die de mensen ertoe brachten naar de zendelingen te luisteren: The opposition of the spiritual government had fallen and the Church had effectively publications do appear, which led people to listen to the missionaries:

"Er is een toenemende belangstelling in Nederland en ouderling van Dijk ziet verlangend uit naar meer hulp om hem bij te staan in zijn werk onder het volk. Onze rechten, voor zover deze het prediken en de verspreiding van het werk betreft, worden nu beschermd. Dit moge blijken uit een gebeurtenis bij onze zondagse bijeenkomst, toen iemand onrust trachtte te veroorzaken. Hij werd prompt door een politieagent, die bij de hand was, gearresteerd." "There is a growing interest in the Netherlands and elder van Dijk looks forward to more help to assist him in his work among the people. Our rights, provided that the preaching and dissemination of the work, are now protected. This can be seen from an event at our Sunday meeting, when someone tried to cause unrest. He was promptly by a policeman in the hand was arrested. "

Een van de redenen van de vooruitgang in Nederland in de volgende tien jaren (1880-1890) was, dat de zendingspresidenten veel van hun tijd besteedden aan het vertalen en publiceren van kerkliteratuur in de Nederlandse taal. One of the reasons for progress in the Netherlands in the next ten years (1880-1890) was that the mission presidents spent much of their time to translating and publishing church literature in the Dutch language.
Een zendeling constateerde dat het zendingswerk zeer was vertraagd, doordat er geen boeken in de Nederlandse taal waren. A missionary found that the missionary was very slow, because no books were in Dutch.

"Vele boeken zouden kunnen worden verkocht als wij ze hadden en dat zou ons werk bijzonder vergemakkelijken." "Many books could be sold if they had and we would particularly facilitate our work."

In 1881 versterkte van Dijk de Kerk door al zijn tijd te besteden aan het schrijven en publiceren in de nederlandse taal. In 1881 van Dijk reinforced by the Church to devote all his time to writing and publishing in the Dutch language. In een poging de kerkelijke activiteiten te coordineren en het ledenaantal te versterken, stuurde president van Dijk een periodieke rondzendbrief naar de gemeenten van de Kerk in Zwolle, Deventer, Zutphen, Almelo, Utrecht, Heukelum, Amsterdam en Dedemsvaart. In an attempt to coordinate church activities and to strengthen the membership, President of Dijk sent a circular letter to the periodical of the Church in Zwolle, Deventer, Zutphen, Almelo, Utrecht, Heukelum, Amsterdam and Dedemsvaart.

"Mijn tijd is verdeeld tussen schrijven, het distribueren van pamfletten en tractaten en het houden van bijeenkomsten in de huizen van de leden. Ik schrijf iedere week een octaaf vel papier vol met uittreksels uit de werken van de Kerk, of met mijn eigen geschriften, als dit nodig mocht blijken. Dit papier reist van gemeente naar gemeente en wordt overal met blijdschap ontvangen. Ik heb "Het enige ware Evangelie" vertaald en tweeduizend exemplaren hiervan zullen binnen enkele dagen gedrukt zijn." "My time is divided between writing, distributing pamphlets and tracts and holding meetings in the homes of members. I write a weekly one octave sheet of paper filled with excerpts from the writings of the Church, or my own writings, when such needs arise. This paper travels from town to town and is everywhere received with joy. I "The only true Gospel" translated and two thousand copies of which will be printed within a few days. "

Gedurende de drie jaren dat van Dijk president van de zending was, (1880 tot 1882), doopte hij vijftig bekeerlingen. During the three years that President of the shipment was Dijk, (1880 to 1882), he baptized fifty converts. Dit was het grootste aantal door een persoon gedurende de eenentwintigjarige geschiedenis van de zending in Nederland. This was the largest number by one person during the twenty-one year history of the shipment in the Netherlands.
Gedurende zijn bestuur werd op 22 augustus 1880 de tweede conferentie van de Kerk in Zwolle gehouden. During his administration was on August 22, 1880 the second conference of the Church held in Zwolle. Zij werd gehouden in een hotel. It was held in a hotel. Er waren ongeveer honderdentwintig aanwezigen. There were about eighty participants. Het doel van de conferenties was om niet-mormonen aan te moedigen het mormonisme te onderzoeken. The aim of the conferences was to encourage non-Mormons Mormonism to investigate. Er waren ongeveer veertig onderzoekers aanwezig. There were about forty researchers present. Na het vertrek van van Dijk bleef de zending zeventien maanden zonder een ouderling uit Utah. After the departure of the consignment Dijk was seventeen months without an elder from Utah. Toen de nieuwe zendingspresident arriveerde, vond hij slechts achtenzeventig leden, verspreid over geheel Nederland. When the new mission president arrived, he found only seventy-eight members, spread across the Netherlands. Dit aantal werd gevormd door zestien gezinnen. This number was formed by sixteen families. Zes van hen waren schippers. Six of them were captains. Omdat hij hun waarde als zendelingen aanvoelde, zond Peter J. Because he felt their value as missionaries, sent Peter J. Lammers hen uit om te bekeren: Lammers them to repent:

"Ik heb zes schippersgezinnen. Zij hebben kleine schepen en gaan van plaats tot plaats, tezelfder tijd het evangelie met zich dragende. Zij zijn als schapen temidden van de wolven." "I have six families skipper. They have small boats and go from place to place, at the same time bearing the gospel with them. They are like sheep among wolves."

Door onophoudelijke prediking en publiciteit was de Kerk bekend in heel Nederland: By incessant preaching and publicity, the Church was known in the Netherlands:

"Van de Mormonen heeft nu iedereen in het hele land kunnen horen. Ik kan niet naar een dorp of stad gaan of er is wel een of andere krant die mijn komst aankondigt." "The Mormons now everyone in the whole country can hear. I can not go to a village or town or there is some newspaper announcing my arrival."

Gedurende het presidentschap van Peter J. During the presidency of Peter J. Lammers (1882-1884) werden zevenenvijftig bekeerlingen gedoopt. Lammers (1882-1884) were present converts baptized. Negenendertig werden door hemzelf gedoopt. Thirty-nine were baptized by him. Evenals zijn voorganger besteedde hij veel tijd aan vertaalwerk. Gedurende zijn presidentschap werden vijf van Orson Pratts tractaatjes, tot een aantal van zesduizend exemplaren gepubliceerd. Like his predecessor, he spent much time on translation. During his presidency, five Orson Pratts tracts, to a number of six thousand copies published.
Na de terugkeer van president Lammers naar Amerika in 1884 werd Nederland wederom zonder zendeling uit Amerika achtergelaten. After the return of President Lammers Netherlands to America in 1884 was again left without a missionary from America. Na tien maanden arriveerde John WF Volker. After ten months WF Volker John arrived. Hij vond het land en de kerken in deplorabele toestand. He found the country and the churches in deplorable condition. De politieke situatie in Nederland was verschrikkelijk. The political situation in the Netherlands was terrible.

"Armoede heerst alom. Alleen in Amsterdam al zijn er vele duizenden mensen zonder werk en zij houden elke week optochten en demonstraties. Soms ontstaan er conflicten met de politie en dan is het vechten geblazen. Zij hebben er geen behoefte aan om naar het Koninkrijk Gods te zoeken. De kerken hier verkeren in slechte staat. Iedere secte heeft twee soorten predikanten, liberaal en orthodox. De kerken hier onderwijzen verdeeldheid en vertellen alles wat de mensen maar graag willen horen. De mensen schijnen werkelijk geestelijk dood te zijn." "Poverty exists everywhere. Only in Amsterdam, although there are many thousands of people without work and keeping the weekly parades and demonstrations. Sometimes creates conflicts with the police and then was blown fight. They have no desire to return to the Kingdom of God search. The churches here are in poor condition. Each sect has two kinds of preachers, liberal and orthodox. The churches are teaching division and tell what people want to hear it. The people seem really spiritually dead. "

Ook president Volker gebruikte zijn tijd voor het vertalen van pamfletten en tractaatjes in de Nederlandse taal: Volker president also used his time to translating pamphlets and tracts in the Dutch language:

"Ik begon mijn werk in Amsterdam en vertaalde het Evangelie van Christus in het Nederlands. Ik liet er 10.000 exemplaren van drukken. Ik vertaalde andere tractaatjes en preken, welke ik in manuscriptvorm aan de verschillende gemeenten zond, zodat zij deze in hun vergaderingen konden voorlezen teneinde de leden tot getrouwheid aan te sporen. Ik vertaalde de Morgan tractaten 1 en 2, waarvan ongeveer zevenduizend exemplaren elk werden gedrukt, welke bijna allemaal zijn verspreid." "I started my work in Amsterdam and translated the Gospel of Christ in Dutch. I had 10,000 copies printed. I translated other tracts and sermons, the manuscript I sent to the various communities so that they could read in their meetings order to encourage loyalty to members. I translated the Morgan tracts 1 and 2, each of which approximately seven thousand copies were printed, almost all of which are scattered. "

John WFVolker presideerde de Nederlandse zending van 1885 tot 1889. Tijdens zijn presidentschap werden driehonderdvijfentwintig bekeerlingen gedoopt. John WFVolker presided by the Dutch mission from 1885 to 1889. During his presidency twenty-five three hundred converts were baptized. Verder organiseerde hij twee hulporganisaties van de Kerk in de zending. Furthermore, he organized two aid agencies of the Church in the consignment. In 1886 organiseerde president Volker de eerste zondagschool met zeven kinderen in de Amsterdamse gemeente. In 1886 President Volker organized the first Sunday school with seven children in the municipality of Amsterdam. Ultimo 1888 organiseerde hij tevens de eerste zustershulpvereniging in Amsterdam met Zuster C.Crezee als presidente. Ultimo 1888 he also organized the first Relief Society in Amsterdam with Sister C. Crezee as president.

Vertaling van het Boek van Mormon Translation of the Book of Mormon

De meest belangrijke bijdrage van JWFVolker aan de Nederlandse zending was zijn vertaling van het Boek van Mormon. The most important contribution to the Dutch mission JWFVolker was his translation of the Book of Mormon. Elder Volker begon met het vertalen op 30 juni 1886 en was er op 4 juni 1887 mee klaar. Elder Volker started translating on June 30, 1886 and had them ready on June 4, 1887. Deze prestatie was opmerkelijk, omdat president Volker slechts vier jaar ervaring in de Engelse taal had. This achievement was remarkable, because President Volker only four years experience in the English language had. Later vertelde hij aan zijn zoon J.Henry Volker, die later zelf zendingspresident van Nederland zou worden, dat hij zich gesteund wist door God, zonder wiens hulp hij dit werk niet had kunnen volbrengen. Later he told his son J. Henry Volker, who himself later mission president of the Netherlands would be that he knew supported by God, without whose help he could not accomplish this work. Alvorens met zijn vertaalwerk te beginnen, ontving Volker toestemming het Boek van Mormon uit te geven: Before beginning his translation, Volker received permission from the Book of Mormon to give:

"Elder FABrown kwam hier op de 1e maart 1890 aan met instructies om het Boek van Mormon te laten drukken. Ik begon met de correctie van de vertaling en nu is het gereed om te worden gedrukt. Hiermee zal in juli worden begonnen." "Elder FABrown came here on March 1, 1890 with instructions to the Book of Mormon printed. I started with the correction of the translation and now it is ready to be printed. It will be launched in July."

Brown contracteerde een zekere Mr.J.Bremer, die tweeduizend exemplaren van het Boek van Mormon uitgaf. Brown contracted a certain Mr.J.Bremer, those two thousand copies of the Book of Mormon spent. Exemplaren van deze eerste editie waren geplaatst in winkels over het gehele land. Copies of this first edition were placed in stores throughout the country. Brown stuurde een prachtig verguld exemplaar aan de Koning en verzocht hem het aan Koningin Emma te geven. Brown sent a beautiful gilded copy of the King and asked him to give it to Queen Emma. Het Nederlandse Boek van Mormon was de tiende vertaling in een vreemde taal. The Dutch Book of Mormon was the tenth in a foreign language translation. Het werk van JWFVolker was niet de eerste poging om het Boek van Mormon in het Nederlands te vertalen. The work of JWFVolker was not the first attempt to the Book of Mormon in Dutch translation. In 1862 rapporteerde Paul A.Schettler, eerste zendeling in Nederland, dat hij het Boek van Mormon had vertaald. Paul A. Schettler reported in 1862, first missionary in the Netherlands that he had translated the Book of Mormon. De heiligen kregen toen instructies delen van het manuscript in hun vergaderingen voor te lezen. The saints were given instructions when parts of the manuscript to read in their meetings. Toen elder Schettler zijn vertaling gereed had, bleef het echter ongedrukt. When elder Schettler had finished his translation, but it remained unpublished. De eerste Nederlandse editie van het boek verscheen in 1890, achtentwintig jaar later en dit was niet de vertaling van Schettler, maar van John WF Volker. The first Dutch edition of the book appeared in 1890, twenty-eight years later and it was not the translation of Schettler, but John WF Volker. De vertaling van elder Schettler is waarschijnlijk verloren gegaan of was misschien niet goed genoeg om gepubliceerd te worden. The translation of elder Schettler is probably lost or maybe was not good enough for publication. Elder Schettler was namelijk geen Nederlander van geboorte en het is twijfelachtig of een vreemdeling, na een verblijf van een jaar in Nederland een behoorlijke vertaling in het Nederlands zou hebben kunnen schrijven. Elder Schettler was Dutch by birth and not because it is doubtful whether a stranger, after a stay of one years in the Netherlands a proper translation into Dutch would have written. Na de publicatie van het Boek van Mormon bleek dit van onschatbare waarde te zijn als hulp voor de zendelingen, omdat de onderzoekers nu een officiele uitgave van de Mormoonse Kerk te lezen hadden. Following the publication of the Book of Mormon found this invaluable as support for the missionaries, because the researchers now an official publication of the Mormon Church had to read. Gebrek aan deze belangrijke zendelingenhulp was voor 1890 de voornaamste oorzaak van de trage groei in de zending. Na publicatie van het Boek van Mormon nam het aantal dopelingen toe. De volgende twintig jaar bleken een produktieve tijd voor het bekeringswerk te zijn. Lack of this important missionary aid for 1890 was the main cause of slow growth in the shipment. Following publication of the Book of Mormon, the number of baptisms far. The next twenty years proved a productive time for the conversion to work.
Toen de eerste editie was uitverkocht, werd Volkers' vertaling door de zendingpresident Sylvester Q.Cannon, geholpen door William De Bry, herzien. When the first edition was sold out, was Volkers' translation by the mission president Sylvester Q. Cannon, assisted by William De Bry, revised. Deze tweede editie bestond uit 9000 exemplaren en kwam uit 1909. This second edition consisted of 9000 copies and came out in 1909. In de loop der jaren werden periodiek andere edities van het Boek van Mormon uitgegeven. Over the years, periodically other editions of the Book of Mormon published. Op 27 maart 1952 kwam er een comite bij elkaar om te spreken over de vertaling en publicatie van het Boek van Mormon. Alle vorige edities bevatten vele fouten, voornamelijk veroorzaakt tijdens de correcties. On March 27, 1952 a committee came together to discuss the translation and publication of the Book of Mormon. All previous editions contain many errors, mainly caused during the corrections. Men was het er over eens dat een van deze boeken zou worden gecorrigeerd, daarna zou een exemplaar naar het Eerste Presidium worden gezonden ter goedkeuring voor het drukken. There was agreement that one of these books would be corrected, then a copy would be sent to the First Presidency approval for printing. Alle betrokkenen waren het er over eens, dat dit exemplaar van het Boek van Mormon de uiteindelijke copij zou vormen en dat de correctors daarna niet de vrijheid zouden hebben om veranderingen in deze copij aan te brengen. All concerned were agree that this copy of the Book of Mormon copij would constitute the final and that the correctors then freedom would not have to change to make this copij.

Publicatie van andere kerkliteratuur Publication of other church literature

Leer en Verbonden Doctrine and Covenants
15 juni 1908 werd de eerste editie van de Leer en Verbonden uitgegeven. De Nederlandse editie bevatte alles van de Amerikaanse editie met toevoeging van een complete index. June 15, 1908 was the first edition of the Doctrine and Covenants issued. The Dutch edition covered everything from the U.S. edition with the addition of a complete index. Hendrik De Bry vertaalde -in samenwerking met de zendingspresident Sylvester Q.Cannon- de Leer en Verbonden uit het Engels. Hendrik De Bry-translated in collaboration with the mission president Sylvester Q.Cannon, the Doctrine and Covenants from English.
De Nederlandse editie van de Leer en Verbonden was de zesde versie in een vreemde taal. The Dutch edition of the Doctrine and Covenants was the sixth version in a foreign language.
De tweede editie van de Leer en Verbonden werd vertaald in Salt Lake City door het vertalingscomite van de Kerk. The second edition of the Doctrine and Covenants has been translated into Salt Lake City by the translation committee of the Church. Deze editie was gereed in 1953. This edition was finished in 1953.

De Parel van Grote Waarde The Pearl of Great Price
In 1911 werd de Parel van Grote Waarde voor het eerst gepubliceerd. In 1911 the Pearl of Great Price was first published.
De vertaling was van William J. The translation was by William J. de Bry. de Bry. De Nederlandse vertaling was de vierde versie in een vreemde taal. The Dutch was the fourth version in a foreign language. In 1954 werd het gedrukt in twee kolommen in de nieuwe Nederlandse spelling. In 1954 it was printed in two columns in the new Dutch spelling. De vertaling van deze versie geschiedde ook door het vertaalcomite van de kerk in Salt Lake City. deze uitgave bevatte 2000 exemplaren. The translation of this version was made also by the translation committee of the church in Salt Lake City. This edition contained 2,000 copies.

Zendingsperiodiek De Ster The Star Regular Shipment
De Ster, publicatie van de Nederlandse Zending, verscheen voor het eerst op 1 juni 1896. The applicant, publication of the Dutch Mission, first appeared on June 1, 1896. Zij werd gepubliceerd onder auspicien van de zendingspresident George S.Spencer. It was published under the auspices of the mission president, George S. Spencer. De eerste zeven maanden werd het uitgegeven als maandblad, daarna veranderde dit in een semi-maandblad. The first seven months it was released as monthly, then changed into a semi-monthly. In 1932 werd de naam: "De Ster van Nederland". In 1932 the name "Star of The Netherlands.
De Ster werd grotendeels in het belang van de hulporganisaties van de zending gebruikt. The applicant was largely in the interest of the aid agencies of the consignment used.

Bulletin Bulletin
Een zendelingenbulletin werd gepubliceerd onder verschillende namen, zoals "Op Klompen", "Netherlands Centennial", "De Uitdaging", en "De Nieuwe Horizon". A missionary bulletin was published under various names, including "On Clogs", "U.S. Centennial", "The Challenge", and "New Horizon".

Zangboeken Vocal Books
In 1884 verscheen het eerste Nederlandse zangboek, bevattende vijftig gezangen. In 1884 appeared the first Dutch song book, containing fifty songs. Het was zonder muziek. It was without music. Tweehonderd exemplaren werden in Amsterdam gedrukt. Two hundred copies were printed in Amsterdam. Luizine Hoving hielp de zendingspresident, Peter J. Luizine Hoving helped the mission president, Peter J. Lammers, met de tekst van de liederen. Lammers, the text of the songs.
De tweede editie bevatte achtenvijftig gezangen en werd in 1892 uitgegeven, eveneens zonder muziek. The second edition contained fifty-eight songs and was released in 1892, again without music.
In 1893 rapporteerde de president van de Europese zending dat hij tijdens een bezoek aan Nederland had geconstateerd, dat het nodig was de zangboeken te verbeteren. In 1893, reported the president of the European mission that during a visit to the Netherlands had found that it was necessary to improve the song books.
"De heiligen in deze zending hebben slechts een kleine collectie van onze gezangen in het Nederlands gedrukt, niet genoeg om hen de keuze te bieden die zij nodig hebben. Daarom gebruiken zij ook zangboeken die niet door ons zijn uitgegeven. De keuze uit dit boek, gebruikt tijdens de vergadering die wij bezochten, waren hoofdzakelijk de psalmen van David. Het is aanbevelingswaardig dat enkele leden van onze poetische heiligen, die Nederlands verstaan, onze liederen in die taal vertalen, zodat de hoeveelheid liederen kan worden uitgebreid." "The saints in this consignment have only a small collection of our songs printed in Dutch, not enough to give them the choice they need. Why they use vocals that our books are published. The choice of this book, used during the meeting we visited were mostly the psalms of David. It is advisable that some members of our poetic saints who understand Dutch, our songs in that language translation, so the amount of songs can be extended. "
Het derde zangboek, uitgegeven in 1895, bevatte 137 liederen op 200 pagina's. The third song book published in 1895, contained 137 songs in 200 pages. William J.de Bry schreef de woorden bij een aantal van de liederen. William J.de Bry wrote the words to some of the songs. Deze editie bevatte muziek voor vier stemmen, verscheen in 1899. This edition includes music for four voices, published in 1899. Het bevatte 175 liederen. It contained 175 songs. Volgende uitgaven vergrootten het aantal en de variatie in liederen. Following expenses increased the number and variety of songs.

Status van de Nederlandse Zending tijdens de eeuwwisseling Status of the Dutch Mission at the Millennium

Tengevolge van de toeneming van het aantal publicaties van de kerkliteratuur in de jaren 1880-1890, konden de zendelingen effectiever werken. Due to the increase in the number of publications of the church literature in the years 1880-1890, the missionaries were working effectively. Van 1890 tot het einde van de eeuw doopten zij 1326 bekeerlingen. From 1890 until the end of the century in 1326 they baptized converts. Dit was het dubbele van het aantal dopelingen van de voorgaande negenentwintig jaren. This was double the number of baptisms of the previous twenty-nine years. Tot 1890 waren er namelijk slechts 624 mensen gedoopt. To 1890 because there were only 624 people baptized. In 1897 ging Nederland in Europa voorop wat het gemiddelde aantal dopen per zendeling per jaar betrof. In 1897 went Netherlands lead Europe in terms of average number of baptisms per missionary per year-olds. De Europese zendelingen doopten er gemiddeld 1,5 elk gedurende dit jaar, terwijl de Nederlandse zendelingen er gemiddeld vier doopten. The European missionaries baptized an average of 1.5 each for the year, while the Dutch missionaries baptized an average of four. Ook in 1903 had de Nederlandse zending het hoogste aantal dopen per zendeling van geheel Europa. In 1903 the Dutch mission had the highest number of baptisms per missionary Europe. Tezelfdertijd warende kosten van de zendelingen het laagst. Simultaneously preservers of the missionaries the lowest cost. Dit was een gevolg van het feit, dat zij bij de leden konden wonen. This was a consequence of the fact that the members could attend. Vroeg in 1903 bezocht Francis R.Lyman, een apostel, Nederland en adviseerde de zendelingen te proberen de beschikking te krijgen over Districtsvergaderruimte, en zich meer onder het volk te begeven. Early in 1903 visited Francis R. Lyman, an apostle, Netherlands advised the missionaries to try and dispose of the District Conference Room, focused among the people go. Als gevolg hiervan bereikten de zendelingen dat jaar een gemiddelde van acht dopen per zendeling. As a result, the missionaries that year reached an average of eight per missionary baptized. De zendingspresident, Sylvester Q.Cannon, zei, dat het succes van de zendelingen een gevolg was van het feit, dat zij in de huizen van het volk leefden. The mission president, Sylvester Q. Cannon said that the success of the missionaries was due to the fact that in the homes of the people lived.

"Er zijn verscheidene omstandigheden in Nederland, die gunstig zijn voor de verspreiding van het evangelie. Het is redelijk te veronderstellen, dat dit in sommige gevallen te danken is aan het feit, dat de elders leven, zoals zij leven." "There are several circumstances in the Netherlands, that favor the spread of the Gospel. It is reasonable to assume that in some cases due to the fact that life elsewhere, as they live."

Tijdens de eeuwwisseling bestond de Nederlandse Zending uit twee landen, namelijk Nederland en Belgie. During the century was the Dutch Shipment from two countries, namely Belgium and Netherlands. Toentertijd was de zending verdeeld in zes districten, waarvan vier in Nederland en twee in Belgie. At that time the mission was divided into six districts, four in the Netherlands and two in Belgium. Districtshoofdkwartieren bevonden zich in Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Arnhem, Luik en Brussel. District Headquarters were in Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Arnhem, Brussels and Liege.
In deze zes districten waren tien gemeenten. In these six districts were ten municipalities. Zeven daarvan in Nederland en drie in Belgie. Seven of the Netherlands and three in Belgium. De gemeenten Rotterdam en Amsterdam bestonden uit meer dan vierhonderd leden elk, terwijl het ledental van Groningen, Arnhem en Dordrecht bestonden uit 100 personen elk. The municipalities of Rotterdam and Amsterdam were more than four hundred members each, the membership of Groningen, Arnhem and Dordrecht consisted of 100 persons each. In 1900 bestond de Nederlandse zending negenendertig jaar. In 1900 the Dutch mission was thirty-nine years. In deze periode hadden 177 zendelingen uit Amerika bekeringswerk in Nederland gedaan. In this period, 177 American missionaries from conversion work done in the Netherlands. Zij waren er in geslaagd 1950 mensen in de Kerk te dopen. They were succeeded in 1950 people in the church to baptize. Hiervan bleven er 1664 in Nederland. Of these there were 1664 in Netherlands. 652 waren er naar Amerika geemigreerd. 652 were emigrated to America. Klaarblijkelijk werden de boeken van voor 1900 niet accuraat bijgewerkt, in het bijzonder niet tussen 1868 en 1879, want dit geeft een verschil te zien van 364. Apparently the books were not accurate updated for 1900, especially not between 1868 and 1879, because it gives a discrepancy of 364.
Bij het begin van de twintigste eeuw verklaarde de zendingspresident, Sylvester Q.Cannon, dat er nog slechts twee of drie steden van aanzienlijke omvang in Nederland waren, At the beginning of the twentieth century, declared the mission president, Sylvester Q. Cannon, that there are only two or three cities of significant size in the Netherlands were waar hett Evangelie nog niet was gepredikt. Hett was not where gospel preached.
Negentiende-eeuwse zendelingen hadden voornamelijk in grote steden gewerkt. De voornaamste steden van zendingsactiviteiten waren Zwolle, Dedemsvaart, Amsterdam, Deventer, Alemelo, Zutphen, en Leeuwarden. Nineteenth-century missionaries had worked mainly in large cities. The major cities of missionary activities were Zwolle, Dedemsvaart, Amsterdam, Deventer, Alemelo, Zutphen, and Leeuwarden. Ongeveer 25% van de steden die openstonden voor het zendingswerk waren kleine provinciestadjes. De zendelingen concentreerden hun pogingen in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht, Friesland, Groningen en gelderland. Approximately 25% of the cities that were open for missionary work were small provincial towns. The missionaries concentrated their efforts in the provinces of North and South Holland, Utrecht, Friesland, Groningen and Gelderland. In Zeeland werd niet eens geprobeerd om zendingswerk te doen, omdat men daar overwegend Katholiek was. In Zeeland was not even trying to do missionary work, because it was predominantly Catholic.
In die tijd werden de Nederlanders als "zeer godsdienstig" beschreven. At that time the Dutch as "very religious" described.

"Wat betreft het religieuze karakter van het volk is het niet moeilijk om toegang tot hen te krijgen. Het evangelie wordt voornamelijk aan de hand van de Bijbel gepredikt, in welk boek het volk verwonderlijk goed thuis is. Werkelijk, in dit opzicht vindt dit volk zijns gelijke niet. De elders moeten dientengevolge terdege omtrent de Bijbel zijn geinformeerd." "On the religious character of the people is not difficult to get access to them. The gospel is mainly based on the Bible preached, in which book the people wonderfully well at home. Actually, in this respect is that people equal. The elsewhere should therefore be fully informed about the Bible. "

Belangrijke organisatorische ontwikkelingen Major organizational changes

Ontstaan van conferenties Origin of conferences
In 1893 bezocht de president van de Europese zending Nederland. In 1893 visited the President of the European mission Netherlands. Hij liet instructies achter dat in de gehele zending regelmatig kwartaalconferenties voor de zendelingen moesten worden gehouden. He left behind instructions that the entire consignment regular quarterly conferences for missionaries to be held. Twee hiervan waren algemene conferenties voor alle leden van de Kerk teneinde de leden in de diverse gemeenten van de zending de gelegenheid te geven om beter te worden geinformerd. Two of these were general conferences for all members of the church so members in the various municipalities of the mission the opportunity to get better geinformerd. In die tijd waren er tien gemeenten in de zending. At that time, ten municipalities in the consignment. In overeenstemming met deze instructies werden de eerste zondag van maart, juni, september en december vastgesteld als data voor de kwartaalconferenties. In accordance with these instructions, the first Sunday of March, June, September and December set as dates for the quarterly conferences.

Het ontstaan van districten The creation of districts
Een andere organisatorische ontwikkeling ontstond op 1 november 1897. Another organizational development came on November 1, 1897.
De zending was verdeeld in zes districten, namelijk Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Arnhem, Luik en Brussel. The mission was divided into six districts, namely Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Arnhem, Brussels and Liege. De twee laatste districten lagen in Belgie. The last two districts were in Belgium. Om verwarring te voorkomen, realiseerde het Eerste Presidium van de kerk in Amerika een verandering in de zending. To avoid confusion, realized the First Presidency of the church in America a change in the consignment. Het woord "district" kwam in de plaats voor "conference" als het betrekking had op een territoriaal gedeelte van de zending. The word "district" was in place for the conference as it related to a territorial portion of the shipment.

Een nieuwe emigratiepolitiek A new immigration policy
In de negenendertig jaar van het bestaan van de zending emigreerden ongeveer 632 bekeerlingen naar Amerika. The thirty-nine years of the existence of the shipment emigrated to America about 632 converts. ten tijde van de eeuwwisseling was de emigratie nog toegenomen. at the time of the century was the emigration increased. In het begin van de twintigste eeuw adviseerde de zendingspresident, Willard R.Cannon, de kerkleden echter om in Nederland te blijven, aangezien er geen meer doelmatige weg was om het evangelie te verkondigen dan door grote, actieve wijken. In the early twentieth century advised the mission president, Willard R. Cannon, the church but to stay in the Netherlands, since there was no more effective way to preach the gospel than by large, active neighborhoods. In 1903 adviseerde de Europese zendingspresident de leden eveneens, om in Nederland te blijven. In 1903 the European mission president advised the members also, to stay in the Netherlands. In een boodschap gedurende een conferentie in Nederland zei hij: In a message during a conference in the Netherlands said:
"Wij wensen dat u hier blijft. Wij willen dat het priesterschap hier blijft. Wij willen dat de zusters in Nederland blijven. Dit alles om het geloof hier te helpen versterken." "We want you to stay here. We want the priesthood to stay here. We want the sisters remain in the Netherlands. All this to help strengthen the faith here."

Het succes van de zendelingen gedurende de eerste wereldoorlog The success of the missionaries during the First World War
Na de eeuwwisseling constateerde de zendingspresident een meer positieve belangstelling in religie onder het Nederlandse volk. After the turn found the mission president, a more positive interest in religion among the Dutch people. Later merkte een andere zendingspresident op, dat het Nederlandse volk een eerlijke en open houding tegenover de Kerk toonde. Later noticed another mission president, that the Dutch people an honest and open attitude towards the Church showed. Dit, tezamen met een grote toename aan zendelingen, was er oorzaak van dat gedurende de volgende dertien jaar een snelle groei van de zending plaatsvond. This, together with a large increase of missionaries, was caused during the next thirteen years a rapid growth in the shipment took place. Van 1901 tot het begin van de eerste wereldoorlog in 1914 doopten de zendelingen 2829 bekeerlingen. Dit was een gemiddelde van 217 dopen per jaar. From 1901 to the beginning of the first World War in 1914 the missionaries baptized converts in 2829. This was an average of 217 baptisms per year.
Hoewel Nederland niet betrokken was bij de eerste wereldoorlog, werd wel de economie hierdoor beinvloed. Although the Netherlands was not involved in the First World War, it was the economy under their influence. In de oorlogsjaren was er slechts een gemiddeld aantal van twaalf zendelingen uit Amerika voor het zendingswerk in Nederland. In the war years there was only an average of twelve missionaries from America for the missionary in the Netherlands. Door dit verlaagde aantal nam het aantal dopen eveneens af. This reduced the number of baptisms also off. Na beeindiging van de eerste wereldoorlog was er een golf van dopen. In 1920 waren er 54 dopelingen, maar in 1921 waren dit er 231. After closing the first World War there was a wave of baptisms. In 1920 there were 54 baptisms, but in 1921 this number was 231.
De volgende acht jaren slaagden de zendelingen er in om vele bekeerlingen tot de Kerk te brengen. The next eight years the missionaries succeeded in many converts to the church. Daarna bereikte de kerk tussen 1930 en 1945 een dieptepunt. Then the church reached a nadir between 1930 and 1945. Dit werd veroorzaakt door de depressie en de tweede wereldoorlog. This was caused by the Depression and World War II.

De 75-ste verjaardag van de zending The 75th anniversary of the consignment
De Nederlandse zending vierde in 1936 haar 75-jarige bestaan. The Dutch mission in 1936's fourth 75-year history.
Op 12 november werd in Broek in Friesland een monument onthuld ter herinnering aan de eerste dopen in de zending. On November 12 was in Broek in Friesland unveiled a monument to commemorate the first baptism in the consignment. Veel gunstig krantencommentaar en publiciteit versterkten het doel van het monument: het publiek bekend te maken met de Mormonen. Many favorable comments and newspaper publicity reinforced the purpose of the monument: the public acquainted with the Mormons.
In deze driekwart eeuw van zendingswerk in Nederland hadden 800 zendelingen in Nederland bekeringswerk gedaan. In this century three quarters of missionary in the Netherlands had 800 missionaries in the Netherlands conversion work done. Dit resulteerde in het dopen van meer dan 7650 bekeerlingen. This resulted in the baptism of converts more than 7650. Voor de twintigste eeuw waren dat er 1950, van 1900 tot 1936 echter meer dan 5700. For the twentieth century there were in 1950, from 1900 to 1936 but more than 5700. In 75 jaar werden er dus ongeveer 8000 bekeerlingen gedoopt. In 75 years so there were about 8,000 baptized converts. Van deze 8000 bekeerlingen emigreerden er 3400 naar de Verenigde Staten. Of this 8000 converts 3400 emigrated to the United States. Voor 1900 verlieten meer dan 700 van hen Nederland en na 1900 ongeveer 2700. In 1900 more than 700 of them left the Netherlands and after 1900 about 2700. De meesten van hen vestigden zich in Utah. Most of them settled in Utah.
Slechts drie jaar na de viering van het 75-jarig bestaan leed de Nederlandse Zending een groot verlies. Only three years after celebrating the 75th anniversary of the Dutch Mission suffered a great loss. In 1939 werden namelijk alle Amerikaanse zendelingen teruggeroepen naar de Verenigde Staten. In fact all American missionaries in 1939 were recalled to the United States. De zending zou de eerste zeven jaar zonder zendelingen uit Zion blijven. The shipment was the first seven years without missionaries from Zion continue. De terugtrekking van de zendelingen werd veroorzaakt door de tweede wereldoorlog. The withdrawal of the missionaries was caused by the Second World War. Dit was echter This was niet de eerste keer dat de zendelingen uit Nederland werden teruggeroepen. not the first time that the missionaries were recalled from the Netherlands. In de eerste wereldoorlog moest ook het grootste deel van de zendelingen naar Amerika terugkeren. In the first World War also had most of the missionaries returned to America. Gedurende deze twee wereldoorlogen werd de zending onder toezicht van de plaatselijke leden achtergelaten. During the two world wars, the consignment under the supervision of the local members left behind.

De beide wereldoorlogen The two world wars
De invloed van de beide wereldoorlogen op de Mormoonse kerk tonen aan dat politieke, sociale en economische crises van betekenis voor de ontwikkeling van de activiteiten van de Nederlands zending waren. The influence of the two world wars in the Mormon church show that political, social and economic crises of importance for the development of the activities of the Dutch mission was.

De eerste wereldoorlog The first world war
Op 29 juli 1913 verklaarde Oostenrijk Servie de oorlog. On July 29, 1913 Austria declared war on Serbia. Dit zette geheel Europa in beweging, omdat iedereen een algemene oorlog verwachtte. This put Europe on the move, because everybody expected a general war. Daarom begonnen alle belangrijke landen in Europa hun militaire machten te mobiliseren. Therefore, all major countries in Europe began their military forces to mobilize. Nederland had 200.000 soldaten, die gedurende de volgende vier jaren onder dienst bleven. Netherlands had 200,000 soldiers, during the next four years remained in service.
Gedurende de oorlog bekleedde Nederland een neutraliteitspositie. Netherlands during the war held a neutral position. De ministers van buitenlandse zaken, justitie, marine, oorlog en de kolonieen drongen er bij de Koningin op aan bekend te maken aan iedereen die er belang bij had, dat de Nederlandse regering in de oorlog, die tussen Engeland en Duitsland was uitgebroken, een stricte neutraliteit zou bewaren. The ministers of foreign affairs, justice, marine, war and urged the colonies to Queen known to anyone who had an interest in, the Dutch government in the war between England and Germany had broken, a strict preserve neutrality. Het volk stemde met deze neutraliteitsverklaring in, want het garandeerde hen privileges boven andere landen. The people agreed with this statement in neutrality, because it guaranteed them privileges over other countries.

De invloed van de oorlog op Nederland The impact of war on the Netherlands
Niettegenstaande Nederlands neutraliteit, beinvloedde de oorlog wel degelijk haar economie: Despite Dutch neutrality, the war certainly influenced its economy:
"Bij de duizenden Nederlanders die tengevolge van de oorlogsomstandigheden zonder werk zijn en die door speciale comite's worden geholpen, voegen zich nu ook nog de vluchtelingen uit Belgie en speciaal uit Antwerpen, die het land overspoelen." "For the thousands of Dutch who caused the war without conditions and work by special committees to help, join now even the refugees from Belgium and especially in Antwerp, which flood the country."
De stroom van vluchtelingen veroorzaakte in Nederland problemen met betrekking tot voedsel en behuizing, die hier even accuut waren als die in de landen die bij de oorlog waren betrokken. The flow of refugees in the Netherlands caused problems related to food and housing, who were just as acutely in the countries that were involved in the war. De prijzen van voedsel verdubbelden. The doubling of food prices. Dit werd grotendeels veroorzaakt door de weigering van de Westindische kolonies om voedsel naar Nederland te verschepen, omdat het gevaarlijk was de zeeen te bevaren. This was largely caused by the refusal of the West Indian colonies for food to be shipped to the Netherlands because it was dangerous to sail the seas. Een tekort aan meel veroorzaakte en daling in de Nederlandse broodvoorziening; dit resulteerde in het stelen van brood en het breken van winkelruiten tijdens de relletjes, die vooral in Rotterdam en andere grote steden van Nederland regelmatig voorkwamen. A shortage of flour and caused decline in the Dutch bread supply, resulting in the steal of bread and breaking shop windows during the riots, mainly in Rotterdam and other major cities of the Netherlands regularly occurred.
Een vaak voorkomende verschrikking was tijdens de oorlog de "plotselinge dood" te wijten aan uitputting of onvoldoende voedsel. A terror was common during the war, the "sudden death" due to exhaustion and insufficient food.
Toen de Verenigde Staten aan de oorlog gingen deelnemen, werd de verhouding tussen Amerika en Nederland gespannen. When the United States to join the war began, was the strained relationship between America and the Netherlands. De Verenigde Staten legden een embargo op Nederlandse schepen: The United States laid an embargo on Dutch ships
"De verhouding tussen de Verenigde Staten en Nederland wordt hoe langer hoe meer gespannen. De laatste tijd probeert Amerika ons niet meer met argumenten of overreding te overtuigen, maar door onze bevoorrading te onthouden. Zij stelt onze schepen onder arrest door het weigeren van brandstof." "The relationship between the United States and the Netherlands are increasingly strained. The last time America us trying not to convince by argument or persuasion, but our supplies to remember. It enables our ships under arrest by refusing fuel. "
Het vasthouden van Nederlandse schepen deed de toch al bestaande voedseltekorten in Nederland nog toenemen. The detention of Dutch ships took the already existing food shortages in the Netherlands will increase. Toen de oorlogvoerende landen de wapenstilstand tekenden en de gevechten werden beeindigd, was Nederland getroffen dor hoge prijzen, gereduceerde lonen, voedseltekorten, grote werkeloosheid en lege kerken. When the warring sides signed the cease-fire and the fighting was finished, the Netherlands was hit arid high prices, reduced wages, food shortages, high unemployment and empty churches.
Voedseldistributie en een gebrek aan voldoende voedingmiddelen en de pogingen die werden gedaan om dit tekort aan te vullen, vergden zoveel tijd van de gezinnen, dat zij geen tijd overhadden, noch in de stemming waren om over godsdienst te praten. Food and a lack of sufficient food resources and the efforts that were made for this shortfall, took a long time much of the families that they had no time or were in the mood to talk about religion. Angst voor de toekomst verorzaakte een depressie, ontevreden en antireligieus gevoel. Fear of the future verorzaakte depression, and anti-religious feeling dissatisfied. Alle kerken leden onder de invloed hiervan. All members under the influence of these churches.

Het effect van de oorlog op de zending The impact of war on the item
De eerste wereldoorlog had een ongunstige invloed op de vorderingen van de Nederlandse zending. The first world war had an adverse impact on the progress of the Dutch mission. Kort voor het uitbreken van de oorlog ontvingen lokale leden aanwijzingen hoe zij over gemeenten en districten moesten presideren. Shortly before the outbreak of the war, local members received instructions on how to municipalities and districts should preside. Dit was een voorzorgsmaatregel voor het geval dat de Mormoonse zendelingen naar Amerika zouden moeten terugkeren. This was a precaution in case the Mormon missionaries to America should return. In 1914 vertrokken tengevolge van de mobilisatie van de Nederlandse en Europese strijdkrachten de meeste zendelingen uit Nederland. In 1914 left because of the mobilization of the forces most Dutch and European missionaries from the Netherlands. Vierenvijftig van de drieenzestig zendelingen werden weggestuurd en naar Engeland gezonden. Fifty-four of the sixty three missionaries were expelled and sent to England. Later werden deze zendelingen naar de zendingen in Oostelijke en Noordelijke staten gestuurd. Later these missionaries to the shipments in Eastern and Northern states sent. Negen elders bleven in Nederland om de zendingspresident, Le Grand Richards, te helpen bij het presideren over de zending. Nine remained elsewhere in the Netherlands to the mission president, Le Grand Richards, helping to preside over the mission. Na het vertrek van de zendelingen kregen lokale leiders de volledige jurisdictie over wijken en districten: After the departure of the missionaries were local leaders complete jurisdiction over districts and counties:

"Lokale broeders zijn geroepen om over de meeste wijken te presideren en zij tonen zich daarin zeer energiek, niettegenstaande de ontmoedigende omstandigheden hier, die veroorzaakt zijn door de afwezigheid van de zendelingen, hetgeen een grote teruggang in het werk veroorzaakt." "Local brothers are called to preside over most neighborhoods, and they show it is very energetic, despite the discouraging circumstances here, caused by the absence of the missionaries, which is a big decline in work caused."

Tengevolge van het tekort aan zendelingen werd niet alleen het werk onder de vreemdelingen minder, maar ook het aantal dopen. Because of the shortage was not only missionaries work among the foreigners less, but also the number of baptisms. Deze namen af van 122 in 1913 tot 85 in 1914. This decreased from 122 in 1913 to 85 in 1914. De vrouwelijke leden versterkten de uitgedunde zendingsgelederen door het distribueren van The female members reinforced the mission ranks thinned by the distribution of tractaatjes en pamfletten onder niet-leden voor hun rekening te nemen. tracts and pamphlets among non-members to take account for. De daling van het aantal bekeerlingen werd ook veroorzaakt door de onverschilligheid tegenover religie onder het volk: The decrease in the number of converts was also caused by the indifference to religion among the people:

"In plaats dat het gevaar, dat voor hen ligt, het volk tot bezinning brengt, schijnen de tegenwoordige omstandigheden hen min of meer onverschillig tegenover godsdienst te maken en het is niet ongewoon om de mensen te horen rebelleren tegen hun Schepper en zelfs zijn bestaan volledig te horen ontkennen." "Instead of the danger that lies before them, it brings people to their senses, the present circumstances they seem more or less indifferent to religion and it is not uncommon to hear people rebel against their Creator and even its existence entirely deny to hear. "

Gedurende de oorlog vaardigde de Nederlandse regering restricties uit met betrekking tot het aantal zendelingen dat het land binnen mocht komen. During the war the Dutch government issued restrictions on the number of missionaries that the country could come. Het voedseltekort in dit land was hier mede een van de oorzaken van. The food in this country was thereby one of the causes. Ondanks de achteruitgang in de groei van de zending bleek de Nederlandse neutraliteit gunstig voor de Kerk: Despite the decline in the growth of the consignment was the Dutch neutrality favorable to the Church:

"Door de oorlog was het zendingsbureau in Rotterdam een centrale plaats voor de elders in Duitsland. de zendelingen die Duitsland verlieten, werden hier geholpen en de communicatie met het hoofdkwartier van hun zending bleef bestaan. Er werd hun geld gezonden en ook ontvingen zij telegrafisch informatie. Dit was allemaal mogelijk door de neutraliteitspositie van nederland in dit grote conflict." "The war was the mission office in Rotterdam for a central place elsewhere in Germany. The missionaries who left Germany, were here and helped the communication with the headquarters of their mission continued. Money was sent and they received a telegraphic information . This was all possible through the neutral position of the Netherlands in this great conflict. "

Toen het voedseltekort en probleem onder de Heiligen in Nederland werd, verlichtte de Kerk het lijden door het houden van collectes in de grote wijken teneinde te kunnen voorzien in de noden van de armen en werklozen. When the food shortage problem and the Saints in the Netherlands was illumined the Church suffering by keeping the collections in major districts in order to meet the needs of the poor and unemployed.
Gedurende deze oorlogsjaren vol beproevingen emigreerden 393 leden van de Mormoonse kerk naar Amerika. During the war years full tests emigrated 393 members of the Mormon Church to America. velen van deze emigranten waren lokale leiders. many of these emigrants were local leaders.

Succes van de zendelingen gedurende en na de eerste wereldoorlog Success of the missionaries during and after the First World War
De ondervonden moeilijkheden gedurende de oorlog ten spijt, schreed de vooruitgang van de zending langzaam voort. The difficulties encountered during the war years, but, of the shipment exceeded progress slowly. Een gemiddeld aantal van elf zendelingen werkte ieder jaar van 1914-1919 in Nederland. An average of eleven missionaries worked in the Netherlands each year from 1914-1919. In deze vijf jaar doopten de zendelingen 579 bekeerlingen of wel 10,8 per zendeling per jaar. In these five years the missionaries baptized 579 converts either 10.8 per missionary per year.
Na de wapenstilstand trok de Nederlandse regering haar restrictie met betrekking tot het aantal zendelingen in. After the ceasefire the Dutch government withdrew its restriction on the number of missionaries. In 1920 nam hun aantal toe tot twintig. In 1920 their number increased to twenty. De negen jaren, die op de oorlog volgden bleken succesvolle jaren voor het bekeringswerk. The nine years that followed the war years proved successful for the conversion work. Van 1921 tot 1929 doopten de zendelingen 1712 nieuwe leden. From 1921 to 1929 the missionaries baptized new members in 1712. Van 1930 tot 1945 ging de zending echter langzaam vooruit. From 1930 to 1945 the mission went forward, however slowly. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door de depressie en de tweede wereldoorlog. This was mainly caused by the Depression and World War II.

Chapter 8 – Around World War II

Rond de Tweede Wereldoorlog

Around World War II

 

Rond de Tweede Wereldoorlog

De eerste wereldoorlog had ons een les geleerd die de zendingspolitiek beinvloedde, Er was behoefte aan opleiding voor lokaal leiderschap. In 1937 werden pogingen in het werk gesteld om lokale leden op te leiden voor wijk-en districtsaangelegenheden. In die tijd waren vier van de vijftien wijken onder lokale jurisdictie geplaatst:
"Wij streven er naar lokale leden op te leiden om het leiderschap op zich te nemen en alle verantwoordelijkheid voor het leiden van de zaken in de wijken en districten te kunnen dragen. Ik ben volledig voor deze poliltiek, die door President Widtsoe, toen hij president van de Europazending was, is gevolgd."
Hoewel er moeilijkheden waren met betrekking tot de overgang van het leiderschap van zendelingen naar lokaal leiderschap, vertoonden kerken en wijken in het zendingsveld een zekere stabiliteit, welke zij nimmer te voren hadden gehad en er was een gevoel van saamhorigheid in de organisatie, Dit was nooit het geval met de voortdurende wisseling van het leiderschap van de zendelingen.
In 1938 bedreigde oorlog wederom de naties van Europa, In September begonnen Nederland en andere Europese naties hun verdediging te mobiliseren tengevolge van spanningen tussen Duitsland en Tsjecho-Slowakije.
Het Amerikaanse consulaat vroeg toestemming aan de zendingspresident, Franklin Murdock, om de Mormoonse zendelingen te mogen gebruiken voor het transport van Amerikaanse ingezetenen naar de havens om gereed te zijn voor evacuatie. Alle zendelingen kregen het advies om in hun respectievelijke wijken te blijven totdat de spanningen waren opgeheven. Tijdens de conferentie in Munchen werden de moeilijkheden tussen Duitsland en Tsjecho-Slowakije echter opgelost, Kort daarna bezocht Joseph Fielding Smith de Europese zending. Terwijl hij in Europa was, verordonneerde het Eerste Presidium in Salt Lake City op 24 augustus 1939 de evacuatie van alle zendelingen uit Duitsland. De zendelingen in de Westduitse zending kregen instructies om naar Nederland te gaan. Nadat Frankrijk en Engeland Duitsland de oorlog verklaarden, instrueerde de Nederlandse zendingspresident de zendelingen om aanstalten te maken Nederland te verlaten. Zij werden in twee groepen verdeeld. De eerste, die uit vierendertig zendelingen bestond, vertrok onmiddellijk naar Amerika, De tweede groep, dertig zendelingen, bleef en ging door met het zendingswerk, zolang de toestand dat veroorloofde.
Op 15 September 1939 zond het Eerste Presidium in Amerika instructies naar alle zendelingen in Europa om terug te keren naar de Verenigde Staten. Verder moesten alle, behalve drie zendingspresidenten, Europa verlaten. Deze instructies waren in overeenstemming met de aanbevelingen van de Verenigde Staten en Europese regeringen.
Toen deze instructies Nederland bereikten, vertrok de tweede groep zendelingen ook naar Amerika. Dit plaatste de totale leiding van de zending in plaatselijke handen.
Na het vertrek van de zendingspresident werden alle districtsconferenties afgelast en twee wijken werden opgeheven. Jacob Schipaanboord, Senior van de gemeente Leiden, werd aangewezen als zendingspresident. Hij koos Arie D.Jongkees en Pieter Vlam als zijn raadgevers. Zij werden belast met de supervisie over alle zendingsaangelegenheden en moesten alle zestien gemeenten van de zending bezoeken. Gedurende de oorlog werkte dit zendingspresidentschap onder leiding van Franklin Murdock in Amerika.

Gevolgen van de Duitse bezetting met betrekking tot de zending in Nederland

Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen.
De 14e mei werd
Rotterdam door de Duitse luchtmacht gebombardeerd.
Dit resulteerde in de dood
van 30.000 inwoners. Dertigduizend onschuldige slachtoffers, waaronder nauwe-
lijks militairen, kwamen om in het halve uur dat de aanval duurde.
De Duitsers beweerden dat slechts 300 personen waren omgekomen gedurende
deze aanval. Een Rotterdams geestelijke merkte echter tijdens een herdenking
dienst ironisch op: "Ik breng de driehonderd doden in onze stad in herinne-
ring, van wie 900 alleen al uit mijn parochie."
Tijdens de aanval werd de kapel van de Heiligen der Laatste Dagen in Rotterdam
totaal vernield. Verder vernietigde het bombardement vele huizen en eigendom
van kerkleden. Teneinde het lijden te verlichten hield het leidende president-
schap een collecte, die $ 3.962 opbracht. Dit bedrag werd overgedragen aan
de Z.H.V. in Rotterdam om onder de leden te worden verdeeld,
Kort na de Duitse bezetting werden niet alleen de algemene zendingsconferentie
maar ook de regelmatige plaatselijke kerkdiensten opgeheven. Naderhand werden
de gewone kerkvergaderingen echter hervat, Tijdens de bezetting werd speciale
aandacht aan de jeugd besteed.
Gedurende deze tijd werd er speciaal opgelet dat de jeugd actief bleef. De
jeugdafdelingen en de zondagschoolorganisaties deden bijzonder veel moeite
om de zaken draaiende te houden. Toch verminderden de activiteiten gedurende
het seizoen 1942-1943 met 75%.
In 1941 werden in verschillende plaatsen van de zending speciale vergaderingen
gehouden. De tijden verschilden ten gevolge van de verduistering, maar alle
diensten werden gehouden. Aan priesterschapsvergaderingen werd bijzondere
aandacht besteed en huisonderwijs (de mormoonse wijze om ieder gezin van de
gemeenten iedere maand te bezoeken) vond regelmatig plaats.
De zendingspresident moest voor Duitse kopstukken verschijnen om de Mormoonse
kerkaangelegenheden uit te leggen. De Duitsers dachten dat deze kerk in
Nederland een strict Amerikaanse organisatie was. Dientengevolge besloten zij
de kerkeigendommen te confisceren als oorlogsbuit.
Spoedig na de nazibezetting dreigden zij de eigendommen van de Kerk van Jezus
Christus van de Heiligen der laatste dagen in beslag te nemen. Zij beweerden dat
het Amerikaanse eigendommen waren en dat zij daartoe dus gerechtigd waren.
Dit was geen ijdel dreigement, want de eigendommen van de Christian Science
beweging waren reeds op deze gronden in beslag genomen. Door de pogingen van
president Schipaanboord kon de confiscatie van de kerkeigendommen. echter worden
voorkomen. Hij overtuigde de Duitse autoriteiten ervan, dat de Nederlandse
zending van Nederlandse oorsprong was, door Nederlanders werd onderhouden en
dat zij opereerde op democratische basis, waardoor alle nationaliteiten welkom
waren.
De terugtrekking van de Amerikaanse zendelingen en de Duitse bezetting ten
spijt, groeide de Kerk steeds. In juli 1941 benoemde het zendingspresident-
schap 102 plaatselijke of huiszendelingen in Groningen, Amsterdam, Dordrecht
Den Haag, Schiedam, Delft en Utrecht. Zij bezochten onderzoekers en distribu-
eerden tractaatjes. Door hun inspanningen werden tussen 1940 en 1945 twee-
honderd en vijfenzeventig bekeerlingen gedoopt. Verder werden driehonderd
en negen mannen in het priesterschap aangesteld. Gedurende de Duitse bezetting
emigreerden er geen leden van de Kerk naar Amerika.
Het presidentschap stelde ook pogingen in het werk om in contact te blijven
met alle takken van de kerk. Gedurende de bezetting was De Ster de enige
publicatie die uit mocht komen. Tengevolge van papiertekort kon de uitgave
hiervan in 1941 echter niet meer worden voortgezet. in de plaats daarvan werd
een klein blaadje uitgegeven. Het voortschrijdende tekort aan papier maakte
het echter onmogelijk hiermee door te gaan. Daarom werd er een gestencild
rondschrijven aan alle plaatselijke presidentschappen gestuurd.

Oorlogsgevangene

In 1942 werd Pieter Vlam, tweede raadgever van het zittinghebbende zendings-presidentschap, door de Duitsers als oorlogsmisdadiger gearresteerd en naar Polen gestuurd. Tijdens zijn verblijf in verschillende Duitse concentratie-kampen kreeg hij toestemming om M.I.A.-vergaderingen te houden en een koor op te richten. Dit gaf hem de gelegenheid het mormonisme te prediken aan ieder die er in geinteresseerd was. Dit leidde tot de bekering van J.Paul Jongkees die later de eerste president van de Hollandse ring, een belangrijke mormoonse regionale kerkelijke eenheid, werd.
J.Paul Jongkees herinnerde er later aan dat hij tijdens de invasie van de Duitse troepen in Nederland werd gearresteerd als voormalig officier van het Nederlandse leger. Later was hij gevangene in oorlogskampen in Neurenberg, Stanislau Polen en Nieuwbrandenburg.
Daar ontmoette hij Elder Vlam, het enige lid van de Kerk in deze verschillende kampen. De vergaderingen die Vlam mocht houden, werden door Jongkees en twaalf andere mannen bijgewoond. Zes van hen werden gedoopt toen dat mogelijk was. In 1945 werden Vlam en Jongkees door de Russsn bevrijd.


Voedseltekorten en verliezen tengevolge van de oorlog


Op 17 September 1944 begon de bevrijding van Nederland. In april 1945
zetten de Duitsers, in een laatste wanhopige poging om de geallieerde invasie
in Nederland stop te zetten, zevenhonderd vierkante mijl bouwland onder
water. Deze poging om de invasie een halt toe te roepen, mislukte. Daarom
moest het Duitse leger op 5 mei 1945 capituleren. Later werd de Nederlandse
regering weer officieel in Nederland gevestigd.
Na de Duitse overgave leed Nederland aan ernstige voedseltekorten, Dit
had drie oorzaken:
1. De Duitse bezettingstroepen hadden alle Nederlandse voedselreserves in beslag genomen.
2. De Duitsers hadden een vierde deel van het Nederlandse bouwland onder water gezet. Dit verhinderde elke mogelijkheid om nieuwe gewassen te telen in voldoende hoeveelheden om aan de vraag tegemoet te komen.
3. De Britse aanval op Arnhem in September 1944. De Nederlanders steunden deze aanval door een complete transportstaking. Als tegenmaatregel besloten de Duitsers de Nederlanders te onderwerpen door hen uit te hongeren. De dichtbevolkte streken langs de Noordzee waren volkomen geisoleerd van de landbouwgebieden, die hen van voedsel moesten voorzien. Geen enkele verplaatsing naar dit gebied was toegestaan. De voedselrantsoenen werden verlaagd tot twee sneetjes brood en twee aardappelen per persoon per dag. Brandstof-voorziening was in het geheel niet mogelijk en de bevolking verbrandde bomen, afval en hun eigen meubilair in een wanhopige poging om zich warm te houden. In de eerste twaalf weken van 1945 stierven er meer dan twaalfhonderd mensen als gevolg van de koude en de honger. Het was niet ongewoon de mensen in de straten ten gevolge van volkomen uitputting dood te zien neervallen. Ook de kerkleden leden in deze tijd aan voedseltekort. Van de verschillende wijken vertrokken vele leden naar plaatsen waar meer en betere voedings-middelen voorradig waren. De Kerk stelde pogingen in het werk om de verhongering van de leden te voorkomen door het distribueren van voedsel. Leden van het priesterschap en de zustershulpvereniging werkten hiervoor. Het zendings-hoofdkwartier was juist in deze periode naar Utrecht verhuisd omdat de kuststrook van Den Haag was geevacueerd.
In de vijf jaar van Nazibezetting leed Nederland een verlies, half zo groot als de vooroorlogse nationale inkomsten van eenentwintig biljoen dollar. In deze periode werden ongeveer vierhonderdduizend huizen vernietigd of zwaar beschadigd, tweehonderdduizend huizen geplunderd, zesduizend boerderijen vernield en zevenhonderd vierkante mijl land onder water gezet. De helft van de bossen werd vernietigd en de levensmiddelenvoorraad met veertien procent verminderd. Het treinmaterieel, alsmede de helft van de fietsen en bijna alle motorvoertuigen werden in beslag genomen. Dekens, kleding, huishoudelijke
artikelen etc. werden zoveel mogelijk weggevoerd. Alle Nederlandse oorlogs-voorraden aan voedsel en materieel werden gebruikt voor de Duitse oorlogsmachine. In vele gevallen werden hele fabrieken ontmanteld en naar Duitsland verscheept ,
De regering berekende dat alleen de herbouw van Rotterdam al 240 miljoen dollar zou kosten. Tijdens de wederopbouwperiode diende een Nederlandse delegatie bij het geallieerde Herstellings Comite in Parijs een rekening in van $ 14.148.000.000.


Analyse van het effect van de twee wereldoorlogen op de zending

De twee wereldoorlogen illustreren, dat politieke, sociale en eeonomische krachten de groei en ontwikkeling van de Kerk beTnvloedden. Tijdens beide oorlogen werden kerkeigendommeri vernield. Beide oorlogen maakten het noodzake lijk dat de mormoonse zendelingen werden teruggetrokken, Gedurende de eerste wereldoorlcg bleven er enkelen en anderen kwamen de plaats innemen van hen die waren ontslagen.
De twee oorlogen hadden zowel een positief als een negatief effect op de zending. Het positieve was, dat er omstandigheden werden geschapen, waarin he lokale leiderschap zich kon ontwikkelen. Dit zou de zending hebben kunnen versterken, als de oorlogsomstandigheden niet tot emigratie hadden geleid. De toenemende emigratie was misschien wel de grootste negatieve invloed. In de eerste vier jaren, volgende zowel op de eerste als op de tweede wereld­oorlog, was er een totaal aantal dopen van 1607. Tezelf- dertijd einigreerden 1583 leden. Dit betekent een netto groei van slechts vierentwintig leden.

De Nederlandse zending sedert de tweede wereldoorlog

Toen de Nederlandse zending eenmaal heropend was, gebeurden er vier belangrijke dingen die hielpen om de image van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste dagen in het naoorlogse tijdvak te vormen. Deze gebeurtenissen waren de introductie van het Kerkwelvaartsplan, het , bezoek van president David 0 McKay, de officiele erkenning van de Kerk door de Nederlandse regering en het bezoek van het Mormon Tabernacle Choir. Deze gebeurtenissen culmineerden in de organisatie van de Hollandse Ring, een regionale administratieve eenheid. De Hollandse Ring was de eerste Ring in de kerk, die een vreemde taal sprak en de eerste op het Europese vasteland.
Heropening van de zending
Op 28 februari 1946 kwam Cornelius Zappey in Rotterdam aan. Hij was de nieuw benoerade Nederlandse zendingspresident. Op de Amsterdamse districtsconf erenti werden president Jacob Schipaanboord Sr«, Arie Jongkees en Pieter Vlam eervol ontslagen als waarnemend presidentschap van de Nederlandse zending.
Toestand van de Kerk
President Zappey vond de Kerk in een deplorabele toestand ten gevolge van oorlog en bezetting. Hij ondervond, dat ongunstige praktijken de kerk waren binnengeslopen. In sommige wijken werden kaarsen aangestoken en op de : avondmaalstaf el gezet. Dit was een toevoegsel aan het sacrament van het avondmaal. In een andere wijk had de presiderende ouderling de gewoonte aange nomen om een zwart gewaad als symbool van zijn priesterschap om te slaan, als hij de vergadering voorbereidde. In weer een andere wijk had de plaatse-lijke leider een nieuwe manier van zingen gelntroduceerd, die hij uit een andere kerk, waartoe hij had behoord, had meegebracht. Hij zong een solopartij en de vergadering moest deze daarna herhalen. De Rotterdamse wijk had een soort militair bewind ingesteld. Leiders van de wijk trachtten te voorkomen dat de zendingspresident met de leden sprak en hen de hand schudde. Gedurende een vergadering merkte hij dat de leden op een militaire manier opstonden totdat hij de hal had bereikt.
Deze praktijken waren vanaf 1942 zo langzamerhand de Kerk binnenggeslopen.
Gedurende de eerste drie jaren na de terugtrekking van de zendelingen bleef
de Kerk in Nederland nog per post in contact met de Kerk in Salt Lake City.
Nadat de Verenigde Staten Duitsland echter de oorlog hadden verklaard, waren
alie contacten met de autoriteiten in Amerika verbroken.
Deze afwijkingen, die de kerk waren binnengeslopen werden door drie dingen
veroorzaakt:
1. tengevolge van het lidmaatschap van de leden van andere kerken, voordat zij tot de mormoonse kerk toetraden,
2. cmdat alle religieuze groepen zich in een grote broederschap hadden verenigd om de Duitsers te bestrijdden. Hierdoor ontstond een grcte tolerantie tussen katholieken, protestanten en mormonen, hetgeen aanleiding was tot het aannemen van afwijkende gewoonten en 3. doordat er geen contact met de autoriteiten in Salt Lake City of het waarnemende presidium in Nederland mogelijk was.
Getrouwe Heiligen zagen dit verschijnsel als een voorbeeld van wat er kan gebeuren als zij worden afgesneden van de heilige leiding in nun Kerk, de profeet.
Zappey ontdekte ook dat er een scheuring in de Mormoonse kerk in Nederland was opgetreden. Een Nederlandse Heilige was na een verblijf van meerdere jaren in Amerika naar Nederland teruggekeerd. Toen hij in de Verenigde Staten was werd hij geordend tot hogepriester, een ambt in het priesterschape Toen hij ontdekte, dat de waarnemende zendingspresident "slechts" een ouderling was, een lager ambt in het priesterschap, kende hij zichzelf het, recht toe de Kerk in Nederland te leiden. Hij slaagde er in het vertrouwen van 30% van de leden in Utrecht voor zich te winnen. Hij werd daarvoor door de Kerk ge-excommuniceerd. Na het vertrek van president Zappey werd hij in zijn lidmaatschap hersteld.
Ook merkte de zendingspresident op, dat haat en wantrouwen de atmosfeer in alle wijken bedierf. Deze spanningen werden veroorzaakt door de tegenwoordigheid van twee politieke stromingen in de Kerk. De ene groep bestond uit leden die met de Duitse zaak sympatiseerden. De andere groep rebelleerde tegen het Duitse regime. Hoewel allen leden van de Mormoonse Kerk waren, weigerde elke groep om met een lid van de andere groep te spreken. Gedurende de vergaderingen zaten zij ieder aan een andere kant van de kapel. Als het sacrament eerst aan de sympatisanten werd aangeboden, weigerden hun tegenstanders (Nederlanders) dit, omdat zij geloofden dat het verkeerd zou zijn van het avondmaal te nemen met haat in hun harten.
Vele leden van de Mormoonse Kerk zochten naar mogelijkheden om een prive" gesprek met de zendingspresident te hebben om hun overtredingen op te biechten. Tengevolge van trouweloosheid hadden gedurende de oorlog enkele excommunicaties plaatsgevonden-
Toen Zappey zijn rondreis door de zending beeindigde, ontdekte hij dat het zendingshuis in Den Haag grotendeels was vernietigd en dringend gerepareerd moest worden. Kerkliteratuur ontbrak in de gehele zending, de leden waren over een groot gebied verspreid. In verband met de voedselschaarste wilde de regering niet toestaan dat er zendeiingen uit Amerika het land binnenkwamen. Omdat reizen onmogelijk was, bezochten vele leden vergaderingen van andere kerken in hun omgeving. Duitse soldaten hadden de Nederlanders alles wat zij bezaten, afhandig gemaakt. Aan het eind van de bezetting werd gerapporteerd dat de meeste leden niet naar de Kerk konden komen omdat zij totaal geen kleding meer bezaten.
In mei en juni 1946 bezocht een mormoons militair de Amsterdamse en Rotterdamse wijken. Hij beschreef het lijden als volgt:
"Deze twee wijken lijden acuut honger en alle gemeenschappelijke pogingen en opofferingen ten spijt, stierven vijf of zes van de wijkleden van de honger. Het scheen ongelooflijk, totdat ik hoorde van die laatste verschrikkelijke hongerwinter. Tarwe werd verkocht voor $ 1500 per schepel. Een van de leden liep met enkele van zijn kinderen van Rotterdam naar Groningen, ongeveer 150 mijl, in het koudste weer, om aan de hongerdood te ontkomen. In Amsterdam was het dagelijkse rantsoen verlaagd tot een tiende van de normale behoefte."

Hulp van de Kerk voor Nederland

De eerste problemen, waarmee President Zappey zich na de reorganisatie van
de zending geconfronteerd zag, was de verhongering en de haat en het
wantrouwen tussen de leden. Hij voerde een thema in "Hebt uw naaste lief",
dat in de geheie zending werd gepredikt. Zappey haalde ook de Nederlandse
regering over om zendelingen het land in te laten. In mei 1946 kwamen er
elf elders uit Amerika aan. Dit waren de eerste mormoonse zendelingen sinds
1939 die hier bekeringswerk kwamen doen.
Ook begon, onder supervisie van Zappey, de Kerk onmiddellijk te werken
om het lijden van de leden te verzachten. De zendingspresident vroeg overal
om opslagruimte voor hulpgoederen uit Amerika. Op wonderbaarlijke wijze
ontmoette Zappey op een straathoek een heer, die net een grote opslag-
plaats in Rotterdam had laten bouwen. Hij bood deze ruimte aan de Kerk
aan zonder enige huur.
Spoedig arriveerde uit Amerika 11.134 dozen, bevattende 640.767 pond
voedsel, fruit en kleren. Eens per week verdeelden zendelingen vanuit
deze opslagplaats voedsel en kleren onder de leden.
Toen de welzijnsgoederen waren aangekomen en werden gedistribueerd, was
het alsof er een wonder in de Kerk gebeurde, Een week voordat de goederen
aankwamen, zagen de leden er uit als bedelaars. De week daarop, na de
distributie, leken zij miljonairs. Leden van de Nederlandse regering kwamen
naar Zappey en zeiden: "Luister, jullie volk is gekleed als miljonairs, "
maar wat gebeurt er met het onze?" Daarom stuurde de Kerk in Salt Lake City
een scheepslading welzijnsgoederen naar het Rode Kruis in Nederland.
De zendingspresident meldde, dat de informatie over de pogingen van de
Kerk om de honger te verlichten, de Nederlandse houding tegenover het
mormonisme veranderde.
"Sinds mijn laatste zending 22 jaar geleden is de houding van het volk tegenover onze Kerk zeer veranderd. Het is veel gemakkelijker om het evangelie uit te leggen. Mannen en vrouwen van alle leeftijden en standen zijn gewillig om de tijd te nemen en te luisteren. Zij vonden het allemaal wonderbaarlijk om van Gods plan, om te zorgen voor allen die in nood verkeerden, te horen."
Van de welzijnszorg in Salt Lake City en andere opslagplaatsen, werd voedsel en kleren, door de Nederlandse regering geschat op een totaal van meer dan $ 1.000.000, naar het Nederlandse volk gestuurd. In het begin geschiedde dat per pakketpost. Daarna bij karladingen vol.
Nadien werd door de Nederlandse Heiligen een bronzen plaquette naar het
eerste presidentschap gestuurd als dank voor hun hulp, Ook de Minister
van Buitenlandse Zaken van Nederland decoreerde president Zappey met de
medaille van dankbaarheid vcor het vele welzijnswerk dat de Kerk onder de
Nederlanders had gedaan.

Nederlandse welzijnszorg voor Duitsland

In een poging om de haat tussen de Heiligen compleet uit te roeien, begon de zendingspresident welzijnsboerderijen van de Kerk onder de Nederlanders te stichten. Door dit te doen hoopte Zappey de twee politieke groeperingen
in de Kerk tot verzoening te brengen. Leden pootten aardappelen langs de
spoorrails, in kleine achtertuintjes en in gehuurde velden, welke gewoon-
lijk werden gebruikt voor het telen van tulpebollen.
De priesterschap ging aan het werk en binnen korte tijd had elk quorum
een behoorlijk stuk land voor dit project gevonden. Er werd aanbevolen om
aardappelen en groene groenten, bonen, wortelen en kolen te planten.
Aardappelen zijn het basisvoedsel in Nederland en brengen gewoonlijk een rijke oogst op. In vele wijken werd van het poten van aardappelen een speciale gebeurtenis gemaakt en de wijkleden kwamen in groten getale op, Er werd gezongen, gesproken en gebeden en tot besluit werden de aardappelen aan de grond toevertrouwd,
Toen de leden de aardappeloogst rooiden, waren er vele tonnen meer dan zij nodig hadden, Toevalligerwijs bezocht de Duitse zendingspresident Nederland . en vertelde van de honger in Duitsland. Als gevolg daarvan besloten de Nederlandse heiligen wat van hun aardappelen naar nun "broeders" in Duitsland te sturen. Gedurende de eerste week van november verlieten tien grote trucks Nederland met bestemming Duitsland. Zij bevatten zeventig ton aardappelen van de Nederlandse kerkleden voor de heiligen in Duitsland. President David 0. Mckay, president van de Kerk, zei van deze geste:
"Dit is een van de grootste bewijzen van ware naastenliefde, ooit onder mijn aandacht gebracht. Wij kunnen de Nederlandse heiligen feliciteren dat zij het kunnen opbrengen om deze welzijnszorg te verlenen aan de leden van de Kerk in een land, dat hun zoveel lijden en narigheid heeft bezorgd in de afgelopen jaren."
Later werden door de Nederlandse Heiligen nog eens negentig ton aardappelen en zestig ton haring naar Duitsland gezonden. Ook deze aardappelen kwamen van de plaatselijke welzijnsboerderijen. De haring was gekocht met ontvangen donaties.
Welzi.jnszorg voor het overstroomde Nederland
In 1955 werd Nederland door een overstroming getroffen, die een groot deel van de provinoies Zeeland en Zizid-Holland onder water zette, De overstroming dwong 300.000 mensen te evacueren en kostte 2000 mensen het leven. Hierbij werden geen eigendommen van de Mormoonse Kerk beschadigd, Toch verzamelden vierentwintig wijken van de Nederlandse zending kleren en geld, welke werden afgedragen aan hulporganisaties. De heiligen boden het Rode Kruis alle kerkgebouwen in de door de overstroming getroffen gebieden aan. Da Nederlandse zending gaf het Rode Kruis ook meer dan 4000 pond sterling. In Utah vormden voormalige Nederlanders en zendelingen een overstromings-hulpcomite* en stuurden aan Koningin Juliana een cheque van $ 17.830,92 om de ergste nood te lenigen. Verder werden honderden quilt-dekens naar Nederland gezonden door het Welzijnscomite in Salt Lake City.
De uitwerking van de welzijnszorg op Nederland
Het welzijnsprogramma in Nederland verbeterde het aanzien van het mormonisme in Nederland, Propaganda tegen de Kerk verminderde en vele deuren gingen open voor de boodschap van de Herstelde Kerk. De president van de Europese Zending, Ezra T.Benson, verklaarde:
"Er was grote vreugde toen de welzijnsvoorraden hier aankwamen. Het was ook voor de militaire autoriteiten en anderen een grote verrassing toen de voorraden uit Zion hier aankwamen, nadat overeenkomsten waren gesloten en een telegram naar Zion was gestuurd, om met de verschepingen een aanvang te maken. Zij konden nauwelijks geloven dat er een kerk bestond, die zulke enorme voorraden goederen bezat, gereed voor verzending naar de lijdende bevolking van Europa. Ongeveer vijftig wagonladingen, dat betekent meer dan 200 Europese wagonladingen, of wel tweeduizend ton en ik ben er zeker van dat wanneer de kosten van transport ook mee werden geteld, het geheel meer dan driekwart miljoen dollar zou hebben gekost. Het grootste deel hiervan ging natuurlijk naar die landen, die er het meest behoefte aan hadden, zoals Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Noorwegen en Belgie. De rest ging naar de overige landen, wanneer daaraan behoefte bestond.
De leiders van de mormoonse kerk ontvingen brieven met dank-betuigingen van Nederlandse leden uit geheel Nederland. Uittreksels van de volgende twee brieven typeren hun gevoelens: "Met deze brief wiilen wij u hartelijk danken voor de doos met mooie quiltdekens die u ons gestuurd heeft. Zij kwamen precies op tijd want het is nu vreselijk koud in Nederland. Het vriest, het sneeuwt, we zijn nu in hartje winter. Wij hebben niet genoeg om de kachel te stoken en daarom gaan we vroeg naar bed." "Het pakket dat u ons stuurde ontvingen wij in grote dank. Ik kon niet eerder dan 10 juni 1945 naar Nederland terugkeren, na drie jaar gedwongen arbeid in Duitsland. Toen ik thuis kwam, was mijn vader reeds van honger gestorven net als vele anderen van mijn volk. De Duitsers hadden alles weggevoerd, voedsel, kleding, klokken, fietsen, radio's enz. Nog eens mijn hartelijke dank en moge God u zegenen."

 

Around World War II

De eerste wereldoorlog had ons een les geleerd die de zendingspolitiek beinvloedde, Er was behoefte aan opleiding voor lokaal leiderschap. In 1937 werden pogingen in het werk gesteld om lokale leden op te leiden voor wijk-en districtsaangelegenheden. The first world war had taught us a lesson that politics influenced the mission, there was a need for training for local leadership. In 1937, efforts made to train local members for district and district issues. In die tijd waren vier van de vijftien wijken onder lokale jurisdictie geplaatst: In that time four of the fifteen districts placed under local jurisdiction:
"Wij streven er naar lokale leden op te leiden om het leiderschap op zich te nemen en alle verantwoordelijkheid voor het leiden van de zaken in de wijken en districten te kunnen dragen. Ik ben volledig voor deze poliltiek, die door President Widtsoe, toen hij president van de Europazending was, is gevolgd." "We strive to train local members to the leadership and to take all responsibility for leading the business in the districts and counties to contribute. I am totally for this poliltiek, which President Widtsoe, when he became president Shipment of Europe, has been followed. "
Hoewel er moeilijkheden waren met betrekking tot de overgang van het leiderschap van zendelingen naar lokaal leiderschap, vertoonden kerken en wijken in het zendingsveld een zekere stabiliteit, welke zij nimmer te voren hadden gehad en er was een gevoel van saamhorigheid in de organisatie, Dit was nooit het geval met de voortdurende wisseling van het leiderschap van de zendelingen. Although there were difficulties regarding the transition of the leadership of local leadership to missionaries, churches and neighborhoods exhibited in the mission field a certain stability, which they never before had had and there was a sense of belonging in the organization, this was never the case with the constant change of leadership of the missionaries.
In 1938 bedreigde oorlog wederom de naties van Europa, In September begonnen Nederland en andere Europese naties hun verdediging te mobiliseren tengevolge van spanningen tussen Duitsland en Tsjecho-Slowakije. In 1938 war again threatened the nations of Europe, in September began Netherlands and other European nations to mobilize their defense because of tensions between Germany and Czechoslovakia.
Het Amerikaanse consulaat vroeg toestemming aan de zendingspresident, Franklin Murdock, om de Mormoonse zendelingen te mogen gebruiken voor het transport van Amerikaanse ingezetenen naar de havens om gereed te zijn voor evacuatie. The U.S. consulate asked permission to the mission president, Franklin Murdock, the Mormon missionaries may be used for transporting residents to the U.S. ports to be ready for evacuation. Alle zendelingen kregen het advies om in hun respectievelijke wijken te blijven totdat de spanningen waren opgeheven. Tijdens de conferentie in Munchen werden de moeilijkheden tussen Duitsland en Tsjecho-Slowakije echter opgelost, Kort daarna bezocht Joseph Fielding Smith de Europese zending. All missionaries were advised to remain in their respective districts until the tension had lifted. At the conference in Munich, the difficulties between Germany and Czechoslovakia, however, resolved shortly thereafter Joseph Fielding Smith visited the European mission. Terwijl hij in Europa was, verordonneerde het Eerste Presidium in Salt Lake City op 24 augustus 1939 de evacuatie van alle zendelingen uit Duitsland. While he was in Europe, by then the First Presidency in Salt Lake City on August 24, 1939 the evacuation of all missionaries from Germany. De zendelingen in de Westduitse zending kregen instructies om naar Nederland te gaan. The missionaries in the West German missionaries, instructions to go to the Netherlands. Nadat Frankrijk en Engeland Duitsland de oorlog verklaarden, instrueerde de Nederlandse zendingspresident de zendelingen om aanstalten te maken Nederland te verlaten. After France and Britain declared war on Germany, the Dutch mission president instructed the missionaries to the Netherlands prepares to leave. Zij werden in twee groepen verdeeld. They were divided into two groups. De eerste, die uit vierendertig zendelingen bestond, vertrok onmiddellijk naar Amerika, De tweede groep, dertig zendelingen, bleef en ging door met het zendingswerk, zolang de toestand dat veroorloofde. The first, which consisted of thirty-four missionaries, left immediately for America, the second group, thirty missionaries, remained and continued the missionary, while the condition that caused commended.
Op 15 September 1939 zond het Eerste Presidium in Amerika instructies naar alle zendelingen in Europa om terug te keren naar de Verenigde Staten. On 15 September 1939 the First Presidency sent instructions to all American missionaries in Europe to return to the United States. Verder moesten alle, behalve drie zendingspresidenten, Europa verlaten. Furthermore, had all but three mission presidents, left Europe. Deze instructies waren in overeenstemming met de aanbevelingen van de Verenigde Staten en Europese regeringen. These instructions were in line with the recommendations of the United States and European governments.
Toen deze instructies Nederland bereikten, vertrok de tweede groep zendelingen ook naar Amerika. When these instructions reached the Netherlands, left the second group also missionaries to America. Dit plaatste de totale leiding van de zending in plaatselijke handen. This placed the overall leadership of the consignment in local hands.
Na het vertrek van de zendingspresident werden alle districtsconferenties afgelast en twee wijken werden opgeheven. After the departure of the mission president, district conferences were all canceled and two districts were abolished. Jacob Schipaanboord, Senior van de gemeente Leiden, werd aangewezen als zendingspresident. Jacob Schipaanboord, Senior of the municipality of Leiden, was designated as mission president. Hij koos Arie D.Jongkees en Pieter Vlam als zijn raadgevers. He chose Arie D. Young and Peter Kees Flash as his counselors. Zij werden belast met de supervisie over alle zendingsaangelegenheden en moesten alle zestien gemeenten van de zending bezoeken. They were in charge of supervising all shipment issues and had all sixteen municipalities of the visiting mission. Gedurende de oorlog werkte dit zendingspresidentschap onder leiding van Franklin Murdock in Amerika. During the war, this mission led by president Franklin Murdock in America.

Gevolgen van de Duitse bezetting met betrekking tot de zending in Nederland Effects of the German occupation in relation to the shipment in the Netherlands

Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. On May 10, 1940 was the German army entered the Netherlands. De 14e mei werd The May 14 was
Rotterdam door de Duitse luchtmacht gebombardeerd. Rotterdam by the German air force bombed. Dit resulteerde in de dood This resulted in the death
van 30.000 inwoners. of 30,000 inhabitants. Dertigduizend onschuldige slachtoffers, waaronder nauwe- Thirty thousand innocent victims, including close -
lijks militairen, kwamen om in het halve uur dat de aanval duurde. hardly soldiers, perished in the half hour that the attack lasted.
De Duitsers beweerden dat slechts 300 personen waren omgekomen gedurende The Germans claimed that only 300 people were killed during
deze aanval. this attack. Een Rotterdams geestelijke merkte echter tijdens een herdenking A Rotterdam mental remarked during a memorial
dienst ironisch op: "Ik breng de driehonderd doden in onze stad in herinne- service on ironic: "I'll take the three hundred deaths in our city in memory of
ring, van wie 900 alleen al uit mijn parochie." ring, of whom 900 alone from my parish. "
Tijdens de aanval werd de kapel van de Heiligen der Laatste Dagen in Rotterdam During the attack, the chapel of the Latter-day Saints in Rotterdam
totaal vernield. completely destroyed. Verder vernietigde het bombardement vele huizen en eigendom Furthermore, the bombing destroyed many homes and property
van kerkleden. of church members. Teneinde het lijden te verlichten hield het leidende president- In order to alleviate the suffering was the leading chief
schap een collecte, die $ 3.962 opbracht. nity a collection, which yielded $ 3,962. Dit bedrag werd overgedragen aan This amount was transferred to
de ZHV in Rotterdam om onder de leden te worden verdeeld, Relief Society in Rotterdam, to be distributed among the members,
Kort na de Duitse bezetting werden niet alleen de algemene zendingsconferentie Shortly after the German occupation was not only the General Missionary Conference
maar ook de regelmatige plaatselijke kerkdiensten opgeheven. but also the local church regularly removed. Naderhand werden Afterwards were
de gewone kerkvergaderingen echter hervat, Tijdens de bezetting werd speciale however, resumed the regular church meetings, during occupation, special
aandacht aan de jeugd besteed. attention paid to youth.
Gedurende deze tijd werd er speciaal opgelet dat de jeugd actief bleef. De During this time, pay special attention to the youth remained active. The
jeugdafdelingen en de zondagschoolorganisaties deden bijzonder veel moeite Youth Sunday School departments and organizations were very hard
om de zaken draaiende te houden. the business afloat. Toch verminderden de activiteiten gedurende Nevertheless, the reduced activity during
het seizoen 1942-1943 met 75%. the year 1942-1943 by 75%.
In 1941 werden in verschillende plaatsen van de zending speciale vergaderingen In 1941 in various locations of the consignment special meetings
gehouden. held. De tijden verschilden ten gevolge van de verduistering, maar alle The times were different because of the blackout, but all
diensten werden gehouden. Services were held. Aan priesterschapsvergaderingen werd bijzondere On Priesthood meetings, particular
aandacht besteed en huisonderwijs (de mormoonse wijze om ieder gezin van de attention and home education (the Mormon way for every family of
gemeenten iedere maand te bezoeken) vond regelmatig plaats. municipalities each month visit) took place regularly.
De zendingspresident moest voor Duitse kopstukken verschijnen om de Mormoonse The mission president was to appear on German leaders to the Mormon
kerkaangelegenheden uit te leggen. church matters to explain. De Duitsers dachten dat deze kerk in The Germans thought that the church in
Nederland een strict Amerikaanse organisatie was. Netherlands a strict American organization. Dientengevolge besloten zij Consequently they decided
de kerkeigendommen te confisceren als oorlogsbuit. the church property seizing as war booty.
Spoedig na de nazibezetting dreigden zij de eigendommen van de Kerk van Jezus Soon after the Nazi occupation, they threatened the property of the Church of Jesus
Christus van de Heiligen der laatste dagen in beslag te nemen. Christ of Latter-day Saints seize. Zij beweerden dat They claimed that
het Amerikaanse eigendommen waren en dat zij daartoe dus gerechtigd waren. U.S. property and that they therefore were entitled to do so.
Dit was geen ijdel dreigement, want de eigendommen van de Christian Science This was no idle threat, because the property of the Christian Science
beweging waren reeds op deze gronden in beslag genomen. movement had already seized on these grounds. Door de pogingen van Through the efforts of
president Schipaanboord kon de confiscatie van de kerkeigendommen. echter worden President Schipaanboord was the confiscation of church property. but be
voorkomen. occur. Hij overtuigde de Duitse autoriteiten ervan, dat de Nederlandse He convinced the German authorities expect that the Dutch
zending van Nederlandse oorsprong was, door Nederlanders werd onderhouden en consignment was of Dutch origin, was maintained by Dutch and
dat zij opereerde op democratische basis, waardoor alle nationaliteiten welkom they operated on a democratic basis, enabling all nationalities welcome
waren. were.
De terugtrekking van de Amerikaanse zendelingen en de Duitse bezetting ten The withdrawal of American missionaries and the German occupation in
spijt, groeide de Kerk steeds. Sorry, the Church grew increasingly. In juli 1941 benoemde het zendingspresident- In July 1941 the appointed mission president -
schap 102 plaatselijke of huiszendelingen in Groningen, Amsterdam, Dordrecht Community or Local 102 home missionaries in Groningen, Amsterdam, Dordrecht
Den Haag, Schiedam, Delft en Utrecht. Den Haag, Schiedam, Delft and Utrecht. Zij bezochten onderzoekers en distribu- They visited researchers and distribution
eerden tractaatjes. tracts were. Door hun inspanningen werden tussen 1940 en 1945 twee- Their efforts were between 1940 and 1945 two -
honderd en vijfenzeventig bekeerlingen gedoopt. one hundred and seventy-five converts baptized. Verder werden driehonderd Further, three hundred
en negen mannen in het priesterschap aangesteld. and nine men in the priesthood appointed. Gedurende de Duitse bezetting During the German occupation
emigreerden er geen leden van de Kerk naar Amerika. emigrated no members of the Church to America.
Het presidentschap stelde ook pogingen in het werk om in contact te blijven The president also said efforts to stay in touch
met alle takken van de kerk. with all branches of the church. Gedurende de bezetting was De Ster de enige During the occupation was only the The Star
publicatie die uit mocht komen. publication that could come from. Tengevolge van papiertekort kon de uitgave Due to paper shortages could Edition
hiervan in 1941 echter niet meer worden voortgezet. in 1941 this no longer continue. in de plaats daarvan werd instead was
een klein blaadje uitgegeven. issued a small leaf. Het voortschrijdende tekort aan papier maakte The continuing shortage of paper made
het echter onmogelijk hiermee door te gaan. it impossible to continue this. Daarom werd er een gestencild Therefore, a mimeographed
rondschrijven aan alle plaatselijke presidentschappen gestuurd. circular sent to all local presidencies.

Oorlogsgevangene War Prisoner

In 1942 werd Pieter Vlam, tweede raadgever van het zittinghebbende zendings-presidentschap, door de Duitsers als oorlogsmisdadiger gearresteerd en naar Polen gestuurd. In 1942 Peter Flame, second counselor in the session having missionary president, by the Germans as war criminals arrested and sent to Poland. Tijdens zijn verblijf in verschillende Duitse concentratie-kampen kreeg hij toestemming om MIA-vergaderingen te houden en een koor op te richten. During his stay in various German concentration camps he had permission to MIA-meetings and a choir to create. Dit gaf hem de gelegenheid het mormonisme te prediken aan ieder die er in geinteresseerd was. This gave him the opportunity to preach Mormonism to anyone who was interested in it. Dit leidde tot de bekering van J.Paul Jongkees die later de eerste president van de Hollandse ring, een belangrijke mormoonse regionale kerkelijke eenheid, werd. This led to the conversion of J. Paul Young Kees later the first president of the Holland Ring, a major regional Mormon church unity was.
J.Paul Jongkees herinnerde er later aan dat hij tijdens de invasie van de Duitse troepen in Nederland werd gearresteerd als voormalig officier van het Nederlandse leger. Paul J. Young Kees pointed out later that during the invasion of German troops in Netherlands was arrested as a former officer of the Dutch army. Later was hij gevangene in oorlogskampen in Neurenberg, Stanislau Polen en Nieuwbrandenburg. Later he was a prisoner of war camps in Nuremberg, Stanislau Poland and New Brandenburg.
Daar ontmoette hij Elder Vlam, het enige lid van de Kerk in deze verschillende kampen. There he met Elder Flame, the only member of the Church in the various camps. De vergaderingen die Vlam mocht houden, werden door Jongkees en twaalf andere mannen bijgewoond. The meetings could take Flame were Jong by Kees and twelve other men attended. Zes van hen werden gedoopt toen dat mogelijk was. Six of them were baptized when they could. In 1945 werden Vlam en Jongkees door de Russsn bevrijd. In 1945 Flash and the Young Kees Russsn free.


Voedseltekorten en verliezen tengevolge van de oorlog Food shortages and losses caused by the war

Op 17 September 1944 begon de bevrijding van Nederland. On 17 September 1944 began the liberation of the Netherlands. In april 1945 In April 1945
zetten de Duitsers, in een laatste wanhopige poging om de geallieerde invasie put the Germans in a last desperate attempt to the Allied invasion
in Nederland stop te zetten, zevenhonderd vierkante mijl bouwland onder in the Netherlands to stop, seven hundred square miles of arable land under
water. water. Deze poging om de invasie een halt toe te roepen, mislukte. Daarom This attempt to halt an invasion, failed. Therefore
moest het Duitse leger op 5 mei 1945 capituleren. had the German army on May 5, 1945 surrender. Later werd de Nederlandse Later the Dutch
regering weer officieel in Nederland gevestigd. Government officially back in the Netherlands.
Na de Duitse overgave leed Nederland aan ernstige voedseltekorten, Dit After the German surrender Netherlands suffered from severe food shortages, this
had drie oorzaken: had three causes:
1. 1. De Duitse bezettingstroepen hadden alle Nederlandse voedselreserves in beslag genomen. The German occupying forces had all Dutch food reserves confiscated.
2. 2. De Duitsers hadden een vierde deel van het Nederlandse bouwland onder water gezet. The Germans had one quarter of the Dutch arable land put under water. Dit verhinderde elke mogelijkheid om nieuwe gewassen te telen in voldoende hoeveelheden om aan de vraag tegemoet te komen. This prevented any possibility of new crops to grow in sufficient quantities to meet demand concerns.
3. 3. De Britse aanval op Arnhem in September 1944. The British attack on Arnhem in September 1944. De Nederlanders steunden deze aanval door een complete transportstaking. The Dutch supported the attack by a complete transportation strike. Als tegenmaatregel besloten de Duitsers de Nederlanders te onderwerpen door hen uit te hongeren. In retaliation the Germans decided the Dutch into submission to starve them. De dichtbevolkte streken langs de Noordzee waren volkomen geisoleerd van de landbouwgebieden, die hen van voedsel moesten voorzien. Geen enkele verplaatsing naar dit gebied was toegestaan. The densely populated areas along the North Sea were completely isolated from the agricultural areas, which had provided them with food. No relocation to this area was permitted. De voedselrantsoenen werden verlaagd tot twee sneetjes brood en twee aardappelen per persoon per dag. Food rations were reduced to two slices of bread and two potatoes per person per day. Brandstof-voorziening was in het geheel niet mogelijk en de bevolking verbrandde bomen, afval en hun eigen meubilair in een wanhopige poging om zich warm te houden. Fuel-supply was not possible at all and the people burned trees, and waste their own furniture in a desperate attempt to keep warm. In de eerste twaalf weken van 1945 stierven er meer dan twaalfhonderd mensen als gevolg van de koude en de honger. In the first twelve weeks of 1945 more than twelve hundred people died due to cold and hunger. Het was niet ongewoon de mensen in de straten ten gevolge van volkomen uitputting dood te zien neervallen. It was not unusual people in the streets due to complete exhaustion death to see fall. Ook de kerkleden leden in deze tijd aan voedseltekort. The church members at that time with food. Van de verschillende wijken vertrokken vele leden naar plaatsen waar meer en betere voedings-middelen voorradig waren. Of the various districts left many members to places where more and better foods were stocked. De Kerk stelde pogingen in het werk om de verhongering van de leden te voorkomen door het distribueren van voedsel. The Church said efforts to prevent starvation of the members by distributing food. Leden van het priesterschap en de zustershulpvereniging werkten hiervoor. Het zendings-hoofdkwartier was juist in deze periode naar Utrecht verhuisd omdat de kuststrook van Den Haag was geevacueerd. Members of the priesthood and Relief Society this worked. The missionary headquarters had just moved to Utrecht in the period since the coast of The Hague was evacuated.
In de vijf jaar van Nazibezetting leed Nederland een verlies, half zo groot als de vooroorlogse nationale inkomsten van eenentwintig biljoen dollar. In the five years of Nazi occupation Netherlands suffered a loss, half the size of the prewar national income twenty-one trillion U.S. dollars. In deze periode werden ongeveer vierhonderdduizend huizen vernietigd of zwaar beschadigd, tweehonderdduizend huizen geplunderd, zesduizend boerderijen vernield en zevenhonderd vierkante mijl land onder water gezet. This period is approximately four hundred thousand houses destroyed or severely damaged, looted houses two hundred six thousand seven hundred square miles and destroyed farm land put under water. De helft van de bossen werd vernietigd en de levensmiddelenvoorraad met veertien procent verminderd. Half of the forests were destroyed and food stocks with fourteen percent. Het treinmaterieel, alsmede de helft van de fietsen en bijna alle motorvoertuigen werden in beslag genomen. Dekens, kleding, huishoudelijke The train equipment, and half of the bikes and almost all vehicles were seized. Blankets, clothing, household
artikelen etc. werden zoveel mogelijk weggevoerd. articles, etc. were taken away as much as possible. Alle Nederlandse oorlogs-voorraden aan voedsel en materieel werden gebruikt voor de Duitse oorlogsmachine. All Dutch military stocks of food and equipment were used for the German war machine. In vele gevallen werden hele fabrieken ontmanteld en naar Duitsland verscheept , In many cases, entire factories were dismantled and shipped to Germany,
De regering berekende dat alleen de herbouw van Rotterdam al 240 miljoen dollar zou kosten. The government calculated that only the rebuilding of Rotterdam all would cost 240 million U.S. dollars. Tijdens de wederopbouwperiode diende een Nederlandse delegatie bij het geallieerde Herstellings Comite in Parijs een rekening in van $ 14.148.000.000. During the reconstruction period was a Dutch delegation to the Allied Restoration Committee in Paris in an account of $ 14,148,000,000.


Analyse van het effect van de twee wereldoorlogen op de zending Analysis of the impact of the two world wars on the item

De twee wereldoorlogen illustreren, dat politieke, sociale en eeonomische krachten de groei en ontwikkeling van de Kerk beTnvloedden. The two world wars illustrate that political, social and eeonomische forces the growth and development of the Church beTnvloedden. Tijdens beide oorlogen werden kerkeigendommeri vernield. During both wars were kerkeigendommeri destroyed. Beide oorlogen maakten het noodzake lijk dat de mormoonse zendelingen werden teruggetrokken, Gedurende de eerste wereldoorlcg bleven er enkelen en anderen kwamen de plaats innemen van hen die waren ontslagen. Both wars made it necessary that the Mormon missionaries have been withdrawn during the first few wereldoorlcg stayed there and others came to replace those who were fired.
De twee oorlogen hadden zowel een positief als een negatief effect op de zending. The two wars had both a positive and a negative impact on the mission. Het positieve was, dat er omstandigheden werden geschapen, waarin he lokale leiderschap zich kon ontwikkelen. The positive was that conditions were created, which he could develop local leadership. Dit zou de zending hebben kunnen versterken, als de oorlogsomstandigheden niet tot emigratie hadden geleid. This would have the mission to strengthen, if not the war conditions led to emigration. De toenemende emigratie was misschien wel de grootste negatieve invloed. The increasing emigration was perhaps the greatest negative impact. In de eerste vier jaren, volgende zowel op de eerste als op de tweede wereldoorlog, was er een totaal aantal dopen van 1607. In the first four years, following both the first and the second world war, there was a total number of baptisms in 1607. Tezelf- dertijd einigreerden 1583 leden. Tezelf-dertijd einigreerden 1583 members. Dit betekent een netto groei van slechts vierentwintig leden. This means a net increase of only twenty-four members.

De Nederlandse zending sedert de tweede wereldoorlog The Dutch mission since World War II

Toen de Nederlandse zending eenmaal heropend was, gebeurden er vier belangrijke dingen die hielpen om de image van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste dagen in het naoorlogse tijdvak te vormen. Deze gebeurtenissen waren de introductie van het Kerkwelvaartsplan, het , bezoek van president David 0 McKay, de officiele erkenning van de Kerk door de Nederlandse regering en het bezoek van het Mormon Tabernacle Choir. When the Dutch mission was reopened once, four important things happened that helped the image of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints in the postwar period to form. These events were the introduction of the Church Welfare Plan, the visit of President David 0 McKay, the official recognition of the Church by the Dutch government and the visit of the Mormon Tabernacle Choir. Deze gebeurtenissen culmineerden in de organisatie van de Hollandse Ring, een regionale administratieve eenheid. These events culminated in the organization of the Holland Ring, a regional administrative unit. De Hollandse Ring was de eerste Ring in de kerk, die een vreemde taal sprak en de eerste op het Europese vasteland. The Holland Ring Ring was the first in the church, who spoke a foreign language and the first in continental Europe.
Heropening van de zending Reopening of the consignment
Op 28 februari 1946 kwam Cornelius Zappey in Rotterdam aan. On February 28, 1946 was Cornelius Zappey in Rotterdam. Hij was de nieuw benoerade Nederlandse zendingspresident. He was the new benoerade Dutch mission president. Op de Amsterdamse districtsconf erenti werden president Jacob Schipaanboord Sr«, Arie Jongkees en Pieter Vlam eervol ontslagen als waarnemend presidentschap van de Nederlandse zending. At the Amsterdam districtsconf erenti were Schipaanboord President Jacob Sr ", and Kees Jong Arie Pieter Flash honorably discharged as acting president of the Dutch mission.
Toestand van de Kerk Condition of the Church
President Zappey vond de Kerk in een deplorabele toestand ten gevolge van oorlog en bezetting. President Zappey found the church in a deplorable state due to war and occupation. Hij ondervond, dat ongunstige praktijken de kerk waren binnengeslopen. He felt that bad practices had crept into the church. In sommige wijken werden kaarsen aangestoken en op de : avondmaalstaf el gezet. In some districts were candles lit and the: el staff put supper. Dit was een toevoegsel aan het sacrament van het avondmaal. This was an addition to the sacrament of communion. In een andere wijk had de presiderende ouderling de gewoonte aange nomen om een zwart gewaad als symbool van zijn priesterschap om te slaan, als hij de vergadering voorbereidde. In weer een andere wijk had de plaatse-lijke leider een nieuwe manier van zingen gelntroduceerd, die hij uit een andere kerk, waartoe hij had behoord, had meegebracht. In another district, the presiding elder in the habit were taken to a black robe as a symbol of his priesthood to save, as he prepared for the meeting. In yet another district, the local real leader a new way of singing introduced, which he is from another church, which he had belonged, had brought. Hij zong een solopartij en de vergadering moest deze daarna herhalen. He sang a solo part and the meeting then had to repeat. De Rotterdamse wijk had een soort militair bewind ingesteld. The Rotterdam district had set a kind of military rule. Leiders van de wijk trachtten te voorkomen dat de zendingspresident met de leden sprak en hen de hand schudde. Leaders of the district tried to prevent the mission president spoke with the members and they shook hands. Gedurende een vergadering merkte hij dat de leden op een militaire manier opstonden totdat hij de hal had bereikt. During a meeting he noticed that the members in a military way in the hall stood up until he had reached.
Deze praktijken waren vanaf 1942 zo langzamerhand de Kerk binnenggeslopen. These practices were gradually starting in 1942 the Church binnenggeslopen.
Gedurende de eerste drie jaren na de terugtrekking van de zendelingen bleef During the first three years after the withdrawal of the missionaries remained
de Kerk in Nederland nog per post in contact met de Kerk in Salt Lake City. Church in the Netherlands still in contact by mail with the Church in Salt Lake City.
Nadat de Verenigde Staten Duitsland echter de oorlog hadden verklaard, waren After the United States had declared war Germany, however, were
alie contacten met de autoriteiten in Amerika verbroken. alie contacts with the authorities in America broken.
Deze afwijkingen, die de kerk waren binnengeslopen werden door drie dingen These changes, which had crept into the church were three things
veroorzaakt: causes:
1. 1. tengevolge van het lidmaatschap van de leden van andere kerken, voordat zij tot de mormoonse kerk toetraden, result of membership of members of other churches before they joined the Mormon church,
2. 2. cmdat alle religieuze groepen zich in een grote broederschap hadden verenigd om de Duitsers te bestrijdden. cmdat all religious groups are in one great brotherhood had united to fight the Germans. Hierdoor ontstond een grcte tolerantie tussen katholieken, protestanten en mormonen, hetgeen aanleiding was tot het aannemen van afwijkende gewoonten en 3. This created a grcte tolerance between Catholics, Protestants and Mormons, which led to the adoption of different habits and 3. doordat er geen contact met de autoriteiten in Salt Lake City of het waarnemende presidium in Nederland mogelijk was. because no contact with the authorities in Salt Lake City in the Netherlands presidency of the observing was possible.
Getrouwe Heiligen zagen dit verschijnsel als een voorbeeld van wat er kan gebeuren als zij worden afgesneden van de heilige leiding in nun Kerk, de profeet. Faithful Saints saw this phenomenon as an example of what can happen when they are cut off from the holy nun in church leadership, the Prophet.
Zappey ontdekte ook dat er een scheuring in de Mormoonse kerk in Nederland was opgetreden. Zappey also discovered that a split in the Mormon church in the Netherlands had occurred. Een Nederlandse Heilige was na een verblijf van meerdere jaren in Amerika naar Nederland teruggekeerd. A Dutch saint was after a stay of several years in America returned to the Netherlands. Toen hij in de Verenigde Staten was werd hij geordend tot hogepriester, een ambt in het priesterschape Toen hij ontdekte, dat de waarnemende zendingspresident "slechts" een ouderling was, een lager ambt in het priesterschap, kende hij zichzelf het, recht toe de Kerk in Nederland te leiden. When he was in the United States, he was ordained a high priest, a priest in the cement floor office when he discovered that the observer mission president "only" one elder had a lower post in the priesthood, he knew it himself, right in the Church Netherlands lead. Hij slaagde er in het vertrouwen van 30% van de leden in Utrecht voor zich te winnen. He succeeded in the confidence of 30% of the members in Utrecht to win. Hij werd daarvoor door de Kerk ge-excommuniceerd. He was allowed by the Church-you excommunicated. Na het vertrek van president Zappey werd hij in zijn lidmaatschap hersteld. After the departure of President Zappey was in his membership restored.
Ook merkte de zendingspresident op, dat haat en wantrouwen de atmosfeer in alle wijken bedierf. The mission president also pointed out that hatred and distrust ruined the atmosphere in all areas. Deze spanningen werden veroorzaakt door de tegenwoordigheid van twee politieke stromingen in de Kerk. These tensions were caused by the presence of two political movements in the Church. De ene groep bestond uit leden die met de Duitse zaak sympatiseerden. One group consisted of members of the German case sympatiseerden. De andere groep rebelleerde tegen het Duitse regime. The other group rebelled against the German regime. Hoewel allen leden van de Mormoonse Kerk waren, weigerde elke groep om met een lid van de andere groep te spreken. Although all members of the LDS Church were refused each group with one other member of the group to speak. Gedurende de vergaderingen zaten zij ieder aan een andere kant van de kapel. During the meetings they sat on either side of the chapel. Als het sacrament eerst aan de sympatisanten werd aangeboden, weigerden hun tegenstanders (Nederlanders) dit, omdat zij geloofden dat het verkeerd zou zijn van het avondmaal te nemen met haat in hun harten. If the first sacrament of the sympathizers was offered, refused their opponents (Dutch) this, because they believed that it would have to take supper with hatred in their hearts.
Vele leden van de Mormoonse Kerk zochten naar mogelijkheden om een prive" gesprek met de zendingspresident te hebben om hun overtredingen op te biechten. Tengevolge van trouweloosheid hadden gedurende de oorlog enkele excommunicaties plaatsgevonden- Many members of the Mormon Church looked for opportunities for a private "conversation with the mission president to have to confess to their transgressions. Because of disloyalty during the war had made several excommunications -
Toen Zappey zijn rondreis door de zending beeindigde, ontdekte hij dat het zendingshuis in Den Haag grotendeels was vernietigd en dringend gerepareerd moest worden. Zappey When his tour of the mission finished, he discovered that the mission house in The Hague was largely destroyed and had to be repaired urgently. Kerkliteratuur ontbrak in de gehele zending, de leden waren over een groot gebied verspreid. Church Literature missing in the whole consignment, the members were scattered over a large area. In verband met de voedselschaarste wilde de regering niet toestaan dat er zendeiingen uit Amerika het land binnenkwamen. In connection with the food shortage the government did not allow zendeiingen the country came from America. Omdat reizen onmogelijk was, bezochten vele leden vergaderingen van andere kerken in hun omgeving. Because travel was impossible, many members attended meetings of other churches in their area. Duitse soldaten hadden de Nederlanders alles wat zij bezaten, afhandig gemaakt. Aan het eind van de bezetting werd gerapporteerd dat de meeste leden niet naar de Kerk konden komen omdat zij totaal geen kleding meer bezaten. German soldiers, the Dutch had all they possessed, made cheated. At the end of the occupation was reported that most members could not come to church because they possessed absolutely no more clothes.
In mei en juni 1946 bezocht een mormoons militair de Amsterdamse en Rotterdamse wijken. In May and June 1946 visited a Mormon military districts of Amsterdam and Rotterdam. Hij beschreef het lijden als volgt: He described the disease as follows:
"Deze twee wijken lijden acuut honger en alle gemeenschappelijke pogingen en opofferingen ten spijt, stierven vijf of zes van de wijkleden van de honger. Het scheen ongelooflijk, totdat ik hoorde van die laatste verschrikkelijke hongerwinter. Tarwe werd verkocht voor $ 1500 per schepel. Een van de leden liep met enkele van zijn kinderen van Rotterdam naar Groningen, ongeveer 150 mijl, in het koudste weer, om aan de hongerdood te ontkomen. In Amsterdam was het dagelijkse rantsoen verlaagd tot een tiende van de normale behoefte." "These two districts suffer acute hunger and all the common efforts and sacrifices despite died five or six members of the district of hunger. It seemed unbelievable, until I heard of the terrible famine last winter. Wheat was sold for $ 1500 per bushel. A Members of some of his children walked from Rotterdam to Groningen, about 150 miles in the coldest weather, to escape starvation. In Amsterdam daily ration was reduced to one tenth of the normal demand. "

Hulp van de Kerk voor Nederland Help from the Church for the Netherlands

De eerste problemen, waarmee President Zappey zich na de reorganisatie van The first problem, which President Zappey after the reorganization of
de zending geconfronteerd zag, was de verhongering en de haat en het The mission faced, was the starvation and the hatred and
wantrouwen tussen de leden. distrust among the members. Hij voerde een thema in "Hebt uw naaste lief", He carried a theme "Love your neighbor ',
dat in de geheie zending werd gepredikt. geheie that the shipment was preached. Zappey haalde ook de Nederlandse Zappey took the Dutch
regering over om zendelingen het land in te laten. Government to allow missionaries into the country. In mei 1946 kwamen er In May 1946 came
elf elders uit Amerika aan. eleven o'clock elsewhere in America. Dit waren de eerste mormoonse zendelingen sinds These were the first Mormon missionaries since
1939 die hier bekeringswerk kwamen doen. 1939 who were doing work of conversion.
Ook begon, onder supervisie van Zappey, de Kerk onmiddellijk te werken Also began, under the supervision of Zappey, the Church immediately to work
om het lijden van de leden te verzachten. to mitigate sufferings of the members. De zendingspresident vroeg overal The mission president asked everywhere
om opslagruimte voor hulpgoederen uit Amerika. to storage for supplies from America. Op wonderbaarlijke wijze Miraculously
ontmoette Zappey op een straathoek een heer, die net een grote opslag- Zappey met a gentleman on a street corner, just a large storage
plaats in Rotterdam had laten bouwen. place in Rotterdam had built. Hij bood deze ruimte aan de Kerk He offered this space to the Church
aan zonder enige huur. to without any rental.
Spoedig arriveerde uit Amerika 11.134 dozen, bevattende 640.767 pond Soon arrived from America 11,134 boxes, containing 640,767 pounds
voedsel, fruit en kleren. food, fruit and clothes. Eens per week verdeelden zendelingen vanuit Once a week divided missionaries from
deze opslagplaats voedsel en kleren onder de leden. This store food and clothes among the members.
Toen de welzijnsgoederen waren aangekomen en werden gedistribueerd, was When the goods arrived and were being distributed, was
het alsof er een wonder in de Kerk gebeurde, Een week voordat de goederen as if a miracle happened in the Church, A week before the goods
aankwamen, zagen de leden er uit als bedelaars. arrived, saw the members look like beggars. De week daarop, na de The following week, after the
distributie, leken zij miljonairs. distribution, it seemed millionaires. Leden van de Nederlandse regering kwamen Members of the Dutch government came
naar Zappey en zeiden: "Luister, jullie volk is gekleed als miljonairs, " to Zappey and said: 'Listen, you people are dressed like millionaires, "
maar wat gebeurt er met het onze?" Daarom stuurde de Kerk in Salt Lake City but what about ours? "So the church sent in Salt Lake City
een scheepslading welzijnsgoederen naar het Rode Kruis in Nederland. a shipload of welfare goods to the Red Cross in the Netherlands.
De zendingspresident meldde, dat de informatie over de pogingen van de The mission president told us that the information on the efforts of the
Kerk om de honger te verlichten, de Nederlandse houding tegenover het Church to alleviate the hunger, the Dutch attitude towards the
mormonisme veranderde. Mormonism changed.
"Sinds mijn laatste zending 22 jaar geleden is de houding van het volk tegenover onze Kerk zeer veranderd. Het is veel gemakkelijker om het evangelie uit te leggen. Mannen en vrouwen van alle leeftijden en standen zijn gewillig om de tijd te nemen en te luisteren. Zij vonden het allemaal wonderbaarlijk om van Gods plan, om te zorgen voor allen die in nood verkeerden, te horen." "Since my last mission 22 years ago, the attitude of the people to our church greatly changed. It is much easier to explain the gospel. Men and women of all ages and classes are willing to take the time to listen. They found it wonderful for all of God's plan, to ensure all those in need, to hear. "
Van de welzijnszorg in Salt Lake City en andere opslagplaatsen, werd voedsel en kleren, door de Nederlandse regering geschat op een totaal van meer dan $ 1.000.000, naar het Nederlandse volk gestuurd. Of social welfare in Salt Lake City and other stores, was food and clothes, by the Dutch government estimated a total of more than $ 1,000,000, to the Dutch people sent. In het begin geschiedde dat per pakketpost. At first pass that each parcel. Daarna bij karladingen vol. Then when things anna vol.
Nadien werd door de Nederlandse Heiligen een bronzen plaquette naar het Subsequently the Dutch Saints a bronze plaque to the
eerste presidentschap gestuurd als dank voor hun hulp, Ook de Minister First President sent in thanks for their help, also the Minister
van Buitenlandse Zaken van Nederland decoreerde president Zappey met de of Foreign Affairs of Netherlands decorated with the President Zappey
medaille van dankbaarheid vcor het vele welzijnswerk dat de Kerk onder de medal of gratitude to the many welfare Vcore that the Church
Nederlanders had gedaan. Dutch had done.

Nederlandse welzijnszorg voor Duitsland Dutch welfare for Germany

In een poging om de haat tussen de Heiligen compleet uit te roeien, begon de zendingspresident welzijnsboerderijen van de Kerk onder de Nederlanders te stichten. In an attempt to hatred between the Saints completely eradicate, the mission president started welfare farms of the Dutch Church to found. Door dit te doen hoopte Zappey de twee politieke groeperingen By doing this Zappey hoped the two political groups
in de Kerk tot verzoening te brengen. in the Church of reconciliation. Leden pootten aardappelen langs de Members pootten potatoes along the
spoorrails, in kleine achtertuintjes en in gehuurde velden, welke gewoon- rails, in small backyards and in rented fields, which normally
lijk werden gebruikt voor het telen van tulpebollen. been used for growing tulip bulbs.
De priesterschap ging aan het werk en binnen korte tijd had elk quorum The priest went to work and within a short time, each quorum
een behoorlijk stuk land voor dit project gevonden. a good piece of land for this project found. Er werd aanbevolen om It was recommended that
aardappelen en groene groenten, bonen, wortelen en kolen te planten. potatoes and green vegetables, beans, carrots and coal plants.
Aardappelen zijn het basisvoedsel in Nederland en brengen gewoonlijk een rijke oogst op. Potatoes are the staple food in the Netherlands and usually bring a rich harvest. In vele wijken werd van het poten van aardappelen een speciale gebeurtenis gemaakt en de wijkleden kwamen in groten getale op, Er werd gezongen, gesproken en gebeden en tot besluit werden de aardappelen aan de grond toevertrouwd, In many districts of planting potatoes was a special event and made the district flocked to members, was sung and spoken prayers, and to conclude the potatoes were entrusted to the ground,
Toen de leden de aardappeloogst rooiden, waren er vele tonnen meer dan zij nodig hadden, Toevalligerwijs bezocht de Duitse zendingspresident Nederland . When the potato crop rooiden members, there were many tons more than they needed, visited the German mission president Coincidentally Netherlands. en vertelde van de honger in Duitsland. and told of the famine in Germany. Als gevolg daarvan besloten de Nederlandse heiligen wat van hun aardappelen naar nun "broeders" in Duitsland te sturen. As a result, the Dutch decided what their holy nun potatoes to "brothers" in Germany to send. Gedurende de eerste week van november verlieten tien grote trucks Nederland met bestemming Duitsland. During the first week of November left ten large trucks bound for Germany Netherlands. Zij bevatten zeventig ton aardappelen van de Nederlandse kerkleden voor de heiligen in Duitsland. They include seventy tons of potatoes from the Dutch church in Germany for the Saints. President David 0. President David 0. Mckay, president van de Kerk, zei van deze geste: McKay, president of the Church, said this gesture:
"Dit is een van de grootste bewijzen van ware naastenliefde, ooit onder mijn aandacht gebracht. Wij kunnen de Nederlandse heiligen feliciteren dat zij het kunnen opbrengen om deze welzijnszorg te verlenen aan de leden van de Kerk in een land, dat hun zoveel lijden en narigheid heeft bezorgd in de afgelopen jaren." "This is one of the biggest evidence of true charity, ever brought to my attention. We can congratulate the Dutch saints that they can muster for this welfare grant to the members of the Church in a country that they so much suffering and misery has delivered in recent years. "
Later werden door de Nederlandse Heiligen nog eens negentig ton aardappelen en zestig ton haring naar Duitsland gezonden. Later by the Dutch Saints another ninety tons of potatoes and herring sixty tons sent to Germany. Ook deze aardappelen kwamen van de plaatselijke welzijnsboerderijen. These potatoes came from the local welfare farms. De haring was gekocht met ontvangen donaties. The herring was purchased with donations.
Welzi.jnszorg voor het overstroomde Nederland Welzi.jnszorg for the flooded Netherlands
In 1955 werd Nederland door een overstroming getroffen, die een groot deel van de provinoies Zeeland en Zizid-Holland onder water zette, De overstroming dwong 300.000 mensen te evacueren en kostte 2000 mensen het leven. In 1955 the Netherlands was hit by a flood, a large part of the provinoies Zeeland and Holland Zizid flooded, the flood forced 300,000 people to evacuate and took 2000 lives. Hierbij werden geen eigendommen van de Mormoonse Kerk beschadigd, Toch verzamelden vierentwintig wijken van de Nederlandse zending kleren en geld, welke werden afgedragen aan hulporganisaties. This property was not damaged by the Mormon Church, yet gathered noon depart from the Dutch mission clothes and money which were paid to relief. De heiligen boden het Rode Kruis alle kerkgebouwen in de door de overstroming getroffen gebieden aan. The Saints offered the Red Cross all church buildings in the flood affected areas. Da Nederlandse zending gaf het Rode Kruis ook meer dan 4000 pond sterling. Da Dutch mission gave the Red Cross more than 4000 pounds sterling. In Utah vormden voormalige Nederlanders en zendelingen een overstromings-hulpcomite* en stuurden aan Koningin Juliana een cheque van $ 17.830,92 om de ergste nood te lenigen. In Utah were former Dutch missionary and a flood aid committee and sent to Queen Juliana * a check of $ 17,830.92 for the worst needs. Verder werden honderden quilt-dekens naar Nederland gezonden door het Welzijnscomite in Salt Lake City. Furthermore, hundreds of quilt blankets sent to the Netherlands by the Welfare Committee in Salt Lake City.
De uitwerking van de welzijnszorg op Nederland The effect of welfare on the Netherlands
Het welzijnsprogramma in Nederland verbeterde het aanzien van het mormonisme in Nederland, Propaganda tegen de Kerk verminderde en vele deuren gingen open voor de boodschap van de Herstelde Kerk. The welfare program in the Netherlands improved the appearance of Mormonism in the Netherlands, propaganda against the Church reduced and many doors opened for the message of the restored Church. De president van de Europese Zending, Ezra T.Benson, verklaarde: The President of the European Mission, Ezra T. Benson, said:
"Er was grote vreugde toen de welzijnsvoorraden hier aankwamen. Het was ook voor de militaire autoriteiten en anderen een grote verrassing toen de voorraden uit Zion hier aankwamen, nadat overeenkomsten waren gesloten en een telegram naar Zion was gestuurd, om met de verschepingen een aanvang te maken. Zij konden nauwelijks geloven dat er een kerk bestond, die zulke enorme voorraden goederen bezat, gereed voor verzending naar de lijdende bevolking van Europa. Ongeveer vijftig wagonladingen, dat betekent meer dan 200 Europese wagonladingen, of wel tweeduizend ton en ik ben er zeker van dat wanneer de kosten van transport ook mee werden geteld, het geheel meer dan driekwart miljoen dollar zou hebben gekost. Het grootste deel hiervan ging natuurlijk naar die landen, die er het meest behoefte aan hadden, zoals Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Noorwegen en Belgie. De rest ging naar de overige landen, wanneer daaraan behoefte bestond. "There was great joy when the good stocks arrived. It was also the military authorities and others a big surprise when stocks arrived here from Zion, after agreements were signed and a telegram was sent to Zion, with the shipments to start making. They could hardly believe that there was a church, which had such huge stocks of goods ready for dispatch to the suffering people of Europe. Approximately fifty wagon loads, which means more than 200 European wagon loads, or two thousand tons and I am sure that if the cost of transport also were counted along the whole more than three quarters would have cost one million U.S. dollars. Most of these were of course to those countries in greatest need were, like Germany, Austria, Netherlands, Norway and Belgium. The rest went to other countries, where it was needed.
De leiders van de mormoonse kerk ontvingen brieven met dank-betuigingen van Nederlandse leden uit geheel Nederland. The leaders of the Mormon Church received letters with expressions of thanks-Dutch members from the Netherlands. Uittreksels van de volgende twee brieven typeren hun gevoelens: "Met deze brief wiilen wij u hartelijk danken voor de doos met mooie quiltdekens die u ons gestuurd heeft. Zij kwamen precies op tijd want het is nu vreselijk koud in Nederland. Het vriest, het sneeuwt, we zijn nu in hartje winter. Wij hebben niet genoeg om de kachel te stoken en daarom gaan we vroeg naar bed." Excerpts of two letters characterize their feelings: "With this letter we wiil thank you for the box with beautiful quilt blankets you sent us. They arrived just in time because it is terribly cold in the Netherlands. It's freezing, it snows , we are now in the middle of winter. We have not enough to stoke the stove, so we went to bed. " "Het pakket dat u ons stuurde ontvingen wij in grote dank. Ik kon niet eerder dan 10 juni 1945 naar Nederland terugkeren, na drie jaar gedwongen arbeid in Duitsland. Toen ik thuis kwam, was mijn vader reeds van honger gestorven net als vele anderen van mijn volk. De Duitsers hadden alles weggevoerd, voedsel, kleding, klokken, fietsen, radio's enz. Nog eens mijn hartelijke dank en moge God u zegenen." "The package you sent us, we received a great thanks. I could not earlier than June 10, 1945 return to the Netherlands after three years forced labor in Germany. When I got home, my father had already died of hunger, like many others my people. The Germans had taken away everything, food, clothing, clocks, bicycles, radios, etc. Again, many thanks and may God bless you. "

 

Chapter 9 – By Royal Decree

Bij Koninklijk Besluit

By Royal Decree

Het zendingswerk sedert de tweede wereldoorlog
Voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog keerden alle zendelingen
terug naar de Verenigde Staten. Toch doopten honderd en twee lokale zendelingen gedurende de oorlog (1940-1945)135 bekeerlingen in de Kerk.
Gedurende de eerste jaren na de bevrijding van Nederland kwamen zesenvijftig
elders uit Utah aan. Toch was hun eerste taak niet het bekeringswerk, maar
de distributie van kerkbenodigdheden en het aanvaarden van wijkplichten.
Vele problemen waren er gedurende de oorlog ontstaan en hieraan moesten
vele uren worden besteed teneinde ze op te lossen.
De zendingspresident ontsloeg alle plaatselijke presidia en ouderlingen
uit Amerika verkregen de jurisdictie in alle wijken. Dit was nodig ten
gevolge van lokale jaloezie en vreemde gewoonten die de kerk gedurende de
oorlog waren binnengeslopen. Nederland was het enige zendingsgebied in de
Kerk dat in de eerste vijf jaar na de oorlog geen lokale leiders had, belast met wijkzaken.
Dit is waarschijnlijk veroorzaakt doordat zoveel lokale leiders naar Amerika emigreerden.
Ondanks deze tijdrovende wijkplichten, doopten de zendelingen niettemin 1028 bekeerlingen in de jaren 1946-1950. Dit was een gemiddelde van 2,03 per zendeling. Het was op een na de hoogste score van bekeringen per zendeling in Europa en de vijfde in alle zendingsgebieden van de Kerk.
Van 1951 tot 1965 doopten de zendelingen 4697 bekeerlingen. Dit was een
gemiddelde van. 2,59 per zendeling. In Rotterdam werd op 23 maart 1952 de grootste doopdienst in de geschiedenis van de Kerk gehouden, Hierbij omhelsden zesenveertig bekeerlingen het mormoonse geloof.
In de honderdenvijf jaar van Mormoonse zendingsactiviteiten in Nederland (1861-1966), doopten 4665 zendelingen uit Amerika 14,307 bekeerlingen.
Dit is een gemiddelde van 3.1 dopen per zendeling per jaar ofwel 136 dopen per jaar.
In de twintigste eeuw werd het zendingswerk van de Kerk voornamelijk in de grote steden gedaan. Ook werd er enig bekeringswerk in kleine platte landssteden gedaan. Gedurende de crisis van 1922 tot 1935 werd wel aan dacht besteed aan de kleine steden maar dit resulteerde slechts in enkele bekeerlingen en de zendingspresident verplaatste de zendelingen naar de grote steden.
Twintigste eeuws zendingswerk verschilde in drie opzichten van dat in de
negentiende eeuw:

1. de provincie Zeeland werd twee maal voor zendingswerk geopend;
2. het vlaams sprekende gedeelte van Belgie werd een deel van de Nederlandse zending;
3. Er werd meer werk in Noord Brabant gedaan.
.
Sinds 1900 werd er meer gewerkt in het zuidelijk deel van Nederland, een deel dat overwegend katholiek is.
De voornaamste steden voor zendingswerk waren Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Ongeveer 50% van de steden waar het zendingswerk zich op concentreerde, was het zelfde, waar de negentiende eeuwse zendelingen hun bekeringswerk deden.

Definitieve vestiging van plaatselijk leiderschap
In 1952 rneldde Don van Dam, zendingspresident, dat vele wijken weer onder lokaal leiderschap waren geplaatst. In die tijd waren er veertig zendelingen in Nederland. De helft van hen waren getrouwde paren of vrouwelijke zendelingen. De meesten van hen waren administratief werkzaam voordat deze wisseling plaatsvond. Hierna konden zij zich weer meer op het zendings­werk concentreren.
Later werden vele van deze plaatselijke leiders ontslagen of zij emigreerden. In 1955 presideerden nog slechts zes geboren Nederlanders over de zevenen-twintig wijken. Weer leidden de zendelingen de zang in de vergaderingen, speelden orgel, onderwezen klassen en traden op als uitvoerende leiders. Toen Spencer W.Kimball, een van de twaalf apostelen, in 1955 in Nederland was, raadde hij de zendingspresident aan de zendelingen van hun wijkplichten te ontslaan en wel om de volgende twee redenen:
le. omdat de lokale mensen niet die opleiding kregen die zij zouden moeten hebben
2e. omdat de zendelingen. zichzelf verontschuldigden dat zij geen bekerings-
werk konden doen, omdat zij belast waren met het lokale leiderschap. In die tijd hadden zendelingen in Nederland het laagste aantal, bekeringsuren per zendeling in Europa. Elder Kimball legde uit:
"Ik ben er zeker van dat zowel de zendelingen als de leiding van de zending tot veel meer in staat zijn. Sedert 1907 zijn er slechts 12 van deze jaren geweest waarin het bekeringsaantal per zendeling lager lag dan in 1954. Zij zijn afgenomen van 16 tot 0.75 per zendeling in 1934 en 1.96 in 1954.
Van 1956 1960 was Nederland op een na de hoogste in uren aan bekeringswerk per zendeling en de hoogste in het totaal aantal in Europa gewerkte uren. Verder was de Nederlandse zending de eerste in Europa in het totale aantal uren en bekeringsuren per zendeling. Gedurende deze vijf jaren had Nederland het grootste aantal werkuren van alle zendingsareas. Gedurende deze tien jaren deden de Nederlandse zendelingen ongeveer tweehonderdenveertig uur per maand aan bekeringswerk. Zij doopten 3,611 bekeerlingen. Hierdoor verhoogden zij het aantal dopen per zendeling van 1.96 in 1954 tot 2.60.
In I960 zond President David 0.McKay de zendingspresident J.Henry Volker naar Nederland met bijzondere instructies om zendelingen van wijkplichten te ontheffen. Op dat tijdstip waren er vierendertig wijken in de zending. Volker plaatste met succes dertig wijken onder plaatselijke jurisdictie. Deze wisseling in het leiderschap bereidde Nederland voor op de vestiging van een ring.

Het bezoek van president David O.Mckay aan Nederland
In mei 1952 bezocht president David 0,McKay, leider van de Mormoonse Kerk over de gehele wereld, Nederland. De voornaamste reden van zijn bezoek aan Europa was de toewijding van de Zwitserse Tempel. Het doel van de komst van President McKay naar Nederland was een bezoek aan de Koningin. Voor zijn vertrek naar Europa vroeg hij reeds audientie bij Koningin Juliana. President McKay verbleef in het Palace Hotel te Scheveningen en vertrok daar vandaan naar Soestdijk, de residentie van de Koningin, Hij kreeg een grootse ontvangst. President McKay en Emma, zijn vrouw, legden de gelnteresseerde luisteraars enkele principes van de Kerk uit, het zendingssysteem, het over de hele wereld verspreide orgelprogramma en het werkonder het Nederlandse volk. Tot besluit van deze audientie van een half uur beloofde president McKay Koningin Juliana een in leder gebonden boek van Mormon. Na zijn terugkomst in Salt Lake City stuurda hij het Haar. Na ontvangst van het boek liet Koningin Juliana haar secretaresse een dank betuiging sturen om haar waardering aan McKay uit ta drukken,
"Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden heeft mij opgedragen haar grote dank over te brengen voor het prachtig gebonden exemplaar van het Boek van Mormon.,.. Het is haar verlangen nogmaals te laten weten hoezeer de discussie gedurende uw bezoek haar heeft geinteresseerd."
De invloed van het bezoek van President McKay aan Nederland is niet precies te meten, Het was echter voor de Nederlandse Heiligen iets geweldigs om voor het eerst in hun leven de president van hun Kerk, die zij beschouwden als een profeet van de Heer, de hand te kunnen schudden. Mogelijk heeft dit bezoek er indirect toe geleid, dat de regering drie jaar later de Mormoonse kerk een legale status verschafte. De zendingspresident rapporteerde dat het bezoek van president McKay een grote zegen voor de gehele zending was. In dit verband was de publiciteit in de kranten, hoewel kort, van groot belang.

Officiele erkenning van de Kerk
Gedurende de twintigste eeuw was de officiele erkenning van de Kerk door de Nederlandse regering misschien wel de meest belangrijke stap tot een positieve benadering van het mormonisme in dit land.
De eerste werkelijke poging om officiele erkenning te krijgen vond plaats in 1936. T.Edgar Lyon, de zendingspresident, wendde zich tot het Ministerie van Justitie in verband met de herdenking van het vijfenzeventigjarig bestaan van de Nederlandse zending. Hierop volgde een gunstige reactie,
"Officiele papieren werden naar het Ministerie van Justitie gezonden om erkenning voor de Kerk te krijgen. Wij kregen diverse malen bezoek van ministeriele vertegenwoordigers en hun houding leek vriendelijk en eerlijk te zijn. De Kroon leidt op het ogenblik een grondig onderzoek naar de leerstellingen van de kerk. Wij verwachten binnenkort een definitieve beslissing."
De Kerk moest echter nog negentien jaar op de officiele erkenning van de Nederlandse regering wachten. Deze erkenning hield in dat de Mormoonse Kerk als een legaal persoon zou worden gezien met alle rechten van het individu, namelijk het recht om te vervolgen en te laten vervolgen, om legaten te ontvangen en bezittingen te hebben.
Wettig bestaan garandeerde eveneens vrijstelling van belasting op gebouwen en bezittingen. Bovendien verhoogde deze erkenning de status van de Kerk boven die van een onerkende kerk, Erkenning verzekerde ook de zendelingen van een wettelijke behandeling gedurende hun aanwezigheid in Nederland. Het betekende tevens dat er minder conflicten met de politie ontstonden wanneer de zendelingen hun bekeringswerk deden.
In augustus 1953 ontmoetten twee meisjeszendelingen een jonge advocaat, Mr. Johannes Patty, die een grondig onderzoek naar de Mormoonse Kerk instelde. Hoewel hij toentertijd niet tot de Kerk toetrad, bood hij zijn diensten aan de zending aan. Op zijn advies richtte de zendingspresident, Donovan van Dam, in 1953 een petitle om wettelijke erkenning tot de Nederlandse regering. Mr. Patty hielp om deze petitie via de juiste kanalen te leiden teneinde de ontvangst te bestemder plaatse te garanderen. Hij maakte ook het ontwerp voor de officiele brieven. Bij Koninklijk besluit van Hare Majesteit, Koningin der Nederlanden, bekrachtigd door het Ministerie van Justitie, werd de Kerk voor het eerst in de geschiedenis van de zending op 22 augustus 1955 officieel als een kerk in Nederland erkend. Voor deze erkenning werd het mormonisme als een secte beschouwd, rru werd het als Kerk erkend. Dit gaf de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen dezelfde rechten en privileges als andere erkende kerken in Nederland. Dit betekende dat de Kerk officiele bevoegdheid bezat. De Minister van Justitie vatte de definitie van deze officieele status als volgt samen: Het zou de Kerk meer aanzien geven, verlichting inzake Vermogens-belasting, zendelingen met een Nederlands paspoort zouden vrijstelling van dienstplicht krijgen, het gaf de mogelijkheid tot het stichten van een Kerkschool indien dit nodig was en het zou de zendelingen meerdere voordelen bieden.
Van Dam verklaarde dat deze erkenning de weg voor de vorming van een ring in Nederland vrijmaakte.

Het Tabernakelkoor bezoekt Nederland

In dezelfde maand dat de regering de Kerk officieel erkende, ontving het
mormonisme grote publiciteit van de massamedia. Zij kondigden aan dat het
Mormoonse Tabernakelkoor van plan was Nederland te bezoeken.
Het beroemde koor was erg bekend in Nederland. In 1951 wijdde de omroep-
vereniging A.V.R.O. een "speciaal klankbeeld van de dag" aan muziek door
het Tabernakelkoor, becommentarieerd door de locovoorzitter. De A.V.R.O.
herhaalde dit programma, omdat het over het gehele land gunstig werd ont vangen.
De kranten kondigden de komst van het koor aan als het "700 Mormon Choir".
Er zouden twee concerten worden gegeven, een in het Amsterdamse Concert gebouw en een in het Kurhaus in Scheveningen. Het koor kwam op 30 augustus 1955 in Amsterdam aan. Toen het Nederlandse volk zich realiseerde, dat vele koorleden van Buropese afkomst waren, legden zij "de rode loper" uit. Het internationale karakter van het koor bleek een van de voornaamste voordelen op dit tournee te zijn. Vele leden van Nederlandse afkomst vonden hun familie terug, zoals de Van Tussenbroeks, de Van Ossens, de Van Ottens, de Wiegel-zusters, de De Haans, Kerns, Bergouts, Rosendahls en Bergs.
In Amsterdam werd het koor officieel door de Burgemeester welkom geheten.
Hij vermeldde hoe goed het koor door de Britse pers was ontvangen. Hij sprak er zijn vertrouwen over uit, dat dit ongetwijfeld ook in Nederland het geval zou zijn. Letterlijk zei hij: "Ik verwelkom u als Heiligen der Laatste Dagen. Wij hebben hier vele godsdienstige stromingen, maar wij hebben ook plaats voor u. Wij bezitten in Nederland een grote religieuze tolerantie."
Hierna draaide hij de kanaallichten aan, zodat het koor kon genieten van een feestelijk verlichte boottocht door de Amsterdamse grachten.
Tijdens de voorbereidingen voor het concert werd van alle kanten kritiek
uitgeoefend en men veronderstelde dat het koor weinig publiek zou trekken.
Men hoorde kreten als: "Koren zijn niet erg populair in Nederland en ze zullen weinig publiek trekken", "Het Concertgebouw is nog nooit uitverkocht geweest voor een koor", "Koren zijn geen kassavullers in Europa."
"Toch wisten wij dat het Tabernakelkoor geen moeite zou hebben met het vullen van concertzalen. Nadat de kassa in Amsterdam was geopend, waren alle toegangsbiljetten in minder dan twee uur verkocht, terwijl honderden moesten worden teleurgesteld. Het concertgebouw had een capaciteit van 2600 plaatsen, terwijl er 3000 plaatskaarten verkocht waren."
Omdat de verkoop veel beter liep dan was aangenomen, werd van verschillende kanten verzocht om meerdere concerten in Nederland te organiseren. Bij beide concerten kreeg het koor een staande ovatie toen het Nederlandse volkslied door hen in het Nederlands werd gezongen.

Reacties van de Pers
Onmiddellijk na het concert publiceerden honderden kranten artikelen over
het optreden.
De muziekrecensent van de onafhankelijke Telegraaf, H.J.M.Mueller, wijdde
een halve kolom aan het concerto "Het koor is werkelijk uitstekend", zei hij:
"Het is duidelijk, dat de zangers serieus en accuraat studeren. Zij bezitten
een ontwapenende naiviteit en een hartelijke expressie. Zij hebben zelf
groot plezier in hun optreden en tonen een ware liefde voor muziek."
De katholieke Volkskrant zei, dat het optreden van het koor alle verwach
tingen overtrof. Het koor zong met grote discipline, de klank was uitge-
balanceerd en het koor behield zijn grote homogeniteit gedurende de gehele
avond, maar over het algeheel bracht het geen begeestering,
De Amsterdamse krant "Het Parool" becommentarieerde het als een bijzonder
koor, dat door het grote aantal stemmen een grote sonoriteit bezat in
ieder volume, zonder geforceerd aan te doen.
Natuurlijk verscheen er ook slechte kritiek in verschillende kranten.
Een verslaggever meldde: "Aan dit gedisciplineerde materiaal zou meer
expressie moeten worden tegevoegd en meer artisticiteit ."
Een andere schrijver meldde: "Ondanks alles bleef het koor eentonig."
De Nederlandse zendingspresident, Donovan Van Dam, verklaarde dat het op
treden van het koor van verreikende invloed cp het zendingswerk was.
"Wij hoorden hoe mensen over het concert spraken. Zij zeiden, dat het een
zeer speciale belevenis was geweest. In twee bijzondere gevallen volgde
bekering tot de Kerk na het koorbezoek. Ja, de leden van het koor (hebben
tijdens hun bezoek aan Europa in 1955 machtig zendingswerk gedaan. "
Later meldde hij:
"Er waren enkele directe en opmerkelijke resultaten als gevolg van het bezoek van het koor. Niet alleen in de gevoelens en geestkracht in de zending en in de gunstige recensies en publiciteit, maar ook door bekeerlingen tot de kerk."
Een voorbeeld van een onmiddellijke bekering tot de Kerk tengevolge van het bezoek van het koor aan Nederland betrof een zekere heer Bartelles.
"Bartelles in Den Helder was een van onze onderzoekers, die er plezier in had om met ons te bekvechten en de waarheid van het evangelie te bestrijden. Hij was een intelligent man. Hij had behoord tot het Leger des Heils en had voor deze instelling twee zendingen vervuld, een in Indonesie en een in Denemarken. Wij zendelingen voelden dat hij niet de ware onderzoekersgeest bezat, zodat wij op het punt stonden om hem te laten vallen. In feite inspireerde hij ons zo weinig, dat wij niet eens de moeite namen om hem van het naderende bezoek van het koor te vertellenj wij wendden ons tot die mensen, die voor ons veel-belovender in hun houding waren. Op een dag was de heer Bartelles op zijn werk. Het was lunchpauze en een jonge bediende pakte zijn lunch, die in krantenpapier gewikkeld was, uit. Toen hij de krant op de tafel uitspreidde, zag Bartelles een advertentie voor het concert van het Tabernakelkoor op 31 augustus in Amsterdam, een stad die enkele uren treinreizen van Den Helder verwijderd was. Bartelles kwam direct naar ons toe om om kaartjes te vragen. Dit verbaasde ons erg, Hij bezocht het Amsterdamse concert en nam de volgende dag contact met ons op; er had een complete verandering in hem plaatsgevonden. In een gesprek met ons zei hij: "Ik voelde dat de koorleden niet voor het publiek zongen, Zij zongen voor God." Hij vertelde hoe de muziek hem tot in het diepst van zijn hart had getroffen en hem een getuigenis had gegeven van de waarheid van het herstelde evangelie. De tranen stroomden hem over de wangen toen hij vroeg om gedoopt te mogen worden. Wij zullen nooit de nederigheid, die hij die dag toonde, noch de kracht van zijn vurige getuigenis, vergeten. Er waren twee zendelingen, 400 zangers en Gods geest nodig om Bartelles uit Den Helder te bekeren, maar hij is bekeerd en is een trouw lid van die goede kleine gemeente in het noordelijke topje van Nederland."
De Avro zond het Amsterdamse concert uit. Klaarblijkelijk werd de leiding geimponeerd door de reacties van het publiek, want zij bleef aandacht aan de Kerk besteden. In 1956 gaf zij een 25 minuten durend programma over de Kerk. Het bestond uit een rondetafeldiscussie, geleid door een professor van de Leidse universiteit. De gemeentepresident van Den Haag vertegenwoordige de Kerk. Hij gaf een introductie van vier minuten, waarna hij vragen beantwoordde, die gesteld werden door een panel van predikanten van verschillende stromingen in Nederland. De welwillende houding van de Avro tegenover de Kerk bleek ook uit televisiefaciliteiten. In 1963 zond de Avrotelevisie een programma van twintig minuten uit, getiteld "Meer dan muziek". Een kwartet van Mormoonse zendelingen zong een medley van Nederlandse kinderliedjes, bekend bij iedereen in Nederland. Later was er een vraaggesprek tugsen de locovoorzitter en de Nederlandse Zendingspresident, Don Van Slooten. Zij discussieerden over de basisprincipes van de Kerk. Het programma eindigde met het getuigenis van de leden van het kwartet.

Organisatie van de eerste ring in Europa
Zes jaar na het bezoek van het Tabernakelkoor werd de Hollandse ring in Nederland georganiseerd. Een ring is een regionale afdeling in de organisatie van de Mormoonse Kerk. Deze gebeurtenis betekende twee primeurs in de geschiedenis van de Kerk:

1. De Hollandse ring was de eerste ring in een land waar een andere taal dan de Engelse werd gesproken;
2. Het was de eerste ring, gevestigd op het Europese vasteland.

Deze gebeurtenis vond plaats 100 jaar na aankomst van de eerste Mormoonse
zendelingen in Nederland,
De eerste openbare suggestie omtrent een mogelijke ring in Nederland vond plaats op 1 mei I960. Toen zei Alvin R.Dyer, assistent van de Raad van Twaalven, tijdens een toespraak tot de plaatselijke leiders van de hulporganisaties in de Nederlandse zending:
"De Heere heeft gezegd dat er drie ringen van Zicn in Europa zullen zijn en u hoeft niet verbaasd te zijn als u een van die drie bent."
Twee maanden later, op 25 juli, merkte president Dyer op, dat er plannen waren om de "Amsterdamse ring" te vestigen. Het was de bedoeling van de leiders in Salt Lake City, dat deze ring de Amsterdamse, Haagse en Rotterdamse districten zou omvatten. Hij instrueerde J.Henry Volker, de zendingspresident, hem de namen van leden te doen toekomen, die leiders konden worden in een groter Amsterdams district, dat geschikt moest worden gemaakt voor een ringorganisatie. Het doel van dit vergrote district was het trainen van de leiders voor de geplande ring.
In december I960 opperde President Henry D.Moyle, lid van het eerste presidentschap van de Mormoonse Kerk, de mogelijkheid van een ring in Nederland tegenover de Nederlandse zendelingen:
"Alvorens de meesten van jullie je zending beeindigd zullen hebben, zullen er meer ringen in Europa zijn dan jullie voor mogelijk houden. Ik ben er zeker van dat in dit gebouw (de Haagse kapel) binnen niet al te lange tijd een ring gevestigd zal zijn."
Deze voorspelling werd op 12 maart 1962 vervuld met de organisatie van de Hollandse Ring. In het begin werd deze nieuwe Hoilandse ring de "Amsterdamse Ring" genoemd. De leiders in Salt Lake City veranderden de naam echter in "Hollandse Ring" omdat zij twee provincies omvatte, namelijk Noord- en Zuid-Holland en niet alleen het Amsterdamse district. Bovendien was er in Amsterdam in die tijd geen gebouw, dat als ringgebouw zou kunnen functioneren.

De vorming van de eerste niet-engels sprekende ring van de Heiligen der Laatste Dagen werd geeffectueerd onder leiding van Hugh B.Brown van de Raad der Twaalf Hij werd bijgestaan door Alvin R.Dyer en Nathan E.Tanner, assistenten van het Quorum der twaalf apostelen. De Hollandse ring was de driehonderdzesentwintigste van de Mormoonse Kerk. De nieuwe ring omvatte vijf wijken: Amsterdam-Oost, Amsterdam-Wests Den Haag, Rotterdam-Zuid en Rotterdam-Noord. Zij omvatte ook zelfstandige gemeente te Delft en de afhankelijke gemeenten te Leiden, Schiedam en Vlaardingen. J.Paul Jongkees, eerste raadgever in het zendingspresidentschap, werd geroepen als ringpresident. Bernard W.Lefrandt en Gerard Stoove stonden hem als raadgevers in het presidentschap terzijde.

Gevolgen van de ringorganlsatie op de zending

Toen de ring werd georganiseerd kwamen er diverse veranderingen in de Nederlandse zending. Van de vierendertig gemeenten in de zending kwamen er negen onder de jurisdictie van de ring. De overige vijfentwintig bleven in de zending. Op het moment van de vestiging van de ring waren er in totaal 4581 leden in de zending. 2500 van dese leden ofwel meer dan 50% van het totale ledental maakte deel uit van de nieuwe ring. Het belangrijkste effect hiervan op de zending was de uitdunning van het leiderschap. In feite ging 90% van de plaatselijke leiders over naar de ring en er bleef slechts 10% van de leiders over om over iets minder dan 50% van het totale ledental in Nederland te presideren. Voor de organisatie van de ring waren 30 van de 34 gemeenten geplaatst onder jurisdictie van plaatselijke leiders. Erna moesten vele gemeenteleiders worden ontslagen om vacatures in het zendingspresidentschap te vervullen. J.Henry Volker vatte het gevolg van de organisatie van de ring op de Mormoonse kerk in Nederland als volgt samen:
"Het brengt de werkelijke gang van zaken in de Kerk tot het Nederlandse voik. Tot de organisatie van de ring hadden de zendelingen overal voor gezorgd. Het belangrijkste van de organisatie van de ring is dat de leden nu op eigen benen moeten staan. Binnen eigen grenzen draagt de Kerk in Nederland nu haar eigen verantwoordelijkheid voor de gang van zaken."
Zij werd niet langer financieel volkomen geleid door de Kerk in Amerika. Dit betekende dat zij zelf voor een financiele basis moest gaan zorgen. De leden moesten zich gaan realiseren dat het hun eigen kerk was en niet een kerk van Amerika.
"Het is een kerk in Nederland. Het is een universele kerk, geen Amerikaanse kerk. Het is een wereldkerk. De leiders, die zijn aange-wezen, dragen nu zelf de verantwoordelijkheid voor de organisatie, evenals de leden, die de plicht hebben deze leiders te ondersteunen."
Het leerde deze mensen wat het priesterschap werkelijk betekende. Dat het priesterschap de overheersende kracht is, die de Kerk leidt.
"Het is gebleken, dat er zich geboren leiders onder de Nederlandse Mormonen bevinden. Dit leiderschap kan worden ontwikkeld. Er is veel jaloezie weggenomen, die voordien bestond. De mensen realiseren zich nu dat de leiders direct zijn aangewezen en geroepen door de president en de algemene autoriteiten van de kerk en niet door de zendingspresident. Zij voelen dat het nu hun kerk is en dat zij iets hebben, dat zij zelf moeten opbouwen."
President Van Slooten, zendingspresident van 1962 - 1965 vatte het effect van de ring op de Mormoonse kerk in Nederland als volgt samen:
1. de ontwikkeling van meer ringleiders moet ter hand worden genomen.
2. de financiele behoeften van de Nederlandse Mormoonse Kerk nemen toe.
3. er bestaat behoefte aan grotere geestkracht.
4. de leden moeten in staat worden gesteld hun patriarchale zegen te ontvangen.
5. Er moeten voorzieningen worden getroffen voor een regelmatig en direct contact met algemene autoriteiten op maandelijkse basis.
6. het introduceren van vele kerkprogramma’s, zoals huisonderwijs, en programma' s voor gezinsavonden, moet snel plaatsvinden.
Al deze voorzieningen, de kerkleden in Nederland aangeboden, rechtvaardigen de verklaring van Henry D.Moyle, lid van het eerste presidentschap:
"De Heere wenst dat het Nederlandse volk zich kan verheugen in de volle zegen van het evangelie en dat kan alleen maar als er hier een ring van Zion is gevestigd."

The missionary since the second world war
Voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog keerden alle zendelingen The outbreak of the Second World War turned all missionaries
terug naar de Verenigde Staten. back to the United States. Toch doopten honderd en twee lokale zendelingen gedurende de oorlog (1940-1945)135 bekeerlingen in de Kerk. However baptized one hundred and two local missionaries during the war (1940-1945) 135 converts in the Church.
Gedurende de eerste jaren na de bevrijding van Nederland kwamen zesenvijftig During the first years after the liberation of the Netherlands came fifty-six
elders uit Utah aan. from elsewhere in Utah. Toch was hun eerste taak niet het bekeringswerk, maar Still, their first task the work of conversion, but
de distributie van kerkbenodigdheden en het aanvaarden van wijkplichten. the distribution of church supplies and accepting district duties.
Vele problemen waren er gedurende de oorlog ontstaan en hieraan moesten Many problems were created during the war and this had
vele uren worden besteed teneinde ze op te lossen. many hours are spent in order to resolve them.
De zendingspresident ontsloeg alle plaatselijke presidia en ouderlingen The mission president fired all the local elders and presidia
uit Amerika verkregen de jurisdictie in alle wijken. obtained from American jurisdiction in all districts. Dit was nodig ten This was necessary to
gevolge van lokale jaloezie en vreemde gewoonten die de kerk gedurende de result of local jealousies and strange customs that the church during the
oorlog waren binnengeslopen. war crept. Nederland was het enige zendingsgebied in de Netherlands was the only mission area in the
Kerk dat in de eerste vijf jaar na de oorlog geen lokale leiders had, belast met wijkzaken. Church in the first five years after the war had no local leaders in charge of district affairs.
Dit is waarschijnlijk veroorzaakt doordat zoveel lokale leiders naar Amerika emigreerden. This is likely because many local leaders emigrated to America.
Ondanks deze tijdrovende wijkplichten, doopten de zendelingen niettemin 1028 bekeerlingen in de jaren 1946-1950. Despite this time consuming area duties, nevertheless in 1028 the missionaries baptized converts in the years 1946-1950. Dit was een gemiddelde van 2,03 per zendeling. This was an average of 2.03 per missionaries. Het was op een na de hoogste score van bekeringen per zendeling in Europa en de vijfde in alle zendingsgebieden van de Kerk. It was the second-highest score of conversions per missionary in Europe and fifth in all mission areas of the Church.
Van 1951 tot 1965 doopten de zendelingen 4697 bekeerlingen. From 1951 to 1965 the missionaries baptized 4697 converts. Dit was een This was a
gemiddelde van. average. 2,59 per zendeling. 2.59 a missionary. In Rotterdam werd op 23 maart 1952 de grootste doopdienst in de geschiedenis van de Kerk gehouden, Hierbij omhelsden zesenveertig bekeerlingen het mormoonse geloof. In Rotterdam on March 23, 1952 was the biggest in the history of baptism into the Church, Here forty-six converts embraced the Mormon faith.
In de honderdenvijf jaar van Mormoonse zendingsactiviteiten in Nederland (1861-1966), doopten 4665 zendelingen uit Amerika 14,307 bekeerlingen. In the one hundred five years of Mormon missionary activities in the Netherlands (1861-1966), baptized 4665 converts 14.307 missionaries from America.
Dit is een gemiddelde van 3.1 dopen per zendeling per jaar ofwel 136 dopen per jaar. This is an average of 3.1 baptisms per missionary per year or 136 baptisms per year.
In de twintigste eeuw werd het zendingswerk van de Kerk voornamelijk in de grote steden gedaan. In the twentieth century, the missionary of the Church particularly in large cities did. Ook werd er enig bekeringswerk in kleine platte landssteden gedaan. Also there was some conversion work done in small rural towns. Gedurende de crisis van 1922 tot 1935 werd wel aan dacht besteed aan de kleine steden maar dit resulteerde slechts in enkele bekeerlingen en de zendingspresident verplaatste de zendelingen naar de grote steden. During the crisis of 1922 to 1935 was thought to be paid to small towns but this resulted in only a few converts and missionaries moved the mission president to the big cities.
Twintigste eeuws zendingswerk verschilde in drie opzichten van dat in de Twentieth century missionary differed in three respects from that in the
negentiende eeuw: nineteenth century:

1. 1. de provincie Zeeland werd twee maal voor zendingswerk geopend; Zeeland province was opened two times for mission work;
2. 2. het vlaams sprekende gedeelte van Belgie werd een deel van de Nederlandse zending; the Flemish speaking part of Belgium was a part of the Dutch mission;
3. 3. Er werd meer werk in Noord Brabant gedaan. There was more work done in North Brabant.
. .
Sinds 1900 werd er meer gewerkt in het zuidelijk deel van Nederland, een deel dat overwegend katholiek is. Since 1900, more work in the southern Netherlands, a part that is predominantly Catholic.
De voornaamste steden voor zendingswerk waren Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. The main cities were missionary Amsterdam, The Hague and Rotterdam. Ongeveer 50% van de steden waar het zendingswerk zich op concentreerde, was het zelfde, waar de negentiende eeuwse zendelingen hun bekeringswerk deden. Approximately 50% of the cities where the mission is focused on, was the same, where the nineteenth century missionaries did their work of conversion.

Definitieve vestiging van plaatselijk leiderschap Final establishment of local leadership
In 1952 rneldde Don van Dam, zendingspresident, dat vele wijken weer onder lokaal leiderschap waren geplaatst. In 1952 Don rneldde Dam, mission president, which many districts were placed back under local leadership. In die tijd waren er veertig zendelingen in Nederland. At that time, forty missionaries in the Netherlands. De helft van hen waren getrouwde paren of vrouwelijke zendelingen. Half of them were married couples or female missionaries. De meesten van hen waren administratief werkzaam voordat deze wisseling plaatsvond. Most of them were administrative work before this change took place. Hierna konden zij zich weer meer op het zendingswerk concentreren. After they could become more missionary focus.
Later werden vele van deze plaatselijke leiders ontslagen of zij emigreerden. In 1955 presideerden nog slechts zes geboren Nederlanders over de zevenen-twintig wijken. Later many of these local leaders were fired or they emigrated. In 1955 only six born Dutch presided over the twenty-seven districts. Weer leidden de zendelingen de zang in de vergaderingen, speelden orgel, onderwezen klassen en traden op als uitvoerende leiders. Weather missionaries led the singing in meetings, playing organ, taught classes and acted as executive leaders. Toen Spencer W.Kimball, een van de twaalf apostelen, in 1955 in Nederland was, raadde hij de zendingspresident aan de zendelingen van hun wijkplichten te ontslaan en wel om de volgende twee redenen: When Spencer W. Kimball, one of the twelve apostles, the Netherlands was in 1955, he advised the missionaries to the mission president of their neighborhood and obligations to dismiss for the following two reasons:
le. le. omdat de lokale mensen niet die opleiding kregen die zij zouden moeten hebben because local people were not the training that they should have
2e. 2nd. omdat de zendelingen. because the missionaries. zichzelf verontschuldigden dat zij geen bekerings- excused himself that no repentance,
werk konden doen, omdat zij belast waren met het lokale leiderschap. In die tijd hadden zendelingen in Nederland het laagste aantal, bekeringsuren per zendeling in Europa. could do, because they were entrusted with the local leadership. At that time missionaries in the Netherlands had the lowest number of hours per conversion missionary in Europe. Elder Kimball legde uit: Elder Kimball explained:
"Ik ben er zeker van dat zowel de zendelingen als de leiding van de zending tot veel meer in staat zijn. Sedert 1907 zijn er slechts 12 van deze jaren geweest waarin het bekeringsaantal per zendeling lager lag dan in 1954. Zij zijn afgenomen van 16 tot 0.75 per zendeling in 1934 en 1.96 in 1954. "I am sure that both the missionaries and the mission led to much more capable. Since 1907, only 12 of those years was that the conversion of a missionary was lower than in 1954. They have been reduced from 16 to 0.75 per missionary in 1934 and 1.96 in 1954.
Van 1956 1960 was Nederland op een na de hoogste in uren aan bekeringswerk per zendeling en de hoogste in het totaal aantal in Europa gewerkte uren. From 1956 1960 the Netherlands was second highest in the hours of work per missionary conversion and the highest in the total number of hours worked in Europe. Verder was de Nederlandse zending de eerste in Europa in het totale aantal uren en bekeringsuren per zendeling. Furthermore, the Dutch mission in Europe in the first hours and the total number of hours per missionary conversion. Gedurende deze vijf jaren had Nederland het grootste aantal werkuren van alle zendingsareas. Gedurende deze tien jaren deden de Nederlandse zendelingen ongeveer tweehonderdenveertig uur per maand aan bekeringswerk. During these five years the Netherlands had the largest number of hours worked by all mission areas. During these ten years, the Dutch missionaries approximately two hundred forty hours per month conversion work. Zij doopten 3,611 bekeerlingen. They baptized converts 3.611. Hierdoor verhoogden zij het aantal dopen per zendeling van 1.96 in 1954 tot 2.60. Thereby increasing the number of baptisms per missionary from 1.96 to 2.60 in 1954.
In I960 zond President David 0.McKay de zendingspresident J.Henry Volker naar Nederland met bijzondere instructies om zendelingen van wijkplichten te ontheffen. In i960 sent 0.McKay the mission president, President David J. Henry Volker to the Netherlands with special instructions to missionaries from district to exempt duties. Op dat tijdstip waren er vierendertig wijken in de zending. At that time there were thirty-four districts in the shipment. Volker plaatste met succes dertig wijken onder plaatselijke jurisdictie. Volker successfully placed thirty districts under local jurisdiction. Deze wisseling in het leiderschap bereidde Nederland voor op de vestiging van een ring. This change of leadership in the Netherlands preparing for the establishment of a ring.

Het bezoek van president David O.Mckay aan Nederland The visit of President David O. McKay to Netherlands
In mei 1952 bezocht president David 0,McKay, leider van de Mormoonse Kerk over de gehele wereld, Nederland. In May 1952 visited President David 0, McKay, leader of the LDS Church worldwide, Netherlands. De voornaamste reden van zijn bezoek aan Europa was de toewijding van de Zwitserse Tempel. The main reason for his visit to Europe was the dedication of the Swiss Temple. Het doel van de komst van President McKay naar Nederland was een bezoek aan de Koningin. The aim of the arrival of President McKay to the Netherlands was a visit to the Queen. Voor zijn vertrek naar Europa vroeg hij reeds audientie bij Koningin Juliana. Before his departure for Europe he has audience with Queen Juliana. President McKay verbleef in het Palace Hotel te Scheveningen en vertrok daar vandaan naar Soestdijk, de residentie van de Koningin, Hij kreeg een grootse ontvangst. President McKay stayed at the Palace Hotel in Scheveningen and left there to Soestdijk, the residence of the Queen, he got a great reception. President McKay en Emma, zijn vrouw, legden de gelnteresseerde luisteraars enkele principes van de Kerk uit, het zendingssysteem, het over de hele wereld verspreide orgelprogramma en het werkonder het Nederlandse volk. President McKay and Emma, his wife, laid the gelnteresseerde listeners some principles of the church, the mission system, the worldwide organ program and distributed the work among the Dutch people. Tot besluit van deze audientie van een half uur beloofde president McKay Koningin Juliana een in leder gebonden boek van Mormon. To conclude this audience of half hours promised President McKay Queen Juliana in a leather bound book of Mormon. Na zijn terugkomst in Salt Lake City stuurda hij het Haar. After his return to Salt Lake City Hair stuurda it. Na ontvangst van het boek liet Koningin Juliana haar secretaresse een dank betuiging sturen om haar waardering aan McKay uit ta drukken, After receiving the book Queen Juliana had her secretary to send her a thank you from ta express appreciation to McKay,
"Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden heeft mij opgedragen haar grote dank over te brengen voor het prachtig gebonden exemplaar van het Boek van Mormon.,.. Het is haar verlangen nogmaals te laten weten hoezeer de discussie gedurende uw bezoek haar heeft geinteresseerd." "Her Majesty the Queen of the Netherlands ordered me to convey her heartfelt thanks for the beautiful bound copy of the Book of Mormon., .. It is her desire to know how much further the discussion during your visit has interested her."
De invloed van het bezoek van President McKay aan Nederland is niet precies te meten, Het was echter voor de Nederlandse Heiligen iets geweldigs om voor het eerst in hun leven de president van hun Kerk, die zij beschouwden als een profeet van de Heer, de hand te kunnen schudden. The impact of the visit of President McKay to the Netherlands is not exactly measured, but it was the Dutch Saints something great for the first time in their lives, the president of their church, which they regarded as a prophet of the Lord, the hand to shake. Mogelijk heeft dit bezoek er indirect toe geleid, dat de regering drie jaar later de Mormoonse kerk een legale status verschafte. De zendingspresident rapporteerde dat het bezoek van president McKay een grote zegen voor de gehele zending was. This visit may have also indirectly led to the government three years later the Mormon church provided a legal status. The mission president reported that the visit of President McKay a great blessing for the entire shipment was. In dit verband was de publiciteit in de kranten, hoewel kort, van groot belang. In this respect, the publicity in the newspapers, although short, is of great importance.

Officiele erkenning van de Kerk Official recognition of the Church
Gedurende de twintigste eeuw was de officiele erkenning van de Kerk door de Nederlandse regering misschien wel de meest belangrijke stap tot een positieve benadering van het mormonisme in dit land. During the twentieth century was the official recognition of the Church by the Dutch Government, perhaps the most important step to a positive approach to Mormonism in this country.
De eerste werkelijke poging om officiele erkenning te krijgen vond plaats in 1936. The first real attempt to get official recognition took place in 1936. T.Edgar Lyon, de zendingspresident, wendde zich tot het Ministerie van Justitie in verband met de herdenking van het vijfenzeventigjarig bestaan van de Nederlandse zending. T. Edgar Lyon, the mission president, turned to the Ministry of Justice in connection with the commemoration of the five septuagenarian existence of the Dutch mission. Hierop volgde een gunstige reactie, There followed a favorable response,
"Officiele papieren werden naar het Ministerie van Justitie gezonden om erkenning voor de Kerk te krijgen. Wij kregen diverse malen bezoek van ministeriele vertegenwoordigers en hun houding leek vriendelijk en eerlijk te zijn. De Kroon leidt op het ogenblik een grondig onderzoek naar de leerstellingen van de kerk. Wij verwachten binnenkort een definitieve beslissing." "Official papers were sent to the Ministry of Justice to gain approval for the Church. We had several times visited by ministerial representatives and their attitude seemed friendly and honest. The Crown is currently leading a thorough investigation into the teachings of the church. We expect to enter a final decision. "
De Kerk moest echter nog negentien jaar op de officiele erkenning van de Nederlandse regering wachten. The Church had not yet nineteen years at the official recognition of the Dutch government guards. Deze erkenning hield in dat de Mormoonse Kerk als een legaal persoon zou worden gezien met alle rechten van het individu, namelijk het recht om te vervolgen en te laten vervolgen, om legaten te ontvangen en bezittingen te hebben. This was in recognition that the Mormon Church as a legal person would be given all rights of the individual, the right to prosecute and to continue to receive bequests and assets to have.
Wettig bestaan garandeerde eveneens vrijstelling van belasting op gebouwen en bezittingen. Wettig are guaranteed also exempt from tax on buildings and property. Bovendien verhoogde deze erkenning de status van de Kerk boven die van een onerkende kerk, Erkenning verzekerde ook de zendelingen van een wettelijke behandeling gedurende hun aanwezigheid in Nederland. Moreover, increased recognition that the status of the Church above that of a church onerkende, Recognition assured the missionaries of a legal treatment for their presence in the Netherlands. Het betekende tevens dat er minder conflicten met de politie ontstonden wanneer de zendelingen hun bekeringswerk deden. It also meant that less conflict with the police arose when the missionaries did their work of conversion.
In augustus 1953 ontmoetten twee meisjeszendelingen een jonge advocaat, Mr. In August 1953 a young missionary girl met two lawyers, Mr.. Johannes Patty, die een grondig onderzoek naar de Mormoonse Kerk instelde. John Patty, that a thorough investigation of the Mormon Church instituted. Hoewel hij toentertijd niet tot de Kerk toetrad, bood hij zijn diensten aan de zending aan. Although he was not then joined the Church, he offered his services to the shipment. Op zijn advies richtte de zendingspresident, Donovan van Dam, in 1953 een petitle om wettelijke erkenning tot de Nederlandse regering. In his opinion founded the mission president, Donovan van Dam, in 1953 a petitle to legal recognition to the Dutch government. Mr. Mr. Patty hielp om deze petitie via de juiste kanalen te leiden teneinde de ontvangst te bestemder plaatse te garanderen. Hij maakte ook het ontwerp voor de officiele brieven. Patty helped this petition through the proper channels in order to lead the host to the site in question. He also made the design for the official letters. Bij Koninklijk besluit van Hare Majesteit, Koningin der Nederlanden, bekrachtigd door het Ministerie van Justitie, werd de Kerk voor het eerst in de geschiedenis van de zending op 22 augustus 1955 officieel als een kerk in Nederland erkend. By Royal Decree of Her Majesty, Queen of the Netherlands, confirmed by the Ministry of Justice, was the church for the first time in the history of the mission on August 22, 1955 as an officially recognized church in the Netherlands. Voor deze erkenning werd het mormonisme als een secte beschouwd, rru werd het als Kerk erkend. Such approval was regarded Mormonism as a sect, RRU was recognized as a church. Dit gaf de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen dezelfde rechten en privileges als andere erkende kerken in Nederland. This gave the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints same rights and privileges as other approved churches in the Netherlands. Dit betekende dat de Kerk officiele bevoegdheid bezat. This meant that the Church had official power. De Minister van Justitie vatte de definitie van deze officieele status als volgt samen: Het zou de Kerk meer aanzien geven, verlichting inzake Vermogens-belasting, zendelingen met een Nederlands paspoort zouden vrijstelling van dienstplicht krijgen, het gaf de mogelijkheid tot het stichten van een Kerkschool indien dit nodig was en het zou de zendelingen meerdere voordelen bieden. The Minister of Justice summarized the definition of this official status as follows: It would give the Church more respect, tax relief on Power, missionaries with a Dutch passport would get exemption from military service, it gave the possibility of founding a Church School if necessary, and the missionaries could offer several advantages.
Van Dam verklaarde dat deze erkenning de weg voor de vorming van een ring in Nederland vrijmaakte. Van Dam stated that this recognition the way for the formation of a ring made in the Netherlands Fri.

Het Tabernakelkoor bezoekt Nederland
The Tabernacle Choir visits the Netherlands
In dezelfde maand dat de regering de Kerk officieel erkende, ontving het In the same month that the government officially recognized the Church, received the
mormonisme grote publiciteit van de massamedia. Mormonism great publicity from the media. Zij kondigden aan dat het They announced that the
Mormoonse Tabernakelkoor van plan was Nederland te bezoeken. Mormon Tabernacle Choir was planning to visit Netherlands.
Het beroemde koor was erg bekend in Nederland. The famous choir was well known in the Netherlands. In 1951 wijdde de omroep- In 1951 the dedicated broadcasting
vereniging AVRO een "speciaal klankbeeld van de dag" aan muziek door association AVRO a "special sound of the day" to music by
het Tabernakelkoor, becommentarieerd door de locovoorzitter. the Tabernacle Choir, commented by the deputy chairman. De AVRO AVRO
herhaalde dit programma, omdat het over het gehele land gunstig werd ont vangen. repeated this program, because the whole country was favorable ont catch.
De kranten kondigden de komst van het koor aan als het "700 Mormon Choir". The newspapers announced the arrival of the chorus as the "700 Mormon Choir".
Er zouden twee concerten worden gegeven, een in het Amsterdamse Concert gebouw en een in het Kurhaus in Scheveningen. There would be two concerts, one in the Amsterdam Concert Building and one in the Kurhaus in Scheveningen. Het koor kwam op 30 augustus 1955 in Amsterdam aan. The choir came on August 30, 1955 in Amsterdam. Toen het Nederlandse volk zich realiseerde, dat vele koorleden van Buropese afkomst waren, legden zij "de rode loper" uit. When the Dutch people realized that many singers of Buro Pese came, they made the "red carpet" from. Het internationale karakter van het koor bleek een van de voornaamste voordelen op dit tournee te zijn. The international character of the choir was one of the main benefits to this tour. Vele leden van Nederlandse afkomst vonden hun familie terug, zoals de Van Tussenbroeks, de Van Ossens, de Van Ottens, de Wiegel-zusters, de De Haans, Kerns, Bergouts, Rosendahls en Bergs. Many members of Dutch descent found their family again, like the Van Tussenbroek, the oxen, the Van Ottens, the sisters-Wiegel, De Haans, Kerns, Berg Outs, Rosendahls and Bergs.
In Amsterdam werd het koor officieel door de Burgemeester welkom geheten. In Amsterdam the choir officially welcomed by the Mayor.
Hij vermeldde hoe goed het koor door de Britse pers was ontvangen. Hij sprak er zijn vertrouwen over uit, dat dit ongetwijfeld ook in Nederland het geval zou zijn. He mentioned how well the choir had been received by the British press. He talked about his confidence in, that certainly in the Netherlands would be the case. Letterlijk zei hij: "Ik verwelkom u als Heiligen der Laatste Dagen. Wij hebben hier vele godsdienstige stromingen, maar wij hebben ook plaats voor u. Wij bezitten in Nederland een grote religieuze tolerantie." Literally, he said: "I welcome you as Latter-day Saints. We have many religious schools, but we also have place for you in the Netherlands we have a great religious tolerance."
Hierna draaide hij de kanaallichten aan, zodat het koor kon genieten van een feestelijk verlichte boottocht door de Amsterdamse grachten. After he turned the channel lights, so the choir could enjoy an illuminated cruise through the Amsterdam canals.
Tijdens de voorbereidingen voor het concert werd van alle kanten kritiek During the preparations for the concert was criticized from all sides
uitgeoefend en men veronderstelde dat het koor weinig publiek zou trekken. exercised and we assumed that the choir would attract little public.
Men hoorde kreten als: "Koren zijn niet erg populair in Nederland en ze zullen weinig publiek trekken", "Het Concertgebouw is nog nooit uitverkocht geweest voor een koor", "Koren zijn geen kassavullers in Europa." We heard cries of "Choir is not very popular in the Netherlands and they will attract little public", "The Concertgebouw has never been sold out for a chorus", "Koren no fillers checkout in Europe."
"Toch wisten wij dat het Tabernakelkoor geen moeite zou hebben met het vullen van concertzalen. Nadat de kassa in Amsterdam was geopend, waren alle toegangsbiljetten in minder dan twee uur verkocht, terwijl honderden moesten worden teleurgesteld. Het concertgebouw had een capaciteit van 2600 plaatsen, terwijl er 3000 plaatskaarten verkocht waren." "But we knew that the Tabernacle Choir would have no trouble filling concert halls. After the register was opened in Amsterdam, all access tickets sold in less than two hours, while hundreds had to be disappointed. The concert had a capacity of 2600 places, while 3000 place cards were sold. "
Omdat de verkoop veel beter liep dan was aangenomen, werd van verschillende kanten verzocht om meerdere concerten in Nederland te organiseren. Bij beide concerten kreeg het koor een staande ovatie toen het Nederlandse volkslied door hen in het Nederlands werd gezongen. Because the sale was much better than was assumed, were from different sides sought to organize several concerts in the Netherlands. At both concerts the choir received a standing ovation when the Dutch anthem they sang in Dutch.

Reacties van de Pers Reactions of the Press
Onmiddellijk na het concert publiceerden honderden kranten artikelen over Immediately after the concert published hundreds of newspaper articles about
het optreden. action.
De muziekrecensent van de onafhankelijke Telegraaf, HJMMueller, wijdde The music critic of the Independent Telegraph, HJMMueller, devoted
een halve kolom aan het concerto "Het koor is werkelijk uitstekend", zei hij: half a column to the concerto "The chorus is really excellent," he said
"Het is duidelijk, dat de zangers serieus en accuraat studeren. Zij bezitten "It is clear that serious singers and accurate study. They have
een ontwapenende naiviteit en een hartelijke expressie. a disarming naivete and a warm expression. Zij hebben zelf They themselves
groot plezier in hun optreden en tonen een ware liefde voor muziek." great pleasure in their actions and show a true love for music. "
De katholieke Volkskrant zei, dat het optreden van het koor alle verwach The Catholic Volkskrant said that the action of the choir all expectations
tingen overtrof. tions exceeded. Het koor zong met grote discipline, de klank was uitge- The choir sang with great discipline, the sound had carried
balanceerd en het koor behield zijn grote homogeniteit gedurende de gehele balanced and the choir kept its homogeneity throughout
avond, maar over het algeheel bracht het geen begeestering, evening, but overall it did not the enthusiasm,
De Amsterdamse krant "Het Parool" becommentarieerde het als een bijzonder The Amsterdam newspaper Het Parool "commented it as a special
koor, dat door het grote aantal stemmen een grote sonoriteit bezat in choir, by the large number of votes possessed a large sonority
ieder volume, zonder geforceerd aan te doen. each volume, not forced to do.
Natuurlijk verscheen er ook slechte kritiek in verschillende kranten. Of course there are bad criticism appeared in various newspapers.
Een verslaggever meldde: "Aan dit gedisciplineerde materiaal zou meer A reporter told: "That material would be more disciplined
expressie moeten worden tegevoegd en meer artisticiteit ." expression should be more tegevoegd and artistry. "
Een andere schrijver meldde: "Ondanks alles bleef het koor eentonig." Another writer reported: "Despite everything, the choir was monotonous."
De Nederlandse zendingspresident, Donovan Van Dam, verklaarde dat het op The Dutch mission president, Donovan Van Dam, said that it
treden van het koor van verreikende invloed cp het zendingswerk was. join the choir of the missionary was deeply affecting cp.
"Wij hoorden hoe mensen over het concert spraken. Zij zeiden, dat het een "We heard how people talked about the concert. They said that the one
zeer speciale belevenis was geweest. very special experience had been. In twee bijzondere gevallen volgde In two special cases followed
bekering tot de Kerk na het koorbezoek. conversion to the church choir after the visit. Ja, de leden van het koor (hebben Yes, the members of the choir (have
tijdens hun bezoek aan Europa in 1955 machtig zendingswerk gedaan. " during their visit to Europe in 1955 made powerful missionary. "
Later meldde hij: Later he reported:
"Er waren enkele directe en opmerkelijke resultaten als gevolg van het bezoek van het koor. Niet alleen in de gevoelens en geestkracht in de zending en in de gunstige recensies en publiciteit, maar ook door bekeerlingen tot de kerk." "There were some immediate and remarkable results due to the visit of the choir. Not only the feelings and spirit of the mission and the favorable reviews and publicity, but also converts to the church."
Een voorbeeld van een onmiddellijke bekering tot de Kerk tengevolge van het bezoek van het koor aan Nederland betrof een zekere heer Bartelles. An example of an immediate conversion to the Church because of the choir's visit to the Netherlands was a certain Mr. Bart Elles.
"Bartelles in Den Helder was een van onze onderzoekers, die er plezier in had om met ons te bekvechten en de waarheid van het evangelie te bestrijden. Hij was een intelligent man. Hij had behoord tot het Leger des Heils en had voor deze instelling twee zendingen vervuld, een in Indonesie en een in Denemarken. Wij zendelingen voelden dat hij niet de ware onderzoekersgeest bezat, zodat wij op het punt stonden om hem te laten vallen. In feite inspireerde hij ons zo weinig, dat wij niet eens de moeite namen om hem van het naderende bezoek van het koor te vertellenj wij wendden ons tot die mensen, die voor ons veel-belovender in hun houding waren. Op een dag was de heer Bartelles op zijn werk. Het was lunchpauze en een jonge bediende pakte zijn lunch, die in krantenpapier gewikkeld was, uit. Toen hij de krant op de tafel uitspreidde, zag Bartelles een advertentie voor het concert van het Tabernakelkoor op 31 augustus in Amsterdam, een stad die enkele uren treinreizen van Den Helder verwijderd was. Bartelles kwam direct naar ons toe om om kaartjes te vragen. Dit verbaasde ons erg, Hij bezocht het Amsterdamse concert en nam de volgende dag contact met ons op; er had een complete verandering in hem plaatsgevonden. In een gesprek met ons zei hij: "Ik voelde dat de koorleden niet voor het publiek zongen, Zij zongen voor God." Hij vertelde hoe de muziek hem tot in het diepst van zijn hart had getroffen en hem een getuigenis had gegeven van de waarheid van het herstelde evangelie. De tranen stroomden hem over de wangen toen hij vroeg om gedoopt te mogen worden. Wij zullen nooit de nederigheid, die hij die dag toonde, noch de kracht van zijn vurige getuigenis, vergeten. Er waren twee zendelingen, 400 zangers en Gods geest nodig om Bartelles uit Den Helder te bekeren, maar hij is bekeerd en is een trouw lid van die goede kleine gemeente in het noordelijke topje van Nederland." "Bart Elles in Den Helder was one of our researchers, who had fun with us wrangling and the truth of the gospel to fight. He was an intelligent man. He had belonged to the Salvation Army for this institution and had two missionaries, one in Indonesia and one in Denmark. We missionaries felt that he possessed the true spirit of researchers, so we were about to drop him. In fact, he inspired us so much that we have not even bothered to him of the impending visit of the choir vertellenj we have turned to those people, many of us-belovender their attitudes were. On one days was Mr Elles Bart on his work. It was lunch and a young clerk took his lunch, which was wrapped in newspaper, out. Then he spread the newspaper on the table, Bart Elles saw an ad for the concert of the Tabernacle Choir on August 31 in Amsterdam, a city several hours traveling by train from Den Helder was removed. Elles Bart came directly to us Add to ask for tickets. This really surprised us, he visited the Amsterdam concert the following day and took us, there was a complete change in his place. In an interview with us he said: "I felt that the singers not publicly sang, they sang to God. "He told how his music to the depths of his heart had taken him and had given a testimony of the truth of the restored gospel. Tears ran down his cheeks when he asked to be baptized. We will never humility, he showed that day, nor the force of his fiery testimony, forgotten. There were two missionaries, 400 singers and God's spirit needed to Bart Elles from Den Helder to repent, but he is converted and is a loyal member of that good small town in the northern tip of the Netherlands. "
De Avro zond het Amsterdamse concert uit. The Avro sent from the Amsterdam concert. Klaarblijkelijk werd de leiding geimponeerd door de reacties van het publiek, want zij bleef aandacht aan de Kerk besteden. Apparently, the leadership impressed by the reactions of the audience, because they continued attention to the Church spend. In 1956 gaf zij een 25 minuten durend programma over de Kerk. In 1956 she gave a program lasting 25 minutes on the Church. Het bestond uit een rondetafeldiscussie, geleid door een professor van de Leidse universiteit. It consisted of a roundtable discussion, led by a professor of Leiden University. De gemeentepresident van Den Haag vertegenwoordige de Kerk. The branch president of The Hague represent the Church. Hij gaf een introductie van vier minuten, waarna hij vragen beantwoordde, die gesteld werden door een panel van predikanten van verschillende stromingen in Nederland. De welwillende houding van de Avro tegenover de Kerk bleek ook uit televisiefaciliteiten. He gave an introduction of four minutes, after which he answered questions, which were made by a panel of ministers from various schools in the Netherlands. The benevolent attitude towards the Church of the Avro was also evident in TV facilities. In 1963 zond de Avrotelevisie een programma van twintig minuten uit, getiteld "Meer dan muziek". In 1963 the Avro Television sent a program of twenty minutes out, "More than music". Een kwartet van Mormoonse zendelingen zong een medley van Nederlandse kinderliedjes, bekend bij iedereen in Nederland. A quartet of Mormon missionaries sang a medley of Dutch children, known to everyone in the Netherlands. Later was er een vraaggesprek tugsen de locovoorzitter en de Nederlandse Zendingspresident, Don Van Slooten. Later there was an interview the deputy chairman Tugs and Dutch Mission President, Don Van Slooten. Zij discussieerden over de basisprincipes van de Kerk. They discussed about the basic principles of the Church. Het programma eindigde met het getuigenis van de leden van het kwartet. The program ended with the testimony of the members of the quartet.

Organisatie van de eerste ring in Europa Organization of the first ring in Europe
Zes jaar na het bezoek van het Tabernakelkoor werd de Hollandse ring in Nederland georganiseerd. Six years after the visit of the Tabernacle Choir was organized in the Netherlands Holland ring. Een ring is een regionale afdeling in de organisatie van de Mormoonse Kerk. A ring is a regional department in the organization of the Mormon Church. Deze gebeurtenis betekende twee primeurs in de geschiedenis van de Kerk: This event marked two firsts in the history of the Church:

1. 1. De Hollandse ring was de eerste ring in een land waar een andere taal dan de Engelse werd gesproken; The Holland Ring was the first ring in a country where a language other than English was spoken;
2. 2. Het was de eerste ring, gevestigd op het Europese vasteland. It was the first ring, located on the European continent.

Deze gebeurtenis vond plaats 100 jaar na aankomst van de eerste Mormoonse This event took place 100 years after the first arrival of Mormon
zendelingen in Nederland, missionaries in the Netherlands,
De eerste openbare suggestie omtrent een mogelijke ring in Nederland vond plaats op 1 mei I960. The first public suggestion about a possible ring in the Netherlands took place on May 1 i960. Toen zei Alvin R.Dyer, assistent van de Raad van Twaalven, tijdens een toespraak tot de plaatselijke leiders van de hulporganisaties in de Nederlandse zending: Then said Alvin R. Dyer, Assistant to the Council of Twelve, during a speech to local leaders of the Dutch aid agencies in the shipment:
"De Heere heeft gezegd dat er drie ringen van Zicn in Europa zullen zijn en u hoeft niet verbaasd te zijn als u een van die drie bent." "The Lord said that there are three rings of Zicn in Europe will be and you do not be surprised if you're one of those three."
Twee maanden later, op 25 juli, merkte president Dyer op, dat er plannen waren om de "Amsterdamse ring" te vestigen. Two months later, on July 25, President Dyer noted, that there were plans for the Amsterdam ring "to settle. Het was de bedoeling van de leiders in Salt Lake City, dat deze ring de Amsterdamse, Haagse en Rotterdamse districten zou omvatten. It was the intention of the leaders in Salt Lake City, that the ring Amsterdam, Hague and Rotterdam districts should include. Hij instrueerde J.Henry Volker, de zendingspresident, hem de namen van leden te doen toekomen, die leiders konden worden in een groter Amsterdams district, dat geschikt moest worden gemaakt voor een ringorganisatie. He instructed J. Henry Volker, the mission president, him to forward names of members who could be leaders in a larger district Amsterdam, which had to be suitable for a ring organization. Het doel van dit vergrote district was het trainen van de leiders voor de geplande ring. The purpose of this district was enlarged to train the leaders of the planned ring.
In december I960 opperde President Henry D.Moyle, lid van het eerste presidentschap van de Mormoonse Kerk, de mogelijkheid van een ring in Nederland tegenover de Nederlandse zendelingen: In December i960 suggested President Henry D. Moyle, of the First President of the Mormon Church, the possibility of a ring in the Netherlands against Dutch missionaries:
"Alvorens de meesten van jullie je zending beeindigd zullen hebben, zullen er meer ringen in Europa zijn dan jullie voor mogelijk houden. Ik ben er zeker van dat in dit gebouw (de Haagse kapel) binnen niet al te lange tijd een ring gevestigd zal zijn." "Before most of you will have completed your mission, Europe will have more rings than you is possible. I am sure that in this building (the Hague chapel) in the not too distant a ring will be based .
Deze voorspelling werd op 12 maart 1962 vervuld met de organisatie van de Hollandse Ring. This prediction was fulfilled on March 12, 1962 with the organization of the Holland Ring. In het begin werd deze nieuwe Hoilandse ring de "Amsterdamse Ring" genoemd. In the beginning, this new ring Hoiland the Amsterdam Ring said. De leiders in Salt Lake City veranderden de naam echter in "Hollandse Ring" omdat zij twee provincies omvatte, namelijk Noord- en Zuid-Holland en niet alleen het Amsterdamse district. The leaders in Salt Lake City, however, changed the name "Holland Ring" because it included two provinces, namely North and South Holland and not just the Amsterdam district. Bovendien was er in Amsterdam in die tijd geen gebouw, dat als ringgebouw zou kunnen functioneren. In addition, in Amsterdam at that time not a building, that building could function as a ring.

De vorming van de eerste niet-engels sprekende ring van de Heiligen der Laatste Dagen werd geeffectueerd onder leiding van Hugh B.Brown van de Raad der Twaalf Hij werd bijgestaan door Alvin R.Dyer en Nathan E.Tanner, assistenten van het Quorum der twaalf apostelen. The formation of the first non-English speaking ring of Latter-day Saints was effected under the leadership of Hugh B. Brown of the Council of the Twelve, he was assisted by Alvin R. Dyer and Nathan E. Tanner, assistants of the Quorum of the Twelve apostles. De Hollandse ring was de driehonderdzesentwintigste van de Mormoonse Kerk. The Holland Ring was the three hundred and twenty sixth of the Mormon Church. De nieuwe ring omvatte vijf wijken: Amsterdam-Oost, Amsterdam-Wests Den Haag, Rotterdam-Zuid en Rotterdam-Noord. The new ring comprised five districts: East Amsterdam, Amsterdam-West's Den Haag, Rotterdam and Rotterdam-Noord-Zuid. Zij omvatte ook zelfstandige gemeente te Delft en de afhankelijke gemeenten te Leiden, Schiedam en Vlaardingen. J.Paul Jongkees, eerste raadgever in het zendingspresidentschap, werd geroepen als ringpresident. It also included independent municipality of Delft and Leiden dependent municipalities, Vlaardingen and Schiedam. Paul J. Young Kees, first counselor in the mission presidency, was called as stake president. Bernard W.Lefrandt en Gerard Stoove stonden hem als raadgevers in het presidentschap terzijde. Bernard W. Gerard Stoové Lefrandt and stood him as counselors in the presidency aside.

Gevolgen van de ringorganlsatie op de zending
Effects of the consignment ringorganlsatie
Toen de ring werd georganiseerd kwamen er diverse veranderingen in de Nederlandse zending. When the ring was organized there were several changes in the Dutch mission. Van de vierendertig gemeenten in de zending kwamen er negen onder de jurisdictie van de ring. Of the thirty-four municipalities in the mission came under the jurisdiction of the nine ring. De overige vijfentwintig bleven in de zending. The twenty-five remained in the consignment. Op het moment van de vestiging van de ring waren er in totaal 4581 leden in de zending. At the time of the establishment of the ring, the total 4581 members in the consignment. 2500 van dese leden ofwel meer dan 50% van het totale ledental maakte deel uit van de nieuwe ring. Het belangrijkste effect hiervan op de zending was de uitdunning van het leiderschap. Dian of 2500 members or more than 50% of the total membership was part of the new ring. The main impact on the mission was the decimation of the leadership. In feite ging 90% van de plaatselijke leiders over naar de ring en er bleef slechts 10% van de leiders over om over iets minder dan 50% van het totale ledental in Nederland te presideren. In fact, 90% of the local leaders of the ring and there remained only 10% of the leaders to have slightly less than 50% of the total membership to preside in the Netherlands. Voor de organisatie van de ring waren 30 van de 34 gemeenten geplaatst onder jurisdictie van plaatselijke leiders. The organization of the ring 30 of the 34 municipalities were placed under the jurisdiction of local leaders. Erna moesten vele gemeenteleiders worden ontslagen om vacatures in het zendingspresidentschap te vervullen. J.Henry Volker vatte het gevolg van de organisatie van de ring op de Mormoonse kerk in Nederland als volgt samen: Erna faced many church leaders are redundant for vacancies in the mission presidency to fulfill. J. Henry Volker summed up the result of the organization of the ring at the Mormon church in the Netherlands as follows:
"Het brengt de werkelijke gang van zaken in de Kerk tot het Nederlandse voik. Tot de organisatie van de ring hadden de zendelingen overal voor gezorgd. Het belangrijkste van de organisatie van de ring is dat de leden nu op eigen benen moeten staan. Binnen eigen grenzen draagt de Kerk in Nederland nu haar eigen verantwoordelijkheid voor de gang van zaken." "It brings the true state of affairs in the Church of the Dutch voik. Until the organization of the ring had the missionaries over to that. The principal of the organization of the ring is that the members should stand on its own feet now. Within own Frontiers Church in the Netherlands now has the responsibility for its own affairs. "
Zij werd niet langer financieel volkomen geleid door de Kerk in Amerika. Dit betekende dat zij zelf voor een financiele basis moest gaan zorgen. De leden moesten zich gaan realiseren dat het hun eigen kerk was en niet een kerk van Amerika. It was no longer financially entirely guided by the Church in America. This meant that they themselves had to provide a financial basis. Members were bound to realize that their own church was not a church of America.
"Het is een kerk in Nederland. Het is een universele kerk, geen Amerikaanse kerk. Het is een wereldkerk. De leiders, die zijn aange-wezen, dragen nu zelf de verantwoordelijkheid voor de organisatie, evenals de leden, die de plicht hebben deze leiders te ondersteunen." "It is a church in the Netherlands. It is a universal church, not an American church. It is a world church. The leaders, who are appointed, now bear the responsibility for the organization itself, and the members who have this duty leaders to support. "
Het leerde deze mensen wat het priesterschap werkelijk betekende. It taught these people what the priesthood really meant. Dat het priesterschap de overheersende kracht is, die de Kerk leidt. That the priesthood is the dominant force that leads the Church.
"Het is gebleken, dat er zich geboren leiders onder de Nederlandse Mormonen bevinden. Dit leiderschap kan worden ontwikkeld. Er is veel jaloezie weggenomen, die voordien bestond. De mensen realiseren zich nu dat de leiders direct zijn aangewezen en geroepen door de president en de algemene autoriteiten van de kerk en niet door de zendingspresident. Zij voelen dat het nu hun kerk is en dat zij iets hebben, dat zij zelf moeten opbouwen." "It appears that there are born leaders among the Dutch are Mormons. This leadership can be developed. There is much jealousy removed, which previously existed. People now realize that the leaders directly appointed and convened by the President and the General Authorities of the Church and not by the mission president. They feel that it is their church and they have something that they themselves must build. "
President Van Slooten, zendingspresident van 1962 - 1965 vatte het effect van de ring op de Mormoonse kerk in Nederland als volgt samen: President Van Slooten, president of mission 1962 - 1965 summarized the effect of the ring at the Mormon church in the Netherlands as follows:
1. 1. de ontwikkeling van meer ringleiders moet ter hand worden genomen. the development of more ring leaders must be taken in hand.
2. 2. de financiele behoeften van de Nederlandse Mormoonse Kerk nemen toe. Dutch financial needs of the Mormon Church are increasing.
3. 3. er bestaat behoefte aan grotere geestkracht. there is a need for greater spirit.
4. 4. de leden moeten in staat worden gesteld hun patriarchale zegen te ontvangen. Members should be able to receive their patriarchal blessing.
5. 5. Er moeten voorzieningen worden getroffen voor een regelmatig en direct contact met algemene autoriteiten op maandelijkse basis. Arrangements must be made for a regular and direct contact with General Authorities on a monthly basis.
6. 6. het introduceren van vele kerkprogramma's, zoals huisonderwijs, en programma' s voor gezinsavonden, moet snel plaatsvinden. introducing many church programs, including home education, and programs for family nights, should take place quickly.
Al deze voorzieningen, de kerkleden in Nederland aangeboden, rechtvaardigen de verklaring van Henry D.Moyle, lid van het eerste presidentschap: All these facilities, the church in the Netherlands offered to justify the declaration of Henry D. Moyle, of the First President:
"De Heere wenst dat het Nederlandse volk zich kan verheugen in de volle zegen van het evangelie en dat kan alleen maar als er hier een ring van Zion is gevestigd." "The Lord wants the Dutch people can rejoice in the full blessing of the gospel and that is only if there is a ring of Zion is located."

 

Chapter 10 – Church Buildings

Kerkgebouwen

Church Buildings

 

Aankoop van bezittingen
Een van de voornaamste redenen, waardoor een ring in Nederland kon worden georganiseerd, was dat de Mormoonse kerk de noodzakelijke gebouwen bezat om zo'n organisatie te huisvesten. De door de kerk in Den Haag gebouwde kapel werd ringgebouw, omdat het de noodzakelijke kantoorruimte voor de presiderende functionarissen bevatte.
Voor de twintigste eeuw werden de vergaderingen in gehuurde zalen gehouden. Kort na de eeuwwisseling (in 1908) kocht de Nederlandse Zending echter haar eerste gebouw. Dit was de Excelsior Hal in Rotterdam. Dit gebouw werd uitsluitend als kapel voor vergaderingen gebruikt. Voor de gemeentevergaderingen ging men door met het pachten of huren tot 1920. Omdat er een tekort aan te huren gebouwen was in die tijd, werd het noodzakelijk dat de zending haar eigen vergaderruimten kocht. Het was bijna onmogelijk om behoorlijke ruimten te huren, die aan de behoeften van de gemeenten tegemoetkwamen. Dientengevolge begon de zending huizen aan te kopen. Deze werden gerenoveerd en geschikt gemaakt om een kapel en klasruimten te bevatten. Alle eigendommen werden door de zending gekocht onder de naam "Corporatie van de presiderende bisschop van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen" Op enkele uitzonderingen na werd deze politiek om gebouwen te kopen en geschikt te makers voor de kerkprogramma' s tot I960 voortgezet.

De eerste door de Kerk gebouwde kapel in Nederland
In 1937 werd in Rotterdam grond geschikt gemaakt voor de bouw van de eerste
kapel in Nederlande De eerste steen werd gelegd door Joyce Murdock, het zes
jaar oude dochtertje van de zendingspresident Franklin J. Murdock. Het was een
Nederlandse gewoonte een klein kind te laten deelnemen aan de ceremonie van de
eerste steenlegging van nieuwe gebouwen.
De kapel werd de vergaderplaats voor conferenties. Een lid van de Raad van
Twaalven wijdde de nieuwe kapel op 3 april 1938 in. Het gebouw kostte 17.000
dollar.
Helaas werd het gebouw slechts anderhalf jaar gebruikt. Begin mei 1940
bombardeerden de Duitsers Rotterdam, waardoor ongeveer een vierkante mijl van
het hart van Rotterdam in de as werd gelegd. De kapel werd tijdens deze aanval
volledig vernield. Gedurende de oorlog waren er speciale vergunningen van het gouvernement nodig om kapels te bouwen.
In 1953 kreeg de zending toestemming de Overmaas kapel te herbouwen.
Op ongeveer een kwart mijl afstand van het vorige gebouw werd door de regering
een ander en groter stuk grond voor de nieuwe kapel toegewezen.De nieuwe kapel
werd op 24 juli 1955 door een lid van het Quorum der twaalf apostelen ingewijd.
Het gebouw kostte f. 120.000,-. Zij bevatte een kapel met tweehonderdenvijftig
zitplaatsen met een opening naar de recreatiezaal, waar gedurende de conferen-
ties nog eens 250 mensen konden zitten.

Op 7 mei 2008 ontving de MVG redaktie een suggestie van broeder P.J. van Hensen van Uningen, facility manager van de kerk, om het bovenstaande originele (rode) tekstgedeelte te vervangen door de navolgende (groene) verbetering:

Dit gebouw was voor de leden van Rotterdam een grote zegen, want bij het Duitse bombardement van het hart van Rotterdam werd het andere Kerkgebouw van Rotterdam in het centrum van de stad aan de st.Jansstraat, (een door de kerk aangekocht bestaand pand met de naam ""Exelsior"" en dat bestond uit meerdere verdiepingen en een woonhuis voor zendelingen), volledig verwoest.

Noodgedwongen werd de nieuwe kapel in Zuid (overmaas) tijdelijk door beide gemeenten gebruikt.Later werd het weer alleen door Rotterdam zuid gebruikt.

Meer dan een halve eeuw heeft dit gebouw de leden gediend. 

In 1992 werd het gebouw verkocht en kreeg Rotterdam Zuid een nieuw, moderner gebouw aan het Schoonveld. In 1953 kreeg de Kerk op ongeveer een kwart mijl afstand, van de regering een ander en groter stuk grond toegewezen om het verwoeste gebouw van de Rotterdam Noord gemeente te kunnen herbouwen; dat werd het grootste gebouw dat de kerk ooit gebouwd had in Nederland en bestemd voor oa landelijke conferenties. De nieuwe kapel werd op 24 juli 1955 door een lid van het Quorum der twaalf apostelen Spencer W Kimball ingewijd. Het gebouw kostte f. 120.000,-. het bevatte een kapel met tweehonderdenvijftig zitplaatsen met een opening naar de recreatiezaal, waar gedurende de conferenties nog eens 250 mensen konden zitten.

Aankoop van zendingsgebouwen
Het eerste zendingshuis werd gehuurd in Rotterdam. Dit huis, en later nog een ander huis in dezelfde straat, diende als zendingshoofdkwartier tot 1937. Toen werd er een nieuw gebouw in Den Haag gekocht. De Excelsiorhal werd verkocht. De zendingspresident meldde:
"Wij zijn er in geslaagd ons zendingshuis in Rotterdam voor 14.000 gulden te verkopen. In Den Haag hebben wij nu voor 12.000 gulden een nieuw gebouw gekocht. Ons nieuwe hoofdkwartier ligt aan een bijzonder goede straat in de residentie. Het gebouw verkeert in zeer goede staat. Het werd gebouwd door de Kerk van de Zevendedags Adventisten en het is een uitstekende plaats voor ons zendingshoofdkwartier in Nederland."

Op 7 mei 2008 ontving de MVG redaktie een suggestie van broeder P.J. van Hensen van Uningen, facility manager van de kerk, om het bovenstaande originele (rode) tekstgedeelte te vervangen door de navolgende (groene) verbetering:

Het eerste zendingshuis werd gehuurd in Rotterdam.(Crooswijksesingel #7b).. Dit huis, en later nog een ander huis in dezelfde straat, (#16b) diende als zendingshoofdkwartier tot 1937. Toen werd er een nieuw gebouw in Den Haag gekocht. (De Excelsiorhal werd verkocht.) Fout! zou er uit moeten. De zendingspresident meldde:
"Wij zijn er in geslaagd ons zendingshuis in Rotterdam voor 14.000 gulden te verkopen. In Den Haag hebben wij nu voor 12.000 gulden een nieuw gebouw gekocht. (Laan van Poot 292) Ons nieuwe hoofdkwartier ligt aan een bijzonder goede straat in de residentie. Het gebouw verkeert in zeer goede staat. Het werd gebouwd door de Kerk van de Zevendedags Adventisten en het is een uitstekende plaats voor ons zendingshoofdkwartier in Nederland."

Tijdens de tweede wereldoorlog werd dit zendingshuis ontruimd en later tenge-
volge van de Duitse bezetting beschadigd. Na de oorlog werd het hersteld en
als kantoorruimte gebruikt. Tot 1961 bleef Den Haag het hoofdkwartier van de
zending.
Na de organisatie van de Nederlandse ring onttrok de zendingspresident,
Henry J.Volker, het zendingskantoor aan dit gebied. Hij besloot hiertoe door
gebrek aan ruimte op het hoofdkwartier, de toename van het aantal zendelingen
en omdat de leden van de ring doorgingen op de zendingspresident in hun problemen
te betrekken. Een andere reden om het te verplaatsen, was om dichter bij de
luchthaven te zijn.
Op 15 mei 1961 werd een nieuw zendingshuis te Huizen gekocht. Prijs f. 60.000,-.
Het Haagse gebouw werd een Genealogisch Microfilm Laboratoriuin. Het nieuwe
zendingshuis bestond uit een groot herenhuis met een behoorlijk stuk grond.
Het vergde f. 60.000,- om het herenhuis te renoveren. Het kwam op 15 januari
1962 gereed.

Kerkbouwprogramma in Nederland
De verbouwing van het nieuwe zendingshuis in Huizen maakte deel uit van het Mormoons-Europese bouwprogramma in Nederland. Hiertoe was besloten op een yergadering van alle europese zendingspresidenten, die op 9 juni I960 in Frankfurt, Duiisland, werd gehouden.
Het was de bedoeling om in vier of vijf jaar $ 50.000.000 te besteden aan de bouw van kerken over geheel Europa. Van dit bedrag was $ 5.000.000 bestemd voor de bouw in Nederland. Er werden plaatselijke bouwzendelingen geroepen om met dit bouwprogramma te helpen.
Het hoofdkwartier voor Scandinavie, Belgie en Nederland werd in Nederland gevestigd, waar een kantoorgebouw werd gekocht. In Nederland werden zes plaatsen uitgezocht, waar de nieuwe gebouwen met voorrang zouden worden gebouwd. De bouwpolitiek van de Mormoonse Kerk was er op gericht om alleen kerken in nieuwe snelgroeiende steden te plaatsen.
In Nederland was er geen prive-eigendom te koop. Alle eigendommen moesten van de stedelijke overheid worden gekocht. Helaas werd in 1961 in Nederland een wet aangenomen, dat er geen kerkgebouwen meer mochten worden gebouwd omdat er gebrek aan materiaal en arbeidskrachten was. Dit hield in dat alle bouwplannen voor Nederland gedurende meer dan een jaar moesten worden opgeschort. Later kregen de kerken van de regering toestemming tot de bouw van kerken. Van het totale aantal vergunningen was echter 50% bestemd voor katholieke kerken, 40% voor protestante en 10% voor alle andere gezindten.
De Mormoonse Kerk had meer kerkgebouwen gepland dan het totaal aantal vergun­ningen dat werd afgegeven. Toch werd, onder strenge supervisie van de regering, een kerkgebouw in het oostelijk deel van Amsterdam gebouwd. Het was moeilijk om hiervoor toestemming te krijgen, omdat het anders zou worden dan de normale kerkgebouwen. Nooit eerder in de geschiedenis had een kerk een gebouw met een kapel, klassen en recreatieruimte onder le'n dak gebouwd.
Nadat een maquette van het gebouw aan het Nederlandse Bouw- en Woningtoezicht was getoond werd echter toestemming verkregen. Officieel werd op 16 maart 1963 de eerste steenleggingsceremonie gehouden. In 1966 waren de achtendertig door de kerk in gebruik zijnde ruimten in de Nederlandse zending en ring als volgt verdeeld:
1. zes door de Kerk gebouwde kerkgebouwen
2. zestien gerenoveerde eigendommen
3. zestien gehuurde vergaderruimten.

Purchase of assets
Een van de voornaamste redenen, waardoor een ring in Nederland kon worden georganiseerd, was dat de Mormoonse kerk de noodzakelijke gebouwen bezat om zo'n organisatie te huisvesten. One of the main reasons, making a ring in the Netherlands could be held, was that the Mormon church possessed the necessary buildings to house such an organization. De door de kerk in Den Haag gebouwde kapel werd ringgebouw, omdat het de noodzakelijke kantoorruimte voor de presiderende functionarissen bevatte. The church-chapel was built in The Hague ring building, because the necessary office space for the presiding officers contained.
Voor de twintigste eeuw werden de vergaderingen in gehuurde zalen gehouden. For the twentieth century were the meetings held in rented halls. Kort na de eeuwwisseling (in 1908) kocht de Nederlandse Zending echter haar eerste gebouw. Shortly after the turn of the century (in 1908) bought the Dutch Mission, however, its first building. Dit was de Excelsior Hal in Rotterdam. Dit gebouw werd uitsluitend als kapel voor vergaderingen gebruikt. Voor de gemeentevergaderingen ging men door met het pachten of huren tot 1920. This was the Excelsior Hall in Rotterdam. This building was used exclusively as a chapel for meetings. The town meetings they went through the lease or rental to 1920. Omdat er een tekort aan te huren gebouwen was in die tijd, werd het noodzakelijk dat de zending haar eigen vergaderruimten kocht. Het was bijna onmogelijk om behoorlijke ruimten te huren, die aan de behoeften van de gemeenten tegemoetkwamen. Because there is a shortage of buildings to rent at that time, it was necessary that the consignment bought her own meeting rooms. It was almost impossible to hire decent rooms, meeting the needs of the municipalities responded. Dientengevolge begon de zending huizen aan te kopen. Consequently, the mission began to buy houses. Deze werden gerenoveerd en geschikt gemaakt om een kapel en klasruimten te bevatten. These were renovated and made suitable for a chapel and classroom spaces to contain. Alle eigendommen werden door de zending gekocht onder de naam "Corporatie van de presiderende bisschop van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen" Op enkele uitzonderingen na werd deze politiek om gebouwen te kopen en geschikt te makers voor de kerkprogramma' s tot I960 voortgezet. All properties were bought by the mission under the name "Corporation of the presiding bishop of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints" A few exceptions to this policy was to buy buildings and suitable products for the church programs to i960 continued.

De eerste door de Kerk gebouwde kapel in Nederland The first chapel built by the Church in the Netherlands
In 1937 werd in Rotterdam grond geschikt gemaakt voor de bouw van de eerste In 1937 in Rotterdam land suitable for the construction of the first
kapel in Nederlande De eerste steen werd gelegd door Joyce Murdock, het zes Chapel in the Netherlands The first stone was laid by Joyce Murdock, the six
jaar oude dochtertje van de zendingspresident Franklin J. year-old daughter of the mission president Franklin J. Murdock. Het was een Murdock. It was a
Nederlandse gewoonte een klein kind te laten deelnemen aan de ceremonie van de Dutch habit a little child to participate in the ceremony of the
eerste steenlegging van nieuwe gebouwen. first stone of new buildings.
De kapel werd de vergaderplaats voor conferenties. The chapel was the venue for conferences. Een lid van de Raad van A member of the Council of
Twaalven wijdde de nieuwe kapel op 3 april 1938 in. Twelve dedicated the new chapel on April 3, 1938 in. Het gebouw kostte 17.000 The building took 17,000
dollar. U.S. dollars.
Helaas werd het gebouw slechts anderhalf jaar gebruikt. Unfortunately the building was only used a half years. Begin mei 1940 Beginning May 1940
bombardeerden de Duitsers Rotterdam, waardoor ongeveer een vierkante mijl van the Germans bombed Rotterdam, covering approximately one square mile of
het hart van Rotterdam in de as werd gelegd. the heart of Rotterdam in the ashes were placed. De kapel werd tijdens deze aanval The chapel was during this attack
volledig vernield. Gedurende de oorlog waren er speciale vergunningen van het gouvernement nodig om kapels te bouwen. completely destroyed. During the war there were special permits from the government needed to build chapels.
In 1953 kreeg de zending toestemming de Overmaas kapel te herbouwen. In 1953 permission was given the mission to rebuild the chapel Overmaas.
Op ongeveer een kwart mijl afstand van het vorige gebouw werd door de regering At about quarter mile from the building by the previous government
een ander en groter stuk grond voor de nieuwe kapel toegewezen.De nieuwe kapel another and larger piece of land for the new chapel new chapel toegewezen.De
werd op 24 juli 1955 door een lid van het Quorum der twaalf apostelen ingewijd. was on July 24, 1955 by a member of the Quorum of the Twelve Apostles consecrated.
Het gebouw kostte f. The building cost f. 120.000,-. 120.000, -. Zij bevatte een kapel met tweehonderdenvijftig It contained a chapel with two hundred and fifty
zitplaatsen met een opening naar de recreatiezaal, waar gedurende de conferen- seats with an opening to the recreation hall, which during the conference
ties nog eens 250 mensen konden zitten. tions up to 250 people could sit.

Op 7 mei 2008 ontving de MVG redaktie een suggestie van broeder PJ van Hensen van Uningen, facility manager van de kerk, om het bovenstaande originele (rode) tekstgedeelte te vervangen door de navolgende (groene) verbetering: On May 7, 2008 received the suggestion of a brother editor MVG PJ Hensen of upport, facility manager of the church, to the above original (red) text to replace the following part (green) improvement:

Dit gebouw was voor de leden van Rotterdam een grote zegen, want bij het Duitse bombardement van het hart van Rotterdam werd het andere Kerkgebouw van Rotterdam in het centrum van de stad aan de st.Jansstraat, (een door de kerk aangekocht bestaand pand met de naam ""Exelsior"" en dat bestond uit meerdere verdiepingen en een woonhuis voor zendelingen), volledig verwoest. This building was for the members of one Rotterdam great blessing, because at the heart of the German bombing of Rotterdam was the other Churches of Rotterdam in the center of the city on the st.Jansstraat, (by the church purchased an existing building with the name "" Excelsior "which consisted of several floors and a house for missionaries), completely destroyed.

Noodgedwongen werd de nieuwe kapel in Zuid (overmaas) tijdelijk door beide gemeenten gebruikt.Later werd het weer alleen door Rotterdam zuid gebruikt. Unintentionally, the new chapel in the South (Overmaas) temporarily by both municipalities gebruikt.Later was again used only by Rotterdam South.

Meer dan een halve eeuw heeft dit gebouw de leden gediend. More than half a century this building served the members.

In 1992 werd het gebouw verkocht en kreeg Rotterdam Zuid een nieuw, moderner gebouw aan het Schoonveld. In 1992 the building was sold and got a new Rotterdam Zuid, modern building on the Schoonveld. In 1953 kreeg de Kerk op ongeveer een kwart mijl afstand, van de regering een ander en groter stuk grond toegewezen om het verwoeste gebouw van de Rotterdam Noord gemeente te kunnen herbouwen; dat werd het grootste gebouw dat de kerk ooit gebouwd had in Nederland en bestemd voor oa landelijke conferenties. De nieuwe kapel werd op 24 juli 1955 door een lid van het Quorum der twaalf apostelen Spencer W Kimball ingewijd. Het gebouw kostte f. In 1953 the church was about one quarter mile away from the government and another larger piece of land allocated to the destroyed building north of the Rotterdam municipality to rebuild, which was the largest building that the church ever built in the Netherlands and had intended for such national conferences. The new chapel was on July 24, 1955 by a member of the Quorum of the Twelve Apostles consecrated Spencer W Kimball. The building cost f. 120.000,-. het bevatte een kapel met tweehonderdenvijftig zitplaatsen met een opening naar de recreatiezaal, waar gedurende de conferenties nog eens 250 mensen konden zitten. 120.000, -. it contained a chapel with two hundred and fifty seats with an opening to the recreation hall, which during the conference could be another 250 people.

Aankoop van zendingsgebouwen Purchase of mission premises
Het eerste zendingshuis werd gehuurd in Rotterdam. The first shipment was rented house in Rotterdam. Dit huis, en later nog een ander huis in dezelfde straat, diende als zendingshoofdkwartier tot 1937. This house, and later another house in the same street, served as mission headquarters until 1937. Toen werd er een nieuw gebouw in Den Haag gekocht. Then a newly purchased building in The Hague. De Excelsiorhal werd verkocht. The Excelsiorhal was sold. De zendingspresident meldde: The mission president reported:
"Wij zijn er in geslaagd ons zendingshuis in Rotterdam voor 14.000 gulden te verkopen. In Den Haag hebben wij nu voor 12.000 gulden een nieuw gebouw gekocht. Ons nieuwe hoofdkwartier ligt aan een bijzonder goede straat in de residentie. Het gebouw verkeert in zeer goede staat. Het werd gebouwd door de Kerk van de Zevendedags Adventisten en het is een uitstekende plaats voor ons zendingshoofdkwartier in Nederland." "We have succeeded in our mission house in Rotterdam for 14,000 guilders to sell. In The Hague we are for 12,000 guilders a newly purchased building. Our new headquarters is located in a very good road to the residence. The building is in very good condition . It was built by the Seventh-day Adventist Church and is an excellent place for our mission headquarters in the Netherlands. "

Op 7 mei 2008 ontving de MVG redaktie een suggestie van broeder PJ van Hensen van Uningen, facility manager van de kerk, om het bovenstaande originele (rode) tekstgedeelte te vervangen door de navolgende (groene) verbetering: On May 7, 2008 received the suggestion of a brother editor MVG PJ Hensen of upport, facility manager of the church, to the above original (red) text to replace the following part (green) improvement:

Het eerste zendingshuis werd gehuurd in Rotterdam.(Crooswijksesingel #7b).. Dit huis, en later nog een ander huis in dezelfde straat, (#16b) diende als zendingshoofdkwartier tot 1937. The first shipment was rented house in Rotterdam. (Noordwijk Croo Singel # 7b) .. this house, and later another house in the same street, (# 16b) served as mission headquarters until 1937. Toen werd er een nieuw gebouw in Den Haag gekocht . (De Excelsiorhal werd verkocht.) Fout! Then a newly purchased building in The Hague. (The Excelsiorhal was sold.) Error! zou er uit moeten. De zendingspresident meldde: would be out. The mission president reported:
"Wij zijn er in geslaagd ons zendingshuis in Rotterdam voor 14.000 gulden te verkopen. In Den Haag hebben wij nu voor 12.000 gulden een nieuw gebouw gekocht. (Laan van Poot 292) Ons nieuwe hoofdkwartier ligt aan een bijzonder goede straat in de residentie. Het gebouw verkeert in zeer goede staat. Het werd gebouwd door de Kerk van de Zevendedags Adventisten en het is een uitstekende plaats voor ons zendingshoofdkwartier in Nederland." "We have succeeded in our mission house in Rotterdam for 14,000 guilders to sell. In The Hague we are for 12,000 guilders bought a new building. (Laan van Poot 292) Our new headquarters is located in a very good road to the residence. The building is in very good condition. It was built by the Seventh-day Adventist Church and is an excellent place for our mission headquarters in the Netherlands. "

Tijdens de tweede wereldoorlog werd dit zendingshuis ontruimd en later tenge- During the Second World War this house was evacuated and later shipment tenge -
volge van de Duitse bezetting beschadigd. Following the German occupation damaged. Na de oorlog werd het hersteld en After the war it was restored and
als kantoorruimte gebruikt. used as office space. Tot 1961 bleef Den Haag het hoofdkwartier van de Den Haag until 1961 was the headquarters of the
zending. shipment.
Na de organisatie van de Nederlandse ring onttrok de zendingspresident, After the organization of the Dutch withdrew ring the mission president,
Henry J.Volker, het zendingskantoor aan dit gebied. Henry J. Volker, the mission office in this area. Hij besloot hiertoe door He determined this by
gebrek aan ruimte op het hoofdkwartier, de toename van het aantal zendelingen lack of space at headquarters, the increase in the number of missionaries
en omdat de leden van de ring doorgingen op de zendingspresident in hun problemen and because the members of the ring went on the mission president in their problems
te betrekken. involvement. Een andere reden om het te verplaatsen, was om dichter bij de Another reason to move it, was to be closer to the
luchthaven te zijn. airport to be.
Op 15 mei 1961 werd een nieuw zendingshuis te Huizen gekocht. On May 15, 1961 was a new mission house to buy houses. Prijs f. Price f. 60.000,-. 60.000, -.
Het Haagse gebouw werd een Genealogisch Microfilm Laboratoriuin. The Hague was building a Genealogical Microfilm Laboratoriuin. Het nieuwe The new
zendingshuis bestond uit een groot herenhuis met een behoorlijk stuk grond. shipment consisted of a large manor house with a pretty piece of land.
Het vergde f. It took f. 60.000,- om het herenhuis te renoveren. 60,000 - to renovate the mansion. Het kwam op 15 januari It was on January 15
1962 gereed. 1962 ready.

Kerkbouwprogramma in Nederland Church building program in the Netherlands
De verbouwing van het nieuwe zendingshuis in Huizen maakte deel uit van het Mormoons-Europese bouwprogramma in Nederland. The renovation of houses in the new mission house was part of the European Mormon-building program in the Netherlands. Hiertoe was besloten op een yergadering van alle europese zendingspresidenten, die op 9 juni I960 in Frankfurt, Duiisland, werd gehouden. These were decided on an all-European mission presidents yergadering, on June 9 i960 in Frankfurt, Duiisland was held.
Het was de bedoeling om in vier of vijf jaar $ 50.000.000 te besteden aan de bouw van kerken over geheel Europa. The aim was to four or five years $ 50,000,000 to spend on building churches all over Europe. Van dit bedrag was $ 5.000.000 bestemd voor de bouw in Nederland. Of this amount, $ 5,000,000 for construction in the Netherlands. Er werden plaatselijke bouwzendelingen geroepen om met dit bouwprogramma te helpen. Local construction missionaries were called to help with this construction.
Het hoofdkwartier voor Scandinavie, Belgie en Nederland werd in Nederland gevestigd, waar een kantoorgebouw werd gekocht. The headquarters for Scandinavia, Belgium and the Netherlands was established in the Netherlands, where an office was purchased. In Nederland werden zes plaatsen uitgezocht, waar de nieuwe gebouwen met voorrang zouden worden gebouwd. In the Netherlands six sites were selected, where the new buildings would be built with priority. De bouwpolitiek van de Mormoonse Kerk was er op gericht om alleen kerken in nieuwe snelgroeiende steden te plaatsen. The political construction of the Mormon Church was aimed only at new churches in rapidly growing urban areas.
In Nederland was er geen prive-eigendom te koop. In the Netherlands there was no private property for sale. Alle eigendommen moesten van de stedelijke overheid worden gekocht. All property should be purchased from the city government. Helaas werd in 1961 in Nederland een wet aangenomen, dat er geen kerkgebouwen meer mochten worden gebouwd omdat er gebrek aan materiaal en arbeidskrachten was. Unfortunately in 1961 the Netherlands passed a law that no more church buildings could be built because there was a lack of materials and labor. Dit hield in dat alle bouwplannen voor Nederland gedurende meer dan een jaar moesten worden opgeschort. This meant that all building plans for the Netherlands for more than one years to be suspended. Later kregen de kerken van de regering toestemming tot de bouw van kerken. Later the churches of the government permission to build churches. Van het totale aantal vergunningen was echter 50% bestemd voor katholieke kerken, 40% voor protestante en 10% voor alle andere gezindten. Of the total number of permits had been 50% for Catholic churches, Protestant and 40% to 10% for all other denominations.
De Mormoonse Kerk had meer kerkgebouwen gepland dan het totaal aantal vergunningen dat werd afgegeven. The Mormon Church had more churches than the planned total number of permits issued. Toch werd, onder strenge supervisie van de regering, een kerkgebouw in het oostelijk deel van Amsterdam gebouwd. Nevertheless, under strict supervision of the government, a church building in the eastern part of Amsterdam built. Het was moeilijk om hiervoor toestemming te krijgen, omdat het anders zou worden dan de normale kerkgebouwen. It was difficult to get permission, because it would be different than normal churches. Nooit eerder in de geschiedenis had een kerk een gebouw met een kapel, klassen en recreatieruimte onder le'n dak gebouwd. Never before in history had a church building with a chapel, classes and recreational space under roof le'n built.
Nadat een maquette van het gebouw aan het Nederlandse Bouw- en Woningtoezicht was getoond werd echter toestemming verkregen. Once a model of the building to the Dutch Building and Housing was shown, however, permission was obtained. Officieel werd op 16 maart 1963 de eerste steenleggingsceremonie gehouden. Officially on March 16, 1963 the first stone laying ceremony. In 1966 waren de achtendertig door de kerk in gebruik zijnde ruimten in de Nederlandse zending en ring als volgt verdeeld: In 1966 the thirty-eight were in use by the church premises in the Dutch mission and ring as follows:
1. 1. zes door de Kerk gebouwde kerkgebouwen six churches built by the Church
2. 2. zestien gerenoveerde eigendommen four p.m. renovated property
3. 3. zestien gehuurde vergaderruimten. four p.m. rented meeting rooms.

 

Chapter 11 – Conversion Methods

Bekeringsmethoden

Conversion Methods

De vroegste bekeringsmethoden
Voor 1900 bekeerden de zendelingen hoofdzakelijk door het verspreiden van boeken en tractaten en door het houden van vergaderingen in de huizen. Na 1900 werden verscheidene nieuwe methoden gelntroduceerd.

De methode van het verspreiden van tractaten

Het verspreiden van tractaten bleek de meest succesvolle manier te zijn in de negentiende eeuw. J.W.F.Volker, zendingspresident van 1885-1889, beschreef hoe dat werd gedaan:
"Ik begon mijn arbeid te Amsterdam en vertaalde het "Evangelie van Christus" in het Nederlands. Hiervan liet ik 10.000 exemplaren drukken. Deze verspreidde ik langs de huizen met de mededeling, dat ik over drie dagen terug zou komen. Dit plan gaf mij een goede gelegenheid om met de mensen thuis te spreken."
De directe resultaten van dit huis-aan-huis verspreiden van tractaten was niet altijd bemoedigend, maar aan het uiteindelijke resultaat viel niet te twijfelen. De zendingspresident meldde:
"Groot is het aantal gevallen, waarin slechts een persoon werd gevonden door zo'n tractaat, maar deze bracht dan naderhand de ene familie na de andere in de Kerk."
Zendelingen beweerden dat het in hoofdzaak de "armen" waren, die door de distributie van tractaten tot de Kerk werden bekeerd.
"Wij hebben duizenden tractaten onder rijke en arme mensen verspreid. De rijken namen zelden de moeite ze te lezen en joegen ons van de deur. De armen daarentegen accepteerden onze tractaten gretig en gaven ons dikwijls de gelegenheid om hen de principes van het eeuwige leven uit te leggen. Het is tot deze armen dat wij het evangelie kunnen brengen. Het zijn de allerarmsten die de offers van leven en zaligmaking willen accepteren. Velen zijn overtuigd van deze waarheid en zij zouden het evangelie graag aannemen als zij de moed konden opbrengen om te breken met de verkeerde tradities van hun voorvaderen of met de kerken, waaraan zij reeds verbonden zijn."

De methode van huisvergaderingen
Een zendeling meldde in 1896 dat huisvergaderingen werden gehouden als middel om het Mormonisme in te voeren:
"Omdat het tegen de wet van dit land is om straatpreken te houden, hebben wij overal, waar wij de beschikking over huizen konden krijgen, huis­vergaderingen gehouden. Deze huisvergaderingen blijken vaak de beste manier te zijn om hier het evangelie te verspreiden, want zij hebben ons vele onderzoekers gebracht en zelfs enkele gevallen van personen die vroegen om te mogen worden gedoopt."
In ieder huis, waarvoor zij toestemming kregen, werd door de zendelingen vergaderd. Na het ontvangen van de toestemming gingen de zendelingen het blok rond waar het huis stond en nodigden alle buren uit tot het bijwonen van de vergadering. Meestal werd de vergadering ook aangekondigd in het nieuwsblad.

Discussies
Publieke discussies waren ook dikwijls een heel goede methode om het Mormonisme te propageren. In Nederland was het rond 1900 de gewoonte om tegengestelde meningen door discussies nader tot elkaar te brengen.
Op 12 juli 1896 debatteerde een mormoonse ouderling met een baptistendominee uit Ougree, Belgie. Er waren vele baptisten in het gehoor en zij kwamen onder de indruk van de bewijzen, die de principes van de Heiligen der Laatste Dagen ondersteunden. Na het debat verlieten velen de baptistenkerk en werden in de ware kerk gedoopt.

Moeilijke jaren
In de negentiende eeuw gebruikten de zendelingen geen bepaald systeem bij het
onderwijzen van het Mormonisme. Mormoonse ouderlingen lazen de principes van
Kerk voor en daar werd dan over gediscussieerd.
Van 1900 tot 1926 bleef het houden van publieke debatten en het distribueren
van tractaten de belangrijkste methode om het Mormonisme te verspreiden.
De jaren 1922 tot 1935 bleken echter erg moeilijke jaren voor het zendingswerk
te zijn. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door een economische depressie:
"Duizenden lopen langs de straten zonder werk en verschillende Heiligen zijn onder deze onfortuinlijke mensen. De arbeidsvoorwaarden in Nederland zijn erg slecht en de prijzen voor voedsel en kleding erg hoog en buiten het bereik van deze arme mensen."
Dit was er de oorzaak van dat "de mensen de Kerk verlieten om tijdelijke verlossing te vinden in een van de vele politieke organisaties ." In deze moeilijke jaren vonden de zendelingen alleen onderzoekers en bekeerlingen cnder de werklozen en steuntrekkenden.

Nieuwe zendingsmethoden
Ondanks de depressie bleken de jaren 1925-1935 een nieuw tijdvak van weer
andere bekeringsmethoden in de Nederlandse zending te zijn. Door de zendings
president werden de volgende nieuwe methoden van zendingswerk in de Nederlandse
zending ingevoerd:
Bekeren zonder beurs of male;
Openluchtbijeenkomsten ;
Bekeringswerk per boot.
Ook werd er een trainingsschool voor zendelingen geopend en de zending ontving
geillustreerde lectuur vanuit het kerkhoofdkwartier in Salt Lake City.

De methode van Openluchtbijeenkomsten
Voor 1927 was het houden van straatbijeenkomsten, in het bijzonder die van religieuze aard, door de Nederlandse regering verboden. In 1927 werden zij echter voor het eerst toegestaan.
"Van de officiele autoriteiten in de grote steden is nu toestemming ontvangen om openluchtvergaderingen te houden. Dit voorrecht werd ons vroeger onthouden. Wij denken dat dit het begin van een tijdvak van :: meer religieuze tolerantie is en van minder tegenstand tegen het "Mormonisme" ." John P.Lillywhite, zendingspresident van 1926-1929, rapporteerde:
"Al deze vergaderingen werden onder politiebescherming gehouden en ons werd door deze mensen alle mogelijke medewerking gegeven die wij maar konden verlangen."
Deze openluchtvergaderingen resulteerden in een toename in het verspreiden van tractaten, bekeringen tot het evangelie en bezoek aan onderzoekers. In deze tijd meldde de zendingspresident dat zelfs Rotterdam de zendelingen voorrecht toestand:
"In de laatste week van het jaar kregen wij van de stad Rotterdam toe-stemming om regelmatig straatvergaderingen te houden. Dit was voor het eerst in de geschiedenis van de zending dat zo'n vergunning werd gekregen en het schijnt dat er een nieuw tijdvak in de zending is aangebroken."
In de eerste jaren werden deze straat- en parkvergaderingen regelmatig in de meeste gemeenten gehouden. In deze periode werden er twee nieuwe districten voor het zendingswerk geopend. Een was het Overijsselse district en de ander het Zeeland district.

Bekeringswerk zonder beurs of male

In 1926 besloot president Lillywhite de zendelingen in plaats van naar de grote steden, waar zij tot dusver hadden gewerkt, naar het platteland van Nederland te sturen:
"Ik overweeg juist nu een andere methode van zendingswerk, waarbij ik hoop in staat te zijn de zendelingen enige werkelijke zendingservaringen te geven en hen in staat te stellen een bepaalde groep mensen te bereiken, die tot dusver niet de kans gehad hebben om van het evarigelie te horen. Ik ben van plan de zendelingen twee aan twee naar de verschillende plattelandsdistricten te sturen, waar zij zoveel mogelijk zonder geld moeten reizen en daarbij de mensen beproeven. Dit is werkelijk de enige succesvolle methode om zendingswerk te doen, maar het is nieuw in de zending. Ik heb 6 goede mannen uitgezocht die de Nederlandse taal spreken, die zeer serieus in hun werk ziin en die bereid zijn om deze nieuwe methode om het evangelie te prediken, in hun land uit te proberen. Ik verwacht van tijd tot tijd bij hen te zijn om deze methode te controleren. Als zij deze methode met succes kunnen toepassen, opent dit een fantastische reeks van nieuws mogelijkheden voor onze zendelingen, welke hen in staat zal stellen beter met God en Zijn Werk bekend te worden, waardoor zij nog betere resultaten zullen kunnen bereiken.
Het zendingswerk heeft zich in de historie van deze zending bijna steeds beperkt tot de grote steden. Ik geloof dat wij een heel andere geest in de zending zullen kunnen krijgen als wij dit systeem van routine kunnen doorbreken en in een nieuwe staat van zendelingenleven kunnen ingaan."

Zendingsschoo1
In deze periode van activering van de zendelingen, stichtte president Lillywhite een school of trainingsklas. Na hun aankomst in Nederland werden de zendelingen een maand in deze school geplaatst om te worden geinstrueerd omtrent de mogelijkheden van het land, het volk, de taal en de boodschap van het Mormonisme.

Bekeringswerk per boot
Omdat er in Nederland vele kanalen, stromen en meren zijn, werd er besloten dat de meest economische manier, om mensen in afgelegen dorpen te bereiken, het water was. Daarom werd er een kleine motorboot gekocht die accommodatie bood aan vier zendelingen:
"Het werk van deze bootzendelingen houdt in het verspreiden van tractaten en het uitlenen van kleine boekjes aan de mensen en hen in de gelegenheid te stellen de zendelingen uit te nodigen om het doel van hun zending en hun kostbare boodschap bij hen achter te laten. Deze zendelingen hebben veel succes in het vinden van zoekenden naar de waarheid. In een maand tijds werden er negenenzestig vrienden gevonden, die later ernstige onderzoekers werden."
In deze periode van economische depressie werden de Nederlanders beschreven als "lezers van de bijbel" en "religieus van nature". In deze tijd werd de bijbel in vele scholen onderwezen.

Gelllustreerde lectuur als middel tot bekering

Vanuit de Kerk in Salt Lake City werd filmmateriaal ontvangen, Dit materiaal stelde de zendelingen in staat meer contacten te leggen in vergaderzalen en dorpsvergaderingen.

Bekeringswerk door sport
In de jaren 1925-1938 werden door de zendelingen basketball en baseball teams gevormd. De zendingspresident bevorderde sportdeelname om het doel te bereiken jonge mensen in het programma van de Mormoonse Kerk te interesseren. In 1938 werd het zendelingen baseball team erkend. Na het beeindigen van de competitie bood de Nederlandse Club in Amsterdam het team een medaille aan met de volgende inscriptie: "Aan de Mormoonse zendelingen ter herinnering aan de fijne baseball spelen die wij hebben gespeeld".

Het resultaat van de nieuwe bekeringsmethoden
Hoewel 1925-1935 een tijdperk was van nieuwe bekeringsmethoden, nam het aantal dopen af. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door de economische depressie, het niet geinteresseerd zjn in religie, en een vermindering van het aantal zend lingen. In deze tijd nam het aantal dopen af met 83% en het aantal zendeling met 55%.

Het Anderson plan
Na de tweede wereldoorlog verbeterden vier achtereenvolgende plannen de doel matigheid van het zendingswerk. Het eerste plan, aangenomen door de Nederlandse zending in 1951, was genoemd "Een plan voor effectief zendingswerk" of "Het Anderson Plan". Dit plan behelsde een verhandeling over het Boek van Mormon. Het bevatte in totaal achtentwintig mogelijke gespreksonderwerpen voor huis-vergaderingen.
Om dit plan te doen slagen was de geest van God en een grondige kennis van de schriften nodig. In tegenstelling met de traditionele maar minder effectieve vroegere methoden was het de bedoeling dat de zendelingen nu van deur tot deur gingen en moesten trachten in de huizen te komen om daar nun boodschap achter te laten. Zij moesten het stellen van vragen stimuleren om de onderzoekers in de discussies te betrekken. De nadruk werd gelegd op het lezen van het Boek van Mormon als sleutel tot bekering:
"God openbaarde het Boek van Mormon om de eerlijken te overtuigen. Hij verlangt van ons dat wij het gebruiken."
Voordat het Anderson Plan werd aangenomen, werd er een zendingstrainingsschool in Den Haag geopend voor alle nieuwe zendelingen. De school werd "Van negen tot vijf" genoemd, de uren die door ieder op die school werden doorgebracht. Het programma bevatte een tweeweekse trainings cursus voor het lesplan en het : • onderwijs in de Nederlandse taal.
Om het Andersonplan te begeleiden werden er in 1951 speciale onderzoekers-vergaderingen belegd. Wanneer de zendelingen zo'n onderzoekersvergadering had vastgesteld, concentreerden alle zendelingen in het district zich op het in contact komen met gezinnen, die zij dan uitnodigden om die vergadering te be-zoeken. De zendingspresident, John P.Lillywhite, rapporteerde:
"Het werk in Nederland neemt nog steeds toe. De zendingsactiviteiten zijn toegenomen en gelntensiveerd. Er worden speciale vergaderingen voor onderzcekers gehouden over het gehele land en in verschillende wijken."
In deze periode stond een zendelingen basketball team de zending terzijde in haar bekeringspogingen. Tijdens een basketball tournee gedurende een sportweek in Nederland won het zendelingenteam het kampioenschap. Films van de wedstrijden werden in theaters over het gehele land getoond. Dit veroorzaakte hoogst welkome publiciteit voor de Kerk.

Een plan met systeem
In 1952 publiceerden kerkautoriteiten in Salt Lake City een nieuw lesplan, getiteld "Systematisch programma voor het onderwijzen van het evangelie", De Nederlandse zending nam dit plan in 1953 aan, Huis-aan-huis bezoek bleef het belangrijkste middel om onderzoekers te vinden. Dit plan bevatte zeven discussies tijdens het bezoek. De wijken werden aangemoedigd om het onderwijzen van nieuwe bekeerlingen na hun doop ter hand te nemen. Het kerkelijk vertaalinstituut in Salt Lake City vertaalde het plan in het Nederlands en zond het naar Nederland.

Het Dyerplan
Aan het "plan met systeem" werd in 1960 een supplement toegevoegd. In maart van dat jaar kwam Alvin R.Dyer, assistent van de Raad van Twaalven, in Nederland aan. President David 0 McKay stuurde hem als Europees zendingspresident. Hij intro-duceerde een nieuw lesplan: "De Boodschap van de herstelling" genoemd. De "Boodschap van herstelling" bevatte de wijze van benadering, de manier van het houden van bekeringsdiscussies, het geven van inlichtingen en een uitdaging. De zendelingen herinnerden zich een introductie, die door hen was(gebruikt bij huis-aan-huis werk. Nadat zij toegang in een huis hadden gekregen, begonnen zij niet meteen met de doctrines van de kerk, maar boden een korte boodschap aan, welke handelde over de noodzakelijkheid om de waarheid te leren kennen door de Geest van God. Daarna volgden zes lessen, die gelijk waren aan die van het systematische plan. Hierna werd de boodschap van de herstelling gebracht:
"Een positief "eerste contact" of wijze van benadering is om de boodschap te brengen door de kracht van getuigenis, dit zal een kans op een onmiddellijke goede ontvangst door de mensen bevorderen, Dit zal hen leiden naar een onderzoek van de waarheid van het evangelie. De wijze van bekering, onze "eerste afspraakles" legt er de nadruk op, dat door ons getuigenis en de kracht van de Heilige Geest, de onderzoeker de waar­heid te weten kan komen en hoe de waarheid over de dingen van God kan worden begrepen door de invloed van de Geest. De lessen over inlichtingen en uitdaging voor de doop, zijn bedoeld om de interesse van de onderzoeker op te wekken en hun bereidheid om aan de invitatie om zich op de doop voor te bereiden, gehoor te geven, zeker te stellen."
Toen Dyer zijn nieuwe bekeringsplan introduceerde, gaf hij de Nederlandse zen­ding de uitdaging om vijf bekeerlingen per zendeling te dopen. Dit betekende een totaal aantal dopen van vijfhonderdentachtig aan het eind van dat jaar. De zendingspresident was van mening, dat het hem "in zijn bol was geslagen". Nooit in de geschiedenis van de zending waren er in een jaar zoveel dopelingen geweest. Het hoogste aantal, ooit in een jaar bereikt, was driehonderdenzesennegentig in 1950. De uitdaging werd echter aangenomen.
In de maanden september tot en met november bereikten de zendelingen eenhonderd en twaalf dopen. Dit was het hoogste aantal dopen in maanden in de geschiedenis van de zending. Het jaar eindigde met zevenhonderdennegen dopen. Het jaar daarop (1961) doopten de zendelingen negenhonderdentweeentwintig be­keerlingen. Dit succes was gedeeltelijk een gevolg van de teehnieken, die in het Dyerplan ontplooid waren.
Gedurende het gebruik van het Dyperplan werden er in totaal 1600 dopen verricht. Dit betekende een gemiddelde van 13.5 in I960 en 17.8 in 1961.

Reorganisatie van de zending
In 1938 was de Nederlandse zending in vijf districten verdeeld met acht zendelingen en vier afdelingen in ieder district. Dit werd gedaan om een betere supervisie te verzekeren. Met de introductie van het Dyerplan werd door de zendingspresident de administratieve organisatie van de zendelingen veranderd. J.Henry Volker, zendingspresident van 1960-1962, deelde de zending in twee ; secties, bestaande uit ieder vijf districten. De zendelingen, die deze districten presideerden, werden "toezichthoudende ouderlingen" genoemd. Later werd d naam veranderd in "districtsleiders"
De twee secties stonden onder toezicht van ouderlingen, die "reizende ouder- lingen" werden genoemd.
Naderhand werd de zending nogmaals gereorganiseerd. Ditmaal werden de districten gehergroepeerd in vijf zones. Het doel van deze reorganisatie was het bereiken van een efficientere werkmethode, het krijgen van betere rapporten en de afname van het aantal districten, geplaatst onder een zonesupervisor.

Bekeringswerk onder de jeugd
In 1962 moedigde Volker de zendelingen aan om tezamen met het Dyerplan softbal
teams onder de Nederlandse jongens te organiseren. Hieraan gevolggevend, vormden
de zendelingen uit meer dan zevenhonderd jongens in de leeftijd van twaalf tot
vijftien jaar meer dan zeventig softball teams. ledere zendeling in het Neder­
landse zendingsveld probeerde een softball team te organiseren. Er werden wed-
strijden gespeeld en hieruit werden districtsploegen als winnaar aangewezen.
Deze districtwinnaars speelden tegen elkaar en hieruit kwamen de zonekampioene
te voorschijn. Het winnende team ontving een softball. Hierop stond de hand
tekening van Prins Bernard, de man van Koningin Juliana.
Het doel van deze methode was om toegang tot de woningen van de softball spelende jongens te krijgen. Er werden een aantal van deze jongens met hun
ouders door de Mormoonse Kerk gedoopt. Dit programma werd ondersteund door het
Atletiekcomite van Nederland. Hieruit kwam een grote publiciteit voort. Zende­
lingen werden uitgenodigd om op de televisie te verschijnen om dit programma
aan te kondigen.
Ook via de radio werd er meerdere malen over gesproken. Het
belangrijkste resultaat van dit programma was echter de grote publiciteit over
het gehele land.

Zendingsplan voor de gehele wereld
Zendelingen gebruikten de "Boodschap van het Herstellingsplan" van maart I960 tot oktober 1961. In juni 1961 werd echter in Salt Lake City de eerste vergadering gehouden voor zendingspresidenten van de gehele wereld. Het doel van deze vergadering was het coordineren van alle zendingsactiviteiten van de Kerk en hetbereiken van een uniforme methode van onderwijzen van de principes van het Mormonisme over de gehele wereld.
De Nederlandse zendingspresident, J.Henry Volker, woonde de vergadering bij.Aan het einde van de vergadering werd een nieuw bekeringsplan "Een uniform systeem voor het onderwijzen van onderzoekers" uitgedeeld om in de zendingsgebieden van de Kerk te worden gebruikt.
"Dit plan, bestaande uit zes huisdiscussies, vertoonde een verfijning van de principes en technieken, die in vroegere werkmethoden, zoals o.a. het Anderson Plan en het systematische plan, waren ontwikkeld. Het is gebaseerd op de ervaringen en suggesties van verscheidene zendings­presidenten en kerkleiders en werd over de gehele wereld gebruikt."
Na het aannemen van dit wereldwijde zendingsplan, daagde President David OMcKay alle Heiligen der laatste dagen uit om aan de bekeringspogingen op twee manieren deel te nemen:
1. door het geven van namen van potentiele onderzoekers aan de zendelingen. Dit werd het verwijzingsplan genoemd.
2. leden werden aangemoedigd om vrienden, die geen lid waren, in hun huizen uit te nodigen zodat de zendelingen hen de principes van het mormonisme konden uitleggen. Dit werd een groepsvergadering genoemd.
In samenhang met dit plan vermaande de president de heiligen, dat zij minstens een bekeerling per jaar moesten vinden.

Studie gemaakt van het aantal dopen van 1959-1963
Een onderzoek, in 1961 ingesteld onder honderd bekeerlingen in Nederland, toonde aan dat 40% daarvan door bemiddeling van leden en 60% door de zendelingen in contact met de Kerk waren gekomen.
In 1962 verrichte Don van Slooten, de toenmalige zendingspresident, een verge-lijkende studie tussen doop in de Nederlandse zending en in de Nederlandse ring. Het doel van deze studie was te ontdekken, welk percentage bekeerlingen actief bleef in de Kerk. Een overzicht volgt hieronder:

Jaar ............Dopen......... Actief......... Semi-actief....... Inactief
1959.............61.............. 41 % ..........10 % ...............49 %
1960........... 314............. 25 % ............9 %................65 %
1961 ...........435 .............20 % ...........10 % ..............70 %
1962 ...........183 .............32 % ...........14 % ..............54 %
1963 ...........196 .............66 % ...........15 % ..............19 %


De zendingspresident besloot deze studie met de volgende opmerking:
"Deze studie wijst nadrukkelijk uit, dat een werkelijke bekering noodzakelijk is alvorens tot doop over te gaan."
Om inactiviteit bij toekomstige leden tegen te gaan, stelde Van Slooten de volgende restricties voor de doop samen:
"Tengevolge van deze bevindingen eisten wij, dat de zendelingen het gehele lesplan moesten onderwijzen, voordat de kandidaat kon worden gedoopt, dat de kandidaat het woord van wijsheid moest nakomen, dat hij regelmatig de kerk moest bezoeken en dat de kandidaat bekend moest zijn met de wet van tienden en zich bereid verklaarde om tiende te betalen."
Verder moedigde president Van Slooten de zendelingen aan in contact met de nieuwe leden te blijven, totdat men voelde dat ze volledig in de Kerk waren opgenomen. Om het integratieproces te vergemakkelijken, werd er een serie begeleidingslessen ontworpen. Ook instrueerde hij de zendelingen om hun bekeringswerk meer onder de meer ontwikkelde klassen van de bevolking te doen. De zendingspresident geloofde dat de praktijk, om het bekeringswerk voornamelijk onder de allerarmsten te doen, er de oorzaak van was dat het aantal dopen na 1961 was afgenomen.

The earliest conversion methods
Voor 1900 bekeerden de zendelingen hoofdzakelijk door het verspreiden van boeken en tractaten en door het houden van vergaderingen in de huizen. In 1900 the missionaries converted mainly by distributing books and treaties and by holding meetings in the houses. Na 1900 werden verscheidene nieuwe methoden gelntroduceerd. After 1900, several new methods introduced.

De methode van het verspreiden van tractaten
The method of distributing tracts
Het verspreiden van tractaten bleek de meest succesvolle manier te zijn in de negentiende eeuw. The spread of treaties was the most successful way in the nineteenth century. JWFVolker, zendingspresident van 1885-1889, beschreef hoe dat werd gedaan: JWFVolker, mission president from 1885-1889, described how it was done:
"Ik begon mijn arbeid te Amsterdam en vertaalde het "Evangelie van Christus" in het Nederlands. Hiervan liet ik 10.000 exemplaren drukken. Deze verspreidde ik langs de huizen met de mededeling, dat ik over drie dagen terug zou komen. Dit plan gaf mij een goede gelegenheid om met de mensen thuis te spreken." "I started my work in Amsterdam and translated the" Gospel of Christ "in Dutch. Of this I had 10,000 copies printed. The I spread past the houses with the announcement that I would come back on three days. This plan gave me an opportunity to speak with the people at home. "
De directe resultaten van dit huis-aan-huis verspreiden van tractaten was niet altijd bemoedigend, maar aan het uiteindelijke resultaat viel niet te twijfelen. The immediate results of this house-to-door distributing tracts was not always encouraging, but the final result was no doubt. De zendingspresident meldde: The mission president reported:
"Groot is het aantal gevallen, waarin slechts een persoon werd gevonden door zo'n tractaat, maar deze bracht dan naderhand de ene familie na de andere in de Kerk." Great is the number of cases where only one person was found by such a treaty, but then later brought one family after another in the Church. "
Zendelingen beweerden dat het in hoofdzaak de "armen" waren, die door de distributie van tractaten tot de Kerk werden bekeerd. Missionaries claimed that it is essentially the "poor" were, by the distribution of tracts were converted to the Church.
"Wij hebben duizenden tractaten onder rijke en arme mensen verspreid. De rijken namen zelden de moeite ze te lezen en joegen ons van de deur. De armen daarentegen accepteerden onze tractaten gretig en gaven ons dikwijls de gelegenheid om hen de principes van het eeuwige leven uit te leggen. Het is tot deze armen dat wij het evangelie kunnen brengen. Het zijn de allerarmsten die de offers van leven en zaligmaking willen accepteren. Velen zijn overtuigd van deze waarheid en zij zouden het evangelie graag aannemen als zij de moed konden opbrengen om te breken met de verkeerde tradities van hun voorvaderen of met de kerken, waaraan zij reeds verbonden zijn." "We have thousands of tracts distributed among rich and poor. The rich rarely took the trouble to read them and chased us from the door. The poor contrast eagerly accepted our treaties and often gave us the opportunity to them the principles of eternal life them. It is to these arms that we can bring the gospel. It is the poorest that the sacrifices of life and salvation to accept. Many are convinced of this truth and they would gladly accept the gospel as they could muster the courage to break with the false traditions of their forefathers or the churches, which are already connected. "

De methode van huisvergaderingen The method of house meetings
Een zendeling meldde in 1896 dat huisvergaderingen werden gehouden als middel om het Mormonisme in te voeren: A missionary reported in 1896 that house meetings were held as a means to introduce Mormonism:
"Omdat het tegen de wet van dit land is om straatpreken te houden, hebben wij overal, waar wij de beschikking over huizen konden krijgen, huisvergaderingen gehouden. Deze huisvergaderingen blijken vaak de beste manier te zijn om hier het evangelie te verspreiden, want zij hebben ons vele onderzoekers gebracht en zelfs enkele gevallen van personen die vroegen om te mogen worden gedoopt." "Because it defies the laws of this country is to keep street preaching, we have wherever we could get the available homes, house meetings. This house meetings often prove the best way for this to spread the gospel, because they have brought us many researchers and even some cases of people who asked to be baptized. "
In ieder huis, waarvoor zij toestemming kregen, werd door de zendelingen vergaderd. In each house, which they were authorized, was assembled by the missionaries. Na het ontvangen van de toestemming gingen de zendelingen het blok rond waar het huis stond en nodigden alle buren uit tot het bijwonen van de vergadering. After receiving the consent of the missionaries went around the block where the house stood and invited all neighbors to attend the meeting. Meestal werd de vergadering ook aangekondigd in het nieuwsblad. Usually the meeting was also announced in the newspaper.

Discussies Discussions
Publieke discussies waren ook dikwijls een heel goede methode om het Mormonisme te propageren. Public discussions were often a very good method to promote Mormonism. In Nederland was het rond 1900 de gewoonte om tegengestelde meningen door discussies nader tot elkaar te brengen. In the 1900s the Netherlands was the custom of opposing views through discussions closer together.
Op 12 juli 1896 debatteerde een mormoonse ouderling met een baptistendominee uit Ougree, Belgie. On July 12, 1896 argued a Mormon elder with a Baptist pastor from Ougrée, Belgium. Er waren vele baptisten in het gehoor en zij kwamen onder de indruk van de bewijzen, die de principes van de Heiligen der Laatste Dagen ondersteunden. There were many Baptists in the audience and they were impressed by the evidence, that the principles of the Latter-day Saints supported. Na het debat verlieten velen de baptistenkerk en werden in de ware kerk gedoopt. After the debate, many left the Baptist church and were baptized in the true church.

Moeilijke jaren Difficult years
In de negentiende eeuw gebruikten de zendelingen geen bepaald systeem bij het In the nineteenth century missionaries used the system at any given
onderwijzen van het Mormonisme. teaching of Mormonism. Mormoonse ouderlingen lazen de principes van Mormon elders read the principles of
Kerk voor en daar werd dan over gediscussieerd. Church and there was then discussed.
Van 1900 tot 1926 bleef het houden van publieke debatten en het distribueren From 1900 to 1926 continued to hold public debates and the distribution
van tractaten de belangrijkste methode om het Mormonisme te verspreiden. treaties of the main method of spreading Mormonism.
De jaren 1922 tot 1935 bleken echter erg moeilijke jaren voor het zendingswerk The years 1922 to 1935 proved to be very difficult years for missionary
te zijn. be. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door een economische depressie: This was partly caused by an economic depression:
"Duizenden lopen langs de straten zonder werk en verschillende Heiligen zijn onder deze onfortuinlijke mensen. De arbeidsvoorwaarden in Nederland zijn erg slecht en de prijzen voor voedsel en kleding erg hoog en buiten het bereik van deze arme mensen." "Thousands walk along the streets without work and various saints are these unfortunate people. The conditions are very bad in the Netherlands and the prices for food and clothing is very high and beyond the reach of these poor people."
Dit was er de oorzaak van dat "de mensen de Kerk verlieten om tijdelijke verlossing te vinden in een van de vele politieke organisaties ." This was the reason why "the people left the church to find temporary relief in one of the many political organizations." In deze moeilijke jaren vonden de zendelingen alleen onderzoekers en bekeerlingen cnder de werklozen en steuntrekkenden. In these difficult years were the only missionaries and converts researchers cnder aid earners and the unemployed.

Nieuwe zendingsmethoden New transmission methods
Ondanks de depressie bleken de jaren 1925-1935 een nieuw tijdvak van weer Despite the Depression years 1925-1935 a new period of weather
andere bekeringsmethoden in de Nederlandse zending te zijn. other conversion methods in the Dutch mission to be. Door de zendings The missionary
president werden de volgende nieuwe methoden van zendingswerk in de Nederlandse President were the following new methods of missionary work in the Dutch
zending ingevoerd: consignment imported:
Bekeren zonder beurs of male; Convert without purse or male;
Openluchtbijeenkomsten ; Outdoor Meetings;
Bekeringswerk per boot. Conversion work by boat.
Ook werd er een trainingsschool voor zendelingen geopend en de zending ontving Also a training school for missionaries and opened the shipment received
geillustreerde lectuur vanuit het kerkhoofdkwartier in Salt Lake City. illustrated literature from the church headquarters in Salt Lake City.

De methode van Openluchtbijeenkomsten The method of Outdoor Meetings
Voor 1927 was het houden van straatbijeenkomsten, in het bijzonder die van religieuze aard, door de Nederlandse regering verboden. For 1927, holding street meetings, especially those of religious nature, by the Dutch government ban. In 1927 werden zij echter voor het eerst toegestaan. In 1927 however they were first authorized.
"Van de officiele autoriteiten in de grote steden is nu toestemming ontvangen om openluchtvergaderingen te houden. Dit voorrecht werd ons vroeger onthouden. Wij denken dat dit het begin van een tijdvak van :: meer religieuze tolerantie is en van minder tegenstand tegen het "Mormonisme" ." "The official authorities in major cities is now received permission to hold outdoor meetings. This privilege was denied us previously. We think this is the beginning of a period of user greater religious tolerance and less resistance against" Mormonism " . John P.Lillywhite, zendingspresident van 1926-1929, rapporteerde: John P. Lillywhite, mission president of 1926-1929, reported:
"Al deze vergaderingen werden onder politiebescherming gehouden en ons werd door deze mensen alle mogelijke medewerking gegeven die wij maar konden verlangen." "All these meetings were held under police protection and us by these people to cooperate, but given that we could desire."
Deze openluchtvergaderingen resulteerden in een toename in het verspreiden van tractaten, bekeringen tot het evangelie en bezoek aan onderzoekers. In deze tijd meldde de zendingspresident dat zelfs Rotterdam de zendelingen voorrecht toestand: This outdoor meetings resulted in an increase in the spread of treaties, converts to the gospel and visiting researchers. This time the mission president reported that even the missionaries Rotterdam legal situation:
"In de laatste week van het jaar kregen wij van de stad Rotterdam toe-stemming om regelmatig straatvergaderingen te houden. Dit was voor het eerst in de geschiedenis van de zending dat zo'n vergunning werd gekregen en het schijnt dat er een nieuw tijdvak in de zending is aangebroken." "In the last week of the year we got the city of Rotterdam, to vote at regular meetings to keep streets. This was the first time in the history of the consignment that such authorization was received and it seems that a new period in The shipment has arrived. "
In de eerste jaren werden deze straat- en parkvergaderingen regelmatig in de meeste gemeenten gehouden. In the first years, these street-and park meetings regularly held in most municipalities. In deze periode werden er twee nieuwe districten voor het zendingswerk geopend. In this period, two new districts opened for missionary work. Een was het Overijsselse district en de ander het Zeeland district. One was the Overijssel Zeeland district and the other district.

Bekeringswerk zonder beurs of male
Conversion work without fair or male
In 1926 besloot president Lillywhite de zendelingen in plaats van naar de grote steden, waar zij tot dusver hadden gewerkt, naar het platteland van Nederland te sturen: In 1926 President decided Lilly White missionaries instead of the big cities, where they had previously worked, to the countryside of the Netherlands to send:
"Ik overweeg juist nu een andere methode van zendingswerk, waarbij ik hoop in staat te zijn de zendelingen enige werkelijke zendingservaringen te geven en hen in staat te stellen een bepaalde groep mensen te bereiken, die tot dusver niet de kans gehad hebben om van het evarigelie te horen. Ik ben van plan de zendelingen twee aan twee naar de verschillende plattelandsdistricten te sturen, waar zij zoveel mogelijk zonder geld moeten reizen en daarbij de mensen beproeven. Dit is werkelijk de enige succesvolle methode om zendingswerk te doen, maar het is nieuw in de zending. Ik heb 6 goede mannen uitgezocht die de Nederlandse taal spreken, die zeer serieus in hun werk ziin en die bereid zijn om deze nieuwe methode om het evangelie te prediken, in hun land uit te proberen. Ik verwacht van tijd tot tijd bij hen te zijn om deze methode te controleren. Als zij deze methode met succes kunnen toepassen, opent dit een fantastische reeks van nieuws mogelijkheden voor onze zendelingen, welke hen in staat zal stellen beter met God en Zijn Werk bekend te worden, waardoor zij nog betere resultaten zullen kunnen bereiken. "I now consider just a different method of missionary work, which I hope to be able to missionaries only real mission experience to enable them to reach a certain group of people who have not yet had the chance to have the evarigelie to hear. I'm planning the missionaries two by two to send the various rural districts, where it possible to travel without money while the people tested. This is really the only successful method to do missionary work, but it is new in the shipment. I have 6 good men selected by the Dutch language, which ZiiN serious about their work and are prepared for this new method of preaching the Gospel in their country to try. I expect from time to time them to verify this method. If they can successfully apply this method, this opens a great range of new opportunities for our missionaries, which will enable them better with God and His Work to be known, making them even better results will be achieved.
Het zendingswerk heeft zich in de historie van deze zending bijna steeds beperkt tot de grote steden. The missionary has in the history of this mission almost always limited to the big cities. Ik geloof dat wij een heel andere geest in de zending zullen kunnen krijgen als wij dit systeem van routine kunnen doorbreken en in een nieuwe staat van zendelingenleven kunnen ingaan." I believe that we have a very different spirit in the consignment will be able to get this system if we can break from routine and a new state of missionary life can go. "

Zendingsschoo1 Zendingsschoo1
In deze periode van activering van de zendelingen, stichtte president Lillywhite een school of trainingsklas. In this period of activation of the missionaries, founded president Lillywhite a training class or school. Na hun aankomst in Nederland werden de zendelingen een maand in deze school geplaatst om te worden geinstrueerd omtrent de mogelijkheden van het land, het volk, de taal en de boodschap van het Mormonisme. After their arrival in the Netherlands the missionaries one months in this school placed to be instructed about the potential of the country, the people, the language and the message of Mormonism.

Bekeringswerk per boot Conversion Work boat
Omdat er in Nederland vele kanalen, stromen en meren zijn, werd er besloten dat de meest economische manier, om mensen in afgelegen dorpen te bereiken, het water was. Because the Netherlands canals, streams and lakes, it was decided that the most economic way to reach people in remote villages, the water was. Daarom werd er een kleine motorboot gekocht die accommodatie bood aan vier zendelingen: Therefore, a small motorboat purchased accommodation offered at four missionaries:
"Het werk van deze bootzendelingen houdt in het verspreiden van tractaten en het uitlenen van kleine boekjes aan de mensen en hen in de gelegenheid te stellen de zendelingen uit te nodigen om het doel van hun zending en hun kostbare boodschap bij hen achter te laten. Deze zendelingen hebben veel succes in het vinden van zoekenden naar de waarheid. In een maand tijds werden er negenenzestig vrienden gevonden, die later ernstige onderzoekers werden." "The work of these missionaries boat means spreading treaties and the lending of small booklets to the people and give them the opportunity to invite the missionaries to meet the goal of their mission and their valuable message to them to leave. This Missionaries have much success in finding the truth seekers. In one months time were found sixty-nine friends, who later became serious researchers. "
In deze periode van economische depressie werden de Nederlanders beschreven als "lezers van de bijbel" en "religieus van nature". In deze tijd werd de bijbel in vele scholen onderwezen. In this period of economic depression, the Dutch described as "readers of the Bible" and "religious in nature". This time the Bible taught in many schools.

Gelllustreerde lectuur als middel tot bekering
Exemplified reading as a means of conversion
Vanuit de Kerk in Salt Lake City werd filmmateriaal ontvangen, Dit materiaal stelde de zendelingen in staat meer contacten te leggen in vergaderzalen en dorpsvergaderingen. From the Church in Salt Lake City film material was received, this material, the missionaries are able to make more contacts in conference halls and village meetings.

Bekeringswerk door sport Conversion Work Through Sport
In de jaren 1925-1938 werden door de zendelingen basketball en baseball teams gevormd. In the years 1925-1938 were the missionaries basketball and baseball teams formed. De zendingspresident bevorderde sportdeelname om het doel te bereiken jonge mensen in het programma van de Mormoonse Kerk te interesseren. The mission president promoted sports participation for young people to reach the goal in the program of the LDS Church interested. In 1938 werd het zendelingen baseball team erkend. Na het beeindigen van de competitie bood de Nederlandse Club in Amsterdam het team een medaille aan met de volgende inscriptie: "Aan de Mormoonse zendelingen ter herinnering aan de fijne baseball spelen die wij hebben gespeeld". In 1938, the missionaries recognized baseball team. After the termination of the League offered the club in Amsterdam the Dutch team a medal with the inscription: "To the Mormon missionaries in memory of the fine baseball games that we played."

Het resultaat van de nieuwe bekeringsmethoden The result of the new conversion methods
Hoewel 1925-1935 een tijdperk was van nieuwe bekeringsmethoden, nam het aantal dopen af. Although 1925-1935 was an era of new conversion methods, the number of baptisms off. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door de economische depressie, het niet geinteresseerd zjn in religie, en een vermindering van het aantal zend lingen. This was partly caused by the economic depression, not his permanent interested in religion, and a reduction in the number of missionary. In deze tijd nam het aantal dopen af met 83% en het aantal zendeling met 55%. In this time the number of baptisms decreased by 83% and the number of missionaries by 55%.

Het Anderson plan The Anderson plan
Na de tweede wereldoorlog verbeterden vier achtereenvolgende plannen de doel matigheid van het zendingswerk. After the second world war improved four consecutive plan target of the temperance missionary. Het eerste plan, aangenomen door de Nederlandse zending in 1951, was genoemd "Een plan voor effectief zendingswerk" of "Het Anderson Plan". The first plan, adopted by the Dutch mission in 1951, was called "A plan for effective missionary" or "Anderson Plan". Dit plan behelsde een verhandeling over het Boek van Mormon. This plan contained a treatise on the Book of Mormon. Het bevatte in totaal achtentwintig mogelijke gespreksonderwerpen voor huis-vergaderingen. It contained a total twenty-eight possible discussion topics for home meetings.
Om dit plan te doen slagen was de geest van God en een grondige kennis van de schriften nodig. For this plan to succeed, the spirit of God and a thorough knowledge of the requirements needed. In tegenstelling met de traditionele maar minder effectieve vroegere methoden was het de bedoeling dat de zendelingen nu van deur tot deur gingen en moesten trachten in de huizen te komen om daar nun boodschap achter te laten. Unlike the traditional but less effective previous methods was planned now that the missionaries went door to door and were trying to come to the houses there nun message to leave. Zij moesten het stellen van vragen stimuleren om de onderzoekers in de discussies te betrekken. De nadruk werd gelegd op het lezen van het Boek van Mormon als sleutel tot bekering: They were asking questions to encourage the researchers involved in the discussions. The emphasis on reading the Book of Mormon as the key to conversion:
"God openbaarde het Boek van Mormon om de eerlijken te overtuigen. Hij verlangt van ons dat wij het gebruiken." "God revealed the Book of Mormon in order to convince the honest. He reminds us that we use."
Voordat het Anderson Plan werd aangenomen, werd er een zendingstrainingsschool in Den Haag geopend voor alle nieuwe zendelingen. Before the Anderson Plan was adopted, there was a mission training school opened in The Hague for all new missionaries. De school werd "Van negen tot vijf" genoemd, de uren die door ieder op die school werden doorgebracht. The school was "From nine to five ', and by all the hours were spent at that school. Het programma bevatte een tweeweekse trainings cursus voor het lesplan en het : • onderwijs in de Nederlandse taal. The program included a two-week training course for the curriculum and: • Education in the Dutch language.
Om het Andersonplan te begeleiden werden er in 1951 speciale onderzoekers-vergaderingen belegd. To the Anderson Plan to guide researchers were in special meetings held in 1951. Wanneer de zendelingen zo'n onderzoekersvergadering had vastgesteld, concentreerden alle zendelingen in het district zich op het in contact komen met gezinnen, die zij dan uitnodigden om die vergadering te be-zoeken. When the missionaries had established some researchers meeting, all missionaries in the district focused on the contact with families, which they then invited to that meeting to be searching. De zendingspresident, John P.Lillywhite, rapporteerde: The mission president, John P. Lillywhite, reported:
"Het werk in Nederland neemt nog steeds toe. De zendingsactiviteiten zijn toegenomen en gelntensiveerd. Er worden speciale vergaderingen voor onderzcekers gehouden over het gehele land en in verschillende wijken." "The work in the Netherlands is still increasing. The missionary activities have increased and intensified. Onderzcekers for special meetings are held throughout the country and in different districts."
In deze periode stond een zendelingen basketball team de zending terzijde in haar bekeringspogingen. This period was a missionary basketball team in the consignment aside her conversion attempts. Tijdens een basketball tournee gedurende een sportweek in Nederland won het zendelingenteam het kampioenschap. Films van de wedstrijden werden in theaters over het gehele land getoond. Dit veroorzaakte hoogst welkome publiciteit voor de Kerk. During a basketball for a sports tour in the Netherlands won the team championship missionaries. Films of the matches were in theaters across the country shown. This caused most welcome publicity for the Church.

Een plan met systeem A system plan
In 1952 publiceerden kerkautoriteiten in Salt Lake City een nieuw lesplan, getiteld "Systematisch programma voor het onderwijzen van het evangelie", De Nederlandse zending nam dit plan in 1953 aan, Huis-aan-huis bezoek bleef het belangrijkste middel om onderzoekers te vinden. Published in 1952 church authorities in Salt Lake City, a new lesson plan, entitled "Systematic program for the teaching of the Gospel", the Dutch took over this mission in 1953 to plan, house-to-door visits remained the principal means for researchers to find. Dit plan bevatte zeven discussies tijdens het bezoek. This plan contained seven debates during the visit. De wijken werden aangemoedigd om het onderwijzen van nieuwe bekeerlingen na hun doop ter hand te nemen. The districts were encouraged to teach new converts after their baptism to undertake. Het kerkelijk vertaalinstituut in Salt Lake City vertaalde het plan in het Nederlands en zond het naar Nederland. The church Translation Institute in Salt Lake City's plan translated into Dutch and sent to the Netherlands.

Het Dyerplan The Dyer Plan
Aan het "plan met systeem" werd in 1960 een supplement toegevoegd. In maart van dat jaar kwam Alvin R.Dyer, assistent van de Raad van Twaalven, in Nederland aan. At the "plan" system in 1960 a supplement was added. In March of that year, Alvin R. Dyer, Assistant to the Council of Twelve, in the Netherlands. President David 0 McKay stuurde hem als Europees zendingspresident. President David 0 McKay sent him as a European mission president. Hij intro-duceerde een nieuw lesplan: "De Boodschap van de herstelling" genoemd. He intro-duced a new lesson plan: "The Message of the Restoration" called. De "Boodschap van herstelling" bevatte de wijze van benadering, de manier van het houden van bekeringsdiscussies, het geven van inlichtingen en een uitdaging. The "Message of repair" included the means of approach, the way of keeping discussion of conversion, giving information and a challenge. De zendelingen herinnerden zich een introductie, die door hen was(gebruikt bij huis-aan-huis werk. Nadat zij toegang in een huis hadden gekregen, begonnen zij niet meteen met de doctrines van de kerk, maar boden een korte boodschap aan, welke handelde over de noodzakelijkheid om de waarheid te leren kennen door de Geest van God. Daarna volgden zes lessen, die gelijk waren aan die van het systematische plan. Hierna werd de boodschap van de herstelling gebracht: The missionaries remembered an introduction, which they had (used by door-to-door work. After she had received access to a house, they began not start the doctrines of the Church, but offered a short message, which acted the necessity to know the truth through the Spirit of God. Then followed six lessons, which were similar to those of the systematic plan. After this, the message of the Restoration brought:
"Een positief "eerste contact" of wijze van benadering is om de boodschap te brengen door de kracht van getuigenis, dit zal een kans op een onmiddellijke goede ontvangst door de mensen bevorderen, Dit zal hen leiden naar een onderzoek van de waarheid van het evangelie. De wijze van bekering, onze "eerste afspraakles" legt er de nadruk op, dat door ons getuigenis en de kracht van de Heilige Geest, de onderzoeker de waarheid te weten kan komen en hoe de waarheid over de dingen van God kan worden begrepen door de invloed van de Geest. De lessen over inlichtingen en uitdaging voor de doop, zijn bedoeld om de interesse van de onderzoeker op te wekken en hun bereidheid om aan de invitatie om zich op de doop voor te bereiden, gehoor te geven, zeker te stellen." "A positive" first contact "or method of approach is to bring the message through the power of testimony, this will be a good chance of an immediate reception by the people promoting them, this will lead to an investigation of the truth of the Gospel . The way of repentance, our "first afspraakles" stresses that, by our witness and the power of the Holy Spirit, the researcher can find out the truth and the truth about how the things of God can be understood by the influence of the Spirit. Classes of information and challenge for baptism, are intended to interest the researcher to generate and their willingness to meet at the invitation to the baptism to prepare to respond, to ensure .
Toen Dyer zijn nieuwe bekeringsplan introduceerde, gaf hij de Nederlandse zending de uitdaging om vijf bekeerlingen per zendeling te dopen. Dit betekende een totaal aantal dopen van vijfhonderdentachtig aan het eind van dat jaar. Dyer then introduced his new plan conversion, he gave the Dutch mission to challenge the five converts baptized by missionary. This meant a total of five hundred baptisms eighties the end of that year. De zendingspresident was van mening, dat het hem "in zijn bol was geslagen". The mission president felt that he "was beaten in his sphere. Nooit in de geschiedenis van de zending waren er in een jaar zoveel dopelingen geweest. Never in the history of the mission were in one years have been so many baptisms. Het hoogste aantal, ooit in een jaar bereikt, was driehonderdenzesennegentig in 1950. The highest number ever achieved in one years, was driehonderdenzesennegentig in 1950. De uitdaging werd echter aangenomen. The challenge was accepted, however.
In de maanden september tot en met november bereikten de zendelingen eenhonderd en twaalf dopen. In the months September to November reached the missionaries baptized one hundred and twelve. Dit was het hoogste aantal dopen in maanden in de geschiedenis van de zending. This was the highest number of baptisms in months in the history of the consignment. Het jaar eindigde met zevenhonderdennegen dopen. The year ended with seven hundred nine baptisms. Het jaar daarop (1961) doopten de zendelingen negenhonderdentweeentwintig bekeerlingen. The following year (1961) christened the missionaries nine hundred twenty-second day converts. Dit succes was gedeeltelijk een gevolg van de teehnieken, die in het Dyerplan ontplooid waren. This success was partly a result of the teehnieken, Dyer in the Plan were developed.
Gedurende het gebruik van het Dyperplan werden er in totaal 1600 dopen verricht. During the use of the Dyperplan were a total of 1600 baptisms performed. Dit betekende een gemiddelde van 13.5 in I960 en 17.8 in 1961. This meant an average of 13.5 in i960 and 17.8 in 1961.

Reorganisatie van de zending Reorganization of the consignment
In 1938 was de Nederlandse zending in vijf districten verdeeld met acht zendelingen en vier afdelingen in ieder district. In 1938 the Dutch mission divided into five districts with eight missionaries and four divisions in each district. Dit werd gedaan om een betere supervisie te verzekeren. This was done to ensure better supervision. Met de introductie van het Dyerplan werd door de zendingspresident de administratieve organisatie van de zendelingen veranderd. With the introduction of Dyer Plan was the mission president, the administrative organization of the missionaries changed. J.Henry Volker, zendingspresident van 1960-1962, deelde de zending in twee ; secties, bestaande uit ieder vijf districten. J. Henry Volker, mission president of 1960-1962, shared the movement with two, sections, each consisting of five districts. De zendelingen, die deze districten presideerden, werden "toezichthoudende ouderlingen" genoemd. The missionaries, who presided districts, were "supervisory elders" called. Later werd d naam veranderd in "districtsleiders" D name was later changed to "district leaders"
De twee secties stonden onder toezicht van ouderlingen, die "reizende ouder- lingen" werden genoemd. The two sections were under the supervision of elders, who "traveling parent-tions" were mentioned.
Naderhand werd de zending nogmaals gereorganiseerd. Later the mission was again reorganized. Ditmaal werden de districten gehergroepeerd in vijf zones. This time, the districts were regrouped into five zones. Het doel van deze reorganisatie was het bereiken van een efficientere werkmethode, het krijgen van betere rapporten en de afname van het aantal districten, geplaatst onder een zonesupervisor. The purpose of this reorganization was to achieve a more efficient method, getting better reports and the reduction of the number of districts, placed under an area supervisor.

Bekeringswerk onder de jeugd Conversion work among the youth
In 1962 moedigde Volker de zendelingen aan om tezamen met het Dyerplan softbal In 1962 Volker encouraged the missionaries, in conjunction with the Plan Dyer softball
teams onder de Nederlandse jongens te organiseren. among Dutch boys teams to organize. Hieraan gevolggevend, vormden Following this, were
de zendelingen uit meer dan zevenhonderd jongens in de leeftijd van twaalf tot missionaries from more than seven hundred boys aged twelve to
vijftien jaar meer dan zeventig softball teams. fifteen years more than seventy softball teams. ledere zendeling in het Neder Every missionary in the Netherlands
landse zendingsveld probeerde een softball team te organiseren. domestic mission field trying to organize a softball team. Er werden wed- There were wed -
strijden gespeeld en hieruit werden districtsploegen als winnaar aangewezen. fight and played teams from this district were designated as the winner.
Deze districtwinnaars speelden tegen elkaar en hieruit kwamen de zonekampioene These district winners played against each other and from this came the zone champion
te voorschijn. forth. Het winnende team ontving een softball. The winning team received a softball. Hierop stond de hand This was the hand
tekening van Prins Bernard, de man van Koningin Juliana. drawing of Prince Bernard, the husband of Queen Juliana.
Het doel van deze methode was om toegang tot de woningen van de softball spelende jongens te krijgen. The purpose of this method was to allow access to the homes of the boys playing softball to get. Er werden een aantal van deze jongens met hun There were a number of these guys with their
ouders door de Mormoonse Kerk gedoopt. parents baptized by the Mormon Church. Dit programma werd ondersteund door het This program was supported by the
Atletiekcomite van Nederland. Athletics Committee of the Netherlands. Hieruit kwam een grote publiciteit voort. Zende It was a big publicity generated. Zend
lingen werden uitgenodigd om op de televisie te verschijnen om dit programma tions were invited to appear on television to this program
aan te kondigen. to announce. Ook via de radio werd er meerdere malen over gesproken. Het Through the radio was discussed on several occasions. The
belangrijkste resultaat van dit programma was echter de grote publiciteit over main result of this program had the big publicity
het gehele land. the whole country.

Zendingsplan voor de gehele wereld Shipment Plan for the whole world
Zendelingen gebruikten de "Boodschap van het Herstellingsplan" van maart I960 tot oktober 1961. Missionaries used the "Message of the Restoration Plan" of March i960 to October 1961. In juni 1961 werd echter in Salt Lake City de eerste vergadering gehouden voor zendingspresidenten van de gehele wereld. However in June 1961 in Salt Lake City held the first meeting for mission presidents of the world. Het doel van deze vergadering was het coordineren van alle zendingsactiviteiten van de Kerk en hetbereiken van een uniforme methode van onderwijzen van de principes van het Mormonisme over de gehele wereld. The purpose of this meeting was to coordinate all activities of the mission church and hetbereiken of a uniform method of teaching the principles of Mormonism throughout the world.
De Nederlandse zendingspresident, J.Henry Volker, woonde de vergadering bij.Aan het einde van de vergadering werd een nieuw bekeringsplan "Een uniform systeem voor het onderwijzen van onderzoekers" uitgedeeld om in de zendingsgebieden van de Kerk te worden gebruikt. The Dutch mission president, J. Henry Volker, attended the meeting bij.Aan the end of the meeting was a new conversion plan "A uniform system for teaching research" distributed to the mission areas of the Church to be used.
"Dit plan, bestaande uit zes huisdiscussies, vertoonde een verfijning van de principes en technieken, die in vroegere werkmethoden, zoals oa het Anderson Plan en het systematische plan, waren ontwikkeld. Het is gebaseerd op de ervaringen en suggesties van verscheidene zendingspresidenten en kerkleiders en werd over de gehele wereld gebruikt." "This plan, with six home discussions, showed a refinement of the principles and techniques, which in earlier practices, such as the Anderson Plan and systematic plan, were developed. It is based on the experiences and suggestions from various church leaders and mission presidents and was used throughout the world. "
Na het aannemen van dit wereldwijde zendingsplan, daagde President David OMcKay alle Heiligen der laatste dagen uit om aan de bekeringspogingen op twee manieren deel te nemen: After the adoption of this global mission plan, challenged President David OMcKay All Saints last days to the conversion efforts in two ways to participate:
1. 1. door het geven van namen van potentiele onderzoekers aan de zendelingen. Dit werd het verwijzingsplan genoemd. by providing names of potential researchers to the missionaries. This was the referral plan.
2. 2. leden werden aangemoedigd om vrienden, die geen lid waren, in hun huizen uit te nodigen zodat de zendelingen hen de principes van het mormonisme konden uitleggen. Members were encouraged to friends who were not members in their homes in order to invite the missionaries them the principles of Mormonism could explain. Dit werd een groepsvergadering genoemd. This was called a group meeting.
In samenhang met dit plan vermaande de president de heiligen, dat zij minstens een bekeerling per jaar moesten vinden. In conjunction with this plan the President warned the saints that they convert at least a year were found.

Studie gemaakt van het aantal dopen van 1959-1963 Study of the number of baptisms 1959-1963
Een onderzoek, in 1961 ingesteld onder honderd bekeerlingen in Nederland, toonde aan dat 40% daarvan door bemiddeling van leden en 60% door de zendelingen in contact met de Kerk waren gekomen. A study in 1961 brought under one hundred converts in the Netherlands, showed that 40% of them through members and 60% by the missionaries in contact with the Church had come.
In 1962 verrichte Don van Slooten, de toenmalige zendingspresident, een verge-lijkende studie tussen doop in de Nederlandse zending en in de Nederlandse ring. In 1962 Don made Slooten, the former mission president, a comparative study between baptism in the Dutch mission in the Dutch and ring. Het doel van deze studie was te ontdekken, welk percentage bekeerlingen actief bleef in de Kerk. The purpose of this study was to discover what percentage of converts remained active in the Church. Een overzicht volgt hieronder: A list follows below:

Jaar ............Dopen......... Year ......... ............ Baptisms Actief......... Active ......... Semi-actief....... Inactief Semi-active ....... Inactive
1959.............61.............. 1959 ............. 61 .............. 41 % ..........10 % ...............49 % .......... ............... 10% 41% 49%
1960........... 1960 ........... 314............. 314 ............. 25 % ............9 %................65 % ............ 25% 65% 9 %................
1961 ...........435 .............20 % ...........10 % ..............70 % 1961 ........... ........... 435 ............. 20% 10% ......... ..... 70%
1962 ...........183 .............32 % ...........14 % ..............54 % 1962 ........... ........... 183 ............. 32% 14% ......... ..... 54%
1963 ...........196 .............66 % ...........15 % ..............19 % 1963 ........... ........... 196 ............. 66% 15% ......... ..... 19%


De zendingspresident besloot deze studie met de volgende opmerking: The mission president decided this work the following observation:
"Deze studie wijst nadrukkelijk uit, dat een werkelijke bekering noodzakelijk is alvorens tot doop over te gaan." "This study points out clearly that a real baptism of repentance is necessary before proceeding."
Om inactiviteit bij toekomstige leden tegen te gaan, stelde Van Slooten de volgende restricties voor de doop samen: Inactivity in order to counter future members, said Van Slooten the following restrictions for the baptism together:
"Tengevolge van deze bevindingen eisten wij, dat de zendelingen het gehele lesplan moesten onderwijzen, voordat de kandidaat kon worden gedoopt, dat de kandidaat het woord van wijsheid moest nakomen, dat hij regelmatig de kerk moest bezoeken en dat de kandidaat bekend moest zijn met de wet van tienden en zich bereid verklaarde om tiende te betalen." "Owing to these findings, we demanded that the missionaries were to teach the entire curriculum, before the candidate could be baptized, that the candidate should meet the Word of Wisdom, that he regularly had to visit the church and the candidate should be familiar with the law of tithes and their willingness to pay tithes. "
Verder moedigde president Van Slooten de zendelingen aan in contact met de nieuwe leden te blijven, totdat men voelde dat ze volledig in de Kerk waren opgenomen. Further encouraged the missionaries to President Van Slooten in contact with the new members to stay until they felt they were fully incorporated into the Church. Om het integratieproces te vergemakkelijken, werd er een serie begeleidingslessen ontworpen. To facilitate the integration process, there was an accompanying series of lessons designed. Ook instrueerde hij de zendelingen om hun bekeringswerk meer onder de meer ontwikkelde klassen van de bevolking te doen. He also instructed the missionaries for their work of conversion among the more educated classes of the population do. De zendingspresident geloofde dat de praktijk, om het bekeringswerk voornamelijk onder de allerarmsten te doen, er de oorzaak van was dat het aantal dopen na 1961 was afgenomen. The mission president believed that the practice, mainly for the conversion work to do among the poorest, causes of baptism was that after 1961 the number had decreased.

Chapter 12 – Difficulties Encountered

Moeilijkheden ondervonden

Difficulties encountered

 


Moeilijkheden en tegenstanden, ondervonden door de Nederlandse Zending
In de eerste vijf jaar van het zendingswerk hielden verschillende factoren de groei van de Kerk tegen. Moeilijkheden, in de eerste plaats veroorzaakt door de wet, moeilijkheden met het leren van de taal, aanpassing aan de Nederlands gewoonten en het gebrek aan kerkliteratuur.

Wettelijke problemen
In 1866 rapporteerde Joseph Weiler, dat de wet van het land een bijna onover-
komelijk probleem was voor de groei van de zending.
"We vinden het erg moeilijk om een plaats te krijgen waar wij onze vergaderingen kunnen houden, zelfs al willen wij er voor betalen. Wij zouden de pleinen en straten willen gebruiken om het levende woord te laten horen, maar de wetten in dit "zogenaamde" christelijke land zijn zo streng, dat alle religieuze erediensten binnen de muren van huizen moeten worden gehouden en wanneer wij de ordeningen van het Evangelie willen bedienen, door mannen en vrouwen na hun bekering te dopen, moeten wij hiervoor de schaduw van de nacht zoeken. Als wij het zouden wagen om onze God in de open lucht te eren, zouden wij ons binnen de kortste keren binnen de muren van een gevangenis bevinden."

Taal en gewoonten
Andere factoren die er de oorzaak van waren dat het zendingswerk niet
vorderde, waren de taalmoeilijkheden en de aanpassingsmoeilijkheden in ver-
band met vreemde gewoonten. Een zendeling klaagde:
"De pioniers van het Evangelie in dit land hebben veel dingen waar zij mee wcrstelen. Ten eerste een vreemde taal, bijna zonder literatuur. Verder hebben de Nederlanders geen enkele interesse voor toekomstige zegeningen die zij kunnen krijgen. Over dingen die buiten Nederland gebeuren, wordt hier nauwelijks gesproken. Ten tweede houden zij zich streng aan gewoonten en staan zij niet open voor dingen, waardoor zij deze gewoonten moeten verzaken. Zij eten b.v. zuurkool met aardappelen, fijngemaakt tarwebrood, karnemelk, poffers enz. Het is waar dat deze zaken niet van groot belang zijn, maar toch vormen zij tezamen een grote beproeving."

Gebrek aan literatuur
Een andere zendeling schreef de langzame groei van de zending toe aan vooroordelen, ontstaan door valse publiciteit.
"Het is waar, dat onze vooruitzichten in de wereld niet erg vleiend zijn tengevolge van vele obstakels die wij in een nieuw land ontmoetenf doordat wij geen boeken hebben in de taal van het land en het gebrek aan middelen om onze leer behoorlijk ter kennis van het volk te brengen. Er zijn vele boeken tegen ons gepubliceerd en de kranten schrijven vele leugens over ons, waardoor vooroordelen in de hoofden van de mensen ontstaan omtrent de waarheid en evenals over de Galileers vroeger, wordt er thans over ons kwaad gesproken."
Vooroordelen tegen de Kerk waren er de oorzaak van, dat als het woord Mormoon maar werd genoemd, de mensen weigerden om verder te luisteren. Sommige priesters waren het in ieder opzicht met ons eens, totdat de vraag zich voordeed: Wie en wat bent u eigenlijk?" Het antwoord: "Mormonen" was voldoende om de conversatie te beeindigen en soms werden wij zelfs weggestuurd. De zendelingen dachten wel dat velen de geloofwaardigheid van hun boodschap erkenden, maar de mensen waren onwillig om het "te omarmen". Zij hadden weinig zin om de oude begane paden en fouten van hun vaderen te verlaten, in het bijzonder wanneer zij bekend raakten met onze naam "Mormonen".

De eerste Nederlandse tractaatjes
De obstakels die de mormoonse zendelingen ontmoetten waren zodanig, dat na
vijf jaar prediking slechts 88 personen waren gedoopt.
In een poging de vooroordelen te overwinnen publiceerden de zendelingen
in juni 1866 de eerste Nederlandse tractaatjes. Een daarvan was getiteld:
"Verstaat u wat u leest?" Hiervan warden 2000 exemplaren gedrukt. Het
andere, genaamd "Raad voor allen die geluk en eeuwig leven verlangen",
werd verspreid in een oplage van 1000 stuks.
Deze tractaten bevatten de leerstellingen van de Kerk en veroorzaakten enorme
opwinding. Met deze tractaatjes hoopten de zendelingen de muur van traditie
te doorbreken.
"Wij hebben zo juist 1000 exemplaren van de "Waarschuwende stem" laten drukken, wanneer het volk ze wil kopen en lezen, hopen wij dat zij ons willen helpen de dikke muur van traditie te doorbreken, die bijna ondoordringbaar in de hersens van de inwoners van dit land is vastgeroest."
Nadien werden nog andere pamfletten en tractaatjes gepubliceerd. Toen de zendelingen eenmaal de beschikking hadden over literatuur in de Neder­landse taal, begonnen zij de leerstellingen van de Kerk met meer zelfvertrouwen te onderwijzen.
"De broeders hebben grote teleurstellingen tijdens het werk ondervonden, doordat zij geen werken in de taal van het land hadden, zodat de mensen deze zouden kunnen lezen. Nu hebben zij echter "De Waarschuwende stem" en "Het Geloof van de Heiligen der Laatste dagen" door de profeet Joseph Smith en twee of drie andere pamfletten. De broeders vertrouwen dat dit een verbetering zal veroorzaken."
Later zijn er vele tractaten en pamfletten verschenen, alsmede boeken in de Nederlandse taal. Hierover zal later nog worden gesproken.

Tegenstand, ondervonden door de zendelingen
Ondanks de pogingen van de zendelingen om vooroordelen te overwinnen, bleef verder succes beperkt. Gedurende de eerste veertig jaar van mormoonse predi­king in Nederland kwam de tegenstand hoofdzakelijk uit drie bronnen:
1. woedend gespuis
2. de geestelijke overheid
3. de pers.
Het voornaamste effect van de tegenstand ten opzichte van de zending werd veroorzaakt door publicaties.

Oppositie van het gespuis
Inwoners van een dorp, Ommen genaamd, stenigden in 1867 Pieter J.Lammers. Gelukkig stierf hij niet. Het is niet bekend wie de inwoners van de stad er toe aanzette zulke drastische maatregelen tegen ons te nemen. De zendelingen verlieten Ommen en keerden daar de eerste zeventien jaar niet meer terug. In 1884 keerde een jonge bekeerling, A.J.Smeding, terug naar Ommen om bekeringswerk te doen. Hij werd met hooivorken Ommen uitgejaagd.
"De plaatselijke ouderling, breeder Smeding heeft mij geschreven, dat hij zich nooit had kunnen voorstellen dat er zoveel vreugde was in het prediken van het Evangelie, En toch was hij met hooivorken verdreven uit een kleine plaats, Ommen genaamd, dezelfde plaats waar ik zeventien jaar geleden werd gestenigd. In een andere plaats veroorzaakten vijf studenten en een dominee zoveel moeilijkheden, dat de mensen hun deuren voor hem sloten en zijn leven in gevaar was."
In 1878, in een gehuurde zaal in Amsterdam, trad een menigte met lichamelijk geweld tegen de prediking van het Herstelde Evangelie op. Zij beledigden en sloegen Heiligen, zowel mannen als vrouwen, zij braken de ramen van de zaal en ook de banken. Buiten voor de deur was een grote woeste menigte en de broeders moesten, teneinde hun woningen veilig te kunnen bereiken, via de achterzijde het gebouw verlaten. De volgende zondag werd de vergadering in het huis van een van de breeders gehouden, waar de geschiedenis zich herhaalde en de menigte dreigde elder Schettler te stenigen als hij naar buiten durfde te komen.
Een man, wiens vrouw lid van de Kerk was geworden, moedigde de menigte aan hun
dreigementen ten uitvoer te brengen.
Omdat de politie, waarbij hulp werd gevraagd, de zendelingen niet wilden
bijstaan, weigerde de zaaleigenaar de zaal nog langer voor de vergaderingen
besehikbaar te stellen.
"Het was erg duidelijk, dat de politiefunctionarissen, hoewel zij het deden voorkomen of zij ons alle nodige hulp wilden verlenen, het in werkelijkheid meer met het volk eens waren."
Naderhand werd de tegenstand in geheel Nederland zo erg, dat het onmogelijk
was zalen te huren voor de vergaderingen. Bernhard Schettler, de zendings-
president, schreef deze oppositie toe aan "angstwekkende onwetendheid, ge-
combineerd met oneerlijkheid en onwilligheid om anders te schijnen in hun
eerbied tegenover anderen."
Er was ook grote onrust onder het volk tengevolge van een wijdverspreide
werkeloosheid Deze toestand had kennelijk effect op de geestelijke gesteldheid
van het volk, want de kerken waren bijna leeg.
In 1830, achttien jaar na de aanvang van het zeridingswerk door de Heiligen
der Laatste Dagen, hadden de Nederlanders nog steeds gemengde gevoelens ten
opzichte van het Mormonisme.
"Als ik door de straten wandel teneinde in alle rust tractaten te verspreiden, roepen de mensen mij na; zij noemen mij een valse profeet. In de kranten staat een kolom die gewijd is aan zaken die tegen ons getuigen en die de mensen in dit land waarschuwt zich van ons te verwijderen en niet naar ons te luisteren. Als wij maar de gelegenheid kregen om in de open lucht te prediken, want vergaderplaatsen zijn voor ons gesloten en zalen kunnen wij niet huren."
In 1898 hadden twee zendelingen in Hoogkerk een ijzingwekkende ervaring. Te dien tijde waren er geen leden van de Kerk in Hoogkerk of omgeving, Na verscheidene bekeringspcgingen slaagden de ouderlingen Klaas Jongsma en Hyrum Hand er echter in enkele families in Hoogkerk en Vierverlaten, plaatsen in de omgeving van de stad Groningen, in het mormonisine te interesseren. Terwijl de zendelingen bij de mensen op bezoek waren, verzamelden zich in de nabijheid van dat huis arbeiders van een naburige fabriek en uitten dreigementen tegen de zendelingen. Toen de zendelingen het huis verlieten, werden zij door de arbeiders geslagen. Elder Hand werd bij een brug tegen de grond gegooid. Hij werd ongenadig geslagen, waarbij de nationale klompen "goede diensten" bewezen. Ogenschijnlijk dood werd hij in een sloot gegooid, maar hij slaagde erin om naar de overkant te zwemmen en door een aardappelveld te ontsnappen. Ook elder Jongsma kreeg een flink pak slaag voor hij kon ontsnappen. De fabrieksarbeiders verspreidden zich, nadat hun werkgever enkele revolverschoten had gelost. Hierdoor kwamen zij weer tot zichzelf.
Het jaar daarop, in 1899 keerden inwoners van Apeldoorn zich tegen het zendings werk in hun omgeving, omdat een lid van de Kerk kort na zijn doop overleed. Vijanden van de Kerk weten zijn dood aan deze ceremonie. Veel van de bekendste dagbladen in Nederland verspreidden deze mening. Bij de begrafenis van dit lid verzamelde zich een menigte, die de zendelingen stenigden. Gelukkig werden zij niet gedood.

Tegenstand in Belgie

In 1896 dreigde een woedende menigte van 400 a 500 mensen in Luik, Belgie, elder John B.Ripplinger te doden, Ripplinger had vergaderingen gehouden tenhuize van een notabele uit die stad, die door hem was gedoopt. Antimormoonse
krantenartikelen veroorzaakten haat tegen Ripplinger onder de burgers. In de
kolommen van de pers werd spijt geuit omdat zo'n respectabele familie het
mormonisme had aanvaard.
Een menigte verzamelde zich buiten het huis en eiste dat Ripplinger naar
buiten zou komen.Nadat er enige schade aan het huis werd aangebracht, arri-
veerde de politie, die de menigte uiteenjoeg. Naderhand kon Ripplinger zonder
verdere molestatie ontsnappen.
Na deze stoornis ontving elder Ripplinger een uitnodiging om de Minister van
Openbare Werken en Gcdsdienst te ontmoeten. Opgewonden geestelijken van Luik
verhaastten de uitnodiging door een geheel verkeerde voorstelling van zaken
omtrent de leerstellingen, volk en ouderlingen van de Kerk te geven.
Na een langdurige bespreking over mormoonse leer en meervoudig huwelijk,
verzekerde de minister elder Ripplinger, dat er vrijheid van godsdienst
in Belgie heerste. Verdere moeilijkheden door gevaarlijke benden werden
tijdens het zendingswerk in Belgie niet meer ondervonden. Ondanks dit ont-
breken van tegenstand werden slechts enkele bekeringen tot de Kerk genoteerd.
Het enige werkelijke succes had John Ripplinger, die tussen 1894 en 1897
100 bekeerlirigen doopte. Het zendingswerk in Belgie groeide slechts langzaam,
omdat het volk onontwikkeld was. Een andere oorzaak was het feit, dat Belgie
hoofdzakelijk Rooms-Katholiek was. Als de zendelingen contact zochten met
de mensen, werd er gezegd; "Mijn ouders waren katholiek, ik ben nu katholiek
en ik zal dat blijven en ook mijn kinderen zal ik katholiek opvoeden."
De mensen hadden weinig ambitie en zij voelden er weinig voor om daar ver-
andering in te brengen.

Oppositie van de pers
Naast de tegenstand, ondervonden door het gepeupel, ontmoette men ook tegen­stand via kranten- en tijdschriftartikelen, pamfletten en boeken. De pers bleek zowel aanklager als verdediger te zijn in hun publicaties over het mormonisme. Acht jaar voor de organisatie van de Nederlandse zending was er een boek verschenen, getiteld: "Geschiedenis van de oorsprpng en de avonturen van de Mormonen" .
Dit was een anti-mormoons boek. De schrijver beweerde, dat "alles wat vreemd en ongewoon in de Amerikaanse secten was, in het mormonisme werd samengebracht."
Sinds deze eerste anti-mormoonse publicatie in Nederland zijn nog vele on-gunstige boeken en krantenartikelen verschenen. In 1866 rapporteerde de Nederlandse Zendingsgeschiedenis:
"Er zijn vele boeken tegen ons.verschenen en vele kranten ageren met alle soorten leugens, om de mensen te bevooroordelen tegenover de waarheid. Dit werkte echter averechts, want de mensen werden nieuwsgierig. Dit resulteerde vaak in een persoonlijke ontmoeting met de zendelingen en leidde zo tot een eerlijk onderzoek van het mormonisme. De kranten hier schrijven veel over ons en vertellen een massa dingen die niet waar zijn en ik denk altijd maar "Hoe meer hoe beter, want het zal de mensen er toe brengen om te onderzoeken wat voor soort mensen wij aijn."
Vroegere zendelingen hadden advertenties geplaatst in de kranten om hun bijeenkomsten aan te kondigen. Nu de kranten allerlei leugenachtige artikelen schreven, wekten deze artikelen de nieuwsgierigheid van het volk voldoende op en was het niet nodig om nog langer te adverteren. De gehuurde zalen waren veelvuldig gevuld met niet-mormonen, die benieuwd waren om een doop te zien, omdat de kranten hadden vermeld dat dit werd gedaan in een teil met modder.

Een keerpunt
Door de publiciteit, aan de kerk besteed, trad er in 1902 een keerpunt op. Van 1861 tot 1902 waren de meeste perspublicaties antimormoons geweest. In 1902 echter plaatste "De Prins", een gelllustreerd weekblad, een pro-mormoons artikel. De Mormoonse zendingspresident meldde:
""De Prins", een van de voornaamste gelllustreerde weekbladen van Amsterdam, wijdde in zijn laatste nummer twee drie koloms bladzijden aan een artikel, gelllustreerd met vier prenten van de president Joseph P.Smith en de tempel en tabernakel.
Dit blad ligt nu in verscheidene etalages in de stad en trekt niet weinig de belangstelling van degenen die langs komen".
De schrijver introduceerde zijn artikel als volgt:
"Onze lezers hebben ongetwijfeld vaak gehoord van de mormonen, maar echte foto's van hun heiligdommen zijn nooit eerder in Nederland verschenen. Nu wij in staat zijn geweest deze voor "De Prins" te veroveren, geven wij met genoegen ruimte aan een van de aanhangers van dit geloof, die ons van tekst en foto's heeft voorzien, om zijn standpunt ts verkondigen." Andere kranten volgden "De Prins" en publiceerden nu pro-mormocnse artikelen. Dientengevolge verschenen nu zowel pro- als contra-artikelen in de kranten. Het werkelijke keerpunt was niet dat een enkel positief artikel was gepubliceerd, maar dat de pers nu meer objectief werd. De pers stond nu toe dat beide gezichtspunten, zowel voor als tegen, in de kranten verschenen, Zij bepaalde nu een gedragslijn alvorens te veroordelen. Nu de kranten eerlijker begonnen te oordelen, stond de pers ook toe, dat corrigerende artikelen ver­schenen, wanneer er valse berichten in de kranten stonden.
In 1904 echter deden vele kranten weer een gezamenlijke poging om haat tegen de Mormoonse kerk te zaaien. Sommige kranten stelden aanzienlijke ruimte in hun kranten beschikbaar voor anti-mormoonse artikelen. Deze artikelen schenen uit een bron te komen, maar waren zo goed verspreid, dat de elders rapporteerden dat zij ze in alle delen van het land hoorden. De bron van deze artikelen was een brief van een predikant in Salt Lake City, De beschikbare informatie bevatte de naam Zimmer. Sommige kranten bestreden de anti-mormoonse campagne en drukten pro-mormoonse artikelen. Verscheidene prominente Nederlanders bestreden de Kerk gedurende de anti-mormoonse campagne. De Nederlandse gedelegeerde naar het Internationale Vredescongres in Boston schreef een gunstig artikel voor het Algemeen Handelsblad:
"Gedurende vele jaren heeft de pers in Europa niets anders over dit
bijzondere volk geschreven dan overdreven en valse voorstellingen over
het huwelijksleven van de mormonen. Het is werkelijk een genoegen te
zien hoe ijver en energie, maar boven alles onvermoeibare volharding,
een wildernis in vruchtbare velden veranderden. Armoede is onbekend
in Utah." ;
Het uiteindelijke resultaat van deze antimonnoonse campagne bleek eerder heilzaam dan vernietigend te zijn. De zendingspresident, Willard Cannon rapporteerde:
"Aanzienlijke informatie kon worden verstrekt en het resultaat zal eerder nuttig dan ongunstig zijn,"

De strijdvraag polygamie
1909 bleek ook weer een jaar van anti-mormoonse publiciteit te zijn. Thans was het meervoudige huwelijk de oorzaak. In September van dat jaar drukte de Staatscourant, een officieel regeringsblad, een artikel, dat onopzettelijk de mormoonse polygamie met blanke slavinnenhandel vergeleek. Praktisch iedere krant in het land nam dit artikel over. Later plaatste de directeur van het regeringsbureau ter bestrijding van de handel in blanke slavinnen een verklaring teneinde de valse indruk, die door het artikel was ontstaan, te corrigeren. Toch sprak deze directeur nog critisch over de polygamische praktijken in Utah:
“Wat het meervoudige huwelijk betreft heeft de Kerk besloten dat zij de wetten van de Verenigde Staten zal gehoorzamen, maar desalniettemin zijn er talrijke families in Utah, welke nog steeds ongestoord in polygamie leven, hetgeen een groot gevaar inhoudt voor Nsderlandse mensen die in aanraking met deze gezinnen komen."
Het regeringsbureau ter bestrijding van de handel in blanke slavinnen adviseerde iedere vrouw, die van plan was naar de Verenigde Staten te emigreren of tot de Kerk toe te treden, om eerst contact op te nemen met hetpolitiehoofdkwartier te Amsterdam, Regeringsleiders legden een verklaring af in de Haagsche Courant dat zij een onderzoek hadden ingesteld en dat zij het raadzaam achtten dat zij, die zich tot het mormonisme voelde aangetrokken als gevolg van hun propaganda, zowel pro- als anti-informatie moesten ontvangen,
Het polygamie-debat in de kranten duurde jaren. Twee publicaties, "De Eenheid" en "De Tempel" werden gedurende deze controverse bondgenoten voor de mormoonse zaak. In 1925 publiceerde De Eenheid een pro-mrmoons artikel van Theodore Roosevelt, getiteld: Theodore Roosevelt weerlegt anti-mormoonse leugens:
"Toen ik president was, werd bij een bepaalde gelegenheid een aantal aanvallen op de regering gedaan omtrent deze meervoudige huwelijken in Idaho en Wyoming, alsmede in Utah, waarin werd beweerd dat een aantal van onze federale leiders een meervoudig huwelijk hadden gesloten, Een bijzonder zorgvuldig en grondig onderzoek werd door de beste regeringsmensen ingesteld en het bleek dat er niet de geringste grond van waarheid in deze aanvallen was, Iedere mormoon waarmee ik sprak, verzekerde mij, dat sinds polygamie wettelijk verboden was, zij zich aan deze wet hielden. De mormonen hebben hetzelfde recht hun godsdienst te beleven op hun manier, evenals de Joden en de Christenen dit recht hebben, Zij zullen alleen niet handelen tegen de wetten van het land. Ik heb monogame mormonen gekend. Hun levensstandaard met betrekking tot huiselijk leven, moraal en houding ten opzichte van mannen en vrouwen waren zo hoog als die van de beste mensen in iedere andere bevolkingsgroep. Werkelijk, tussen deze mormonen is de standaard van sexuele moraliteit bijzonder hoog, Hun kinderen zijn talrijk, gezond en goed cpgevoed. Hun jonge mannen waren minder dan hun buren geneigd om toe te geven aan een verdorven sexuele losbandigheid die zo vernederend is voor hun sekse en zo wreed en vernederend voor de vrouwen die er het slachtoffer van zijn. Zij leden niet aan deze ordeugd, die vernietigender voor de beschaving is dan welke andere ondeugd ook maar kan zijn: de kunstmatige beperkingen van gezinnen en het steriele huwelijk leiden uiteindelijk tot vernietiging van de natie."
Na de verschijning van dit artikel verschenen er weer vele andere gunstige artikelen over de mormoonse zaak, Polygamie bleef vele jaren een strijdvraag, maar er werden ook betrouwbare artikelen gepubliceerd. In 1929 werd het bekeringswerk geconfronteerd met een andere hardnekkige antimormoonse campagne. In Rotterdam gingen op marktdagen "handelaren" van deur tot deur, om "Openbaringen" te verkopen, Deze handelaren verkochten pamfletten, die mormoonse tempelgeheimen bevatten. In werkelijkheid was deze campagne een handelszaakje.

De controverse betreffende de doop
Het dopen werd eveneens een strijdvraag in vele krantenartikelen, Een artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 februari 1922 beschreef een doop door onderdompeling en concludeerde, dat deze manier van dopen ongetwijfeld een kracht had die ontbrak bij de gemakkelijke manier van dopen door het laten vallen van een druppel water op het voorhoofd van de kandidaat, In 1931 publiceerde De Heraut, een Nederlands Hervormd weekblad, een artikel, waarin de vraag aan de orde werd gesteld of de mormocnse manier van dopen door de kerk als christelijk moest worden beschouwd of niet. De schrijver van het artikel kwam tot een negatieve uitspraak, later verscheen er een artikel in het Hervormd weekblad der Calvinistische Kerk, dat overwoog of een Mormoon door de Nederlands Hervormde Kerk kon worden geaccepteerd zonder herdoop. Het artikel concludeerde dat, als de mormoonse kerk als christelijk werd beschouwd, en als de doop was verricht in de naam van de Heilige Drieeenheid, de doop geldig was. De schrijver zei, dat de mormoonse doop christelijk scheen te zijn maar hij "durfde niet te zeggen dat het een christelijke kerk was, hoewel er wel enige elementen van ware christelijkheid in zaten" . Na 1935 verschenen er in de kranten en diverse weekbladen gunstige artikelen betreffende doop voor de doden, het welzijnsplan, het zendingswerk, genealogie en het mormoonse kerkbouwprogramma.

Tegenstand van de geestelijkheid

De geestelijkheid bestreed de groei van het mormonisme met diverse methoden. In Delft stelden geestelijken een "genezer" aan in navolging van de zendelingen, zij beledigden de zendelingen in het openbaar en waarschuwden de mensen tegen hen.
Andere geestelijken verspreidden anti-mormoonse lectuur. Soms werkte dit juist averechts, omdat hierdoor eerder de nieuwsgierigheid dan oppositie werd opgewekt .
"Velen hoorden voor het eerst in hun leven de zendelingen hun getuigenis van
het Evangelie van Jezus Christus geven. Het is er een goed voorbeeld van hoe
de oppositie in ons voordeel kan werken. In plaats van toorn van vele inwon-
tegen ons op te wekken en vijanden van ons te maken, bezorgde deze goede
predikant (en anderen) ons vele vrienden.
Bij tijd en wijle publiceerde predikanten artikelen in de kranten of, schrevan
pamfletten en boeken tegen de mormoonse kerk. Een groep Nederlands Hervormde
predikanten in Apeldoorn publiceerde een grof en gemeen anti-mormoons pamflet
in een poging de groei van het mormonisme onder hun leden in te dammen.
Het pamflet, getiteld "Waak en Bid" bevatte een waarschuwing tegen "misleidende
methoden van de mormoonse zendelingen, die probeerden de gelovigen in hun
strikken te vangen." |

Geschriften van Van der Valk
Sinds 1921 vormde een serie geschriften van M.H.A.van der Valk de voornaamste
bron van de aanvallen van de geestelijkheid op het mormonisme. Van der Valk
was een Nederlands Hervormd predikaat geweest maar was uit zijn functie gezet.
In 1921 publiceerde Van der Valk een brochure, getiteld “De profeet van de
mormonen Joseph Smith Jr.". Vele kranten en tijdschriften hetzagen de brochure
en juichten haar toe als het beste werk omtrent mormonisme in de Nederlandse
taal. Deze brochure werd gedurende vele jaren een bron voor antimormoonse
artikelen in de kranten, voor preken tegen mormonisme in kerken en voor gemene
Pamfletten.
Later gaf Van der Valk een andere brochure uit, getiteld: "De Mormonen,
hun Profeet, Leer en Leven". In 1926 gaf hij een brochure uit getiteld
"De Mormoonse Leer". Toen deze laatste brochure in druk verscheen, verklaarde
de Nieuwe Haagsche Courant dat deze brochure "verschrikkelijke, maar gezaghebbende
en aanvaardbare lectuur" was, “die gebruikt moest worden tegen de onver-
zettelijke mormoonse propaganda in Nederland".
Een van Van der Valks brochures bevatte tempelgeheimen."Hij was in Amerika
geweest, maar nooit in Utah, hoewel hij beweerde daar wel geweest te zijn. Eij
beweerde, dat hem, toen hij in Amerika was, als niet-mormoon natuurlijk niet
werd toegestaan het Endowment House, een bijgebouw van de tempel in Salt Lake
City, te betreden, maar hij kon niettemin alle betrouwbare informatie verstrek
ken over alles wat daar gebeurde."
Dominee Van der Valk beweerde dat hij voor het eerst in 1889 in Salt Lake
City was, negen jaar voor dit laatste bezoek. Hierdoor werd de eerlijkheid
van de predikant in twijfel getrokken. Zelfs in 1926 bleek dat hij niet wist
dat het Endowment House niet langer bestond.
Na de publicatie van Mormon Doctrine begonnen handelaren het pamflet "Tempel-geheimen" op de markten in Rotterdam en omliggende steden te verkopen ter "be-
Striding” van de mormoonse propaganda.
Van der Valks publikaties bleven gedurende vele jaren een bron van anti-
mormoonse literatuur. In 1953 schreef Van der Valk een brief aan de zendings-
president, Donovan van Ban, waarin hij naar de positie van de mormoonse kerk
in Amerika informeerde. President Van Dam geloofde dat Van der Valk uit-
eindelijk de waarheid omtrent de Kerk begon te leren in plaats van de valse
informatie die hij gedurende de afgelopen jaren had gekoesterd.
President Van Dam voelde dat Van der Valks gemoed was verzacht ten tijde
van zijn dood in 1954 en dat hij begon te denken dat de Profeet Joseph Smith
misschien niet zo slecht was geweest als hij hem had geschilderd.

De resultaten van de oppositie
Gedurende de geschiedenis van de Nederlandse Zending veroorzaakten de pers en de tegenstand van de geestelijkheid voor de kerk gunstige publiciteit. De tegenstand hielp bij het openen van de weg voor een meer uitgebreide verspreiding van het Evangelie. Zendelingen berichtten, dat de oppositie de mensen er toe bracht om uit te vinden welk soort mensen zij waren. Soms werden bioscopen gebruikt als middel om de propaganda van het mormonisme te bestrijden, maar dit hielp alleen maar bij bekeringspogingen.
"Nu en dan vertonen sommige minder goede bioscopen film zoals "Een slachtoffer van de mormonen", "De Parel van Utah" of "De Bloem van de Mormonen".
Deze dragen er alleen maar toe bij om de nieuwsgierigheid van de mensen op te wekken en hen er toe te brengen het evangelie te onderzoeken. In plaats van het werk te verhinderen, bevorderen zij het."
Gedurende de geschiedenis van de kerk in Hederland was er juist genoeg tegen­stand en vervolging om onderzoekers tot de Kerk te brengen.

Difficulties and teeth against experienced by the Dutch Mission
In de eerste vijf jaar van het zendingswerk hielden verschillende factoren de groei van de Kerk tegen. In the first five years of missionary work were several factors against the growth of the Church. Moeilijkheden, in de eerste plaats veroorzaakt door de wet, moeilijkheden met het leren van de taal, aanpassing aan de Nederlands gewoonten en het gebrek aan kerkliteratuur. Difficulties, primarily caused by the law, difficulties in learning the language, adapt to Dutch habits and lack of church literature.

Wettelijke problemen Legal issues
In 1866 rapporteerde Joseph Weiler, dat de wet van het land een bijna onover- In 1866 Joseph Weiler reported that the law of the country almost one-onOver
komelijk probleem was voor de groei van de zending. come law issue was the growth of the consignment.
"We vinden het erg moeilijk om een plaats te krijgen waar wij onze vergaderingen kunnen houden, zelfs al willen wij er voor betalen. Wij zouden de pleinen en straten willen gebruiken om het levende woord te laten horen, maar de wetten in dit "zogenaamde" christelijke land zijn zo streng, dat alle religieuze erediensten binnen de muren van huizen moeten worden gehouden en wanneer wij de ordeningen van het Evangelie willen bedienen, door mannen en vrouwen na hun bekering te dopen, moeten wij hiervoor de schaduw van de nacht zoeken. Als wij het zouden wagen om onze God in de open lucht te eren, zouden wij ons binnen de kortste keren binnen de muren van een gevangenis bevinden." "We find it very difficult to get to a place where we can hold our meetings, even though we pay for it. We would like to use the streets and squares to live the word heard, but the laws in this" known " Christian country are so strict, that all religious worship within the walls of houses should be kept and where the organization we want to serve the Gospel, by men and women after their conversion to baptism, should we find the shadow of the night. If we would venture to our God in the open air to them, we would in no time within the walls of a prison there. "

Taal en gewoonten Language and customs
Andere factoren die er de oorzaak van waren dat het zendingswerk niet Other factors that are causing the mission were not
vorderde, waren de taalmoeilijkheden en de aanpassingsmoeilijkheden in ver- progressed, were language difficulties and difficulties in adapting the well -
band met vreemde gewoonten. band with strange habits. Een zendeling klaagde: A missionary complained:
"De pioniers van het Evangelie in dit land hebben veel dingen waar zij mee wcrstelen. Ten eerste een vreemde taal, bijna zonder literatuur. Verder hebben de Nederlanders geen enkele interesse voor toekomstige zegeningen die zij kunnen krijgen. Over dingen die buiten Nederland gebeuren, wordt hier nauwelijks gesproken. Ten tweede houden zij zich streng aan gewoonten en staan zij niet open voor dingen, waardoor zij deze gewoonten moeten verzaken. Zij eten bv zuurkool met aardappelen, fijngemaakt tarwebrood, karnemelk, poffers enz. Het is waar dat deze zaken niet van groot belang zijn, maar toch vormen zij tezamen een grote beproeving." "The pioneers of the Gospel in this country have many things which they will wcrstelen. First, a foreign language, almost no literature. Furthermore, the Dutch have no interest in future blessings they can get. About things that happen outside the Netherlands, is hardly spoken. Second, they keep strictly to their habits and are not open to things, so they must abandon habits. They eat sauerkraut with potatoes eg, ground wheat bread, buttermilk, pocket pistol, etc. It is true that these things do not are important, but together they form one big test. "

Gebrek aan literatuur Lack of literature
Een andere zendeling schreef de langzame groei van de zending toe aan vooroordelen, ontstaan door valse publiciteit. Another missionary wrote the slow growth of the consignment to prejudice caused by false advertising.
"Het is waar, dat onze vooruitzichten in de wereld niet erg vleiend zijn tengevolge van vele obstakels die wij in een nieuw land ontmoetenf doordat wij geen boeken hebben in de taal van het land en het gebrek aan middelen om onze leer behoorlijk ter kennis van het volk te brengen. Er zijn vele boeken tegen ons gepubliceerd en de kranten schrijven vele leugens over ons, waardoor vooroordelen in de hoofden van de mensen ontstaan omtrent de waarheid en evenals over de Galileers vroeger, wordt er thans over ons kwaad gesproken." "It is true that our prospects in the world are not very flattering because of many obstacles we ontmoetenf in a new country because we have no books in the language of the country and the lack of resources to properly inform our teaching of the people bring. There are many books published by us and the newspapers write many lies about us, which prejudices in the minds of the people and created the Truth and the Galilean earlier, is now talked about us harm. "
Vooroordelen tegen de Kerk waren er de oorzaak van, dat als het woord Mormoon maar werd genoemd, de mensen weigerden om verder te luisteren. Sommige priesters waren het in ieder opzicht met ons eens, totdat de vraag zich voordeed: Wie en wat bent u eigenlijk?" Het antwoord: "Mormonen" was voldoende om de conversatie te beeindigen en soms werden wij zelfs weggestuurd. De zendelingen dachten wel dat velen de geloofwaardigheid van hun boodschap erkenden, maar de mensen waren onwillig om het "te omarmen". Zij hadden weinig zin om de oude begane paden en fouten van hun vaderen te verlaten, in het bijzonder wanneer zij bekend raakten met onze naam "Mormonen". Prejudices against the Church were the cause, but as the word Mormon was called, the people refused to listen further. Some priests were in any way with us, until the question arose: Who and what are you actually ? "The answer:" Mormons "was sufficient to terminate the conversation and sometimes we were even expelled. The missionaries thought that many people recognized the credibility of their message, but people were reluctant to" embracing ". They had little meaning to the old paths and ground faults of their fathers to leave, especially when they became familiar with our name "Mormons".

D e eerste Nederlandse tractaatjes T he first Dutch tracts
De obstakels die de mormoonse zendelingen ontmoetten waren zodanig, dat na The obstacles that the Mormon missionaries were met, so that the
vijf jaar prediking slechts 88 personen waren gedoopt. five years preaching only 88 people were baptized.
In een poging de vooroordelen te overwinnen publiceerden de zendelingen In an attempt to overcome the prejudices published the missionaries
in juni 1866 de eerste Nederlandse tractaatjes. In June 1866 the first Dutch tracts. Een daarvan was getiteld: One was entitled:
"Verstaat u wat u leest?" "Do you understand what you read?" Hiervan warden 2000 exemplaren gedrukt. Of warden in 2000 copies printed. Het It
andere, genaamd "Raad voor allen die geluk en eeuwig leven verlangen", other, called "Council for all who desire eternal life and happiness",
werd verspreid in een oplage van 1000 stuks. circulated in an edition of 1,000 pieces.
Deze tractaten bevatten de leerstellingen van de Kerk en veroorzaakten enorme These treaties include the teachings of the Church and caused enormous
opwinding. excitement. Met deze tractaatjes hoopten de zendelingen de muur van traditie These tracts of the missionaries hoped the wall of tradition
te doorbreken. to break.
"Wij hebben zo juist 1000 exemplaren van de "Waarschuwende stem" laten drukken, wanneer het volk ze wil kopen en lezen, hopen wij dat zij ons willen helpen de dikke muur van traditie te doorbreken, die bijna ondoordringbaar in de hersens van de inwoners van dit land is vastgeroest." "We have just 1000 copies of the" warning voice "printed when the people they want to buy and read, we hope that they want us to help the thick walls of tradition to break, almost impenetrable in the brains of the inhabitants of This country is stuck. "
Nadien werden nog andere pamfletten en tractaatjes gepubliceerd. Afterwards, other pamphlets and tracts were published. Toen de zendelingen eenmaal de beschikking hadden over literatuur in de Nederlandse taal, begonnen zij de leerstellingen van de Kerk met meer zelfvertrouwen te onderwijzen. When the missionaries once the decision had on literature in the Dutch language, they began the teachings of the Church to teach with more confidence.
"De broeders hebben grote teleurstellingen tijdens het werk ondervonden, doordat zij geen werken in de taal van het land hadden, zodat de mensen deze zouden kunnen lezen. Nu hebben zij echter "De Waarschuwende stem" en "Het Geloof van de Heiligen der Laatste dagen" door de profeet Joseph Smith en twee of drie andere pamfletten. De broeders vertrouwen dat dit een verbetering zal veroorzaken." "The brothers have big disappointments encountered during work, because it does not work in the language of the country had, so people could read it. But now they have" the warning voice "and" The Faith of the Latter-day Saints "the Prophet Joseph Smith and two or three other pamphlets. The brothers trust that this will cause an improvement."
Later zijn er vele tractaten en pamfletten verschenen, alsmede boeken in de Nederlandse taal. Later many tracts and pamphlets appeared, and books in the Dutch language. Hierover zal later nog worden gesproken. This will be discussed later.

Tegenstand, ondervonden door de zendelingen Resistance experienced by the missionaries
Ondanks de pogingen van de zendelingen om vooroordelen te overwinnen, bleef verder succes beperkt. Despite the efforts of the missionaries to overcome prejudices, was more limited success. Gedurende de eerste veertig jaar van mormoonse prediking in Nederland kwam de tegenstand hoofdzakelijk uit drie bronnen: During the first forty years of preaching in the Netherlands, the Mormon opposition mainly from three sources:
1. 1. woedend gespuis angry mob
2. 2. de geestelijke overheid mental state
3. 3. de pers. the press.
Het voornaamste effect van de tegenstand ten opzichte van de zending werd veroorzaakt door publicaties. The main effect of the resistance against the shipment was caused by publications.

Oppositie van het gespuis Opposition of the rabble
Inwoners van een dorp, Ommen genaamd, stenigden in 1867 Pieter J.Lammers. Gelukkig stierf hij niet. Residents of a village called Ommen, Peter J. Lammers stoned in 1867. Fortunately he not died. Het is niet bekend wie de inwoners van de stad er toe aanzette zulke drastische maatregelen tegen ons te nemen. De zendelingen verlieten Ommen en keerden daar de eerste zeventien jaar niet meer terug. It is not known who the inhabitants of the town there incite such drastic measures to take against us. Ommen The missionaries left and returned as the first seventeen years not return. In 1884 keerde een jonge bekeerling, AJSmeding, terug naar Ommen om bekeringswerk te doen. In 1884 came a young convert, AJSmeding, payments for conversion back to work. Hij werd met hooivorken Ommen uitgejaagd. He was driven out with pitchforks Ommen.
"De plaatselijke ouderling, breeder Smeding heeft mij geschreven, dat hij zich nooit had kunnen voorstellen dat er zoveel vreugde was in het prediken van het Evangelie, En toch was hij met hooivorken verdreven uit een kleine plaats, Ommen genaamd, dezelfde plaats waar ik zeventien jaar geleden werd gestenigd. In een andere plaats veroorzaakten vijf studenten en een dominee zoveel moeilijkheden, dat de mensen hun deuren voor hem sloten en zijn leven in gevaar was." "The local elder, breeder Smeding has written me that he never could have imagined that so much joy in preaching the Gospel, and yet he was driven out with pitchforks in a small place called Ommen, same place where I was seventeen years ago was stoned. In a different place five students and a clergyman caused so much trouble that people lock their doors to him and his life was in danger. "
In 1878, in een gehuurde zaal in Amsterdam, trad een menigte met lichamelijk geweld tegen de prediking van het Herstelde Evangelie op. In 1878, in a rented room in Amsterdam, a crowd came to physical violence against the preaching of the Restored Gospel. Zij beledigden en sloegen Heiligen, zowel mannen als vrouwen, zij braken de ramen van de zaal en ook de banken. They insulted and beat Saints, both men and women, they broke the windows of the room and the banks. Buiten voor de deur was een grote woeste menigte en de broeders moesten, teneinde hun woningen veilig te kunnen bereiken, via de achterzijde het gebouw verlaten. Outside the door was a large angry mob and the brothers were, in order to reach their homes safely, the building via the back exit. De volgende zondag werd de vergadering in het huis van een van de breeders gehouden, waar de geschiedenis zich herhaalde en de menigte dreigde elder Schettler te stenigen als hij naar buiten durfde te komen. The following Sunday was sitting in the house of one of the breeders held, where history repeated itself and the crowd threatened to stone Schettler elder if he dared to come out.
Een man, wiens vrouw lid van de Kerk was geworden, moedigde de menigte aan hun A man whose wife had become a member of the Church, encouraged the crowd to their
dreigementen ten uitvoer te brengen. threats to implement it.
Omdat de politie, waarbij hulp werd gevraagd, de zendelingen niet wilden Because the police where help was sought, the missionaries did not
bijstaan, weigerde de zaaleigenaar de zaal nog langer voor de vergaderingen assist the owner refused the room any longer room for meetings
besehikbaar te stellen. besehikbaar to.
"Het was erg duidelijk, dat de politiefunctionarissen, hoewel zij het deden voorkomen of zij ons alle nodige hulp wilden verlenen, het in werkelijkheid meer met het volk eens waren." "It was very clear that the police, although it did prevent us whether they wanted to give all necessary assistance, in reality more people agree with it."
Naderhand werd de tegenstand in geheel Nederland zo erg, dat het onmogelijk Afterwards, the opposition in the Netherlands so bad that it's impossible
was zalen te huren voor de vergaderingen. had to rent rooms for meetings. Bernhard Schettler, de zendings- Bernhard Schettler, the missionary
president, schreef deze oppositie toe aan "angstwekkende onwetendheid, ge- president, said that opposition to "frightening ignorance, ge -
combineerd met oneerlijkheid en onwilligheid om anders te schijnen in hun combines with dishonesty and unwilling to seem to be different in their
eerbied tegenover anderen." respect to others. "
Er was ook grote onrust onder het volk tengevolge van een wijdverspreide There was great unrest among the people due to a widespread
werkeloosheid Deze toestand had kennelijk effect op de geestelijke gesteldheid The unemployment situation has obviously impact on the mental state
van het volk, want de kerken waren bijna leeg. of the people, because the churches were almost empty.
In 1830, achttien jaar na de aanvang van het zeridingswerk door de Heiligen In 1830, eighteen years after the start of the zeridingswerk the Saints
der Laatste Dagen, hadden de Nederlanders nog steeds gemengde gevoelens ten Last of Days, the Dutch still had mixed feelings
opzichte van het Mormonisme. comparison of Mormonism.
"Als ik door de straten wandel teneinde in alle rust tractaten te verspreiden, roepen de mensen mij na; zij noemen mij een valse profeet. In de kranten staat een kolom die gewijd is aan zaken die tegen ons getuigen en die de mensen in dit land waarschuwt zich van ons te verwijderen en niet naar ons te luisteren. Als wij maar de gelegenheid kregen om in de open lucht te prediken, want vergaderplaatsen zijn voor ons gesloten en zalen kunnen wij niet huren." "When I walk through the streets in order to spread peace treaties, calling the people after me, they call me a false prophet. The newspapers devoted a column to testify against us and things that people in this country warns us to remove themselves from and not to listen to us. If only we had the opportunity to preach in the open air, because places are closed to us and we can not rent rooms. "
In 1898 hadden twee zendelingen in Hoogkerk een ijzingwekkende ervaring. Te dien tijde waren er geen leden van de Kerk in Hoogkerk of omgeving, Na verscheidene bekeringspcgingen slaagden de ouderlingen Klaas Jongsma en Hyrum Hand er echter in enkele families in Hoogkerk en Vierverlaten, plaatsen in de omgeving van de stad Groningen, in het mormonisine te interesseren. In 1898 two missionaries in Hoogkerk had a chilling experience. At that time there were no members of the Church in Hoogkerk or area, after several failed bekeringspcgingen the elders Klaas Jongsma and Hyrum Hand However in some families and in Hoogkerk Vierverlaten, places in the near the city of Groningen in the mormonisine interested. Terwijl de zendelingen bij de mensen op bezoek waren, verzamelden zich in de nabijheid van dat huis arbeiders van een naburige fabriek en uitten dreigementen tegen de zendelingen. While the missionaries were visiting the people, gathered near the house of a neighboring factory workers and voiced threats against missionaries. Toen de zendelingen het huis verlieten, werden zij door de arbeiders geslagen. When the missionaries left the house, they were beaten by the workers. Elder Hand werd bij een brug tegen de grond gegooid. Elder Hand was at a bridge thrown to the ground. Hij werd ongenadig geslagen, waarbij de nationale klompen "goede diensten" bewezen. He was mercilessly beaten, which clogs the national good offices proved. Ogenschijnlijk dood werd hij in een sloot gegooid, maar hij slaagde erin om naar de overkant te zwemmen en door een aardappelveld te ontsnappen. Seemingly dead in a ditch he was thrown, but he managed to swim to the other side and escape through a potato field. Ook elder Jongsma kreeg een flink pak slaag voor hij kon ontsnappen. Elsewhere Jongsma gave a sound thrashing before he could escape. De fabrieksarbeiders verspreidden zich, nadat hun werkgever enkele revolverschoten had gelost. The factory spread after their employer had fired several gun shots. Hierdoor kwamen zij weer tot zichzelf. This put it back to herself.
Het jaar daarop, in 1899 keerden inwoners van Apeldoorn zich tegen het zendings werk in hun omgeving, omdat een lid van de Kerk kort na zijn doop overleed. The following year, in 1899 turned against the inhabitants of Apeldoorn missionary work in their environment, as a member of the Church died shortly after his baptism. Vijanden van de Kerk weten zijn dood aan deze ceremonie. Enemies of the Church know he died in this ceremony. Veel van de bekendste dagbladen in Nederland verspreidden deze mening. Many of the famous newspapers in the Netherlands spread this opinion. Bij de begrafenis van dit lid verzamelde zich een menigte, die de zendelingen stenigden. At the funeral of this paragraph gathered a crowd that stoned the missionaries. Gelukkig werden zij niet gedood. Luckily they were not slain.

Tegenstand in Belgie
Resistance in Belgium
In 1896 dreigde een woedende menigte van 400 a 500 mensen in Luik, Belgie, elder John B.Ripplinger te doden, Ripplinger had vergaderingen gehouden tenhuize van een notabele uit die stad, die door hem was gedoopt. In 1896 an angry mob threatened a 500 of 400 people in Liege, Belgium, killing elder John B. Ripplinger, Ripplinger had meetings tenhuize of a dignitary of that city, which he was baptized. Antimormoonse Antimormoonse
krantenartikelen veroorzaakten haat tegen Ripplinger onder de burgers. In de newspaper articles Ripplinger caused hatred among the citizens. In the
kolommen van de pers werd spijt geuit omdat zo'n respectabele familie het columns of the press expressed regret because some respectable family
mormonisme had aanvaard. Mormonism had accepted.
Een menigte verzamelde zich buiten het huis en eiste dat Ripplinger naar A crowd gathered outside the house and demanded to Ripplinger
buiten zou komen.Nadat er enige schade aan het huis werd aangebracht, arri- would cross komen.Nadat some damage to the house was made, arri -
veerde de politie, die de menigte uiteenjoeg. cated, the police, who chased out the crowd. Naderhand kon Ripplinger zonder Afterwards was without Ripplinger
verdere molestatie ontsnappen. escape further molestation.
Na deze stoornis ontving elder Ripplinger een uitnodiging om de Minister van Following the disorder received an invitation to the elder Ripplinger Minister
Openbare Werken en Gcdsdienst te ontmoeten. Public Works and Gcdsdienst meet. Opgewonden geestelijken van Luik Excited clergy of Liege
verhaastten de uitnodiging door een geheel verkeerde voorstelling van zaken hasten the invitation by a whole misrepresentation
omtrent de leerstellingen, volk en ouderlingen van de Kerk te geven. about the doctrines, people and elders of the church to give.
Na een langdurige bespreking over mormoonse leer en meervoudig huwelijk, After a lengthy discussion about Mormon doctrine and plural marriage,
verzekerde de minister elder Ripplinger, dat er vrijheid van godsdienst Minister assured the elder Ripplinger, that freedom of religion
in Belgie heerste. prevailed in Belgium. Verdere moeilijkheden door gevaarlijke benden werden Further difficulties were caused by dangerous gangs
tijdens het zendingswerk in Belgie niet meer ondervonden. during missionary in Belgium no longer encountered. Ondanks dit ont- Despite this de -
breken van tegenstand werden slechts enkele bekeringen tot de Kerk genoteerd. breaking of resistance were few conversions to the Church recorded.
Het enige werkelijke succes had John Ripplinger, die tussen 1894 en 1897 The only real success was John Ripplinger, who between 1894 and 1897
100 bekeerlirigen doopte. 100 bekeerlirigen baptized. Het zendingswerk in Belgie groeide slechts langzaam, The missionary in Belgium grew slowly,
omdat het volk onontwikkeld was. because the people were uneducated. Een andere oorzaak was het feit, dat Belgie Another cause was the fact that Belgium
hoofdzakelijk Rooms-Katholiek was. predominantly Roman Catholic. Als de zendelingen contact zochten met When the missionaries sought contact with
de mensen, werd er gezegd; "Mijn ouders waren katholiek, ik ben nu katholiek people, they said, "My parents were Catholic, I'm Catholic
en ik zal dat blijven en ook mijn kinderen zal ik katholiek opvoeden." and I will keep my children and I educate Catholic. "
De mensen hadden weinig ambitie en zij voelden er weinig voor om daar ver- People felt they had little ambition and little to make it far -
andering in te brengen. change in the market.

Oppositie van de pers Opposition from the Press
Naast de tegenstand, ondervonden door het gepeupel, ontmoette men ook tegenstand via kranten- en tijdschriftartikelen, pamfletten en boeken. Besides the resistance experienced by the mob, they also met opposition newspapers and magazine articles, pamphlets and books. De pers bleek zowel aanklager als verdediger te zijn in hun publicaties over het mormonisme. The press was both prosecutor and defender in their publications on Mormonism. Acht jaar voor de organisatie van de Nederlandse zending was er een boek verschenen, getiteld: "Geschiedenis van de oorsprpng en de avonturen van de Mormonen" . Eight years for the organization of the Dutch mission there was a book published, entitled: "History of the oorsprpng and the adventures of the Mormons".
Dit was een anti-mormoons boek. This was an anti-Mormon book. De schrijver beweerde, dat "alles wat vreemd en ongewoon in de Amerikaanse secten was, in het mormonisme werd samengebracht." The author claimed that "everything strange and unusual in American sects was in Mormonism was put together."
Sinds deze eerste anti-mormoonse publicatie in Nederland zijn nog vele on-gunstige boeken en krantenartikelen verschenen. Since the first anti-Mormon publication in the Netherlands are many on-favorable newspaper articles and books published. In 1866 rapporteerde de Nederlandse Zendingsgeschiedenis: In 1866 the Dutch reported Shipment History:
"Er zijn vele boeken tegen ons.verschenen en vele kranten ageren met alle soorten leugens, om de mensen te bevooroordelen tegenover de waarheid. Dit werkte echter averechts, want de mensen werden nieuwsgierig. Dit resulteerde vaak in een persoonlijke ontmoeting met de zendelingen en leidde zo tot een eerlijk onderzoek van het mormonisme. De kranten hier schrijven veel over ons en vertellen een massa dingen die niet waar zijn en ik denk altijd maar "Hoe meer hoe beter, want het zal de mensen er toe brengen om te onderzoeken wat voor soort mensen wij aijn." "There are many books at many newspapers ons.verschenen and interact with all kinds of lies, bias against the people the truth. It worked but counterproductive, because people were curious. This often resulted in a personal meeting with the missionaries and led to achieve a fair investigation of Mormonism. The newspapers here write us and tell a lot about lots of things that are not true and I always think only "The more the better, because it will induce people to examine what kind AIJN our people. "
Vroegere zendelingen hadden advertenties geplaatst in de kranten om hun bijeenkomsten aan te kondigen. Former missionaries had placed advertisements in newspapers to announce their meetings. Nu de kranten allerlei leugenachtige artikelen schreven, wekten deze artikelen de nieuwsgierigheid van het volk voldoende op en was het niet nodig om nog langer te adverteren. De gehuurde zalen waren veelvuldig gevuld met niet-mormonen, die benieuwd waren om een doop te zien, omdat de kranten hadden vermeld dat dit werd gedaan in een teil met modder. Now all the newspapers wrote false articles, these articles aroused the curiosity of the people enough and it was not necessary to have more advertising. The rented rooms were often filled with non-Mormons, who were curious to see a baptism, because the newspapers had indicated that this was done in a tub of mud.

Een keerpunt A turning point
Door de publiciteit, aan de kerk besteed, trad er in 1902 een keerpunt op. The publicity given to the church, there was a turning point in 1902. Van 1861 tot 1902 waren de meeste perspublicaties antimormoons geweest. From 1861 to 1902, most press publications antimormoons been. In 1902 echter plaatste "De Prins", een gelllustreerd weekblad, een pro-mormoons artikel. In 1902 however, placed "The Prince", a weekly exemplified, a pro-Mormon article. De Mormoonse zendingspresident meldde: The Mormon mission president reported:
""De Prins", een van de voornaamste gelllustreerde weekbladen van Amsterdam, wijdde in zijn laatste nummer twee drie koloms bladzijden aan een artikel, gelllustreerd met vier prenten van de president Joseph P.Smith en de tempel en tabernakel. "" The Prince ", one of the major weeklies exemplified in Amsterdam, in its latest issue devoted two pages to a three column article, exemplified by four prints of President Joseph P. Smith and the Temple and Tabernacle.
Dit blad ligt nu in verscheidene etalages in de stad en trekt niet weinig de belangstelling van degenen die langs komen". This magazine is now in several windows in the city and attracts no little interest from those who pass by.
De schrijver introduceerde zijn artikel als volgt: The author introduced his article as follows:
"Onze lezers hebben ongetwijfeld vaak gehoord van de mormonen, maar echte foto's van hun heiligdommen zijn nooit eerder in Nederland verschenen. Nu wij in staat zijn geweest deze voor "De Prins" te veroveren, geven wij met genoegen ruimte aan een van de aanhangers van dit geloof, die ons van tekst en foto's heeft voorzien, om zijn standpunt ts verkondigen." "Our readers have doubtless often heard of the Mormons, but real photos of their sanctuaries in the Netherlands have never been published. Now that we have been able to" The Prince "to conquer, we gladly give space to one of the supporters of This belief, that our text and pictures have provided, to proclaim his position ts. " Andere kranten volgden "De Prins" en publiceerden nu pro-mormocnse artikelen. Other newspapers followed "The Prince" and now published pro-mormocnse articles. Dientengevolge verschenen nu zowel pro- als contra-artikelen in de kranten. Consequently, now published both pro-and contra articles in the newspapers. Het werkelijke keerpunt was niet dat een enkel positief artikel was gepubliceerd, maar dat de pers nu meer objectief werd. The real turning point was that not one single positive article was published, but now that the press was more objective. De pers stond nu toe dat beide gezichtspunten, zowel voor als tegen, in de kranten verschenen, Zij bepaalde nu een gedragslijn alvorens te veroordelen. The press was now that the two viewpoints, both for and against, in the newspapers, they are given a course of conduct prior to condemnation. Nu de kranten eerlijker begonnen te oordelen, stond de pers ook toe, dat corrigerende artikelen verschenen, wanneer er valse berichten in de kranten stonden. Now the newspapers began to fairly judge, the press was also that corrective articles published when false reports in the newspapers were.
In 1904 echter deden vele kranten weer een gezamenlijke poging om haat tegen de Mormoonse kerk te zaaien. In 1904, however, many newspapers were again a joint effort to hatred against the Mormon church to sow. Sommige kranten stelden aanzienlijke ruimte in hun kranten beschikbaar voor anti-mormoonse artikelen. Some newspapers claimed significant space in their papers available for anti-Mormon articles. Deze artikelen schenen uit een bron te komen, maar waren zo goed verspreid, dat de elders rapporteerden dat zij ze in alle delen van het land hoorden. These articles seemed to come from one source, but were so well distributed, that elsewhere reported that they heard all over the country. De bron van deze artikelen was een brief van een predikant in Salt Lake City, De beschikbare informatie bevatte de naam Zimmer. Sommige kranten bestreden de anti-mormoonse campagne en drukten pro-mormoonse artikelen. The source of these items was a letter from a pastor in Salt Lake City, the available information included the name Zimmer. Some newspapers contested the anti-Mormon campaign and expressed pro-Mormon articles. Verscheidene prominente Nederlanders bestreden de Kerk gedurende de anti-mormoonse campagne. Several prominent Dutch contested the Church during the anti-Mormon campaign. De Nederlandse gedelegeerde naar het Internationale Vredescongres in Boston schreef een gunstig artikel voor het Algemeen Handelsblad: The Dutch delegation to the International Peace Congress in Boston wrote a favorable article in the Algemeen Handelsblad:
"Gedurende vele jaren heeft de pers in Europa niets anders over dit "For many years the press in Europe has nothing on this
bijzondere volk geschreven dan overdreven en valse voorstellingen over Special people wrote about exaggerated and false
het huwelijksleven van de mormonen. the married life of the Mormons. Het is werkelijk een genoegen te It is truly a pleasure to
zien hoe ijver en energie, maar boven alles onvermoeibare volharding, how zeal and energy, but above all the tireless perseverance,
een wildernis in vruchtbare velden veranderden. a wilderness into fertile fields changed. Armoede is onbekend Poverty is unknown
in Utah." ; in Utah. "
Het uiteindelijke resultaat van deze antimonnoonse campagne bleek eerder heilzaam dan vernietigend te zijn. The final result of this antimonnoonse campaign proved to be destructive rather than beneficial. De zendingspresident, Willard Cannon rapporteerde: The mission president, Willard Cannon reported:
"Aanzienlijke informatie kon worden verstrekt en het resultaat zal eerder nuttig dan ongunstig zijn," "Significant information could be provided and the result will be useful rather than unfavorable,"

De strijdvraag polygamie The controversy polygamy
1909 bleek ook weer een jaar van anti-mormoonse publiciteit te zijn. Thans was het meervoudige huwelijk de oorzaak. 1909 was again one years of his anti-Mormon publicity. Now plural marriage was the cause. In September van dat jaar drukte de Staatscourant, een officieel regeringsblad, een artikel, dat onopzettelijk de mormoonse polygamie met blanke slavinnenhandel vergeleek. In September of that year pressed the Gazette, an official government journal, an article that inadvertently the Mormon polygamy compared with white slave trade. Praktisch iedere krant in het land nam dit artikel over. Later plaatste de directeur van het regeringsbureau ter bestrijding van de handel in blanke slavinnen een verklaring teneinde de valse indruk, die door het artikel was ontstaan, te corrigeren. Virtually every newspaper in the country took on this article. Later placed the director of the government agency against the white slave trade in a statement the false impression so that the article was created to correct. Toch sprak deze directeur nog critisch over de polygamische praktijken in Utah: Yet this director even spoke about the critical polygamische practices in Utah:
“Wat het meervoudige huwelijk betreft heeft de Kerk besloten dat zij de wetten van de Verenigde Staten zal gehoorzamen, maar desalniettemin zijn er talrijke families in Utah, welke nog steeds ongestoord in polygamie leven, hetgeen een groot gevaar inhoudt voor Nsderlandse mensen die in aanraking met deze gezinnen komen." "As the multiple marriage, the Church decided that the laws of the United States will obey, but nevertheless there are many families in Utah, which still live freely in polygamy, which is a major threat to people in contact with Nsderlandse these families have. "
Het regeringsbureau ter bestrijding van de handel in blanke slavinnen adviseerde iedere vrouw, die van plan was naar de Verenigde Staten te emigreren of tot de Kerk toe te treden, om eerst contact op te nemen met hetpolitiehoofdkwartier te Amsterdam, Regeringsleiders legden een verklaring af in de Haagsche Courant dat zij een onderzoek hadden ingesteld en dat zij het raadzaam achtten dat zij, die zich tot het mormonisme voelde aangetrokken als gevolg van hun propaganda, zowel pro- als anti-informatie moesten ontvangen, The government agency against the white slave trade advised any woman who was planning to emigrate to the United States or to the church to join, to first contact with hetpolitiehoofdkwartier Amsterdam, Government made a statement in the Haagsche Courant that an investigation had established and that they considered it advisable, who was attracted to Mormonism because of their propaganda, both pro-and anti-information were received,
Het polygamie-debat in de kranten duurde jaren. The polygamy debate in the newspapers took years. Twee publicaties, "De Eenheid" en "De Tempel" werden gedurende deze controverse bondgenoten voor de mormoonse zaak. Two publications, "The Unit" and "The Temple" were allies during this controversy for the Mormon thing. In 1925 publiceerde De Eenheid een pro-mrmoons artikel van Theodore Roosevelt, getiteld: Theodore Roosevelt weerlegt anti-mormoonse leugens: In 1925 the Unit published a pro-mrmoons article by Theodore Roosevelt entitled: Theodore Roosevelt refute anti-Mormon lies:
"Toen ik president was, werd bij een bepaalde gelegenheid een aantal aanvallen op de regering gedaan omtrent deze meervoudige huwelijken in Idaho en Wyoming, alsmede in Utah, waarin werd beweerd dat een aantal van onze federale leiders een meervoudig huwelijk hadden gesloten, Een bijzonder zorgvuldig en grondig onderzoek werd door de beste regeringsmensen ingesteld en het bleek dat er niet de geringste grond van waarheid in deze aanvallen was, Iedere mormoon waarmee ik sprak, verzekerde mij, dat sinds polygamie wettelijk verboden was, zij zich aan deze wet hielden. De mormonen hebben hetzelfde recht hun godsdienst te beleven op hun manier, evenals de Joden en de Christenen dit recht hebben, Zij zullen alleen niet handelen tegen de wetten van het land. Ik heb monogame mormonen gekend. Hun levensstandaard met betrekking tot huiselijk leven, moraal en houding ten opzichte van mannen en vrouwen waren zo hoog als die van de beste mensen in iedere andere bevolkingsgroep. Werkelijk, tussen deze mormonen is de standaard van sexuele moraliteit bijzonder hoog, Hun kinderen zijn talrijk, gezond en goed cpgevoed. Hun jonge mannen waren minder dan hun buren geneigd om toe te geven aan een verdorven sexuele losbandigheid die zo vernederend is voor hun sekse en zo wreed en vernederend voor de vrouwen die er het slachtoffer van zijn. Zij leden niet aan deze ordeugd, die vernietigender voor de beschaving is dan welke andere ondeugd ook maar kan zijn: de kunstmatige beperkingen van gezinnen en het steriele huwelijk leiden uiteindelijk tot vernietiging van de natie." "When I was president, was one occasion a number of attacks on the government done about these multiple marriages in Idaho and Wyoming and in Utah, alleging that some of our federal leaders had signed a multiple marriage, a very careful and thorough investigation was instituted by the best people and the government showed that not the slightest grain of truth in these attacks was that every Mormon I spoke assured me that since polygamy was prohibited, they were to this law. The Mormons have the same right to live their religion in their way, like the Jews and the Christians have it right, they just will not act against the laws of the country. monogamous Mormons I have known. Their living standards in relation to domestic life, morals and attitudes compared to men and women were as high as that of the best people in any other population group. Really, between the Mormons is the very high standard of sexual morality, their children are numerous, healthy and well cpgevoed. Their young men were less than their neighbors tend to yield to a depraved sexual debauchery so degrading to their sex and thus cruel and humiliating for the women who are victims. They are not members of this ordeugd, which is destructive to civilization than any other vice but also can be: the artificial constraints of families and the sterile marriage eventually lead to destruction of the nation. "
Na de verschijning van dit artikel verschenen er weer vele andere gunstige artikelen over de mormoonse zaak, Polygamie bleef vele jaren een strijdvraag, maar er werden ook betrouwbare artikelen gepubliceerd. In 1929 werd het bekeringswerk geconfronteerd met een andere hardnekkige antimormoonse campagne. Following the publication of this article appeared again many favorable articles about the Mormon thing, polygamy was many years a controversy, but there were also reliable published articles. In 1929 the conversion work was confronted with another persistent antimormoonse campaign. In Rotterdam gingen op marktdagen "handelaren" van deur tot deur, om "Openbaringen" te verkopen, Deze handelaren verkochten pamfletten, die mormoonse tempelgeheimen bevatten. In Rotterdam market days went to "dealers" from door to door, to "Revelations" to sell, traders sold these pamphlets, which Mormon temple secrets. In werkelijkheid was deze campagne een handelszaakje. In reality, this campaign was a commercial outfit.

De controverse betreffende de doop The controversy on baptism
Het dopen werd eveneens een strijdvraag in vele krantenartikelen, Een artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 februari 1922 beschreef een doop door onderdompeling en concludeerde, dat deze manier van dopen ongetwijfeld een kracht had die ontbrak bij de gemakkelijke manier van dopen door het laten vallen van een druppel water op het voorhoofd van de kandidaat, In 1931 publiceerde De Heraut, een Nederlands Hervormd weekblad, een artikel, waarin de vraag aan de orde werd gesteld of de mormocnse manier van dopen door de kerk als christelijk moest worden beschouwd of niet. The baptism was also a controversy in many newspaper articles, an article in the New Rotterdam Courant of February 1, 1922 described a baptism by immersion and concluded that this way of dipping undoubtedly had an effect that was missing at the easy manner of baptizing by the drop a drop of water on the forehead of the candidate, in 1931 published The Herald, a weekly Dutch Reformed, one article, in which the question was raised whether the mormocnse way of baptism by the church as a Christian should be considered or not. De schrijver van het artikel kwam tot een negatieve uitspraak, later verscheen er een artikel in het Hervormd weekblad der Calvinistische Kerk, dat overwoog of een Mormoon door de Nederlands Hervormde Kerk kon worden geaccepteerd zonder herdoop. Het artikel concludeerde dat, als de mormoonse kerk als christelijk werd beschouwd, en als de doop was verricht in de naam van de Heilige Drieeenheid, de doop geldig was. The writer of the article came to a negative ruling, later appeared an article in the magazine of the Reformed Calvinist Church, which considered whether a Mormon by the Dutch Reformed Church could be accepted without rename. The article concluded that, as the Mormon church Christian was considered, and if the baptism was done in the name of the Holy Trinity, the baptism was valid. De schrijver zei, dat de mormoonse doop christelijk scheen te zijn maar hij "durfde niet te zeggen dat het een christelijke kerk was, hoewel er wel enige elementen van ware christelijkheid in zaten" . The writer said that the Mormon Christian baptism but he seemed to be "afraid to say it was a Christian church, although some elements of true Christianity were in". Na 1935 verschenen er in de kranten en diverse weekbladen gunstige artikelen betreffende doop voor de doden, het welzijnsplan, het zendingswerk, genealogie en het mormoonse kerkbouwprogramma. After 1935 there appeared in various newspapers and magazines favorable articles on baptism for the dead, the welfare plan, the missionary work, genealogy and the Mormon church building program.

Tegenstand van de geestelijkheid
Opposition of the clergy
De geestelijkheid bestreed de groei van het mormonisme met diverse methoden. The clergy opposed the growth of Mormonism different methods. In Delft stelden geestelijken een "genezer" aan in navolging van de zendelingen, zij beledigden de zendelingen in het openbaar en waarschuwden de mensen tegen hen. In Delft clerics suggested a "healer" in imitation of the missionaries, the missionaries they insulted in public and warned the people against them.
Andere geestelijken verspreidden anti-mormoonse lectuur. Other clerics spread anti-Mormon literature. Soms werkte dit juist averechts, omdat hierdoor eerder de nieuwsgierigheid dan oppositie werd opgewekt . Sometimes this worked very counterproductive, because it rather than the curiosity was aroused opposition.
"Velen hoorden voor het eerst in hun leven de zendelingen hun getuigenis van "Many heard for the first time in their lives, the missionaries of their testimony
het Evangelie van Jezus Christus geven. give the Gospel of Jesus Christ. Het is er een goed voorbeeld van hoe It is a good example of how
de oppositie in ons voordeel kan werken. the opposition can work to our advantage. In plaats van toorn van vele inwon- Instead of anger of many inhabitants,
tegen ons op te wekken en vijanden van ons te maken, bezorgde deze goede against us to create and make enemies of us, this gave good
predikant (en anderen) ons vele vrienden. minister (and others) our many friends.
Bij tijd en wijle publiceerde predikanten artikelen in de kranten of, schrevan Occasionally published articles in the newspapers or preachers, schrevan
pamfletten en boeken tegen de mormoonse kerk. pamphlets and books against the Mormon church. Een groep Nederlands Hervormde A group of Dutch Reformed
predikanten in Apeldoorn publiceerde een grof en gemeen anti-mormoons pamflet pastors in Apeldoorn published a coarse and vicious anti-Mormon pamphlet
in een poging de groei van het mormonisme onder hun leden in te dammen. in an attempt growth of Mormonism among their members in check.
Het pamflet, getiteld "Waak en Bid" bevatte een waarschuwing tegen "misleidende The pamphlet, entitled "Wake and pray" contained a warning against "misleading
methoden van de mormoonse zendelingen, die probeerden de gelovigen in hun practices of the Mormon missionaries, who tried the believers in their
strikken te vangen." | snares to catch. "|

Geschriften van Van der Valk Writings of Van der Valk
Sinds 1921 vormde een serie geschriften van MHAvan der Valk de voornaamste Since 1921 was a series of writings MHAvan der Valk key
bron van de aanvallen van de geestelijkheid op het mormonisme. source of the attacks of the clergy on Mormonism. Van der Valk Van der Valk
was een Nederlands Hervormd predikaat geweest maar was uit zijn functie gezet. was a Dutch Reformed predicate but had been put out of his office.
In 1921 publiceerde Van der Valk een brochure, getiteld “De profeet van de Van der Valk in 1921 published a brochure entitled "The Prophet of the
mormonen Joseph Smith Jr.". Vele kranten en tijdschriften hetzagen de brochure Mormons Joseph Smith Jr... "Many newspapers and magazines hetzagen the brochure
en juichten haar toe als het beste werk omtrent mormonisme in de Nederlandse and cheered her as the best work on Mormonism in the Dutch
taal. language. Deze brochure werd gedurende vele jaren een bron voor antimormoonse This brochure was for many years a source antimormoonse
artikelen in de kranten, voor preken tegen mormonisme in kerken en voor gemene articles in the newspapers, for preaching against Mormonism in churches and for common
Pamfletten. Pamphlets.
Later gaf Van der Valk een andere brochure uit, getiteld: "De Mormonen, Later, Van der Valk brochure from one another, entitled "The Mormons,
hun Profeet, Leer en Leven". In 1926 gaf hij een brochure uit getiteld their Prophet, Learning and Life ". In 1926 he distributed a brochure entitled
"De Mormoonse Leer". "The Mormon Doctrine". Toen deze laatste brochure in druk verscheen, verklaarde When this latest brochure in print, said
de Nieuwe Haagsche Courant dat deze brochure "verschrikkelijke, maar gezaghebbende New Haagsche Courant that the brochure "terrible, but authoritative
en aanvaardbare lectuur" was, “die gebruikt moest worden tegen de onver- and acceptable reading "was" used to be against the full -
zettelijke mormoonse propaganda in Nederland". stalwart Mormon propaganda in the Netherlands ".
Een van Van der Valks brochures bevatte tempelgeheimen."Hij was in Amerika One of Van der Valk brochures contained temple secrets. "He was in America
geweest, maar nooit in Utah, hoewel hij beweerde daar wel geweest te zijn. been, but never in Utah, although he is alleged to have been there. Eij EIJ
beweerde, dat hem, toen hij in Amerika was, als niet-mormoon natuurlijk niet claimed that he, when he was in America, and non-Mormon of course
werd toegestaan het Endowment House, een bijgebouw van de tempel in Salt Lake was granted the Endowment House, an annexe of the temple in Salt Lake
City, te betreden, maar hij kon niettemin alle betrouwbare informatie verstrek City to enter, but he could nevertheless provide any reliable information
ken over alles wat daar gebeurde." know about everything that happened. "
Dominee Van der Valk beweerde dat hij voor het eerst in 1889 in Salt Lake Pastor Van der Valk said that he first in 1889 in Salt Lake
City was, negen jaar voor dit laatste bezoek. City was nine years before this last visit. Hierdoor werd de eerlijkheid This was the honesty
van de predikant in twijfel getrokken. the minister in question. Zelfs in 1926 bleek dat hij niet wist Even in 1926 showed that he did not know
dat het Endowment House niet langer bestond. the Endowment House no longer existed.
Na de publicatie van Mormon Doctrine begonnen handelaren het pamflet "Tempel-geheimen" op de markten in Rotterdam en omliggende steden te verkopen ter "be- Following the publication of Mormon Doctrine traders began the pamphlet "Temple-secrets" on the market in Rotterdam and surrounding cities to sell to furniture manufacturers
Striding” van de mormoonse propaganda. Striding "of the Mormon propaganda.
Van der Valks publikaties bleven gedurende vele jaren een bron van anti- Van der Valk publications remained for many years a source of anti -
mormoonse literatuur. Mormon literature. In 1953 schreef Van der Valk een brief aan de zendings- In 1953 Van der Valk wrote a letter to the missionary
president, Donovan van Ban, waarin hij naar de positie van de mormoonse kerk President, Donovan of Ban, which he to the position of the Mormon Church
in Amerika informeerde. informed in America. President Van Dam geloofde dat Van der Valk uit- President Van Dam believed that Van der Valk off
eindelijk de waarheid omtrent de Kerk begon te leren in plaats van de valse finally the truth about the Church began to learn instead of the false
informatie die hij gedurende de afgelopen jaren had gekoesterd. information he had nurtured over the past few years.
President Van Dam voelde dat Van der Valks gemoed was verzacht ten tijde President Van Dam felt that Van der Valk heart was softened at the time
van zijn dood in 1954 en dat hij begon te denken dat de Profeet Joseph Smith his death in 1954 and he began to believe that the Prophet Joseph Smith
misschien niet zo slecht was geweest als hij hem had geschilderd. perhaps not as bad as he had been painted.

De resultaten van de oppositie The results of the opposition
Gedurende de geschiedenis van de Nederlandse Zending veroorzaakten de pers en de tegenstand van de geestelijkheid voor de kerk gunstige publiciteit. Throughout the history of the Dutch Missionary caused the press and opposition from the clergy of the church favorable publicity. De tegenstand hielp bij het openen van de weg voor een meer uitgebreide verspreiding van het Evangelie. The opposition helped open the way for a more extensive spread of the Gospel. Zendelingen berichtten, dat de oppositie de mensen er toe bracht om uit te vinden welk soort mensen zij waren. Missionaries reported that the opposition had led the people to find out what kind of people they were. Soms werden bioscopen gebruikt als middel om de propaganda van het mormonisme te bestrijden, maar dit hielp alleen maar bij bekeringspogingen. Cinemas were sometimes used as a means of propaganda of Mormonism to fight, but this only helped to conversion attempts.
"Nu en dan vertonen sommige minder goede bioscopen film zoals "Een slachtoffer van de mormonen", "De Parel van Utah" of "De Bloem van de Mormonen". "Now and then exhibit some weaker cinemas movie like" A victim of the Mormons "," The Pearl of Utah "or" The Flower of the Mormons ".
Deze dragen er alleen maar toe bij om de nieuwsgierigheid van de mensen op te wekken en hen er toe te brengen het evangelie te onderzoeken. In plaats van het werk te verhinderen, bevorderen zij het." This serves only to contribute to the curiosity of the people to excite them there to bring the gospel to investigate. Instead of working to prevent, promote it. "
Gedurende de geschiedenis van de kerk in Hederland was er juist genoeg tegenstand en vervolging om onderzoekers tot de Kerk te brengen. Throughout the history of the Church in Nederland was just enough opposition and persecution of the Church to bring researchers.

 

 

Chapter 13 – Come to Zion

 

Komt' tot Zion

Is' to Zion

 

Historisch overzicht van emigratie vanuit Nederland
Historisch bezien waren de motieven van Nederlandse emigranten naar Amerika zowel sociaal, politiek, economisch als religieus. De eerste Nederlandse emigratie vond plaats in 1623 toen de Nederlandse Westindische compagnie een groep van dertig gezinnen uitzond, die zich vestigden aan de mond van de Hudson rivier. Tenslotte leefden er omstreeks 1664 ongeveer 10.000 Nederlanders in Amerika.
De volgende opmerkelijke emigratie naar Amerika vond plaats in 1846. Deze werd de nieuwe immigratie of grote migratie genoemd. De oorzaken waren gedeeltelijk sociaal en economisch, maar voornamelijk religieus. De afgescheidenen, een in 1834 afgescheiden groep van de officiele Hervormde Kerk in Nederland, had een belangrijk aandeel in deze "nieuwe immigratie". De regering had een wet uitgevaardigd, die de Afgescheidenen verbood om met meer dan 20 leden tegelijk te vergaderen. Zij werden niet alleen in de uitoefening van hun godsdienst belemmerd, maar ook economisch gediscrimineerd.
Voor alles was het streven van de Staat erop gericht de Afgescheidenen in bedwang
te houden. Hiervoor maakte men gebruik van politiemaatregelen, geldboetes en
gevangenisstraffen. Daarnaast was er het discriminatieprobleem, want de publiek
opinie nam het feit, dat deze groep zich van de bestaande kerk afkeerde, zeer
hoog op.
De Afgescheidenen zagen Amerika als een ontzaglijke onbewoonde uitgestrektheid.
Zij geloofden ook, dat zij daar niet door religieuze beperkingen aan banden
zouden worden gelegd.
Ook katholieke emigranten van Nederland bevolkten Amerika gedurende deze Nieuwe
Immigratie, eveneens uit religieuze overwegingen. Zij vestigden zich voornamelijk
in het district van de Fox River in Wisconsin. Ook zij hadden moeilijkheden met
de Nederlandse Staat gehad. De regering had hen namelijk geen toestemming willen
geven om een organisatie van bisschoppen op te richten.
"Ons werd geen toestemming gegeven een onderwijssysteem op te zetten dat in overeenstemming was met de traditionele principes van ons geloof."
Hoewel de religieuze motieven van de Nederlandse katholieken om te emigreren sterk waren, waren zij toch niet zo alles overwegend als de motieven van de afgescheidenen. Ook Nederlanders van Hervormde origine verlieten Nederland om zich in Amerika te vestigen. Deze kwamen vooral terecht in Michigan, Ohio, Illinois, Indiana, Wisconsin, Iowa, Minnesota, de Dakotas, New York en New Jersey.
In de dertiger en veertiger jaren van de negentiende eeuw veroorzaakte een economische depressie, evenals de politiek ten opzichte van de afgescheidenen een motief voor emigratie. Belastingen werden verhoogd, in het bijzonder slagers en molenaars werden zwaar belast. Het gebrek aan aardappelen in de jaren 1845 en 1846 was een nationale ramp, Vlees verdween van de tafel van de arbeiders-klasse.
In 1848 nam het aantal emigranten af, Politieke veranderingen verbeterden de
sociale en economische omstandigheden door het afschaffen van zware belastingen
en er werden wetten opgesteld die een einde maakten aan kinder- en vrouwenarbeid,
Sommigen van deze vroege Nederlandse emigranten sloten zich bij de Mormoonse
Kerk aan. In de zomer van 1853 werden enkele Nederlanders die in Keokuk,
Illinois, leefden in de buurt van een Mormoonse nederzetting, Nauvoo genaamd,
Mormonen en begonnen hun grote trek naar Utah.

De eerste emigranten van de Kerk van de Heiligen der Laatste Dagen
Hun godsdienstzin, en niet in de eerste plaats economische motieven, bracht de Mormoonse Nederlander naar Utah. Deze emigratie, die in 1863 begon, werd ge-inspireerd door een religieus geloof in een goddelijk bevel om zich in Utah te verzamelen.
Mormoonse zendelingen kwamen voor het eerst in 1861 in Nederland aan. Dit was in de tijd dat de burgeroorlog over de Verenigde Staten raasde. Niettemin moedigden zendelingen bekeerlingen aan om zich in hun Zion in de Rocky Mountains te ver-gaderen.
In juni 1863 verlieten de eerste Nederlandse emigranten, Christina Suzanna Meyers en Cornelia Ages Nederland om naar Utah te gaan. Zij voeren vanuit Londen met het S.S. Amazone. A.W.van der Woude, een van de eerste zendelingen, die de boodschap van het herstelde evangelie in Nederland bracht, begeleidde deze eerste emigranten van Nederland naar Amerika,
Een jaar later vertrok de eerste belangrijke groep emigranten naar Zion. Deze groep bestond voornamelijk uit bekeerlingen, die vroeger tot een secte behoorden, de Zwyndrechtse Broederschap genaamd, ook werden zij wel nieuwlichters genoemd. Zij beschouwden de boodschap van de Utah-zendelingen als een vervulling van hun eigen verwachtingen. Zij waren geen gevormde theologen, maar gewone kinderen uit het volk. Stoffel Mulder, hun leider, was een schipper, Maria Leer, hun profetes, een heel gewone vrouw. Zij stichtten een religieus-communistische broederschap. Zij werkten voornamelijk in de jaren 1816 tot 1840, jaren van oorlog en geweld, zowel in politiek als in geestelijk opzicht. Voor dat de tijd rijp was om aandacht aan hen te besteden, waren zij reeds vertrokken. Zij werkten op hun eigen manier. Zij verhieven net geestelijk leven in een geestdodende tijd, zij ver­hieven hun stemmen tegen afval van het evangelie, zoals zij het verstonden, zij predikten een verheven ideaal, een navolging van Christus en realiseerden dat in hun leven.
Een van hen, een matroos, genaamd Timmotheus Mets, raakte met de eerste zendelingen, Schettler en van der Woude, bekend en trad tot de Kerk toe. Later traden vijftig personen van de broederschap tot de Mormoonse kerk toe. In 1864 haalde Mets zijn familie en de ouders van zijn vrouw, de familie Heystek, over om zich aan te sluiten bij een compagnie van zestig personen, die van plan was om naar Utah te emigreren. De volgende bekeerlingen van de nieuwlichters sloten zich bij deze compagnie aan:
Van Heukelom kwamen de families Exzalto, De Heus en Van Dam, evenals twee alleenstaan.de personen, P.Oliviver en J.van Dam;
Van Gorinchem de weduwe Tol met haar kinderen, Keetje Valk en J.Pol; Van Werkendam de families W.Heystek en A.Kuyk, alsmede B.Keyzer en zijn dochter; van Rotterdam de familie J.Huisman, de weduwnaar Bosch en zijn kinderen en de weduwe Mets en haar kinderen; Uit Gelderland kwam de familie T.Bunne.
Deze compagnie Nederlands-Mormoonse emigranten verliet Rotterdam op 1 juni 1864 en vertrok via Engeland naar Utah. Zij voeren van Liverpool naar New York aan boord van het s.s. Hudson. Gedurende deze reis stierven negen kinderen en werden drie babies geboren. De dood was een gevolg van mazelen, die onopgemerkt door een Joodse familie aan boord werd gebracht. Dit werd pas drie dagen na het vertrek ontdekt,
De compagnie kwam op 19 juli in New York aan. Deze groep emigranten bereikte Salt Lake City op 26 oktober met de William Hyde compagnie. Gedurende deze tocht stierven nog twee personen.

Bijdragen van Nederlands-Mormoonse emigranten
Onder de leden van de eerste belangrijke groep Nederlands-Mormoonse emigranten bevond zich Timmotheus Mets. Hij vestigde zich op een boerderij in Morgan County, Utah, in 1865. Later begaf Mets zich in de handel en tenslotte werd hij super­intendent van de Morgan Coop (een door de Kerk gesteunde codperatieve winkel). Dit gebeurde in 1874. In 1891 keerde Mets als zendingspresident naar Nederland terug, alwaar hij tot 1892 bleef. In die jaren werd Belgie aan de Nederlandse zending toegevoegd.
Een ander belangrijk lid van deze groep was Dirk Bockholt. Ook hij keerde als zendingspresident terug naar zijn geboorteland. In het gewone leven was hij ambtenaar van Salt Lake county.
De volgende emigranten namen eveneens hun plaatsen op een waardige manier in: De gebroeders Ekker van Eureka en Mammoth, die in de vroege zeventigerjaren naar Utah kwamen, werden uitzonderlijke veefokkers;
Gerrit de Jong Jr., professor in de moderne talen aan de Brigham Young Universiteit, vertegenwoordigde de universitaire klasse van Nederlande emigranten in de Verenigde Staten.

Gevolgen van de emigratiepolitiek op de zending en de Nederlanders
ledere bekeerling tot de Mormoonse Kerk was een potentiele emigrant. Hoewel ook de zendelingen de leden instrueerden om in Zion te vergaderen, bleek ook in de bekeerlingen zelf een verlangen om te emigreren te groeien. Millennial Star van 22 december 1866 zegt hierover:
"Het is niet nodig om de vergadering van de broederen hier te prediken, want alien die in het Evangelie geloven en hieraan gehoorzamen, zijn klaar om hun vaderland vaarwel te zeggen en zich bij Gods volk te voegen, maar velen zijn helaas verstoken van de hiervoor noodzakelijke middelen."

Vele Nederlanders waren gelnteresseerd in het Mormonisme, omdat dit de mogelijkheid van emigratie naar de Verenigde Staten vergrootte. Dikwijls verkeerden zij in de veronderstelling dat de Kerk de kosten hiervan op zich zou nemen. In 1866 rapporteerde Joseph Weiler, zendingspresident, dat hij was bezocht door enkele relaties, die het deden voorkomen alsof zij in de principes van de Herstelde Kerk geloofden. Na hierop wat dieper te zijn ingegaan merkte hij, dat zij weinig of niets van de principes van de Kerk wisten, maar in de veronder­stelling verkeerden dat de Kerk hen zou laten emigreren. Zij zouden een beter leven in Utah hebben? maar ik gaf hen te verstaan, dat de Kerk op deze manier geen zaken deed. Weilers verwanten leefden in Heukelom. Hij had gehoopt vele bekeerlingen tot de Kerk in deze plaats te kunnen vinden.
Later gaf een brief van een emigrant uit Heukelom een verslag van de omstandig-heden in Salt Lake City. Hij schreef, dat als hij 's-morgens opstond, hij dacht dat er lichte sneeuw was gevallen. Hij beschreef hoe hij ontdekte dat een laag zout, die die nacht vanuit de grond was opgestegen, de aarde bedekte, Verder schreef hij dat hij de helft van wat hij verdiende, aan de Kerk moest afstaan, Ook werd er een tiende gevraagd voor het dorsen van het graan, een tiende voor het malen en dan nog een extra tiende. Toen deze bref in Heukelom werd gelezen toonde niemand meer interesse in de leerstellingen van de Kerk.
Ondanks dergelijke moeilijkheden gingen de zendelingen door met het prediken van
de leerstellingen van de vergadering van Zion. Hoewel het vele bekeerlingen on
brak aan de middelen om te emigreren, waren zij toch na jaren van sparen in staat
naar Utah te vertrekken. De verslagen tonen aan dat van 1861 tot 1879 169 be­
keerlingen door de zendelingen. werden gedoopt. In diezelfde periode vertrokken
202 Nederlanders naar de Verenigde Staten. Deze statistische gegevens tonen aan
dat gedurende de eerste achttien jaar van de zendingsgeschiedenis het aantal
emigraties en dopen gelijke tred hield.

De tachtiger en negentigerjaren, een nieuw tijdvak van Nederlandse emigratie
Van 1880 tot het begin van de negentiger jaren nam de emigratie van zowel mormonen als andersdenkenden toe. Tussen 1893 en 1898 echter verminderde het aantal mormoonse emigranten en nam het aantal niet-mormoonse emigranten toe. Wellicht was dit een gevolg van de financiele depressie in Amerika. Een andere factor was de Spaans-Amerikaanse oorlog in de jaren 1897-1898. Daarna nam de emigratie weer toe.
Er zijn vele redenen te noemen, o.a. de vergaderingspolitiek van de kerk, die als oorzaken van het grote aantal emigranten in de laatste jaren van de negentiende eeuw mogen worden verondersteld. Een van die redenen was ook de bevolkingstoename in die jaren. Ook de economische depressie mag als reden worden aangenomen. Daartegenover stond dat in Amerika de graanproduktie toenam. als gevolg hiervan vonden vele arme boeren en arbeiders het maar het beste om te emigreren. Verder werd Amerika dichter bij Nederland gebracht door de vestiging van de Holland-Amerikalijn in 1873. Stoomschepen vormden een directe verbinding tusse Rotterdam en New York. In 1885 ontstond er grote concurrentie tussen verschillende stoombootmaatschappijen, welke de prijs van transport naar de Verenigde Staten tot het belachelijke bedrag van tien of twaalf dollars verlaagde. In dit nieuwe tijdvak van Nederlandse emigratie ondernam de Mormoonse Kerk stappen om de leden aan te moedigen en te helpen om naar Zion te emigreren. In 1885 raadde de zendingspresident John W.P.Volker de heiligen aan om een emigratiefonds te stichten. Hij adviseerde de leden om 10 cent per persoon per week opzij te leggen voor het emigratiefonds.

Verandering in de emigratiepolitiek
Bij de eeuwwisseling waren om en nabij zeshonderdenvijftig leden van de Kerk van Nederland naar Amerika geemigreerd. In diezelfde perioden doopten de zendelingen 1950 bekeerlingen.
In het begin van de twintigete eeuw introduceerden de autoriteiten van de Kerk van Jezus Ghristus van de Heiligen der Laatste Dagen een nieuwe emigratiepolitiek.
Leiders van de Kerk uit Salt Lake City bezochten de Nederlandse zending en in-strueerden de Heiligen om in Nederland te blijven. Francis M.Lyman, lid van de raad van twaalven, bracht de nieuwe politiek in 1903 tijdens een conferentie in Rotterdam ter sprake:
"Wij wensen dat u hier in Nederland blijft. Wij wensen dat hier priestersehap blijft. U bent geboren en opgegroeid in Nederland en als u weggaat, zal bet moeilijk zijn om terug te keren. Wij willen ook dat de zusters in Nederland blijven. "
Sommige leden hadden al het besluit genomen om naar Amerika te vertrekken.
Elder Lyrnan sprak zijn misnoegen uit over onbedachtzame emigratie en adviseerde
deze leden orn de raad van de presiderende broederen te vragen over vertrek
naar Utah.
De autoritetten in Salt Lake City stuurden instructies naar de zendingspresident
William T.Cannon, dat de leden eerst op de proef moesten worden gesteld alvorens
te emigreren, zodat zij in staat zouden zijn om aan de verleidingen en moeilijk-
heden weerstand te bieden en niet tussen de wal en het schip zouden raken na
hun aankomst in Utah.
De redenen voor deze nieuwe politiek waren tweezijdig:
1. het versterken van de kerk in Nederland
2. de leden helpen om onnodige beprcevingen te vermijden, die vele emigranten
in Utah onder ogen moesten zien.
Kerkleiders vertelden de Heiligen dat er geen efficienter manier was om het evangelie te prediken, dan door middel van grote, actieve wijken. In het jaar na de intrcductie van deze nieuwe politiek nam het aantal emigranten af. Dit was echter slechts een tijdelijk verschijnsel. Daarcm legdsn de autoriteiten van de Kerk in 1910 nog eens de nadruk op de emigratiepolitiek van de Kerk:
"We leggen er nog eens extra de nadruk op dat het tegen de prircipes en het advies van de autoriteiten van de Kerk is dat mannen hun vrouwen en kinderen verlaten om naar Amerika te emigreren."
De autoriteiten benadrukten nogeens de moeilijkheden van emigratie. Zij memoreerden dat de wetten van het land streng waren, dat vele beproevfngen op het pad van de emigrant kwamen zoals de noodzakelijkheid om een nieuwe taal te leren, de moeilijkheden bij het vinden van werk en de ervaring had ook geleerd dat vele Nederlanders in Amerika hun verwanten misten.

Emigratie sinds de eerste wereldoorlog

Na de eerste wereldoorlog herleefde de emigratie zowel voor Heiligen der Laatste Dagen als niet-mormonen een korte tijd. Dit duurde echter niet lang. De Verenigde Staten beperkte het aantal emigranten tot 3.153 jaarlijks bij de emigratiewet van 1924. Dit veroorzaakte een sterke daling van het aantal emi­granten. In 1923 vertrokken 180 leden en 3.783 nfet-mormonen naar Amerika, maar in 1924 vertrokken er slechts 25 mormonen en 1753 niet-mormonen, Na 1929 nam de emigratie af ten gevolge van de economische depressie in de Verenigde Staten. Het laagste punt werd in 1933 bereikt toen geen enkele heilige emigreerde en slechts 174 niet-mormonen. Tengevolge van deze verlaagde emigratie werden de takken van de Kerk in Nederland meer stabiel. De zendingspresident interpreteerde dit als een overgangsperiode in de Nederlandse zending. Voor de depressie vertrokken praktisch alle leden naar Amerika, ondanks de politiek van de Kerk. Toen evenwel de gevolgen van de depressie werden ondervonden, waren velen die hun naam reeds bij het Amerikaanse consulaat op een lijst hadden laten plaatsen, niet meer in staat hun plannen ten uitvoer te brengen. Vele leden dachten dat vrienden en verwanten in Amerika wel de middelen voor hun vertrek zouden verschaffen, maar ook de Verenigde Staten waren in een staat van recessie:
"In gevallen, waarin een deel van de familie al reeds in Aroerika is, is het vanzelfsprekend dat de rest hen wenst te ontmoeten. Velen Velen echter volgen het advies op om te blijven waar zij zijn en te helpen om de lokale takken op te bouwen. Langzamerhand begint het gedrag van de heiligen te veranderen. Het is hun duidelijk gemaakt, dat er in Utah erg moeilijk aan werk is te komenf alsook in de rest van Amerika en dat vele emigranten erg zijn teleurgesteid. De autoriteit wordt in handen van plaatselijke leiders gesteld. Bit versterkt de indruk dat de heiligen hier moeten blijven."
In 1936 waren er 129 emigranten. Het jaar daarop slechts 33. Deze verlaging nam toe tot 1939. Toen brak de tweede wereldoorlog uit, Gedurende deze oorlog verliet geen enkele mormoon Nederland,
Emigratie sedert de tweede wereldoorlog
Na de tweede wereldoorlog volgde een nieuwe toevloed van Nederlandse emigranten naar Amerika en Canada. In 1946 emigreerde geen enkele heilige en slechts 353 niet-mormonen. Na het einde van de oorlog ontstond er een sterke toename van het aantal emigranten,, In 1947 emigreerden 160 mormonen en 2936 niet-mormonen. Tengevolge van het ondervonden lijden gedurende de oorlog verlangden vele Nederlanders te vertrekken. Velen probeerden ook hun economische positie te verbeteren door zich in andere landen te vestigen,
Ook de Nederlandse regering stimuleerde het emigreren na de oorlog. In 1950 werd door de regering een actief emigratiebeleid op touw gezet am huip te verlenen, aan hen die wensten te emigreren. In 1952 werd een emigratiewet aangenomen. Deze wet beloofde aan iedereen die wenste te emigreren in de ncodzakelijKe kosten
hiervan bij te dragen,
De voornaamste reden voor deze wet was de slechte economie tengevolge van over
Bevolking:
"De regering is van oordeel, dat door het geven van een mogelijkheid om ergens anders in de wereld een nieuw leven te beginnen en de emigrant in staat te stellen zijn mogelijkheden te ontwikkelen -iets dat in het eigen land niet mogelijk is, zij een bijdrage levert die niet alleen de emigranten en Nederland zelf bevoordeelt, maar ook het ontvangende land, welks algemene welvaart wordt bevorderd door de invloed van deze emigranten."
De bevolking van Nederland was toegenomen van 5.2 miljoen in 1900 tot 11.7 miljoen in 1962. Gedurende deze jaren was de bevolking met gerniddeld 140.000 per jaar toegenomen. De regering voelde, dat als zij de emigratie niet zou aan moedigen, de bevolking zou toenemen tot 14.3 miljoen in 1980. Tn verband hiermede vond de regering emigratie wenselijk. Tussen 1945 en 1962 emigreerden 390.000 Nederlanders met regeringshulp. De meeste van deze emigranten vestigde zich in Canada, Australie en de Verenigde Staten.
De emigratiewet van 1952 veroorzaakte het vertrek van vele heiligen uit Nederland Ondanks de pogingen van Mormoonse leiders om emigratie tegen te gaan, veroor­zaakte dit een groot verlies aan plaatselijke leiders en ervaren leden. Met uitzondering van de oorlogsjaren, waarvan geen verslagen bestaan, werden tussen 1907 en 1954 door de zendelingen 6684 bekeerlingen en 1615 kinderen gedoopt. In diezelfde periode werden tweehonderdvijfenzeventig leden geexcommuniceerd en waren er 7076 die stierven of emigreerden. Dientengevolge werd de groei in Nederland sinds 1907 tot 1000 leden beperkt.
Le Grand Richards, een lid van het Quorum van de twaalf apostelen, vermeldde dat emigratie de zending danig bemoeilijkte in de ontwikkeling van het ledental en het leaderschap:
"De zending heeft enkele handicaps, veroorzaakt in eerste instantie door
het feit, dat de Nederlandse regering wil betalen voor haar inwoners, die wensen
te emigreren naar andere landen, omdat Nederland zelf overbevolkt is. Het
resultaat is dat er slechts een paar honderd leden meer zijn dan 43 jaar geleden
Met andere woorden, het aantal emigranten is praktisch gelijk aan het aantal
bekeerlingen, zodat het erg moeilijk is om praktisch leiderschap in de zending
te ontwikkelen."

Hernieuwde aankondiging van non-emigratiepolitiek
In de vijftiger jaren werd het onderwerp emigratie een moeilijk punt onder de heiligen in Nederland. Toen het eerste presidentschap Donovan van Dam, zendings-president van 1952 tot 1956, naar Nederland stuurde, adviseerde het hem om de kerkleden aan te moedigen in de zending te blijven. Er waren twee redenen voor deze politiek:
1. het iokale leiderschap in de zending moest worden ontwikkeld en
2. zij wensten dat de zendingen opgebouwd zouden worden, zodat ringen zouden
kunnen worden georganiseerd.
In hetzelfde jaar dat de nieuwe zendingspresident in Nederland aankwam, werd de emigratiewet door de Nederlandse regering aangenomen. In het jaar daarop, 1953 herhaalde het eerste presidentschap van de kerk de boodschap om niet te emigreren. Zij zond een officiele brief aan de zendingspresident, waarin werd vermeld dat er geen verandering kwam in de opvattingen van de Kerk betreffende emigratie. President van Dam meldde met betrekking tot deze brief:
"Wij ontvingen een zeer uitvoerige brief van het eerste presidentschap van de Kerk, waarin ons wordt gevraagd om emigratie van de heiligen naar de Verenigde Staten tegen te gaan en hen te belnvloeden om in Nederland te blijven om te worden getraind om leiders in de Kerk te worden. Door in Nederland te blijven zult u zendingswerk doen en er aan medewerken dat de Kerk in Nederland zal groeien."
De zendingspresident ontving in 1953 twee brieven, die hem instrueerden om emigratie zoveel mogelijk af te raden. De autoriteiten in Salt Lake City in-strueerden hem om de leden aan te moedigen in him eigen plaatsen te blijven en te helpen om de gemeenten van de zending te versterken. Een van deze brieven bevatte de volgende tekst:
"Het is de bedoeling van de Kerk om alles te doen wat maar mogelijk is om te voorzien in de behoefte aan tempels over de gehele wereld, zo­dat de leden de gelegenheid krijgen de zegeningen van de tempel-verordeningen te ontvangen, ook als zij in nun eigen omgeving blijven. Hierdoor zal het mogelijk zijn dat in de kortst mogelijke tijd het Woord des Heren zal worden bewaarheid, dat het evangelie zal worden verspreid onder alle naties, tongen en volkeren."
Deze twee brieven waren kennelijk het gevolg van het passeren van de Refugee Relief Act van 1953 door het Congres van de Verenigde Staten. Kerkautoriteiten voelden dat het passeren van deze wet in het hart van de leden het verlangen zou kunnen doen ontstaan naar de Verenigde Staten te emigreren.
Een nieuwsblad in Den Haag vermeldde in haar kolomen dat de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen had gewaarschuwd tegen emigratie. De verslaggever meldde dat de Kerk streng tegen emigratie waarschuwde en gaf een uittreksel van deze brief:
"Daarorn zeggen wij nog eens nadrukkelijk dat de Kerk niet kan voorzien in sponsors, huis of werk. Het wordt steeds moeilijker om werk in Amerika te vinden. Het is zeer twijfelachtig of iemand er economisch beter op wordt door naar Amerika te emigreren. Vele Nederlanders, die cnlangs zijn geemigreerd zijn ontevreden met hun situatie in Amerika."
President Van Dam berichtte, dat leden van de Kerk het bericht van de non-emigratiepolitiek slecht hadden ontvangen. Hij meldde dat hij helaas weinig verandering in de houding van de leden kor ontdekken en dat slechts weinigen besloten in Nederland te blijven. Emigratie bleef de groei van de zending en de ontwikkeling van het leiderschap bemoeilijken. Meestal emigreerden juist de meest geschikte leden.
Emigratie roomde constant het aanwezige leiderschap af, waardoor de oudere priesterschap overbleef. Deze konden echter niet in de open plaatsen worden aangesteld: .,
"Velen van de oudere priesterschapsleden hebben hun staatsburgerschap verloren door verkeerde politieke activiteiten gedurende de oorlog. Zij kunnen geen officiele functies krijgen en kunnen ook niet emigreren. Tot nu toe hebben wij ons afgevraagd of zij geschikt kunnen worden geacht om het plaatselijke leiderschap over te nemen."
Deze verkeerde politieke activiteit van sommige priesterschapsdragers bestond u±t het intreden in een nationaal-socialistische organisatie, bekend als N.S.B. Deze groep sympatiseerde met de Nazi Partij en steunde deze in de oorlog. Vele Nederlanders waren tot deze partij toegetreden om werk te vinden, teneinde hun gezinnen van de hongerdood te redden.

Factoren die de emigratie beinvloedden
Verscheidene factoren hadden gedurende de geschiedenis van de Nederlandse zending invloed op de toename van het aantal emigranten zowel onder de mormonen als onder niet-mormonen. Financiele depressie beperkte dikwijls emigratie:
"Het feit dat het aantal Nederlandse emigranten in de crisisjaren van 1857, 1873 en 1897 scherp afnam, wijst op een begrijpelijke terug-trekking om de moeilijkheden, die hen in Amerika in een periode van financiele depressie wachtten, onder ogen te zien."
Ook in de oorlogsjaren nam de emigratie af.
In 1861, het eerste jaar van de Burgeroorlog, waren er slechts 283 emigranten,
in 1871, tijdens de Frans-Pruisische oorlog 993,
in 1897 en 1898, gedurende de Spaans-Amerikaanse oorlog waren er respectievelijk
890 en 767 emigranten.
Tussen 1820 en 1949 verlieten 265.539 Nederlanders hun vaderland. In vergelij
king met de emigratie van andere Europese landen, was het aantal Nederlandse
emigranten relatief klein:
de duitsers voerden met een totaal van 6.119.957 de lijst aan.
Daarna kwamen de Italianen met 4.764.480, de Ieren met 4.611.643, de Russen
met 3.343.889 en de Engelsen met 2.743.252. Zweden leverde 1 .225.930 emigranten
Noorwegen 812.693, Denemarken 339.524 en Griekenland 439.402.
Rapporten van het United States Bureau of the Census toonden aan dat er in
1850 geen Nederlanders in Utah leefden, er waren er 12 in 1860, 122 in 1870,
141 in 1880, 254 in 1890, 523 in 1900, 1392 in 1910, 1980 in 1920, 2325 in 193
1857 in 1940, 2336 in 1950 en 8127 in 1960.
De statistieken van 1950 tonen aan dat Utah tiende was op de lijst van Staten
van de Verenigde Staten met in het buitenland geboren Nederlandse inwoners.
Gedurende de 105 jaar zendingsactiviteit in Nederland (1861-1966) emigreerde
6529 van de 14.307 bekeerlingen. Deze cijfers illustreren dat ongeveer 50%
van het totale ledental in Nederland is geemigreerd.
Sinds 1959 is de emigratie van leden van de herstelde kerk afgenomen. Dit
werd gedeeltelijk veroorzaakt door de voltooiing van de Londen Tempel in 1958.
De inwoners van Nederland, die lid waren van de Kerk van Jezus Christus van de
Heiligen der Laatste Dagen, behoefden nu niet meer te emigreren om naar een
tempel te kunnen gaan. Andere factoren welke hielpen om de emigratie onder de
mormonen te beperken waren:
1. de vestiging van de Hollandse ring in 1961
2. het bouwprogramma van de Kerk in Nederland, dat startte in 1962.

Historical overview of emigration from the Netherlands
Historisch bezien waren de motieven van Nederlandse emigranten naar Amerika zowel sociaal, politiek, economisch als religieus. Historically seen, the motives of Dutch emigrants to America socially, politically, economically and religiously. De eerste Nederlandse emigratie vond plaats in 1623 toen de Nederlandse Westindische compagnie een groep van dertig gezinnen uitzond, die zich vestigden aan de mond van de Hudson rivier. The first Dutch emigration took place in 1623 when the Dutch West India Company a rare group of thirty families, who settled at the mouth of the Hudson River. Tenslotte leefden er omstreeks 1664 ongeveer 10.000 Nederlanders in Amerika. Finally lived around 1664 about 10,000 Dutch in America.
De volgende opmerkelijke emigratie naar Amerika vond plaats in 1846. Deze werd de nieuwe immigratie of grote migratie genoemd. The following remarkable emigration to America took place in 1846. This was the new great migration or immigration mentioned. De oorzaken waren gedeeltelijk sociaal en economisch, maar voornamelijk religieus. De afgescheidenen, een in 1834 afgescheiden groep van de officiele Hervormde Kerk in Nederland, had een belangrijk aandeel in deze "nieuwe immigratie". The reasons were in part socially and economically, but mostly religious. The dissenters, in 1834 a breakaway group of the official Protestant Church in the Netherlands, had an important share in this "new immigration". De regering had een wet uitgevaardigd, die de Afgescheidenen verbood om met meer dan 20 leden tegelijk te vergaderen. The government had enacted a law which forbade seceders with more than 20 members at meetings. Zij werden niet alleen in de uitoefening van hun godsdienst belemmerd, maar ook economisch gediscrimineerd. They were not only hindered the exercise of their religion, but also economically discriminated against.
Voor alles was het streven van de Staat erop gericht de Afgescheidenen in bedwang For that was the objective of the State aims seceders in check
te houden. account. Hiervoor maakte men gebruik van politiemaatregelen, geldboetes en This was made use of police action, fines and
gevangenisstraffen. imprisonment. Daarnaast was er het discriminatieprobleem, want de publiek There was also the problem of discrimination, because the public
opinie nam het feit, dat deze groep zich van de bestaande kerk afkeerde, zeer opinion took the fact that this group has turned away from the existing church, very
hoog op. high.
De Afgescheidenen zagen Amerika als een ontzaglijke onbewoonde uitgestrektheid. The seceders saw America as a vast desert expanse.
Zij geloofden ook, dat zij daar niet door religieuze beperkingen aan banden They also believed that they are not restricted by religious restrictions
zouden worden gelegd. would be placed.
Ook katholieke emigranten van Nederland bevolkten Amerika gedurende deze Nieuwe Even Catholic emigrants from the Netherlands inhabited America during this New
Immigratie, eveneens uit religieuze overwegingen. Immigration, also from religious considerations. Zij vestigden zich voornamelijk They settled mainly
in het district van de Fox River in Wisconsin. in the district of the Fox River in Wisconsin. Ook zij hadden moeilijkheden met They too had difficulty with
de Nederlandse Staat gehad. the Dutch State had. De regering had hen namelijk geen toestemming willen The government did not consent because they want
geven om een organisatie van bisschoppen op te richten. give an organization of bishops to set up.
"Ons werd geen toestemming gegeven een onderwijssysteem op te zetten dat in overeenstemming was met de traditionele principes van ons geloof." "We were not given permission to set up an education system that was consistent with traditional principles of our faith."
Hoewel de religieuze motieven van de Nederlandse katholieken om te emigreren sterk waren, waren zij toch niet zo alles overwegend als de motieven van de afgescheidenen. Although the religious motives of the Dutch Catholics to emigrate were strong, they were not all primarily as the motives of the dissenters. Ook Nederlanders van Hervormde origine verlieten Nederland om zich in Amerika te vestigen. Also in Dutch Reformed originally left the Netherlands to settle in America. Deze kwamen vooral terecht in Michigan, Ohio, Illinois, Indiana, Wisconsin, Iowa, Minnesota, de Dakotas, New York en New Jersey. These were mainly up in Michigan, Ohio, Illinois, Indiana, Wisconsin, Iowa, Minnesota, the Dakotas, New York and New Jersey.
In de dertiger en veertiger jaren van de negentiende eeuw veroorzaakte een economische depressie, evenals de politiek ten opzichte van de afgescheidenen een motief voor emigratie. In the thirties and forties of the nineteenth century caused an economic depression, and the policy towards the dissenters a motive for emigration. Belastingen werden verhoogd, in het bijzonder slagers en molenaars werden zwaar belast. Taxes were increased, especially butchers and millers were heavily taxed. Het gebrek aan aardappelen in de jaren 1845 en 1846 was een nationale ramp, Vlees verdween van de tafel van de arbeiders-klasse. The lack of potatoes in the years 1845 and 1846 was a national disaster, Meat disappeared from the table of the working class.
In 1848 nam het aantal emigranten af, Politieke veranderingen verbeterden de In 1848 the number af emigrants, political changes improved
sociale en economische omstandigheden door het afschaffen van zware belastingen social and economic conditions through the removal of heavy loads
en er werden wetten opgesteld die een einde maakten aan kinder- en vrouwenarbeid, and there were laws that made an end to child labor and women,
Sommigen van deze vroege Nederlandse emigranten sloten zich bij de Mormoonse Some of these early Dutch immigrants joined the Mormon
Kerk aan. Church. In de zomer van 1853 werden enkele Nederlanders die in Keokuk, In the summer of 1853, some Dutch people in Keokuk,
Illinois, leefden in de buurt van een Mormoonse nederzetting, Nauvoo genaamd, Illinois, lived in the vicinity of a Mormon settlement, called Nauvoo,
Mormonen en begonnen hun grote trek naar Utah. Mormons and began their great trek to Utah.

De eerste emigranten van de Kerk van de Heiligen der Laatste Dagen The first emigrants from the Church of the Latter-day Saints
Hun godsdienstzin, en niet in de eerste plaats economische motieven, bracht de Mormoonse Nederlander naar Utah. Their godsdienstzin, and not primarily economic reasons, led the Mormons to Utah Dutchman. Deze emigratie, die in 1863 begon, werd ge-inspireerd door een religieus geloof in een goddelijk bevel om zich in Utah te verzamelen. This emigration, which began in 1863, was ge-inspires a religious belief in a divine command to collect in Utah.
Mormoonse zendelingen kwamen voor het eerst in 1861 in Nederland aan. Dit was in de tijd dat de burgeroorlog over de Verenigde Staten raasde. Niettemin moedigden zendelingen bekeerlingen aan om zich in hun Zion in de Rocky Mountains te ver-gaderen. Mormon missionaries first arrived in 1861 in the Netherlands. This was the time when the civil war raging over the United States. Nevertheless, encouraged missionaries to make converts in their Zion in the Rocky Mountains far-Gader.
In juni 1863 verlieten de eerste Nederlandse emigranten, Christina Suzanna Meyers en Cornelia Ages Nederland om naar Utah te gaan. In June 1863 the first Dutch emigrants left, and Christina Meyers Suzanna Cornelia Ages Netherlands to go to Utah. Zij voeren vanuit Londen met het SS Amazone. They perform in London with the SS Amazon. AWvan der Woude, een van de eerste zendelingen, die de boodschap van het herstelde evangelie in Nederland bracht, begeleidde deze eerste emigranten van Nederland naar Amerika, AWvan der Woude, one of the first missionaries, the message of the restored gospel in the Netherlands led, guided the first emigrants from the Netherlands to America,
Een jaar later vertrok de eerste belangrijke groep emigranten naar Zion. A year later the first major group of emigrants to Zion. Deze groep bestond voornamelijk uit bekeerlingen, die vroeger tot een secte behoorden, de Zwyndrechtse Broederschap genaamd, ook werden zij wel nieuwlichters genoemd. This group consisted mainly of converts, who formerly belonged to a sect, the Brotherhood called Zwyndrecht, they have also been called innovators. Zij beschouwden de boodschap van de Utah-zendelingen als een vervulling van hun eigen verwachtingen. Zij waren geen gevormde theologen, maar gewone kinderen uit het volk. Stoffel Mulder, hun leider, was een schipper, Maria Leer, hun profetes, een heel gewone vrouw. They considered the message of the Utah-missionaries as a fulfillment of their expectations. They were not formed theologians, but ordinary children from the people. Stoffel Mulder, their leader, was a skipper, Mary Leer, their prophet, a very ordinary woman . Zij stichtten een religieus-communistische broederschap. She founded a religious-communist brotherhood. Zij werkten voornamelijk in de jaren 1816 tot 1840, jaren van oorlog en geweld, zowel in politiek als in geestelijk opzicht. Voor dat de tijd rijp was om aandacht aan hen te besteden, waren zij reeds vertrokken. They worked primarily in the years 1816 to 1840, years of war and violence, both politically and spiritually. For the time was right to pay attention to them, they had already left. Zij werkten op hun eigen manier. They worked in their own way. Zij verhieven net geestelijk leven in een geestdodende tijd, zij verhieven hun stemmen tegen afval van het evangelie, zoals zij het verstonden, zij predikten een verheven ideaal, een navolging van Christus en realiseerden dat in hun leven. It rose just spiritual life in a dull time, they lifted up their voices against waste of the gospel as they understood, they preached a lofty ideal, an imitation of Christ and realized that in their lives.
Een van hen, een matroos, genaamd Timmotheus Mets, raakte met de eerste zendelingen, Schettler en van der Woude, bekend en trad tot de Kerk toe. One of them, a sailor named Timmo Theus Mets, became the first missionaries, Schettler and van der Woude, and became known to the Church. Later traden vijftig personen van de broederschap tot de Mormoonse kerk toe. Later fifty persons entered the brotherhood of the Mormon church. In 1864 haalde Mets zijn familie en de ouders van zijn vrouw, de familie Heystek, over om zich aan te sluiten bij een compagnie van zestig personen, die van plan was om naar Utah te emigreren. Mets in 1864 took his family and the parents of his wife, the family Heystek, left to themselves to join a company of sixty persons, who planned to emigrate to Utah. De volgende bekeerlingen van de nieuwlichters sloten zich bij deze compagnie aan: The following converts the innovators joined this company to:
Van Heukelom kwamen de families Exzalto, De Heus en Van Dam, evenals twee alleenstaan.de personen, P.Oliviver en J.van Dam; Heukelom Exzalto came from the families, De Heus and Van Dam, and two people alleenstaan.de, Oliviver P. and J. van Dam;
Van Gorinchem de weduwe Tol met haar kinderen, Keetje Valk en J.Pol; Van Werkendam de families W.Heystek en A.Kuyk, alsmede B.Keyzer en zijn dochter; van Rotterdam de familie J.Huisman, de weduwnaar Bosch en zijn kinderen en de weduwe Mets en haar kinderen; Uit Gelderland kwam de familie T.Bunne. Gorinchem of the widow with her children Tol, Katie Valk and J. Pol, Werkendam of the families and W. Heystek Kuyk A., and B. Keyzer and his daughter, the family of Rotterdam J. Huisman, the widower and his children Bosch Mets and the widow and her children, the family came from Gelderland T. Bunne.
Deze compagnie Nederlands-Mormoonse emigranten verliet Rotterdam op 1 juni 1864 en vertrok via Engeland naar Utah. This company Dutch-Mormon emigrants left Rotterdam on June 1, 1864 and departed from England to Utah. Zij voeren van Liverpool naar New York aan boord van het ss Hudson. They carry from Liverpool to New York aboard the SS Hudson. Gedurende deze reis stierven negen kinderen en werden drie babies geboren. During this trip nine children died and three were babies born. De dood was een gevolg van mazelen, die onopgemerkt door een Joodse familie aan boord werd gebracht. Death was a result of measles, which are unnoticed by a Jewish family vessel. Dit werd pas drie dagen na het vertrek ontdekt, This was only discovered three days after departure,
De compagnie kwam op 19 juli in New York aan. The company came on July 19 in New York. Deze groep emigranten bereikte Salt Lake City op 26 oktober met de William Hyde compagnie. Gedurende deze tocht stierven nog twee personen. This group of emigrants reached Salt Lake City on October 26 with the William Hyde Company. During this trip, two people died.

Bijdragen van Nederlands-Mormoonse emigranten Contributions of Dutch-Mormon emigrants
Onder de leden van de eerste belangrijke groep Nederlands-Mormoonse emigranten bevond zich Timmotheus Mets. Among the members of the first major group of Dutch-Mormon emigrants stood Timmo Theus Mets. Hij vestigde zich op een boerderij in Morgan County, Utah, in 1865. He settled on a farm in Morgan County, Utah, in 1865. Later begaf Mets zich in de handel en tenslotte werd hij superintendent van de Morgan Coop (een door de Kerk gesteunde codperatieve winkel). Later went Mets in the trade and finally became superintendent of the Morgan Coop (one sponsored by the Church codperatieve shop). Dit gebeurde in 1874. In 1891 keerde Mets als zendingspresident naar Nederland terug, alwaar hij tot 1892 bleef. This happened in 1874. In 1891 Mets as a mission president to the Netherlands, where he remained until 1892. In die jaren werd Belgie aan de Nederlandse zending toegevoegd. In those years were added Belgium to the Dutch mission.
Een ander belangrijk lid van deze groep was Dirk Bockholt. Another important member of this group was Dirk Bockholt. Ook hij keerde als zendingspresident terug naar zijn geboorteland. He returned as mission president returned to his homeland. In het gewone leven was hij ambtenaar van Salt Lake county. In ordinary life he was an official of Salt Lake County.
De volgende emigranten namen eveneens hun plaatsen op een waardige manier in: De gebroeders Ekker van Eureka en Mammoth, die in de vroege zeventigerjaren naar Utah kwamen, werden uitzonderlijke veefokkers; The following immigrants also took their places in a dignified way: The brothers Ekker of Eureka and Mammoth, in the early seventies came to Utah, ranchers were exceptional;
Gerrit de Jong Jr., professor in de moderne talen aan de Brigham Young Universiteit, vertegenwoordigde de universitaire klasse van Nederlande emigranten in de Verenigde Staten. Gerrit de Jong Jr.., Professor of modern languages at Brigham Young University, represented the university class of Nederlande emigrants in the United States.

Gevolgen van de emigratiepolitiek op de zending en de Nederlanders Impact of emigration on the political mission and the Dutch
ledere bekeerling tot de Mormoonse Kerk was een potentiele emigrant. Hoewel ook de zendelingen de leden instrueerden om in Zion te vergaderen, bleek ook in de bekeerlingen zelf een verlangen om te emigreren te groeien. Every convert to the Mormon Church was a potential immigrant. Although the missionaries instructed the members to gather to Zion, was also in the converts themselves a desire to emigrate to grow. Millennial Star van 22 december 1866 zegt hierover: Millennial Star of December 22, 1866 says:
"Het is niet nodig om de vergadering van de broederen hier te prediken, want alien die in het Evangelie geloven en hieraan gehoorzamen, zijn klaar om hun vaderland vaarwel te zeggen en zich bij Gods volk te voegen, maar velen zijn helaas verstoken van de hiervoor noodzakelijke middelen." "It is not necessary for the assembly of the brethren here to preach, because alien who believe and obey the Gospel, are ready to bid farewell to their homeland and join God's people to join, but many are sadly devoid of the above necessary means. "

Vele Nederlanders waren gelnteresseerd in het Mormonisme, omdat dit de mogelijkheid van emigratie naar de Verenigde Staten vergrootte. Dikwijls verkeerden zij in de veronderstelling dat de Kerk de kosten hiervan op zich zou nemen. Many Dutch were gelnteresseerd in Mormonism, because this is the possibility of emigration to the United States increased. Often they found themselves in the belief that the Church bear the costs would take. In 1866 rapporteerde Joseph Weiler, zendingspresident, dat hij was bezocht door enkele relaties, die het deden voorkomen alsof zij in de principes van de Herstelde Kerk geloofden. In 1866, reported Joseph Weiler, mission president, he was visited by some relations, who pretended they did in the principles of the Restored Church believed. Na hierop wat dieper te zijn ingegaan merkte hij, dat zij weinig of niets van de principes van de Kerk wisten, maar in de veronderstelling verkeerden dat de Kerk hen zou laten emigreren. After this deeper to be addressed, he noted that they had little or nothing of the principles of the Church knew, but assumed that the Church would let them emigrate. Zij zouden een beter leven in Utah hebben? They would have a better life in Utah? maar ik gaf hen te verstaan, dat de Kerk op deze manier geen zaken deed. but I gave them to understand that the Church did not do business this way. Weilers verwanten leefden in Heukelom. Hij had gehoopt vele bekeerlingen tot de Kerk in deze plaats te kunnen vinden. Weiler relatives lived in Heukelom. He had hoped many converts to the Church in this place to find.
Later gaf een brief van een emigrant uit Heukelom een verslag van de omstandig-heden in Salt Lake City. Later, a letter from an emigrant from Heukelom a report of the circumstances in Salt Lake City. Hij schreef, dat als hij 's-morgens opstond, hij dacht dat er lichte sneeuw was gevallen. He wrote that when he got up the morning, he thought there was light snow had fallen. Hij beschreef hoe hij ontdekte dat een laag zout, die die nacht vanuit de grond was opgestegen, de aarde bedekte, Verder schreef hij dat hij de helft van wat hij verdiende, aan de Kerk moest afstaan, Ook werd er een tiende gevraagd voor het dorsen van het graan, een tiende voor het malen en dan nog een extra tiende. He described how he discovered that a layer of salt, which that night had taken off from the ground, covered the earth, that he also wrote half of what he deserved, had to cede to the Church, was also asked tenth threshing of the grain, one tenth of the times and then an extra tenth. Toen deze bref in Heukelom werd gelezen toonde niemand meer interesse in de leerstellingen van de Kerk. When this was read bref in Heukelom showed no more interest in the teachings of the Church.
Ondanks dergelijke moeilijkheden gingen de zendelingen door met het prediken van Despite such difficulties were the missionaries continued to preach
de leerstellingen van de vergadering van Zion. the teachings of the meeting of Zion. Hoewel het vele bekeerlingen on Although many converts on
brak aan de middelen om te emigreren, waren zij toch na jaren van sparen in staat broke with the means to emigrate, they were able, after years of saving
naar Utah te vertrekken. to leave Utah. De verslagen tonen aan dat van 1861 tot 1879 169 be The reports show that from 1861 to 1879 169 working
keerlingen door de zendelingen. tions once the missionaries. werden gedoopt. were baptized. In diezelfde periode vertrokken In the same period left
202 Nederlanders naar de Verenigde Staten. 202 Dutch to the United States. Deze statistische gegevens tonen aan These statistics show
dat gedurende de eerste achttien jaar van de zendingsgeschiedenis het aantal during the first eighteen years of the history of the consignment
emigraties en dopen gelijke tred hield. emigrations and baptisms kept pace.

De tachtiger en negentigerjaren, een nieuw tijdvak van Nederlandse emigratie The eighties and nineties, a new period of Dutch emigration
Van 1880 tot het begin van de negentiger jaren nam de emigratie van zowel mormonen als andersdenkenden toe. From 1880 to the early nineties took the emigration of both Mormons and dissenters to. Tussen 1893 en 1898 echter verminderde het aantal mormoonse emigranten en nam het aantal niet-mormoonse emigranten toe. Between 1893 and 1898 but reduced the number of Mormon emigrants and the number of non-Mormon emigrants to. Wellicht was dit een gevolg van de financiele depressie in Amerika. Perhaps this was a result of the financial depression in America. Een andere factor was de Spaans-Amerikaanse oorlog in de jaren 1897-1898. Another factor was the Spanish-American War in the years 1897-1898. Daarna nam de emigratie weer toe. Then took the emigration again.
Er zijn vele redenen te noemen, oa de vergaderingspolitiek van de kerk, die als oorzaken van het grote aantal emigranten in de laatste jaren van de negentiende eeuw mogen worden verondersteld. There are many reasons, including meeting the policy of the church, which causes the large number of emigrants in the last years of the nineteenth century may be assumed. Een van die redenen was ook de bevolkingstoename in die jaren. One reason was the population growth in those years. Ook de economische depressie mag als reden worden aangenomen. The economic depression as a reason should be adopted. Daartegenover stond dat in Amerika de graanproduktie toenam. By contrast, in the American grain production increased. als gevolg hiervan vonden vele arme boeren en arbeiders het maar het beste om te emigreren. as a result, many poor farmers and workers took the best but to emigrate. Verder werd Amerika dichter bij Nederland gebracht door de vestiging van de Holland-Amerikalijn in 1873. It was closer to America brought by the Netherlands branch of the Holland America Line in 1873. Stoomschepen vormden een directe verbinding tusse Rotterdam en New York. Steam Ships were a direct connection tusse Rotterdam and New York. In 1885 ontstond er grote concurrentie tussen verschillende stoombootmaatschappijen, welke de prijs van transport naar de Verenigde Staten tot het belachelijke bedrag van tien of twaalf dollars verlaagde. In 1885 there was great competition between steamship companies, which the price of transport to the United States to the ridiculous amount of ten or twelve U.S. dollars reduced. In dit nieuwe tijdvak van Nederlandse emigratie ondernam de Mormoonse Kerk stappen om de leden aan te moedigen en te helpen om naar Zion te emigreren. In this new period of Dutch immigrants undertook steps to the Mormon Church members to encourage and help to emigrate to Zion. In 1885 raadde de zendingspresident John WPVolker de heiligen aan om een emigratiefonds te stichten. Hij adviseerde de leden om 10 cent per persoon per week opzij te leggen voor het emigratiefonds. In 1885 the mission president John WPVolker advised the saints to emigrate to a fund to found. He advised members to 10 cents per person per week set aside for the emigration fund.

Verandering in de emigratiepolitiek Change in immigration policy
Bij de eeuwwisseling waren om en nabij zeshonderdenvijftig leden van de Kerk van Nederland naar Amerika geemigreerd. At the millennium were around six hundred fifty members of the Church of the Netherlands emigrated to America. In diezelfde perioden doopten de zendelingen 1950 bekeerlingen. In the same periods in 1950 the missionaries baptized converts.
In het begin van de twintigete eeuw introduceerden de autoriteiten van de Kerk van Jezus Ghristus van de Heiligen der Laatste Dagen een nieuwe emigratiepolitiek. In the beginning of the century twintigete introduced the authorities of the Church of Jesus Ghristus of Latter-day Saints a new immigration policy.
Leiders van de Kerk uit Salt Lake City bezochten de Nederlandse zending en in-strueerden de Heiligen om in Nederland te blijven. Leaders of the Church in Salt Lake City and visited the Dutch mission in-strueerden the Saints to stay in the Netherlands. Francis M.Lyman, lid van de raad van twaalven, bracht de nieuwe politiek in 1903 tijdens een conferentie in Rotterdam ter sprake: Francis M. Lyman, a member of the council of twelve, brought the new policy in 1903 during a conference in Rotterdam discussed:
"Wij wensen dat u hier in Nederland blijft. Wij wensen dat hier priestersehap blijft. U bent geboren en opgegroeid in Nederland en als u weggaat, zal bet moeilijk zijn om terug te keren. Wij willen ook dat de zusters in Nederland blijven. " "We want you here in the Netherlands remains. Priestersehap We hope that this continues. You are born and raised in the Netherlands and if you leave, will be difficult bet to return. We want the sisters remain in the Netherlands."
Sommige leden hadden al het besluit genomen om naar Amerika te vertrekken. Some members had already taken the decision to go to America.
Elder Lyrnan sprak zijn misnoegen uit over onbedachtzame emigratie en adviseerde Elder Lyrnan expressed his displeasure about emigration and inadvertently advised
deze leden orn de raad van de presiderende broederen te vragen over vertrek orn the board members that the presiding brethren to ask about departure
naar Utah. to Utah.
De autoritetten in Salt Lake City stuurden instructies naar de zendingspresident Driving nets in Salt Lake City, sent instructions to the mission president
William T.Cannon, dat de leden eerst op de proef moesten worden gesteld alvorens William T. Cannon, the first members of the test should be made before
te emigreren, zodat zij in staat zouden zijn om aan de verleidingen en moeilijk- to emigrate, so they would be able to meet the temptations and difficulties
heden weerstand te bieden en niet tussen de wal en het schip zouden raken na now stand up and not between the shore and the ship would become after
hun aankomst in Utah. their arrival in Utah.
De redenen voor deze nieuwe politiek waren tweezijdig: The reasons for this new policy were twofold:
1. 1. het versterken van de kerk in Nederland strengthening of the church in the Netherlands
2. 2. de leden helpen om onnodige beprcevingen te vermijden, die vele emigranten Members help to avoid unnecessary beprcevingen, which many immigrants
in Utah onder ogen moesten zien. in Utah had to face.
Kerkleiders vertelden de Heiligen dat er geen efficienter manier was om het evangelie te prediken, dan door middel van grote, actieve wijken. In het jaar na de intrcductie van deze nieuwe politiek nam het aantal emigranten af. Church leaders told the Saints that there was no efficient way to preach the gospel, than by large, active neighborhoods. In the years after the intrcductie of this new policy the number of emigrants off. Dit was echter slechts een tijdelijk verschijnsel. Daarcm legdsn de autoriteiten van de Kerk in 1910 nog eens de nadruk op de emigratiepolitiek van de Kerk: It was only a temporary phenomenon. Daarcm legdsn the authorities of the Church in 1910 again stressed the emigration policy of the Church:
"We leggen er nog eens extra de nadruk op dat het tegen de prircipes en het advies van de autoriteiten van de Kerk is dat mannen hun vrouwen en kinderen verlaten om naar Amerika te emigreren." "We have put even more emphasis on the prircipes and against the advice of the authorities of the Church is that men leave their wives and children to emigrate to America."
De autoriteiten benadrukten nogeens de moeilijkheden van emigratie. Zij memoreerden dat de wetten van het land streng waren, dat vele beproevfngen op het pad van de emigrant kwamen zoals de noodzakelijkheid om een nieuwe taal te leren, de moeilijkheden bij het vinden van werk en de ervaring had ook geleerd dat vele Nederlanders in Amerika hun verwanten misten. They stressed Once more the difficulties of emigration. She recalled that the stringent laws of the country, many beproevfngen on the path of the emigrants came as the necessity to learn a new language, the difficulties in finding work and experience had also learned that many Dutch missed their relatives in America.

Emigratie sinds de eerste wereldoorlog
Emigration since the first world war
Na de eerste wereldoorlog herleefde de emigratie zowel voor Heiligen der Laatste Dagen als niet-mormonen een korte tijd. After World War revived the emigration both Latter-day Saints as non-Mormons a short time. Dit duurde echter niet lang. That did not last long. De Verenigde Staten beperkte het aantal emigranten tot 3.153 jaarlijks bij de emigratiewet van 1924. The United States reduced the number of migrants to the 3153 annual emigratiewet of 1924. Dit veroorzaakte een sterke daling van het aantal emigranten. This caused a sharp decline in the number of emigrants. In 1923 vertrokken 180 leden en 3.783 nfet-mormonen naar Amerika, maar in 1924 vertrokken er slechts 25 mormonen en 1753 niet-mormonen, Na 1929 nam de emigratie af ten gevolge van de economische depressie in de Verenigde Staten. Het laagste punt werd in 1933 bereikt toen geen enkele heilige emigreerde en slechts 174 niet-mormonen. In 1923 and 3783 left 180 members nfet-Mormons to America, but in 1924 left only 25 Mormons and non-Mormons in 1753, 1929, after the emigration due to economic depression in the United States. The lowest point was in 1933 reached when no holy emigrated and only 174 non-Mormons. Tengevolge van deze verlaagde emigratie werden de takken van de Kerk in Nederland meer stabiel. Due to this reduced emigration were the branches of the Church in the Netherlands more stable. De zendingspresident interpreteerde dit als een overgangsperiode in de Nederlandse zending. Voor de depressie vertrokken praktisch alle leden naar Amerika, ondanks de politiek van de Kerk. The mission president interpreted this as a transitional period in the Dutch mission. The depression left virtually all members to America, despite the politics of the Church. Toen evenwel de gevolgen van de depressie werden ondervonden, waren velen die hun naam reeds bij het Amerikaanse consulaat op een lijst hadden laten plaatsen, niet meer in staat hun plannen ten uitvoer te brengen. However, when the effects of depression were found, many who had their names already in the U.S. consulate in a list had to place, unable to bring their plans are. Vele leden dachten dat vrienden en verwanten in Amerika wel de middelen voor hun vertrek zouden verschaffen, maar ook de Verenigde Staten waren in een staat van recessie: Many members thought that friends and relatives in America or the means for their departure would provide, but also the United States were in a state of recession:
"In gevallen, waarin een deel van de familie al reeds in Aroerika is, is het vanzelfsprekend dat de rest hen wenst te ontmoeten. Velen Velen echter volgen het advies op om te blijven waar zij zijn en te helpen om de lokale takken op te bouwen. Langzamerhand begint het gedrag van de heiligen te veranderen. Het is hun duidelijk gemaakt, dat er in Utah erg moeilijk aan werk is te komenf alsook in de rest van Amerika en dat vele emigranten erg zijn teleurgesteid. De autoriteit wordt in handen van plaatselijke leiders gesteld. Bit versterkt de indruk dat de heiligen hier moeten blijven." "In cases where a part of the family has already Aroerika, it is obvious that the rest of them want to meet. However, many many follow the advice to stay where they are and to help the local branches to build . gradually begins to change behavior of the saints. It is their clear, that in Utah is very difficult to work komenf and the rest of America and that many emigrants are very teleurgesteid. The authority is in the hands of local leaders made. Bit reinforces the impression that the saints have to stay here. "
In 1936 waren er 129 emigranten. In 1936 there were 129 emigrants. Het jaar daarop slechts 33. The following year only 33. Deze verlaging nam toe tot 1939. This reduction increased to 1939. Toen brak de tweede wereldoorlog uit, Gedurende deze oorlog verliet geen enkele mormoon Nederland, When WWII broke out, during the war left no Mormon Netherlands,
Emigratie sedert de tweede wereldoorlog Emigration since the second world war
Na de tweede wereldoorlog volgde een nieuwe toevloed van Nederlandse emigranten naar Amerika en Canada. After the Second World War came a new influx of Dutch emigrants to America and Canada. In 1946 emigreerde geen enkele heilige en slechts 353 niet-mormonen. In 1946 emigrated no saint and only 353 non-Mormons. Na het einde van de oorlog ontstond er een sterke toename van het aantal emigranten,, In 1947 emigreerden 160 mormonen en 2936 niet-mormonen. After the end of the war there was a sharp increase in the number of emigrants,, 160 Mormons emigrated in 1947 and 2936 non-Mormons. Tengevolge van het ondervonden lijden gedurende de oorlog verlangden vele Nederlanders te vertrekken. Velen probeerden ook hun economische positie te verbeteren door zich in andere landen te vestigen, Because of the suffering experienced during the war, many Dutch wished to leave. Many also tried to improve their economic position in other countries to establish
Ook de Nederlandse regering stimuleerde het emigreren na de oorlog. In 1950 werd door de regering een actief emigratiebeleid op touw gezet am huip te verlenen, aan hen die wensten te emigreren. The Dutch government encouraged the emigration after the war. In 1950 the government was an active emigration policy to put ropes am Hips to grant to those who wished to emigrate. In 1952 werd een emigratiewet aangenomen. In 1952 a emigratiewet adopted. Deze wet beloofde aan iedereen die wenste te emigreren in de ncodzakelijKe kosten This law promised to anyone who wished to emigrate to the cost ncodzakelijKe
hiervan bij te dragen, them to contribute,
De voornaamste reden voor deze wet was de slechte economie tengevolge van over The main reason for this law was the result of poor economy on
Bevolking: Population:
"De regering is van oordeel, dat door het geven van een mogelijkheid om ergens anders in de wereld een nieuw leven te beginnen en de emigrant in staat te stellen zijn mogelijkheden te ontwikkelen -iets dat in het eigen land niet mogelijk is, zij een bijdrage levert die niet alleen de emigranten en Nederland zelf bevoordeelt, maar ook het ontvangende land, welks algemene welvaart wordt bevorderd door de invloed van deze emigranten." "The government believes that by providing an opportunity to somewhere else in the world a new life and to enable the expatriate to develop its potential-something that the country is not possible, they contribute provides not only the immigrants themselves and the Netherlands favors, but also the host country, whose general welfare is promoted by the influence of the immigrant. "
De bevolking van Nederland was toegenomen van 5.2 miljoen in 1900 tot 11.7 miljoen in 1962. The population of the Netherlands had increased from 5.2 million in 1900 to 11.7 million in 1962. Gedurende deze jaren was de bevolking met gerniddeld 140.000 per jaar toegenomen. During these years, the population gerniddeld 140,000 per annum. De regering voelde, dat als zij de emigratie niet zou aan moedigen, de bevolking zou toenemen tot 14.3 miljoen in 1980. The government felt that if they would not to encourage the emigration, the population would increase to 14.3 million in 1980. Tn verband hiermede vond de regering emigratie wenselijk. Tn this connection the Government emigration was also desirable. Tussen 1945 en 1962 emigreerden 390.000 Nederlanders met regeringshulp. 390,000 emigrated between 1945 and 1962 with Dutch government support. De meeste van deze emigranten vestigde zich in Canada, Australie en de Verenigde Staten. Most of these emigrants settled in Canada, Australia and the United States.
De emigratiewet van 1952 veroorzaakte het vertrek van vele heiligen uit Nederland Ondanks de pogingen van Mormoonse leiders om emigratie tegen te gaan, veroorzaakte dit een groot verlies aan plaatselijke leiders en ervaren leden. The emigratiewet of 1952 caused the departure of many saints from the Netherlands, despite attempts by Mormon leaders to counter emigration, this caused a great loss to local leaders and experienced members. Met uitzondering van de oorlogsjaren, waarvan geen verslagen bestaan, werden tussen 1907 en 1954 door de zendelingen 6684 bekeerlingen en 1615 kinderen gedoopt. With the exception of the war years, which no records exist, were between 1907 and 1954 by the missionaries in 1615 and 6684 converts baptized children. In diezelfde periode werden tweehonderdvijfenzeventig leden geexcommuniceerd en waren er 7076 die stierven of emigreerden. In that same period, two hundred seventy-five members were excommunicated and 7076 who died or emigrated. Dientengevolge werd de groei in Nederland sinds 1907 tot 1000 leden beperkt. Consequently, the growth in the Netherlands since 1907 to 1000 members is limited.
Le Grand Richards, een lid van het Quorum van de twaalf apostelen, vermeldde dat emigratie de zending danig bemoeilijkte in de ontwikkeling van het ledental en het leaderschap: Le Grand Richards, a member of the Quorum of the Twelve Apostles, mentioned that the emigration mission severely hampered in the development of the membership and the leader shelf:
"De zending heeft enkele handicaps, veroorzaakt in eerste instantie door "The mission has some disadvantages, caused primarily by
het feit, dat de Nederlandse regering wil betalen voor haar inwoners, die wensen the fact that the Dutch government will pay for its residents, who wish
te emigreren naar andere landen, omdat Nederland zelf overbevolkt is. to emigrate to other countries because the Netherlands itself is overcrowded. Het It
resultaat is dat er slechts een paar honderd leden meer zijn dan 43 jaar geleden result is that only a few hundred members more than 43 years ago
Met andere woorden, het aantal emigranten is praktisch gelijk aan het aantal In other words, the number of emigrants is practically equal to the number
bekeerlingen, zodat het erg moeilijk is om praktisch leiderschap in de zending converts, so it is very difficult to provide practical leadership in the consignment
te ontwikkelen." to develop. "

Hernieuwde aankondiging van non-emigratiepolitiek Notice of non re-emigration policy
In de vijftiger jaren werd het onderwerp emigratie een moeilijk punt onder de heiligen in Nederland. In the fifties it was a difficult subject emigration point among the saints in the Netherlands. Toen het eerste presidentschap Donovan van Dam, zendings-president van 1952 tot 1956, naar Nederland stuurde, adviseerde het hem om de kerkleden aan te moedigen in de zending te blijven. When the first president of Donovan Dam, missionary president from 1952 to 1956, sent to the Netherlands, advised him to encourage church members to stay in the consignment. Er waren twee redenen voor deze politiek: There were two reasons for this policy:
1. 1. het iokale leiderschap in de zending moest worden ontwikkeld en iokale the leadership in the consignment was to be developed and
2. 2. zij wensten dat de zendingen opgebouwd zouden worden, zodat ringen zouden they wanted the shipments would be built, so rings could
kunnen worden georganiseerd. can be organized.
In hetzelfde jaar dat de nieuwe zendingspresident in Nederland aankwam, werd de emigratiewet door de Nederlandse regering aangenomen. In the same year that the new mission president arrived in the Netherlands, the Dutch government adopted by the emigratiewet. In het jaar daarop, 1953 herhaalde het eerste presidentschap van de kerk de boodschap om niet te emigreren. The following year, in 1953 repeated the first presidency of the church's message not to emigrate. Zij zond een officiele brief aan de zendingspresident, waarin werd vermeld dat er geen verandering kwam in de opvattingen van de Kerk betreffende emigratie. They sent an official letter to the mission president, which indicated that there was no change in the attitudes of the Church on emigration. President van Dam meldde met betrekking tot deze brief: President of Dam reported on this letter:
"Wij ontvingen een zeer uitvoerige brief van het eerste presidentschap van de Kerk, waarin ons wordt gevraagd om emigratie van de heiligen naar de Verenigde Staten tegen te gaan en hen te belnvloeden om in Nederland te blijven om te worden getraind om leiders in de Kerk te worden. Door in Nederland te blijven zult u zendingswerk doen en er aan medewerken dat de Kerk in Nederland zal groeien." "We received a very detailed letter from the First President of the Church, which prompted us to emigration of the Saints to the United States to counter them and to influence in the Netherlands continue to be trained to be leaders in the Church be. By the Netherlands to continue missionary work you do and to co-operate in the Netherlands that the Church will grow. "
De zendingspresident ontving in 1953 twee brieven, die hem instrueerden om emigratie zoveel mogelijk af te raden. The mission president in 1953 received two letters, which instructed him to emigrate to minimize guess. De autoriteiten in Salt Lake City in-strueerden hem om de leden aan te moedigen in him eigen plaatsen te blijven en te helpen om de gemeenten van de zending te versterken. The authorities in Salt Lake City-strueerden him to members to encourage him in his own places to stay and help the mission of strengthening communities. Een van deze brieven bevatte de volgende tekst: One of these letters contained the following text:
"Het is de bedoeling van de Kerk om alles te doen wat maar mogelijk is om te voorzien in de behoefte aan tempels over de gehele wereld, zodat de leden de gelegenheid krijgen de zegeningen van de tempel-verordeningen te ontvangen, ook als zij in nun eigen omgeving blijven. Hierdoor zal het mogelijk zijn dat in de kortst mogelijke tijd het Woord des Heren zal worden bewaarheid, dat het evangelie zal worden verspreid onder alle naties, tongen en volkeren." "It is the intention of the Church but to do everything possible to meet the need for temples around the world, so the members the opportunity the blessings of the temple regulations to receive, even if they nun own environment remain. This will be possible in the shortest possible time the Word of God will be true, that the gospel will be spread among all nations, tongues and peoples. "
Deze twee brieven waren kennelijk het gevolg van het passeren van de Refugee Relief Act van 1953 door het Congres van de Verenigde Staten. Kerkautoriteiten voelden dat het passeren van deze wet in het hart van de leden het verlangen zou kunnen doen ontstaan naar de Verenigde Staten te emigreren. These two letters were apparently due to the passage of the Refugee Relief Act of 1953 by the Congress of the United States. Church authorities felt that passing this law in the hearts of the members could create the desire for the United States emigrate.
Een nieuwsblad in Den Haag vermeldde in haar kolomen dat de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen had gewaarschuwd tegen emigratie. A newspaper in its columns in The Hague stated that the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints had warned against emigration. De verslaggever meldde dat de Kerk streng tegen emigratie waarschuwde en gaf een uittreksel van deze brief: The reporter stated that the Church strictly warned against emigration and gave a copy of that letter:
"Daarorn zeggen wij nog eens nadrukkelijk dat de Kerk niet kan voorzien in sponsors, huis of werk. Het wordt steeds moeilijker om werk in Amerika te vinden. Het is zeer twijfelachtig of iemand er economisch beter op wordt door naar Amerika te emigreren. Vele Nederlanders, die cnlangs zijn geemigreerd zijn ontevreden met hun situatie in Amerika." "Daarorn say we again stress that the Church can not provide sponsors, home or work. It is increasingly difficult to find work in America. It is very doubtful whether anyone will be economically better to emigrate to America. Many Dutch who have emigrated cnlangs are dissatisfied with their situation in America. "
President Van Dam berichtte, dat leden van de Kerk het bericht van de non-emigratiepolitiek slecht hadden ontvangen. President Van Dam reported that members of the Church the message of non-emigration policy had received bad. Hij meldde dat hij helaas weinig verandering in de houding van de leden kor ontdekken en dat slechts weinigen besloten in Nederland te blijven. He reported that he unfortunately little change in the attitude of the members dredge discover that few decided to stay in the Netherlands. Emigratie bleef de groei van de zending en de ontwikkeling van het leiderschap bemoeilijken. Emigration continued growth of the consignment and the development of leadership difficult. Meestal emigreerden juist de meest geschikte leden. Usually emigrated precisely the most suitable members.
Emigratie roomde constant het aanwezige leiderschap af, waardoor de oudere priesterschap overbleef. Emigration roomde constantly present leadership, making the older priesthood remained. Deze konden echter niet in de open plaatsen worden aangesteld: ., However, this could not be appointed open places:.,
"Velen van de oudere priesterschapsleden hebben hun staatsburgerschap verloren door verkeerde politieke activiteiten gedurende de oorlog. Zij kunnen geen officiele functies krijgen en kunnen ook niet emigreren. Tot nu toe hebben wij ons afgevraagd of zij geschikt kunnen worden geacht om het plaatselijke leiderschap over te nemen." "Many of the older priesthood members have lost their citizenship by false political activities during the war. They can not get official functions and can not emigrate. So far, we wondered whether they might be used for the local leadership to take over .
Deze verkeerde politieke activiteit van sommige priesterschapsdragers bestond u±t het intreden in een nationaal-socialistische organisatie, bekend als NSB Deze groep sympatiseerde met de Nazi Partij en steunde deze in de oorlog. This political activity of some false priesthood bearers were your t ± the occurrence in a national-socialist organization, known as NSB This group sympatiseerde with the Nazi Party and supported them in the war. Vele Nederlanders waren tot deze partij toegetreden om werk te vinden, teneinde hun gezinnen van de hongerdood te redden. Many Dutch were joined to the party to find work, so their families from starvation to save.

Factoren die de emigratie beinvloedden Factors influencing the emigration
Verscheidene factoren hadden gedurende de geschiedenis van de Nederlandse zending invloed op de toename van het aantal emigranten zowel onder de mormonen als onder niet-mormonen. Several factors had throughout the history of the Dutch mission to influence the increase in the number of emigrants both among the Mormons as among non-Mormons. Financiele depressie beperkte dikwijls emigratie: Financial depression often limited emigration:
"Het feit dat het aantal Nederlandse emigranten in de crisisjaren van 1857, 1873 en 1897 scherp afnam, wijst op een begrijpelijke terug-trekking om de moeilijkheden, die hen in Amerika in een periode van financiele depressie wachtten, onder ogen te zien." "The fact that the number of Dutch emigrants in the crisis years of 1857, 1873 and 1897 declined sharply, indicating a withdrawal to understand the difficulties, which they in America in a waiting period of financial depression, to face."
Ook in de oorlogsjaren nam de emigratie af. In the war years, the emigration.
In 1861, het eerste jaar van de Burgeroorlog, waren er slechts 283 emigranten, In 1861, the first years of the Civil War, there were only 283 emigrants,
in 1871, tijdens de Frans-Pruisische oorlog 993, in 1871, during the Franco-Prussian War 993,
in 1897 en 1898, gedurende de Spaans-Amerikaanse oorlog waren er respectievelijk in 1897 and 1898, during the Spanish-American War, there were respectively
890 en 767 emigranten. 890 and 767 emigrants.
Tussen 1820 en 1949 verlieten 265.539 Nederlanders hun vaderland. In vergelij Between 1820 and 1949 left 265,539 Dutch their homeland. Compared
king met de emigratie van andere Europese landen, was het aantal Nederlandse tion with the emigration of other European countries, the number of Dutch
emigranten relatief klein: emigrants relatively small:
de duitsers voerden met een totaal van 6.119.957 de lijst aan. The Germans claimed a total of 6,119,957 to the list.
Daarna kwamen de Italianen met 4.764.480, de Ieren met 4.611.643, de Russen Then the Italians came to 4,764,480, 4,611,643 with the Irish, the Russians
met 3.343.889 en de Engelsen met 2.743.252. with 3,343,889 and 2,743,252 with the English. Zweden leverde 1 .225.930 emigranten Sweden yielded 1 .225.930 emigrants
Noorwegen 812.693, Denemarken 339.524 en Griekenland 439.402. Norway 812,693, 339,524 Denmark and Greece 439,402.
Rapporten van het United States Bureau of the Census toonden aan dat er in Reports of the United States Bureau of the Census showed that in
1850 geen Nederlanders in Utah leefden, er waren er 12 in 1860, 122 in 1870, Dutch not lived in Utah in 1850, there were 12 in 1860, 122 in 1870,
141 in 1880, 254 in 1890, 523 in 1900, 1392 in 1910, 1980 in 1920, 2325 in 193 141 in 1880, 254 in 1890, 523 in 1900, 1392 in 1910, 1980 1920, 193 in 2325
1857 in 1940, 2336 in 1950 en 8127 in 1960. 1857 in 1940, 2336 and 1950 in 8127 in 1960.
De statistieken van 1950 tonen aan dat Utah tiende was op de lijst van Staten Statistics from 1950 show that Utah was tenth on the list of States
van de Verenigde Staten met in het buitenland geboren Nederlandse inwoners. of the United States with Dutch residents born abroad.
Gedurende de 105 jaar zendingsactiviteit in Nederland (1861-1966) emigreerde During the 105 years shipment activity in the Netherlands (1861-1966) emigrated
6529 van de 14.307 bekeerlingen. 6529 of the 14,307 converts. Deze cijfers illustreren dat ongeveer 50% These figures illustrate that about 50%
van het totale ledental in Nederland is geemigreerd. of the total membership in the Netherlands emigrated.
Sinds 1959 is de emigratie van leden van de herstelde kerk afgenomen. Dit Since 1959 the emigration of members of the restored church declined. This
werd gedeeltelijk veroorzaakt door de voltooiing van de Londen Tempel in 1958. was partly caused by the completion of the Temple in London in 1958.
De inwoners van Nederland, die lid waren van de Kerk van Jezus Christus van de The inhabitants of the Netherlands, who were members of the Church of Jesus Christ of
Heiligen der Laatste Dagen, behoefden nu niet meer te emigreren om naar een Latter Day Saints, now relieved not to emigrate to a
tempel te kunnen gaan. Temple to go. Andere factoren welke hielpen om de emigratie onder de Other factors which helped to emigration among the
mormonen te beperken waren: Mormons were to reduce:
1. 1. de vestiging van de Hollandse ring in 1961 the establishment of Holland's ring in 1961
2. 2. het bouwprogramma van de Kerk in Nederland, dat startte in 1962. the construction program of the Church in the Netherlands, which started in 1962.

 

 

Chapter 14 – Mission Presidents of the Netherlands Mission

 

Zendingspresidenten Nederlandse Zending

Mission Presidents of the Netherlands Mission

 

Lijst van Nederlandse Zendingspresidenten
(jaartallen volgen binnenkort)
links naar relevante informatie later toegevoegd


Paul Augustus Schettler

Anne Wiegers van der Woude
Samuel Mets
Joseph Weiler
Francis A.Brown
Marcus Rolling
Jan F.Krumperman
Sybren van Dyk
Plaatselijke ouderlingen
Dirk Bockholt
Peter J.Lammers
Johannes Hansink
Bernhard H.Schettler
Prederik Peters of Peterson
Sybren van Dyk
Zwier W.Koldewyn
Peter J.Lammers
Zwier W.Koldewyn
John W.F.Volker
Francis A.Brown
Timothy Mets
Alfred L.Farrell . .
Edwin Bennion
Asa W.Judd
George S.Spencer
Frederick Pieper
Alfred L.Farrell
Sylvester Q,.Cannon
Willard T.Cannon
Jacob H.Trayner
Alexander Nibley
Sylvester Q.Cannon
James H.Walker
Brigham G.Thatcher
Roscoe W.Erardly
Thomas C.Hair
LeGrand Richards
John A.Butterworth
John P.Lillywhite
Charles S.Hyde
John P.Lillywhite
Frank I.Kooyman
T.Edgar Lyon
Franklin J.Murdock
J.Schipaanboord Jr.
Cornelius Zappsy
John P.Lillywhite
Don W.Rapier
Donovan Van Dam
Rulon J.Sperry
J.Henry Volker
Don van Slooten
Dale R.Curtis

List of Netherlands Mission Presidents
(jaartallen volgen binnenkort) (dates coming soon)
links naar relevante informatie later toegevoegd links to relevant information added later


Paul Augustus Schettler Paul August Schettler
Anne Wiegers van der Woude Anne Wiegers van der Woude
Samuel Mets Samuel Mets
Joseph Weiler Joseph Weiler
Francis A.Brown Francis A. Brown
Marcus Rolling Marcus Rolling
Jan F.Krumperman Jan F. Krumperman
Sybren van Dyk Sybren van Dyk
Plaatselijke ouderlingen Local elders
Dirk Bockholt Dirk Bockholt
Peter J.Lammers Peter J. Lammers
Johannes Hansink Johannes Hansink
Bernhard H.Schettler Bernhard H. Schettler
Prederik Peters of Peterson Prederik Peters or Peterson
Sybren van Dyk Sybren van Dyk
Zwier W.Koldewyn Zwier W. Koldewyn
Peter J.Lammers Peter J. Lammers
Zwier W.Koldewyn Zwier W. Koldewyn
John WFVolker John WFVolker
Francis A.Brown Francis A. Brown
Timothy Mets Timothy Mets
Alfred L.Farrell . Alfred L. Farrell. . .
Edwin Bennion Edwin Bennion
Asa W.Judd Asa W. Judd
George S.Spencer George S. Spencer
Frederick Pieper Frederick Pieper
Alfred L.Farrell Alfred L. Farrell
Sylvester Q,.Cannon Sylvester Q,. Cannon
Willard T.Cannon Willard T. Cannon
Jacob H.Trayner Jacob H. Trayner
Alexander Nibley Alexander Nibley
Sylvester Q.Cannon Sylvester Q. Cannon
James H.Walker James H. Walker
Brigham G.Thatcher Brigham G. Thatcher
Roscoe W.Erardly Roscoe W. Erardly
Thomas C.Hair Thomas C. Hair
LeGrand Richards LeGrand Richards
John A.Butterworth John A. Butterworth
John P.Lillywhite John P. White Lilly
Charles S.Hyde Charles S. Hyde
John P.Lillywhite John P. White Lilly
Frank I.Kooyman Frank I. Kooyman
T.Edgar Lyon T. Edgar Lyon
Franklin J.Murdock Franklin J. Murdock
J.Schipaanboord Jr. Schipaanboord J. Jr.
Cornelius Zappsy Cornelius Zappsy
John P.Lillywhite John P. White Lilly
Don W.Rapier Thurs W. Rapier
Donovan Van Dam Donovan Van Dam
Rulon J.Sperry Rulon J. Sperry
J.Henry Volker J. Henry Volker
Don van Slooten Don van Slooten
Dale R.Curtis Dale R. Curtis

 

Chapter 15 – Historical Resources

 

Geschiedkundige Bronnen

Historical Resources

 

Geschiedkundige Bronnen

Een uitgebreid overzicht van geraadpleegde bronnen, belangrijk voor historisch onderzoek en voor toekomstige geschiedschrijvers in de Lage Landen!

"Heiligen der Lage Landen" putte uit de twee navolgende bronnen:

A- (afleveringen 1 t/m 6), (m.u.v. aflevering 2.1)
"De Geschiedenis van de Heiligen der Laatste Dagen in Nederland en Vlaanderen"
door Douglas F.Tobler en Barton W.Marcois (onderzoek en basistekst) en W.L.J. van Langendijk (nederlandse tekst en lokale bewerking).
Deze produktie werd in zijn geheel overgenomen uit het voormalige nederlandstalige tijdschrift: "Horizon, tijdschrift over de mormoonse gemeeenschap" (1983)

In alle bovenvermelde afleveringen werden bronvermeldingen (m.u.v. aflevering 2.1) en voetnoten integraal opgenomen.

B- (afleveringen 7 t/m 15)
"Geschiedenis van de Nederlandse Zending"
door Keith C.Warner; vertaling K.J.Bakker (1967)
Het betreffende materiaal werd, op enkele pagina's statistische gegevens na, vrijwel in zijn geheel overgenomen uit een gebonden stencil met de gelijknamige titel dat werd gedistribueerd onder bezoekers aan een regionale vergadering d.d. 13 Juni 1981 te Den Haag.

Het navolgende overzicht betreft het geraadpleegd materiaal m.b.t. de afleveringen 7 t/m 15, dat door de geschiedschrijvers als aparte bijlage werd toegevoegd.

Geraadpleegd materiaal: Boeken:

James B.Alien and Richard 0.Cowan: Mormonism in the Twentieth Century Brigham Young University Extension,1964

Adriaan J.Barnauw
The. Pageant of Netherlands History
New York: Tongmans, Green and Co, 1952

The Making of Modern Holland
New York: W.W.Norton and Co., 1944

Albert E.Bowen
The Church Welfare Plan
Salt Lake City: Leseret Sunday School Union, 1946

Peter Brecklayer:
Holland's House
Haarlem: Jon Enschede and Sons, 1939

Carter, Kate B.
Our Pioneer Heritage, Vol. VIII
Salt Lake City: Daughter of Utah Pioneers, 1965

Spender J.Cornwall
A Century of Singing
Salt Lake City: Deseret Book Co., 1958

William Griffes
Young People's History of Holland
Boston and New York: Houghton, Mifflen and Co, 1903

Andrew Jenson
Encyclopedic History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints
Salt Lake City, Utah: Deseret News Press, 1941

Andrew Jenson
Latter-day Saints Biographical Encyclopedia,4 vols.
Salt Lake City, Utah: Jenson Historical Co., 1901

Juggernaut Over Holland
New York: Columbia University Press, 1941

Bartholomew Landheer
The Netherlands
Los Angeles and Berkely: University of California 1943

Henry S. Lucas
Dutch Immigrant Memoirs and Related Writings
Assen: Van Gorcum and Co, 1955

Henry S.Lucas
Netherlanders in America
Ann Arbor: University of Michigan Press, 1955

John Lothrop Motley
The Rise of the Dutch Republic Vol. I
New York: Harper and Brothers, 1855

Arnold Mulder
Americans from Holland
New York: J.B.Lippencott Co., 1947

B.H.Roberts
Comprehensive History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Vol.
Salt Lake City Utah: Deseret News Press, 1900

Joseph Fielding Smith
Essentials in Church History
Salt Lake City: Deseret Book Co., 1963

Joseph Smith
History of the Church
Vol. IV, Salt Lake City, Utah: Deseret News Press, I960

The Message of the Restoration,
European Mission:
The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, 1961

Warren John Thomas
Salt Lake Mormon Tabernackle Choir goes to Europe
Salt Lake City: Deseret News Press, 1957

Amry van den Bosch Foreign Policy since 1815,
The Hague: Netherlands, 1959

Amry van den Bosch
The Neutrality of the Netherlands during the World War
Michigan: William B.Eordman's Publishing Co., 1927

Bertus Harry Wabeke
Dutch Emigration to North America 1624 - 1960
New York: Netherlands Information Bureau, 1944

Henry Smith Williams
The Historian's History of the World, Vol. XIV
London and New York: Hooper and Jackson, 1908

Paul Zumther
Daily Life in Rembrandt's Holland
New York: The MacMillan Co., 1963


Tijdschriften, pamfletten en nieuwsbladen

Conference Report

De Ster, 1896 - 1966

Digest of the Kingdom of the Netherlands
The Hague: Netherlands Government Information Service, 1963

Dutch Unroll Carpet foor LDS Singers, 'Salt Lake Tribune (august 31, 1955) p. 15

Europe say Thanks, Improvement Era, XLIX (March 1946), 131

Full House Greets Choir in Amsterdam Deseret News (August 31, 1955) P.1a

Het Mormonisme
Deseret Evening News (August 20, 1902) p.4

Holland "Knickerbocker Weekly (September 25, 1944)

Improvement Era XLIX (October 1966), 865

Frank Jax "As I saw the Church in Holland",
Improvement Era, XLIX (June 1946), 372

Latter-day Saints Millennial Star, Liverpool, England

"LDS Mission Worker Home" Salt Lake Tribune (July 24, 1920), p.5

"Letter from Holland Gives Assurance that Elders are being well treated" Deseret Evening News (June 19,1918), P.3

Edgar Lyon "Land Marks in the Netherlands Mission" The Improvement Era, XXXIX (September, 1936), 546

Messages from the Missions
Improvement Era, XVI (February 1913),386

Messages from the Missions, Improvement Era, XVIII (April 1915) 551

Franklin J.Murdock
"A Church-built Chapel in The Netherlands"
Improvement Era, XL (December, 1937) 732

News Digest from Holland
The Netherlands Information Service, July 19, 1966

Rupert Ravsten "In Holland's rainy Lowlands" Improvement Era, XXXI (December, 1927), 161

LeGrand Richards "Home from Netherlands" Deseret Evening News (July 11, 1916), p. 5

George S.Spencer "Healed by faith
Deseret Evening News (December 5, 1896), p. 12

"The European War in Retrospect" Newsweek XXV (May 14, 1945), 36

"The Netherlands Mission" Diamond Jubilee, 'Salt Lake City, 1936

"The Work in Holland"Deseret Evening News (december 11, 1893) P.4

Times and Seasons, Vol. II, Nauvoo, Illinois, 1841, 570
|
United States Census of Population
United States Department of Commerce-Bureau of the Census, 1850-1960

Samuel Van Volkinburg and Eyon Kaskeline
"The Netherlands"
Colliers Encyclopedia, XVII (Crowell Collier and MacMillan Inc., 1966), 313

Qngepubliceerd materiaal


Annual Report on Netherlands Mission
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah

Diary of Hoyt W.Brewster, M.S.

Marvin Hill "An Historical Study of the Life of Orson Hyde, Early Mormon Missionary and Apostle from 1805 - 1852" (Unpublished Master's Thesis, Department of Religion, Brigham Young University, 1961)

Journal of John W.F.Volker, M.S.

Journal of Joseph Weiler, M.S. In Historian's Office
Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Journal of Sybren Van Dyk M.S. In Church Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Antwerp Conference History M.S.
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah

"Groningen Conference History, M.S.
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah

'^Liege Conference History" M.S.
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah

Utrecht Conference History, M.S.
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah

Latter-day Saint Journal History M.S. In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Letter from Jacob Schipaanboord to Cornelius Zappey, October 12, 1945* Among personal papers in possession of Adriana Zappey

Letter to Joseph Fielding Smith from LeGrand Richards, September 23, 1959. In Church Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Letter to President David 0. McKay and Counselors, Joseph P.Smith and Twelve from Spencer W.Kimball, October 7, 1955. In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Memorandum from Netherlands Mission March 28, 1952
In Netherlands Mission file in Church Historian's Office, Church of Jesus
Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Netherlands Mission History, M.S. In Historian's Office,
Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Netherlands Mission Quarterly Report, M.S. In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

The Netherlands Centennial, March, 1961

Cornelius Zappey "Dutch Saints send Seventy Tons of potatoes to Germany" M.S. Among personal papers in possession of Adriana Zappey.

Taped Interviews

Jacob Oenes, May 15, 1967
Donovan van Dam, May 4, 1967
J.Henry Volker, September 2, 1966
Adriana Myer Zappey, May 7, 1967

 

 

Historical Resources

Een uitgebreid overzicht van geraadpleegde bronnen, belangrijk voor historisch onderzoek en voor toekomstige geschiedschrijvers in de Lage Landen! An extensive list of consulted sources, important for historical research and for future historians in the Low Countries!

"Heiligen der Lage Landen" putte uit de twee navolgende bronnen: "Saints Low Countries" drew on the two following sources:

A - (afleveringen 1 t/m 6), (muv aflevering 2.1) A - (episodes 1 to 6), (except episode 2.1)
"De Geschiedenis van de Heiligen der Laatste Dagen in Nederland en Vlaanderen" "The History of the Latter-day Saints in the Netherlands and Flanders"
door Douglas F.Tobler en Barton W.Marcois (onderzoek en basistekst) en WLJ van Langendijk (nederlandse tekst en lokale bewerking). by Douglas F. Tobler and W. Barton Marcois (research and basic text) and WLJ of Langendijk (Dutch text and local processing).
Deze produktie werd in zijn geheel overgenomen uit het voormalige nederlandstalige tijdschrift: "Horizon, tijdschrift over de mormoonse gemeeenschap" (1983) This production has been fully taken over from the former Dutch magazine "Horizon, the Mormon magazine gemeeenschap" (1983)

In alle bovenvermelde afleveringen werden bronvermeldingen (muv aflevering 2.1) en voetnoten integraal opgenomen. In all the above episodes were source entries (except episode 2.1) and footnotes included in full.

B - (afleveringen 7 t/m 15) B - (episodes 7 to 15)
"Geschiedenis van de Nederlandse Zending" "History of the Dutch Mission"
door Keith C.Warner; vertaling KJBakker (1967) by Keith C. Warner; KJBakker translation (1967)
Het betreffende materiaal werd, op enkele pagina's statistische gegevens na, vrijwel in zijn geheel overgenomen uit een gebonden stencil met de gelijknamige titel dat werd gedistribueerd onder bezoekers aan een regionale vergadering dd 13 Juni 1981 te Den Haag. The material was, in some pages from statistical data, almost all taken from a stencil tied with the same name that was distributed to visitors at a regional meeting dated June 13, 1981 in The Hague.

Het navolgende overzicht betreft het geraadpleegd materiaal mbt de afleveringen 7 t/m 15, dat door de geschiedschrijvers als aparte bijlage werd toegevoegd. The following overview of the available material concerning the episodes 7 to 15, by the historians as a separate annex was added.

Geraadpleegd materiaal: Boeken: Consulted material: Books:

James B.Alien and Richard 0.Cowan: Mormonism in the Twentieth Century Brigham Young University Extension,1964 James B. Alien and Richard 0.Cowan: Mormonism in the Twentieth Century Brigham Young University Extension, 1964

Adriaan J.Barnauw Adriaan J. Barnauw
The. The. Pageant of Netherlands History Pageant of Netherlands History
New York: Tongmans, Green and Co, 1952 New York: Sole Man, Green and Co., 1952

The Making of Modern Holland The Making of Modern Holland
New York: WWNorton and Co., 1944 New York: WWNorton and Co.., 1944

Albert E.Bowen Albert E. Bowen
The Church Welfare Plan The Church Welfare Plan
Salt Lake City: Leseret Sunday School Union, 1946 Salt Lake City: Leseret Sunday School Union, 1946

Peter Brecklayer: Peter Breck Layer:
Holland's House Holland's House
Haarlem: Jon Enschede and Sons, 1939 Haarlem: Jon Enschede and Sons, 1939

Carter, Kate B. Carter, Kate B.
Our Pioneer Heritage, Vol. Our Pioneer Heritage, Vol. VIII VIII
Salt Lake City: Daughter of Utah Pioneers, 1965 Salt Lake City: Daughters of Utah Pioneers, 1965

Spender J.Cornwall Spender J. Cornwall
A Century of Singing A Century of Singing
Salt Lake City: Deseret Book Co., 1958 Salt Lake City: Deseret Book Co.., 1958

William Griffes William Griffes
Young People's History of Holland Young People's History of Holland
Boston and New York: Houghton, Mifflen and Co, 1903 Boston and New York: Houghton, Mifflen and Co., 1903

Andrew Jenson Andrew Jenson
Encyclopedic History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints Encyclopedic History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints
Salt Lake City, Utah: Deseret News Press, 1941 Salt Lake City, Utah: Deseret News Press, 1941

Andrew Jenson Andrew Jenson
Latter-day Saints Biographical Encyclopedia,4 vols. Latter-day Saints Biographical Encyclopedia, 4 vols.
Salt Lake City, Utah: Jenson Historical Co., 1901 Salt Lake City, Utah: Jenson Historical Co.., 1901

Juggernaut Over Holland Juggernaut Over Holland
New York: Columbia University Press, 1941 New York: Columbia University Press, 1941

Bartholomew Landheer Bartholomew Landlord
The Netherlands The Netherlands
Los Angeles and Berkely: University of California 1943 Los Angeles and Berkeley: University of California 1943

Henry S. Henry S. Lucas Lucas
Dutch Immigrant Memoirs and Related Writings Dutch Immigrant Memoirs and Related Writings
Assen: Van Gorcum and Co, 1955 Assen: Van Gorcum and Co., 1955

Henry S.Lucas Henry S. Lucas
Netherlanders in America Netherlanders in America
Ann Arbor: University of Michigan Press, 1955 Ann Arbor: University of Michigan Press, 1955

John Lothrop Motley John Lothrop Motley
The Rise of the Dutch Republic Vol. The Rise Of The Dutch Republic Vol. I I
New York: Harper and Brothers, 1855 New York: Harper and Brothers, 1855

Arnold Mulder Arnold Mulder
Americans from Holland Americans from Holland
New York: JBLippencott Co., 1947 New York: JBLippencott Co.., 1947

BHRoberts BHRoberts
Comprehensive History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Vol. Comprehensive History of the Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Vol.
Salt Lake City Utah: Deseret News Press, 1900 Salt Lake City, Utah: Deseret News Press, 1900

Joseph Fielding Smith Joseph Fielding Smith
Essentials in Church History Essentials in Church History
Salt Lake City: Deseret Book Co., 1963 Salt Lake City: Deseret Book Co.., 1963

Joseph Smith Joseph Smith
History of the Church History of the Church
Vol. Full. IV, Salt Lake City, Utah: Deseret News Press, I960 IV, Salt Lake City, Utah: Deseret News Press, i960

The Message of the Restoration, The Message of the Restoration,
European Mission: European Mission:
The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, 1961 The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, 1961

Warren John Thomas Warren John Thomas
Salt Lake Mormon Tabernackle Choir goes to Europe Salt Lake Mormon Tabernackle Choir Goes to Europe
Salt Lake City: Deseret News Press, 1957 Salt Lake City: Deseret News Press, 1957

Amry van den Bosch Foreign Policy since 1815, Amry van den Bosch Foreign Policy since 1815,
The Hague: Netherlands, 1959 The Hague: The Netherlands, 1959

Amry van den Bosch Amry van den Bosch
The Neutrality of the Netherlands during the World War The Neutrality of the Netherlands during the World War
Michigan: William B.Eordman's Publishing Co., 1927 Michigan: William B. Eordman 's Publishing Co.., 1927

Bertus Harry Wabeke Bertus Harry Wabeke
Dutch Emigration to North America 1624 - 1960 Dutch Emigration to North America 1624 - 1960
New York: Netherlands Information Bureau, 1944 New York: Netherlands Information Bureau, 1944

Henry Smith Williams Henry Smith Williams
The Historian's History of the World, Vol. The Historian's History of the World, Vol. XIV XIV
London and New York: Hooper and Jackson, 1908 London and New York: Hooper and Jackson, 1908

Paul Zumther Paul Zumther
Daily Life in Rembrandt's Holland Daily Life in Rembrandt's Holland
New York: The MacMillan Co., 1963 New York: The Macmillan Co.., 1963


Tijdschriften, pamfletten en nieuwsbladen Magazines, pamphlets and newspapers

Conference Report Conference Report

De Ster, 1896 - 1966 The Star, 1896 - 1966

Digest of the Kingdom of the Netherlands Digest of the Kingdom of the Netherlands
The Hague: Netherlands Government Information Service, 1963 The Hague: Netherlands Government Information Service, 1963

Dutch Unroll Carpet foor LDS Singers, 'Salt Lake Tribune (august 31, 1955) p. Unroll Carpet dutch themed LDS Singers, "Salt Lake Tribune (August 31, 1955) p. 15 15

Europe say Thanks, Improvement Era, XLIX (March 1946), 131 Europe say Thanks, Improvement Era, XLIX (March 1946), 131

Full House Greets Choir in Amsterdam Deseret News (August 31, 1955) P.1a Full House Greets Choir Amsterdam Deseret News (August 31, 1955) P.1a

Het Mormonisme Mormonism
Deseret Evening News (August 20, 1902) p.4 Deseret Evening News (August 20, 1902) p.4

Holland "Knickerbocker Weekly (September 25, 1944) Holland "Knickerbocker Weekly (September 25, 1944)

Improvement Era XLIX (October 1966), 865 Improvement Era XLIX (October 1966), 865

Frank Jax "As I saw the Church in Holland", Frank Jax "As I saw the Church in Holland,
Improvement Era, XLIX (June 1946), 372 Improvement Era, XLIX (June 1946), 372

Latter-day Saints Millennial Star, Liverpool, England Latter-day Saints Millennial Star, Liverpool, England

"LDS Mission Worker Home" Salt Lake Tribune (July 24, 1920), p.5 "LDS Mission Home Worker" Salt Lake Tribune (July 24, 1920), p.5

"Letter from Holland Gives Assurance that Elders are being well treated" Deseret Evening News (June 19,1918), P.3 "Letter from Holland Gives Assurance that Elders are being treated well" Deseret Evening News (June 19.1918), P.3

Edgar Lyon "Land Marks in the Netherlands Mission" The Improvement Era, XXXIX (September, 1936), 546 Edgar Lyon "Landmarks in the U.S. Mission" The Improvement Era, XXXIX (September, 1936), 546

Messages from the Missions Messages from the Missions
Improvement Era, XVI (February 1913),386 Improvement Era, XVI (February 1913), 386

Messages from the Missions, Improvement Era, XVIII (April 1915) 551 Messages from the Missions, Improvement Era, XVIII (April 1915) 551

Franklin J.Murdock Franklin J. Murdock
"A Church-built Chapel in The Netherlands" "A Church-Chapel built in The Netherlands"
Improvement Era, XL (December, 1937) 732 Improvement Era, XL (December, 1937) 732

News Digest from Holland News Digest from Holland
The Netherlands Information Service, July 19, 1966 The Netherlands Information Service, July 19, 1966

Rupert Ravsten "In Holland's rainy Lowlands" Improvement Era, XXXI (December, 1927), 161 Rupert Ravsten "In rainy Holland's Lowlands" Improvement Era, XXXI (December, 1927), 161

LeGrand Richards "Home from Netherlands" Deseret Evening News (July 11, 1916), p. LeGrand Richards' Home from The Netherlands "Deseret Evening News (July 11, 1916), p. 5 5

George S.Spencer "Healed by faith George S. Spencer "Healed by Faith
Deseret Evening News (December 5, 1896), p. Deseret Evening News (December 5, 1896), p. 12 12

"The European War in Retrospect" Newsweek XXV (May 14, 1945), 36 "The European War in Retrospect" Newsweek XXV (May 14, 1945), 36

"The Netherlands Mission" Diamond Jubilee, 'Salt Lake City, 1936 "The U.S. Mission" Diamond Jubilee, 'Salt Lake City, 1936

"The Work in Holland"Deseret Evening News (december 11, 1893) P.4 "The Work in Holland" Deseret Evening News (December 11, 1893) P.4

Times and Seasons, Vol. Times and Seasons, Vol. II, Nauvoo, Illinois, 1841, 570 II, Nauvoo, Illinois, 1841, 570
| |
United States Census of Population United States Census of Population
United States Department of Commerce-Bureau of the Census, 1850-1960 United States Department of Commerce Bureau of the Census, 1850-1960

Samuel Van Volkinburg and Eyon Kaskeline Samuel Van Volkinburg and Eyon Kaskeline
"The Netherlands" "The Netherlands"
Colliers Encyclopedia, XVII (Crowell Collier and MacMillan Inc., 1966), 313 Colliers Encyclopedia, XVII (Crowell Collier and MacMillan Inc.., 1966), 313

Qngepubliceerd materiaal
Qngepubliceerd material

Annual Report on Netherlands Mission Annual Report on U.S. Mission
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah Salt Lake City, Utah

Diary of Hoyt W.Brewster, MS Diary of Hoyt W. Brewster, MS

Marvin Hill "An Historical Study of the Life of Orson Hyde, Early Mormon Missionary and Apostle from 1805 - 1852" (Unpublished Master's Thesis, Department of Religion, Brigham Young University, 1961) Marvin Hill "An Historical Study of the Life of Orson Hyde, Early Mormon Missionary and Apostle from 1805 - 1852" (Unpublished Master's Thesis, Department of Religion, Brigham Young University, 1961)

Journal of John WFVolker, MS Journal of John WFVolker, MS

Journal of Joseph Weiler, MS In Historian's Office Journal of Joseph Weiler, MS In Historian's Office
Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Journal of Sybren Van Dyk MS In Church Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah Journal of Sybren Van Dyk MS in Church Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Antwerp Conference History MS Antwerp Conference History MS
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah Salt Lake City, Utah

"Groningen Conference History, MS "Groningen Conference History, MS
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah Salt Lake City, Utah

'^Liege Conference History" MS '^ Liege Conference History "MS
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah Salt Lake City, Utah

Utrecht Conference History, MS Utrecht Conference History, MS
In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints,
Salt Lake City, Utah Salt Lake City, Utah

Latter-day Saint Journal History MS In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah Latter-day Saint Journal History In MS Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Letter from Jacob Schipaanboord to Cornelius Zappey, October 12, 1945* Among personal papers in possession of Adriana Zappey Letter from Jacob Cornelius Schipaanboord to Zappey, October 12, 1945 * Among personal papers in possession of Adriana Zappey

Letter to Joseph Fielding Smith from LeGrand Richards, September 23, 1959. Letter to Joseph Fielding Smith from LeGrand Richards, September 23, 1959. In Church Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah In Church Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Letter to President David 0. Letter to President David 0. McKay and Counselors, Joseph P.Smith and Twelve from Spencer W.Kimball, October 7, 1955. McKay and Counselors, Joseph P. Smith and Twelve from Spencer W. Kimball, October 7, 1955. In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Memorandum from Netherlands Mission March 28, 1952 Memorandum from U.S. Mission March 28, 1952
In Netherlands Mission file in Church Historian's Office, Church of Jesus In U.S. Mission in Church Historian's Office File, Church of Jesus
Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Netherlands Mission History, MS In Historian's Office, U.S. Mission History, MS in Historian's Office,
Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

Netherlands Mission Quarterly Report, MS In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah U.S. Mission Quarterly Report, MS In Historian's Office, Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, Salt Lake City, Utah

The Netherlands Centennial, March, 1961 The Netherlands Centennial, March, 1961

Cornelius Zappey "Dutch Saints send Seventy Tons of potatoes to Germany" MS Among personal papers in possession of Adriana Zappey. Cornelius Zappey "Beach Saints send Seventy Tons of potatoes to Germany" MS Among personal papers in possession of Adriana Zappey.

Taped Interviews Taped Interviews

Jacob Oenes, May 15, 1967 Jacob Oenes, May 15, 1967
Donovan van Dam, May 4, 1967 Donovan van Dam, May 4, 1967
J.Henry Volker, September 2, 1966 J. Henry Volker, September 2, 1966
Adriana Myer Zappey, May 7, 1967 Adriana Zappey Myer, May 7, 1967

 

 

Appendix

 

Some other articles mentioning P.J. Lammers

 

Mormons in Amsterdam

 

De Mormonen te Amsterdam - 1885

  The Mormons in Amsterdam - 1885

 

De populaire schrijver Justus van Maurik jr. (1846-1904) schreef een humoristische anekdote over een mormoonse zendingsbijeenkomst in A'dam in 1885 in zijn boek: "Toen ik nog jong was." (Toen ik nog jong was - door Justus van Maurik - vierde druk - A'dam - van Holkema en Warendorf - 1901)

Alhoewel waarschijnlijk grotendeels fictie, lijkt de schrijver, zoals de titel van zijn boekje "Toen ik nog jong was." doet vermoeden, deels te hebben geschreven op basis van persoonlijke jeugdherinneringen.

Deze anekdote: "De Mormonen te Amsterdam" in 1885", werpt 'n uniek licht op hoe de leden van de kerk van het eerste uur in onze gewesten werden gezien door hun omgeving. Justus van Maurik jr. leverde aldus een heel interressante bijdrage aan de (fictieve) geschiedschrijving over de 'heiligen der lage landen', en waarschijnlijk vooral ook Amsterdammers zullen zijn jeugdherinneringen met veel plezier lezen. Bij deze dan ook een oproep aan leden in A'dam om deze anekdote aan te vullen met verhalen en herinneringen uit de buurt van de Egelantiersgracht, misschien zelfs met foto's van toen en nu, foto's die de sfeer kunnen illustreren van de in de anekdote genoemde lokatie's.


De Mormonen te Amsterdam - 1885
door Justus van Maurik jr.

Voor een huis op de Egelantiersgracht, oud en smal, aangeslagen door gore grachtlucht, die de gelige verf van raam- en deurkozijnen met bruine of grauwige vlekken schakeerde, staat een troepje mannnen, vrouwen en jongens, lachend en pratend.
Op het eenige raam is, voor de kleine ruitjes, een groot papier geplakt met de gedrukte mededeling:

"Verkondiging van het ware Evangelie te 10 uur 's morgens en te 6 uur 's namiddags."
N.B. Die een zaak veroordeelt, zonder ze te kennen, is niet wijs.

De deur is nog gesloten en een kleine brutale straatjongen trommelt met zijn groezelige handen tegen het paneel, schel roepend:
- Doen d'r is ope, de mense wille derin!
- Blijf met je poote van de deur, ze zelle wel ope doen, as 't tijd is....vermaant een man achter hem, en een lange, grove vrouw in een dikken gestreepten omslagdoek en met een zwart-wollen kapje op, zegt, even met den bruinen rug van haar hand langs haar neus strijkend:
- Och, laat 'm maar trommelen, ze benne d'r ommers al in.... he, wat is 't koud vandaag! En dan die sneeuw, me voete doen me zeer en 'k heef dooie vingers.
- Ja, ze benne derin, 'k heb ze zien komme.... roept de jongen.
Een dikke man in een overjas met een karpoetsmuts over zijn vettig polka-haar, duwt de anderen een eindje op zij en rammelt aan de deur, lachend: - 'k Ga ook 'ris een beetje stichting hale!
- Och ga-weg! Jij stichting, zoo'n ouwe zondaar.
- Nou! 'n mens kan z'n eige toch altijd bekeere.
- Zou 't voor jou hoog tijd worde.... ginnegapt de vrouw en hem een duwtje gevend: - een lekkere broer zou je weze. Daar binne - zitte d'r al een stuk of zes.
- Benne de zusters d'r ook bij, Trui?
- Die heb ik nog niet gezien, Manus, de voorganger wel.
- O, die kromme krates, met z'n hooge dop met 'n rouwband?
- Juistement! en die moffensnijer van Oostenburg ook.... die mooie jongen met z'n sikkie en 'n worssie onder z'n neus. Maar ga nou ris een beetje opzij, Manus: jij staat met je dikke duffel permalent voor me gezicht.
- Kijk dan maar door me heen, m'n engel.... lacht de aardappelenkoopman, die uit de dwarsstraat is gekomen, om "'t spiktakel ook 'ris te zien."
Hij gaat voor 't venster staan, drukt z'n neus vlak tegen de ruiten en bromt - 'k zie geen steek!
_ Wat 'n wonder!.... 't gordijn hangt er voor, verleje week hebbe ze 't heelemaal niet opgehaald.
_ Dan doen ze d'r ook bepaald schandaligheid!.... piept een magere, opgeschoten, slordige meid, trachtend, op haar teenen staande, tusschen de andere menschen heen te zien.
- Och, skepsel, jou most liever swijge; sij oefene d'r immers godsdienst!
De juffrouw, die dit zegt, haalt hoorbaar haar neus op, als ze er schamper bijvoegt: - Hoe kenne sulke vrome mense nou skandalig wese, jou moste jou liever skame, zoo iets te segge.
- Och, ziel, jij kent dat volk niet; jij bent niet hier vandaan - 't benne nakendloopers.... beweert een man naast haar.
- Ben je gek?.... bromt Manus, omkijkend - die hebbe we hier gehad in 't jaar nul, toen hebbe ze oproer in de stad gemaakt totdat ze zoo - hij maakt de beweging van ophangen - werden gepleizierd. Nee dit benne fatsoenlijke, vrome broekies, ze hiette "de Heilige van de laatste dage"....
- Zoo noeme ze d'reige, maar 't benne effectief Mormoonders.... Trui geeft den aardappelkoopman een flinken ribbestoot en grinnikt: - Zeg, Manus, 't zou jou bevallen bij dat soort, ouwe snoeper!
- Waarom?
- Omdat ze zooveel vrouwe magge hebbe as ze wille.
- 'k Heb aan een m'n volle bekomst, wil jij de mijne hebbe? Ze is tot je dispesisie, hoor!
- Dank je lekker!
- Wat is d'r nou-weer-an-de-hand!.... hijgt een spichtige juffrouw met een langen regenmantel om en een kapothoedje op. Haastig is zij komen aanloopen en wil nu naar voren dringen, om toch ook wat te zien. Een man met een fluweelen buis aan en een roode das om den hals, duwt haar kalm maar hardhandig terug: - Hou je gemak, d'r gebeurt geen moord! Je trapt met je drukkie 'n mens op z'n toone.
- Nou, 'k wil toch ook reis kijke; he, he, is dat loope?.. Wat gebeurt er?
- Niks, 't binne alleen maar Amerikaander afgescheiene, die mekaar doope, koppie onder!
- Nietes, dat mag niet meer van de pelisie!.... roept een jongen, zijn hoofd tusschen de anderen opstekend.
- Och, je klest, jonge! Ja, ze zelle daar zoo doope....
- 't Is welles, ze hebbe 't geprebeerd an de Buitensingel, maar 't was dadelijk: kip, ik heb je.
- Hoe dan?
- Ze benne ingepikt.
- Waarom?
- Omdat ze in d'r hemd te water woue gaan en dat mag niet van de regeering.
- Nakend mag nog minder.
- Wat 'n wonder!
- Je mag nerges zwemme! Je mag je op straat niet eens uitkleeje.
- 't Zou ook wat moois weze, as je in je bloote lijf rondloope mocht.... giegelt de spichtige juffrouw, nu weer op adem.
- Nou, he! en wat zou jij dan 'n bekijk hebbe, scharminkel!.... Manus lacht hardop; de juffrouw wordt boos, maar houdt zich in en vraagt verder:
- En waarom doope ze mekaar?
- Om derlui zondigheid af te wassche. Zeker bij de Amerikaanders zoo'n gewoonte.
- Ken je begrijpe, daar benne ze allemaal wat netjes.
- Ik heb 'n ijge neef in Nieuwjork, die ken jij ook wel, niewaar, Manus?
- Zeker, Trui, wat 'n sjentelman van 'n jonge, hij rookte sigaren van 'n stuiver. Maar daar - hij wijst naar binnen - is maar een Amerikaansche mof bij; 't benne verders allemaal Hollanders; 't zoodje wel!
- Zoo! en die lange snijer van Oostenburg dan?
- Nou, ja, da's mar 'n gewone duisse mof.
- O, zoo! wat kles je dan?
- Maar doen ze daar binne nou heelemaal niks anders?.... zeurt de magere juffrouw weer, nogmaals trachtend naar voren te komen. Door die beweging gaat haar mantel open; nachtjak en zwarte onderrok worden zichtbaar. Zij houdt de opening dicht, luid pruttelend: - Ja, 'k zie wel, uitgeloope, omdat me buurvrouw zei: - Mens in de partekliere school op de gracht binne ze weer bezig; 'n paskwil hoor! En nou staan ik al 'n kertier hier en ik zien niks. Wat mot er dan toch gebeure?
- D'r wordt een aap gevlooid!.... roept de man met het buis.
- Ze deele d'r gepiepte kerstenge (1) uit! lacht een ander.
- Laat je niks wijmake. - Nee! neem nou de juffrouw er niet zoo tusse. Ik zal je wel eris vertelle, wat er te doen is, goeie ziel! Ze bidden en zinge, dat de mure d'r van krake, nou weet je 't presies. En als jij 'n schoon jakkie aandoet en je 'eris frissies wascht, mag je meezinge. Manus zegt dit alles hoogernstig, met een deftigen hoofdknik eindigend.
- Als je mijn hebbe mot, mot je vroeger opstaan, leelike dikbuik!
- Asseblief, diefie van me nachtrust!
- Ga weg, naar dier!
- Dadelijk m'n poelepetaatje!
Een stijf oud heertje met een parapluie in den arm en een brilletje op z'n eigenwijzen neus, is inmiddels naast haar komen staan en zegt op de aankondiging voor 't venster wijzend:
- Ze prediken binnen het ware Evangelie! daar staat 't immers te lezen, juffrouw.
- Anders niet!
- Of 't nu inderdaad 't ware Evangelie is, zal ik niet beslissen.... zijn toon klinkt uiterst deftig en als les gevend zegt hij, over zijn bril, de zich naar hem heen en omwendende hoofden monsterend: - Hier hebben we meer dan waarschijnlijk te doen met een Missionaris der Mormonen, volgelingen van Brigham Young uit Salt Lake City in Utah.
- Wat binne dat voor diere?.... giert Trui, en 't ouwe heertje goedig met haar dikken, rooden vinger op den schouder tikkend; - Frans verstane me niet, spreek asjeblief je moers taal, meheer!
- Ik bedoel, dat deze menschen;.... hij wijst kalm met den knop van zijn paraplui naar 't venster - niemand overlast of leed doen; ze handelen naar hun overtuiging en willen die anderen ook deelachtig doen worden en daarom moet je ze niet hinderen. dat is onchristelijk en onbeschaafd....
- Zeg, meheer, ben je soms fermilie van de blikke domenee?.... Trui lacht, dat ze schatert, totdat een jongen, hoog boven alle andere stemmen uit, schreeuwt: - Daar komme de zusters met die lange knul uit de Palmstraat, daar van de brug af!
Eensklaps draaien alle kijkers zich om en maken als 't ware front voor de school, de deur vrijlatend.
- 't Is waarachtig, of ze binne ruike, dat ze der ankomme!.... zegt iemand, omdat de deur juist wordt opengedaan. Op den drempel verschijnt een man van middelbaren leeftijd, met een gezicht vol kleine en groote pokputten en een buitengewoon rossigen haardos. Zijn hoed heeft hij, ofschoon 't koud is, binnengelaten en daardoor ontlokt hij aan een der kijkers de opmerking: - He! wat 'n pikzwarte rooie, wat 'n mooie vergiettest. - Baas wanneer begint 't spul? De gehoonde broeder-portier, - dat is zijn kwaliteit, - maakt zich niet boos, maar slaat de oogen ten Hemel en zucht handenvouwend - Heere, vergeef het hun want zij weten niet wat ze doen.
- Ben jij ook al zoo'n turk, vuurbolletje? Heb je ook zoveel wijven?.... vraagt een andere toeschouwer. Een vrouw antwoordt voor hem: - Hij ! Vrouwen? Zoo'n mormel, zoo'n gatepetiel, ken je begrijpe, nou en nooit niet, hoor!
De broeder kijkt haar een oogenblik gelaten, doch verwijtend aan, en laat dan met neergeslagen oogen en zoetelijk glimlachend eenige erg stijf gekleede juffrouwen binnen, die minzaam hoofdknikkend hem voorbijgaan. Na haar komen drie net gekleede dames, door een heer in een pelsjas begeleid.
- Fijne pik!.... roept een vrouw. Zoo'n jas met tochtlatten staat maar netjes, wat kost ie?
- Nou, en zij met 'r glesees en falie voor! 't Benne bepaald groote dames!.... vult haar buurman aan.
- Ja, van de kouwe grond!.... schimpt Trui. Met haar elleboog Manus opnieuw een stootje gevend, zegt ze:
- Ze zoeken hier zekers 'n eerlijke verkeering bij de broeders, nou hei je de keus Manus.... daar, nou komme ze al met troepies opzette, der benne ouwbakkies ook bij.
Zie je die eene madam met der kiephoed, wat 'n model! En die daar, juffrouw potjerol, - o, allemachtig wat 'n vent loopt daar naasr d'r. Heere, Heere! wat 'n dieventronie.
- Nou, net 'n zakkenroller, en die twee loerissen dan? Ze zien bleek van gossaligheid.
He, wat 'n kerels, akkeba! - Die eene lijkt de dood van iepere wel. - Nou maar, die drie binne beter!.... Trui tikt een naast haar staande vrouw aan. - Zie je, dat binne nou aardige, nette jongens, kijk, die blonde maakt een zoenhandje teuge me.
- Dag meheer! Dag broekie! Dag engel!
- Kijk, hij lacht nog eris! - Dag schattebout!.... Trui maakt met haar groote, lompe vingers een kushand en grinnikt dan tegen Manus: - Die zien er veel te lollig uit, om mee te bidde. Als ik nog 'n jonge meid was, ging ik liever eris met derlui uit, snap je?
- Wat 'n zondigheid, mens! Denk liever an je doodkist. - 'k Zou je danke, 'k leef nog as 'n hart.... zeg Manus wat ga je doen?
- Wel, 'k ga der nou ook in, 'k mot dat spul eris bijwone.
- Dat zal 'k an je vrouw zegge!
- Mijn 'n biet!
- Nou maar, dan zal ik op je passe, ik ga mee.... Zit me doekie goed? Ja.... Mooi, dan even me neus snuite - zoo, nou ben 'k fijn.
- Vooruit dan maar!
De spichtige juffrouw is, zonder dat de anderen het opmerken, achter een troepje geloovigen aan, naar binnen gekomen en zit al op een bank met haar rug tegen het venster, als Manus en Trui inkomen, gevolgd door den man met 't fluweelen buis en een paar vrouwen, die elkander giechelend met een half verlegen: - Nou, ga der dan in, ze doene je toch geen kwaad!.... vooruit hebben geduwd.
In het schoollokaal bevinden zich reeds een vrij groot aantal geloovigen en nieuwsgierigen; de meesten zitten op de banken, velen als kinderen, met hun handen op de schuine lessenaars. Voor velen is die zitplaats te nauw, zoodat ze met hun beenen en knieen geen raad weten. Het vertrek is niet hoog, smal en diep en achterin is een lange deur en een trapje dat naar een benedenvertrek, of sousterrain schijnt te leiden, want terwijl de bezoekers door de buitendeur blijven inkomen, duiken uit dat deurtje een paar 'broeders' netjes in 't zwart met witte dassen op, groeten naar links en rechts met zalvende lachjes en nemen dan plaats aan een tafeltje, waarover een groen kleedje hangt. Achter hen stijgt nog een zuster omhoog met een uitgestreken, erg smal in de schouders en mager als een talhout. Na haar verschijnt een klein schommelend mensch met hangwangen en een zwarte pelerine over een licht katoenen japon; zij loopt op sloffen en zucht als wilde zij steenen vermurwen. Met een onbenullig gezicht kijkt zij eerst de vergadering aan, gaat dan naar de tafel, en, kippig als zij is, beziet zij met schuinsgehouden hoofd het groene kleed alsof er ze de wol met haar neus wil afstooten. Ze keert terug, haalt een paar glazen en een karaf vol water, zucht nogmaals erbarmelijk en zet een en ander neer naast een paar dikke boeken, die er reeds liggen, dan gaat ze in de groote kolomkachel poken, die midden in het lokaal staat. Door 't geraas dat zij maakt en fluisterend met Trui, hoort Manus niet, hoe de broeder-portier zich tot hem wendt met de zachtzinnig gesproken vraag:
- Wilt u 'n beetje opschikken, asjeblieft? Er komen vandaag zooveel begeerigen naar 't woord weet u? Daarom tikt hij den dikken man zachtjes aan en herhaalt zijn verzoek.
Opschikken? - Waarachtig wel, vader!.... Trui, verkas 'n endje, d'r motte nog 'n paar lui in de bank. Krimmeneel! me kniee, ik kan ze niet berge.... Zoo!.... nou gaat 't wel....
O! nog 'n eindje? Assieblief! ga nou maar zitte, juffrouw!
- Hei! niet zoo wild, Manus; ik val d'r haast af, douw zoo niet. - Hou je gedekt, moeder, d'r gaan veel makke schape in een hok. Zit uwe zoo goed, juffrouw? .... Ja? Mooi.... en uwe ook meheer? - Ferm! dan zelle we 't wel rooie. Bent u ook van de gemeente, juffrouw? - Nee, ik kom maar 'ris kijke....
- Ik ook.... sjuut, 't zal beginne! Trui, kijk niet zoo naar die drie lieve jongens, anders haal ik je kerel!
- Zeg Manus, schei nou uit en maak geen gijntjes, anders kan 'k me fesoen niet houwe, 'k mot toch al zoo gauw lache.
- 'k Ben al zoet, Trui, kijk, daar heb je die rooie vergiettest weer, die zal beginne.... Is die kromme, die daar bij de zit op 'n stoel, de voorganger niet?
- Jawel, maar hou nou je bakkes.
De broeder-portier gaat voor de tafel staan, neemt een der boeken en bladert een poosje. Als hij gevonden heeft wat hij zoekt, beweegt hij zijn lippen een paar malen, zonder geluid met gesloten oogen als biddend, zucht heel diep en zegt:
- Broeders en zusters, geliefde vrienden, laat ons samen zingen. Luid verheft hij zijn stem en met een akeligen neusklank zingt hij:

- Mijn ziel is uitgedroogd, o, Heer!
En smacht naar lafenisse....

- Hoor je wat, trui?.... fluistert Manus, - Hij wil een spatje hebbe.... verdikke wat zet ie een keel op!
- Sjuut, hou je mond dan toch!
't Gezang is afschuwelijk valsch en wordt niet algemeen, want de meeste aanwezigen zijn nieuwsgierigen en de uitverkorenen zingen of te zacht, of kennen de melodie niet genoeg, maar de broeder-portier doet zijn uiterste best en laat zich niet van zijn stuk brengen, zelfs niet door een paar straatjongens, die, hun hoofd om de buitendeur stekend, eenige scheldwoorden naar binnen schreeuwen en lachend weer verdwijnen.
Eindelijk is de psalm uit. De laatste neusgeluiden van den broeder sterven in de inmiddels tot broeikaswarmte gestegen temperatuur.
De voorganger rijst nu langzaam op van zijn stoel en naast hem verheft zich een man met een gezicht zoo rimpelig als een pippeling in Maart en met een zoethoutkleurige pruik op, die te groot voor hem is Beiden begeven zich naar de tafel en nemen daaraan plaats, evenals twee oudere broeders, die achter uit het lokaal komend, zich bij hen voegen.
- Nou zitte ze al met 'r zesse, Manus.
- Nog een d'r bij, Trui, dan is het net een galg vol.
- Kijk nou, die hier vlak over zit, dat 's de mof, de lappendief uit de Oostenburgerstraat.
Manus, die met de handen op de schuine tafel zijn duimen over elkander draait en een deftig gelegenheidsgezicht zet, knikt een paar malen, en zegt zacht terug:
- En z'n maat komt zeker pas van 't rooie dorp; zie je wel, dat ie 'n geschore kop heit?
- Koest nou, hij gaat spreeke!
- Wie?
- Wel, die kromme kriek!

De voorganger is een klein, ineengedrongen man, zeer hoog in de schouders, die door de te wijde mouwen van zijn gekleede zwarte jas nog hooger schijnen.
Zijn vrij onregelmatig gezicht is halverwege bedektt door een goed onderhouden baard; de eenigszins diepliggende oogen zien tamelijk onbeschaamd rond en een hoog voorhoofd, zich uitstrekkend tot aan den kraag van zijn jas, doet vermoeden, dat de man vroeger zijn hoofd te veel heeft gebroeid.
Een preekstoel of catheder is in het schoollokaal niet aanwezig en daarom klimt de zendeling op een klein bankje, dat hem door de zoethoutpruik dienstijverig wordt toegereikt. Hij strekt de rechterhand uit naar de schare, strijkt met de linker eenige malen over zijn baard en begint dan met een niet onaangenaam vol geluid:
- Liebe frienden, jeloovigen en niesjierigen! Ick schpreek wol kein sjoon Hollands, deen ich pin ein Deutscher von jeboort, maar viele jaren in Amerika ansessig jeweest, oend taroem schpreek ick soo joet oend kwaat als ick kan. Ick hoop, das sie mijn allesammt verschtaan.
Na deze naive opmerking, deelt hij mede, hoe een engel Gods op "ein seekeren taag aan Jozef Schmidt das waare Evanjelium heft jeopenbaard; 't Evangelium van Jesum Christum von die heiligen von den laatsten tagen".
Hij verhaalt zonder blikken of blozen, dat de wereld binnenkort zal vergaan, - Von wegens die schlechtigkeit des vleisches,
- 't Zal wel hortsik weze, wat ie eet,.... bromt de man met 't fluweelen buis tegen een vrouw, naast hem, die snibbig antwoordt: - Och man, dat vleesch bedoelt ie toch niet, hij meent "de mensch".
- Nou, laat ie dat dan zegge!
- O, mijne liebe frienden oend jeloovigen.... gaat de zendeling voort: - Die weerelt ischt so schlecht oend versundigt, dass die Angel n Heaven weep and huil oend wehklagen, aber Oenser Liebe Heer wird kein soendfloeth weer jeben, oem die aarde zoe verwoesten, das heeft Hij aan Noa belooft, maar Hij wird maken hard times. illness, oend pestilenz.
Oend cholera zal Hij doen kommen oend alles wird verjaan. Noer diejenigen, die sich doerch mij sullen hebben laten dophen, om verjeboeng von soenden zoe vererben, sollen blijfen beschtaan and keep upright! All what I tell you.... was ick zoe verschtaan jeef, jeliefde frienden, ischt profezeit durch die heilige messingplatten, welche Joe Smith im berg Cumorah, bei Palmyra heft jefoenden, naar die anweisung von ein Angel of the Lord. (2) Der Jottesgesandt had aber auch troost jebracht doerch die verjeboeng anzukundigen, doerch das dophen oend rein waschen von sunden. Maar pech oend schwefel, eeuwiger verdoemenis oend wroeging sullen der theil derjenigen sijn die verzuimen jebruik zoe machen von dieser jelegenheid met dem Lieben Herrgott abzoerekenen. Kommt alle zoe mier, ich kan help, von sjarlaken rood kan ich you weiss waschen wie versch jefallener schnee.
Zoo redeneert de apostel, gelijk hij zichzelve noemt, op een en den zelfden toon herhaaldelijk voort. Geen spoor van feu sacre, geen verheffing van stem; dor als zijne theorien is zijn voordracht, bespottelijk als zijn dreigementen zijn mengelmoes van Duitsch, Engelsch, en Hollandsch.
- Sijn daar einigen, die zich willen laten dophen, dat zij tot mij kommen, oend bejrijpen, dat het niks hilft of you als baby ein schprenkeltje water van een dominee in 't gezicht krijgt, maar dat noer die aljeheele oentertompeling von alle sunden frei macht, oend die deilachtigjkeit am heiligen Jeist verlieht. Ischt daar iemand, die mijn nicht bejreipt, das hij frage, ich soll es ihm jleidi deutlich maken.
Een geruimen tijd nog praat hij voort over de gaven der profetie, die zoo heerlijk is, omdat zij "den jedophten sofort deilachtig wird, wanneer die oentertompeling platz jefoenden hat". - O, der mensch wird quite new born wiederjeboren doerch oensere doph. You wordt voor Jottes auges ein klein oenschaeldig kind, - kommt dann, wordt wieder kinder!....
Plotseling houdt hij op, want voor hem in een der banken heeft een jongmensch hand en vinger opgestoken, luid vragend: - Profeet! mag ik....
- Hij mot eris uit!.... grinnikt Manus.
- Malle vendt, hou je mond.... Trui proest van 't lachen.
- Profeet?
- Noen, was wollen sie, bin icht nicht deutlich jenoeg jewezen?
- O, jawel, dank u!.... dat is 't 'm niet....
- Was denn?
- Profeet, ik kan u niet erg goed zien, de kachel staat zoo in den weg.
- Sjick dan ein wenig op zij!
- Dat kan ik niet profeet! 't Is te vol.
De zendeling is niet van zijn stuk te brengen en gaat zelfs een eindje meer naar rechts staan, kalm vragend: - Ischt es so besser?
- Ja, dank u vriendelijk!.... Weet u, als ik uw bezield gelaat niet zie, mis ik zooveel! Ik laaf me zoo aan uw woorden!
- Jawoll, jawoll!.... De voorganger ziet den jongen heer wantrouwend aan en begint weer te vertellen van "das neue Evangelium, dass so herrlich ischt, oend gnadenreich, oend jemackelijk, weil sie sich ook voor einen anderen kennen dophen lassen.
- Trui valt van pret haast tegen Manus aan, en fluisterlachend:
- O, gut, wat 'n lollige vrijer! met z'n "perfeet" en die "kachel"!.... zeker 'n student.
- Stil! daar begint er nog een; z'n maat....
- Profeet!.... klinkt het weer, maar nu van een anderen kant en een tweede jongmensch steekt zijn vinger op.
- Was wunschen Sie denn?
- Profeet, die kachel staat zoo in den weg, nu kan ik uw geestdriftig gelaat niet zien. U is zoo mooi; net 'n apostel, als u oreert.... Kan u niet een tikkie meer naar links gaan staan.
- Ja, aber.... aber....
- Och neen, Profeet! blijft alsjeblief zoo staan, als u doet, anders kan ik U niet zien! roept de eerste weer.
- Profeet, die kachel hindert zoo bar!.... het tweede jonge mensch wenkt heftig met de hand:.... Dien kant op, asjeblieft. 'n Pietsie links.
- Neen, neen! rechts blijven staan!
Met onverstoorbaar geduld plaatst de voorganger zich nu voor de tafel, zoodat de kachel niemand meer hinderen kan. Hij vervolgt: - Ja, you kan joe laten dophen voor een ander bijvoorbeeld, for your vater of moetter, onkel of tante, al sijn sij ook jestorven. Wenn Sie sich laten dophen in den jeloove worde zij uit den Hades verloscht, oend kommen sie uit dien schtaat von pijn in die heerlijkheid von die kerk der heiligen von de laatschte tagen. -
- O, Profeet!.... roept plotseling met bewogen stem het derde jonge mensch, in de bank opstaande.
- Daar heb je nummer drie, Trui, die zal ook wel over de kachel....
- Profeet! Zendeling, heilige man!.... een snik, goed hoorbaar; dan nogmaals met een traan in de stem: - Profeetje!
- Noen?
- Ik heb een ouwen, dooien neef, die bepaald in den Hades zit. Kan ik me hier niet dadelijk voor 'm laten doopen?.. Maar liefst in warm water, als 't u 't zelfde is.
Trui ligt met haar hoofd op de armen op den lessenaar te schudden. Hier en daar gaat een schaterend gelach op, door verontwaardigde "Sjuut, Sjuut's" en gesis bestreden.
De voorganger krijgt 't nu toch min of meer benauwd en ziet, eenigszins angstig, naar hulp uit van zijn satellieten, waarvan een, hem begrijpend, opstaat en luide verkondigt, dat "de geest vaardig over hem wordt en hij bidden wil". Langzaam als een slaapwandelaar met bijna gesloten oogen komt hij naar voren, slaat de handen krampachtig ineen voor de borst en bidt. Hartroerend smeekt hij om "Genade, barmhartigheid en verlossing van den Booze!...." zijn oogen draaien in zijn hoofd; 't is alsof hij door de groezelige planken van de zoldering der school wil heenkijken en als hij eindelijk zegt: - Amen", ziet hij toevallig met kwaadaardigen blik den jongen man aan, die om "warm water" heeft gevraagd.
Inmiddels heeft de zendeling tijd gehad, om zijn gedachten te verzamelen en begint nu ijselijk dierbaar te spreken over de onderdompeling, die volgens hem, een der hoofdvoorwaarden tot zaligheid is. Het publiek blijft lachen - de hilariteit is nu eenmaal niet meer weg te krijgen uit het lokaal.
Achter bij het trapje van het sousterrain uit iemand eensklaps een scherpen kreet.
De zendeling ziet om en als hij bemerkt, dat 't een der zusters is, die "aangegrepen wordt door den Geest" gaat hij ter zijde met de woorden: "Sister, come to the front, der heilige Jesit sal doerch you schpreeken!"
Een afwachtende stilte heeft het gelach vervangen - iedereen ziet in spanning toe.
Langzaam, als een zwart spook voortschuivend, komt de zuster nader. Een lange zwarte sluier bedekt haar gelaat, zij heft dien op en vertoont een neus, die Manus vrij duidelijk doet fluisteren: - Nou Trui, die spuugt ook niet in d'r glaassie!
Met een Jordaansch accent, dat zelfs voor den meest welwillenden aartsengel niet te verdragen zou zijn, vertelt zij: - As dat ze heilemaol nieuw gebowre is en dat zij de heilige Geist in der lichaam gevoelt hat, soodra ze onder woater was gekomme....
- Was je d'r maar voor goed onder gebleve! - roept de man met 't fluweelen buis eensklaps erg oneerbiedig, maar een der drie jongelui berispt hem hoogernstig, zeggend: - Waarde heer, u mag niet onhoffelijk worden voor de schoone sekse. Ga voort, lieve zuster, uwe woorden zijn als Manna voor ons. Wij luisteren in deemoed. U was dan onder de wateren - verder, verder....
- O, lieve broeders en susters, al de boosheid en sondigheid was in eens van me ofgewasse....
- Zeg juffrouw! ben je hier gedoopt? vraagt een vrouw, schijnbaar belangstellend.
- Joa, hier in de gemeinte!
- Zoo, en sjeneerde je je eige niet, voor de manslui zoo te staan, als je van je moessie kwam?
- 'k Had 'n badhemd an!.... barst ze in eens vinnig uit en dan weer in haar eersten zalvenden toon: - O, Heere! treed met deuse spotters niet in 't gerigt. O, broeders en susters! loat u geroaje, vollegt mijn foorbeeld en treedt toe tot de hailige doop - ik heef gezeid, Oame!
- Bravo! Bravo! Bis!
Een der jongelui applausissert en dan, alsof hij zich schaamde: - O, Profeet, neem me niet kwalijk, maar ik was heelemaal weg. Zoo'n gloeiende welsprekendheid, weet U!
De vroolijkheid neemt hand over hand toe en is schier niet meer aan banden te leggen, maar toch wordt het een oogenblik doodstil in de school als een oudachtig heer opstaat en beleefd inlichtingen vraagt over de veelwijverij der Mormonen.
- Was wunschen sie davon zoe wissen?
- Ahem! Ahem! ik wou maar zeggen, dat als een man zoo'n stuk of tien vrouwen mag hebben, dat er dan heel wat kindertjes bij jelui zullen rondkuieren.
- Natierlich! oend dass ischt jerade, was oenser liebe Heer will. Das ischt ein Heilmittel, weil die kinder von die geister op aardsje lichamen oder tabernakels wachten oem aufzoesteigen zoe hoherer vollkommenheit....
- Ja, maar ziet u, dat vat ik niet goed en....
- Zachtmoedig en kalm antwoordt de zendeling: - Das kan ich jetzt nicht verklaren, das wurden sie doch niet bejrijpen, kommen sie soe mir, allein, wie der Nicodemus zoem Jesoes jekommen ischt, in der nacht, da soll ihnen das deutlich jemacht werden. Ich wohne bei Stam in de Oostenburger-Voorstrass. Will noch ein von de broeders of schwestern vielleicht spreeken?
Jawol, ick!.... Een magere man met een bril op en verward grijs haar staat op, haalt een krant uit zijn zak en zegt, langzaam sprekend: - Ick leze daar eine ingezondene, hoendsgemeine anschuldiging in die courant, als sollten wai Hailigen von dem laatschten dage, allain auf die sier verdiente dobbeltjes von de geloovigen oend frommen von der purgerij speculiren. Wai berijkeren oens nich mit aardsje goeteren, want dafur ist der mensch nicht auf erden gekommen. Wai vergateren kein gold oder silver oder saken die doerch roest oend motten verteren, wai beooge alleinig die himmlischen reichtumer. Wai fragen niks, voor ons selber, maar die foor onze heilige saak wil offeren, kan bij het ausgaan in de pus saine offergave werpen.
- Dat's nou de moffen-snijer uit de Oostenburgerstraat, Manus!
- 'k Ken 'm ommers wel. Hij heit vroeger in onze buurt gewoond, maar hij most weg, ondat iedereen cente van 'm most hebbe en ie z'n huur nooit betaalde.
- Zeg lappedief! schreeuwt achter in het lokaal een scherpe vrouwenstem. - Denk eris om die jas van me man, die je naar Oome Jan (de lommerd) heb gebracht!
De gehoonde heilige zucht, haalt meelijdend hoofdschuddend de smalle schouders op en zwijgt.
- O! daar begint er weer een, Trui.
- Och, wat 'n lief pruimedante snoetje!
Een jonge man met een erg bloemzoet gezicht treedt naar voren en verklaart met ten hemel geslagen oogen en over de maagstreek gekruiste handen, dat hij vroeger - een verdoemenswaardige zondaar was, niet waard voor 't gezicht des Heeren te bestaan, maar dat hij door de onderdompeling herboren is geworden en zich nu gereinigd gevoelt....
- Wat 'n wonder!.... roept iemand vlak bij de deur. - Hij wascht z'n eige anders alleen op Nieuwejaar!
De vroolijkheid stijgt onrustbarend als het jongemensch, dat zoo'n last van de kachel had, ernstig opstaat, zijn jas uittrekt, das en boord afdoet en ook zijn vest aan een naast hem zittenden vriend te bewaren geeft. En als hij, smeekend de handen opheffend tot den voorganger, bevend en aangedaan vraagt: - Ik voel het angstig-duidelijk, dat er een bloedverwant van me in den Hades zit. - Och, beste, brave Profeet, doop me in Godsnaam effentjes.... ik kan dien ouwen, dooien neef niet langer zoo laten lijen - laat me asjeblieft even te water gaan;.... een zwembroekie heb ik bij me - gaat er een brullend gelach op, dat niet meer te onderdrukken is, zelfs niet door een plotseling koorgezang, dat ad rem, als tegenwicht door den zoethoutpruik, den moffen-snijer, den mottigen portier en eenige zusters en broeders wordt aangeheven. Beter middel om hun voorganger uit de verlegenheid te helpen is er niet, want geen menschelijk oor is tegen zulke hartroerende klanken bestand. In een oogwenk is het lokaal ontruimd.

Op straat blijft het nog even een poosje woelig door groepjes lachende en ginnegappende kijkers, die wachten tot dat "de zendeling met zen broertjes en zussies der van door gaat". En als hij eindelijk komt, omstuwd door zijn geestverwanten, vliegt een welgemikte sneeuwbal tegen zijn hoogen hoed; een tweede treft hem in den nek. Zijn broers en zusters weten zich niet meer te bergen, want een hevig en goed onderhouden bombardement van sneeuwballen wordt op hen gericht. Eerst als zij, hun pas versnellend, de Prinsengracht opgaan, staken mannen en vrouwen, jongens en meiden lachend hun werk en Manus roept, met krachtigen arm nog een grooten harden bal naar den broeder-portier gooiend: -Ziezoo, jullie zelle vooreerst wel je bekomst van de Amsterdammers hebbe!
Na dien tijd, zijn geen Mormonen zendelingen hier terstede meer verschenen.


1) Kastanjes
2) Joe Smith beweerde dat hij, op aanwijzing van een Engel uit den heuvel Cumorah, bij Palmyra, de heilige messingsplaten opgroef, die door den vromen Mormonen waren beschreven geworden met Gods woord. Zij waren echter voor hem onleesbaar, totdat hij in de kist, waarin zich die platen bevonden, ook een wonderbril vond, Urim en Thummin genaamd, voorzien van doorzichtige gesteenten in plaats van glazen. Deze bril stelde Smith in staat, de geheimzinnige platen te ontcijferen en het nieuwe Evangelie der Heiligen van den jongsten dag aan de menschen te verkondigen. Hij maakte vele volgelingen, die met hem de stad Hancock stichtten. Later trokken de Mormonen over het Rotsgebergte naar 't Groote Zoutmeer en stichtte den Staat Utah en Salt-Lake City. Na Smith's dood werd Brigham Young profeet van de secte der Mormonen, die nu in Amerika alleen circa 125.000 leden telt.

Mormoons Forum

Spreekt tot de verbeelding
Hartelijk dank voor "Mormonen te Amsterdam-1885" van Justus van Maurik!
De anekdote lijkt nog eens aan te tonen dat er een groot verschil is tussen hoe we onszelf zien als heiligen der laatste dagen en hoe anderen onze kerk en het aktieve zendingswerk ervaren! Het verhaal is heel humoristisch en laat ook heel mooi zien hoe zendingsmethoden en tijdsgeest aan verandering onderhevig zijn. Hoe meer we leren van de geschiedenis van de kerk, hoe meer we beseffen dat in iedere tijd we de taak hebben om een 'eigentijds' mormonisme te uit te dragen. Dit verhaal spreekt zeker tot de verbeelding. Waar de schrijver het over zijn jeugdherinneringen lijkt te hebben ('Toen ik nog jong was") luidt de titel in de aanhef: "Mormonen te A'dam-1885."
In 1885 was de schrijver echter 39 jaar, relatief jong wellicht? Misschien ook is het jaartal 1885 min of meer willekeurig gekozen...
Reden dat ik hierover nadacht, was de opmerkelijke aanwezigheid van een Amerikaanse zendeling van Duitse afkomst in het verhaal. Ik dacht metteen aan Paul A.Schettler, die immers samen met Anne Wiegers van der Woude in 1861 en 1862 het evangelie predikte in Amsterdam. Dat kan toch bijna geen toeval zijn. In 1861 was de schrijver 15 jaar oud en het lijkt er op dat hij zich inderdaad de slecht nederlands-sprekende Duitse Amerikaan herinnert! In het verhaal zegt de zendeling te wonen bij 'Stam in de Oostenburgervoorstraat', misschien een aanknopingspunt?

Boeiend
Inderdaad een heel boeiend geheel. Geweldig leuk natuurlijk dat Jordaanse accent. Ook interressant om alles in het taalgebruik en de spelling van die tijd te lezen.
Het valt me ook op dat de grappenmakers in het verhaal (heel anders dan in onze tijd) niet echt gemeen waren in hun spot. En ja, het lijkt er inderdaad op dat we hier met Paul Schettler te maken hebben. Zelfs als de schrijver niet uit eigen ervaring schreef, lijkt het mij onwaarschijnlijk dat hij op de hoogte was van de zending van Paul A. Schettler in 1861. Zelfs de meeste leden van de kerk weten daar maar heel weinig van!
De navolgende link: klik hier, (pagina 164) geeft aan dat de schrijver zich overigens zelf in het verhaal plaatste:

Wil men den van Maurik uit zijn vroolijkste levensdagen leeren kennen, men leze zijn Mormonen te Amsterdam (‘Toen ik nog jong was’), wetende dat hij is het jonge mensch, die vingeropstekende met een ‘- Profeet, mag ik ...’ den Mormonenprediker interrompeert, als deze zijn gehoor toeroept: ‘O, de mensch wird quite new born, wiedergeboren doerch oensere dôph. You wordt voor Jottes auge ein klein oenschoeldig kind - kommt dann, wordt weeder kinder!’
Dàt was natuurlijk voor van Maurik genoeg geweest om eerst te doen ‘alsof-ie even naar achteren moest’, en dan een oogenblik later om te verzoeken, de kachel te verzetten, wijl deze zoo in den weg stond: ‘Profeet, ik kan u niet erg goed zien’.
Die kachel werd verplaatst - nog wel staande de preek - maar de kwa-jongen was nog niet tevreden. - ‘Zou u 'm maar niet terugzetten, strakkies was het toch nog beter!


De laatste zin van de anekdote luidt:
" Na dien tijd, zijn geen Mormonen zendelingen hier terstede meer verschenen."
De schrijver heeft dat deel wel helemaal verkeerd ingeschat!


Kerk te Amsterdam (uit: Heiligen der Lage Landen)
Na de terugkeer van president Lammers naar Amerika in 1884 werd Nederland wederom zonder zendeling uit Amerika achtergelaten. Na tien maanden arriveerde John W.F. Volker. Hij vond het land en de kerken in deplorabele toestand. De politieke situatie in Nederland was verschrikkelijk.
"Armoede heerst alom. Alleen in Amsterdam al zijn er vele duizenden mensen zonder werk en zij houden elke week optochten en demonstraties. Soms ontstaan er conflicten met de politie en dan is het vechten geblazen. Zij hebben er geen behoefte aan om naar het Koninkrijk Gods te zoeken. De kerken hier verkeren in slechte staat. Iedere secte heeft twee soorten predikanten, liberaal en orthodox. De kerken hier onderwijzen verdeeldheid en vertellen alles wat de mensen maar graag willen horen. De mensen schijnen werkelijk geestelijk dood te zijn."
Ook president Volker gebruikte zijn tijd voor het vertalen van pamfletten en tractaatjes in de Nederlandse taal: "Ik begon mijn werk in Amsterdam en vertaalde het Evangelie van Christus in het Nederlands. Ik liet er 10.000 exemplaren van drukken. Ik vertaalde andere tractaatjes en preken, welke ik in manuscriptvorm aan de verschillende gemeenten zond, zodat zij deze in hun vergaderingen konden voorlezen teneinde de leden tot getrouwheid aan te sporen. Ik vertaalde de Morgan tractaten 1 en 2, waarvan ongeveer zevenduizend exemplaren elk werden gedrukt, welke bijna allemaal zijn verspreid."
John W.F.Volker presideerde de Nederlandse zending van 1885 tot 1889. Tijdens zijn presidentschap werden driehonderdvijfentwintig bekeerlingen gedoopt. Verder organiseerde hij twee hulporganisaties van de Kerk in de zending. In 1886 organiseerde president Volker de eerste zondagschool met zeven kinderen in de Amsterdamse gemeente. Ultimo 1888 organiseerde hij tevens de eerste zustershulpvereniging in Amsterdam met Zuster C.Crezee als presidente.



 

 

The popular author of Justus Maurik Jr. (1846-1904) wrote a humorous anecdote about a Mormon mission in A'dam meeting in 1885 in his book: "When I was young." (Toen ik nog jong was - door Justus van Maurik - vierde druk - A'dam - van Holkema en Warendorf - 1901) (When I was young - by Justus of Maurik - fourth edition - A'dam - of Holkema and Warendorf - 1901)

Alhoewel waarschijnlijk grotendeels fictie, lijkt de schrijver, zoals de titel van zijn boekje "Toen ik nog jong was." Though probably mostly fiction, the author appears as the title of his book "When I was young." doet vermoeden, deels te hebben geschreven op basis van persoonlijke jeugdherinneringen. suggests, some have written based on personal childhood memories.

Deze anekdote: "De Mormonen te Amsterdam" in 1885", werpt 'n uniek licht op hoe de leden van de kerk van het eerste uur in onze gewesten werden gezien door hun omgeving. Justus van Maurik jr. leverde aldus een heel interressante bijdrage aan de (fictieve) geschiedschrijving over de 'heiligen der lage landen', en waarschijnlijk vooral ook Amsterdammers zullen zijn jeugdherinneringen met veel plezier lezen. Bij deze dan ook een oproep aan leden in A'dam om deze anekdote aan te vullen met verhalen en herinneringen uit de buurt van de Egelantiersgracht, misschien zelfs met foto's van toen en nu, foto's die de sfeer kunnen illustreren van de in de anekdote genoemde lokatie's. This anecdote: "The Mormons in Amsterdam" in 1885, throws' s unique light on how the members of the church of the first hour in our districts were seen by their surroundings. Maurik of Justus Jr. said triggered a very interesting contribution to the (fictional) history of the "saints of the low countries", and probably more will be childhood memories Amsterdam enjoyed reading. This also appeal to members in A'dam this anecdote to fill with stories and memories Near the Egelantiersgracht, maybe even with pictures of then and now photographs to illustrate the atmosphere of the location mentioned in the story's.


De Mormonen te Amsterdam - 1885
The Mormons in Amsterdam - 1885
door Justus van Maurik jr. by Justus of Maurik Jr.

Voor een huis op de Egelantiersgracht, oud en smal, aangeslagen door gore grachtlucht, die de gelige verf van raam- en deurkozijnen met bruine of grauwige vlekken schakeerde, staat een troepje mannnen, vrouwen en jongens, lachend en pratend. For a house on the Egelantiersgracht, old and narrow, filthy canal excited by air, the yellow paint of window and door frames with brown spots or grauwige sheep turned, is a troop Mannnen, women and boys, laughing and talking.
Op het eenige raam is, voor de kleine ruitjes, een groot papier geplakt met de gedrukte mededeling: In the only window, the small windows, a large paper stuck to the printed statement:

"Verkondiging van het ware Evangelie te 10 uur 's morgens en te 6 uur 's namiddags." "Preaching the true Gospel 10 hours in the morning and 6 hours in the afternoon."
NB Die een zaak veroordeelt, zonder ze te kennen, is niet wijs. NB The one thing condemned, without knowing them is not wise.

De deur is nog gesloten en een kleine brutale straatjongen trommelt met zijn groezelige handen tegen het paneel, schel roepend: The door is still closed and a cheeky little street boy drumming his grubby hands against the window, crying shrilly:
- Doen d'r is ope, de mense wille derin! - Do they's opening, the human interests Derin!
- Blijf met je poote van de deur, ze zelle wel ope doen, as 't tijd is....vermaant een man achter hem, en een lange, grove vrouw in een dikken gestreepten omslagdoek en met een zwart-wollen kapje op, zegt, even met den bruinen rug van haar hand langs haar neus strijkend: - Keep your poote of the door, they do zelle do ope, as' t is time .... admonishes a man behind him, and a long, thick coarse woman in a striped scarf and a black wool cap on, says, even with the brown back of her hand across her nose stroking:
- Och, laat 'm maar trommelen, ze benne d'r ommers al in.... - Oh, let him but drumming, they benne d'r consommer already .... he, wat is 't koud vandaag! hey, what is it cold today! En dan die sneeuw, me voete doen me zeer en 'k heef dooie vingers. And then the snow, my feet are sore and I 'm heef dead fingers.
- Ja, ze benne derin, 'k heb ze zien komme.... - Yes, they benne Derin, "I've seen them komme .... roept de jongen. calls the boy.
Een dikke man in een overjas met een karpoetsmuts over zijn vettig polka-haar, duwt de anderen een eindje op zij en rammelt aan de deur, lachend: - 'k Ga ook 'ris een beetje stichting hale! A fat man in an overcoat with a polka-karpoetsmuts his greasy hair, pushes the others to it and a little shaky at the door, laughing: - "Go also k 'ris a little foundation hale!
- Och ga-weg! - Och-go away! Jij stichting, zoo'n ouwe zondaar. You foundation, such a old sinner.
- Nou! - Well! 'n mens kan z'n eige toch altijd bekeere. my man can always convert his owner.
- Zou 't voor jou hoog tijd worde.... - Would it high time for you .... ginnegapt de vrouw en hem een duwtje gevend: - een lekkere broer zou je weze. ginnegapt women and giving him a nudge - a good brother to you may be. Daar binne - zitte d'r al een stuk of zes. Inside - CHAIRMAN d'r al a dozen.
- Benne de zusters d'r ook bij, Trui? - Benne's even with the sisters, Sweater?
- Die heb ik nog niet gezien, Manus, de voorganger wel. - That I have not seen, Manus, the predecessor is.
- O, die kromme krates, met z'n hooge dop met 'n rouwband? - Oh, Crates curve, with its lofty cap with my weed?
- Juistement! - Right Apartment! en die moffensnijer van Oostenburg ook.... and moffensnijer East Burg also .... die mooie jongen met z'n sikkie en 'n worssie onder z'n neus. that beautiful boy and his sikkie my worssie under his nose. Maar ga nou ris een beetje opzij, Manus: jij staat met je dikke duffel permalent voor me gezicht. But just go a little sideways ris, Manus: you state your fat face duffel permalent for me.
- Kijk dan maar door me heen, m'n engel.... - Look but through me, my angel .... lacht de aardappelenkoopman, die uit de dwarsstraat is gekomen, om "'t spiktakel ook 'ris te zien." laughs the potato merchant, who came from the side street, to " 't brand block also" ris to see. "
Hij gaat voor 't venster staan, drukt z'n neus vlak tegen de ruiten en bromt - 'k zie geen steek! He goes to the window stand, his nose pressed flat against the window and mutters - 'k see no sense!
_ Wat 'n wonder!.... _ What a miracle !.... 't gordijn hangt er voor, verleje week hebbe ze 't heelemaal niet opgehaald. 't curtain hanging there, verleje week she' s not quite picked up.
_ Dan doen ze d'r ook bepaald schandaligheid!.... _ Then do it's even given scandalous nature !.... piept een magere, opgeschoten, slordige meid, trachtend, op haar teenen staande, tusschen de andere menschen heen te zien. squeaks a thin, coiled, sloppy girl, trying on her toes standing among the other people around to see.
- Och, skepsel, jou most liever swijge; sij oefene d'r immers godsdienst! - Oh, skepsel, you must swijge rather, they, oefene d'r is religion!
De juffrouw, die dit zegt, haalt hoorbaar haar neus op, als ze er schamper bijvoegt: - Hoe kenne sulke vrome mense nou skandalig wese, jou moste jou liever skame, zoo iets te segge. The lady, who says, her nose gets heard, as she sarcastically bios: - How to manifest Sulke pious human Skandal WESE Well, you moste skam you prefer, so something segg.
- Och, ziel, jij kent dat volk niet; jij bent niet hier vandaan - 't benne nakendloopers.... - Oh, soul, you know that people do not, you're not from here - 't nakendloopers benne .... beweert een man naast haar. claims a man beside her.
- Ben je gek?.... - Are you crazy ?.... bromt Manus, omkijkend - die hebbe we hier gehad in 't jaar nul, toen hebbe ze oproer in de stad gemaakt totdat ze zoo - hij maakt de beweging van ophangen - werden gepleizierd. Manus growls, looking back - that we had here in the year zero, when they riot in the city until they made so - he makes the motion of hanging - were gepleizierd. Nee dit benne fatsoenlijke, vrome broekies, ze hiette "de Heilige van de laatste dage".... No this benne decent, pious broekies, they hiet "the Saint of the last day "....
- Zoo noeme ze d'reige, maar 't benne effectief Mormoonders.... - Zoo d'reig call them, but it effectively Mormoonders benne .... Trui geeft den aardappelkoopman een flinken ribbestoot en grinnikt: - Zeg, Manus, 't zou jou bevallen bij dat soort, ouwe snoeper! Sweater gives the potato merchant and a stout ribbestoot chuckles: - Hey, Manus, 't would you like in that kind, old gluttons!
- Waarom? - Why?
- Omdat ze zooveel vrouwe magge hebbe as ze wille. - Because she is so lady Viviparous eelpout hobbies as they want.
- 'k Heb aan een m'n volle bekomst, wil jij de mijne hebbe? - "I've a full bekomst my, do you have mine? Ze is tot je dispesisie, hoor! She has dispesisie you, hear!
- Dank je lekker! - Thank you good!
- Wat is d'r nou-weer-an-de-hand!.... - What d'r nou-re-an-the-hand !.... hijgt een spichtige juffrouw met een langen regenmantel om en een kapothoedje op. skinny pants a miss with a long cloak and a broken rain hat. Haastig is zij komen aanloopen en wil nu naar voren dringen, om toch ook wat te zien. Hastily she come running up and now wants to push forward, to do something to see. Een man met een fluweelen buis aan en een roode das om den hals, duwt haar kalm maar hardhandig terug: - Hou je gemak, d'r gebeurt geen moord! Je trapt met je drukkie 'n mens op z'n toone. A man with a velvet jacket and a red tie around his neck, pushed her quietly but forcibly returned: - Keep your convenience, d'r is not murder! You kick your drukkie him a man on his Toone.
- Nou, 'k wil toch ook reis kijke; he, he, is dat loope?.. - Well, 'k wil do also travel kijke, hey, hey, is that loope? .. Wat gebeurt er? What happens?
- Niks, 't binne alleen maar Amerikaander afgescheiene, die mekaar doope, koppie onder! - Nothing, 't just inside America Other off Alpine ment, which doope each other, under cup!
- Nietes, dat mag niet meer van de pelisie!.... - Nietes, that may no longer qualify pelisie !.... roept een jongen, zijn hoofd tusschen de anderen opstekend. calls a boy, his head among others learn.
- Och, je klest, jonge! - Oh, you klest, young! Ja, ze zelle daar zoo doope.... Yes, they zelle doope so there ....
- 't Is welles, ze hebbe 't geprebeerd an de Buitensingel, maar 't was dadelijk: kip, ik heb je. - It's Welles, they 't the geprebeerd an Buitensingel, but it was immediately: chicken, I got you.
- Hoe dan? - How?
- Ze benne ingepikt. - Benne She pinched.
- Waarom? - Why?
- Omdat ze in d'r hemd te water woue gaan en dat mag niet van de regeering. - Because they r d'shirt woue water, and that should not the government.
- Nakend mag nog minder. - May be even less forthcoming.
- Wat 'n wonder! - What a miracle!
- Je mag nerges zwemme! - You may nerges swim! Je mag je op straat niet eens uitkleeje. You may not agree on the street uitkleeje.
- 't Zou ook wat moois weze, as je in je bloote lijf rondloope mocht.... giegelt de spichtige juffrouw, nu weer op adem. - It would also EMBODIED something nice, as you walk around your naked body was .... giegelt the skinny lady, now her breath.
- Nou, he! - Well, hey! en wat zou jij dan 'n bekijk hebbe, scharminkel!.... and what would you my view have scrag !.... Manus lacht hardop; de juffrouw wordt boos, maar houdt zich in en vraagt verder: Manus laughs aloud, the teacher is angry, but is in and asks further:
- En waarom doope ze mekaar? - And why doope they catch?
- Om derlui zondigheid af te wassche. - To derlui sin to wash. Zeker bij de Amerikaanders zoo'n gewoonte. Especially in America Otherwise such a habit.
- Ken je begrijpe, daar benne ze allemaal wat netjes. - Do you understand what they are all neatly as benne.
- Ik heb 'n ijge neef in Nieuwjork, die ken jij ook wel, niewaar, Manus? - I got a cousin ijge in Nieuwjork, you also know that, not so, Manus?
- Zeker, Trui, wat 'n sjentelman van 'n jonge, hij rookte sigaren van 'n stuiver. - Certainly, sweater, what a sjen telman of my young, he smoked cigars in "a nickel. Maar daar - hij wijst naar binnen - is maar een Amerikaansche mof bij; 't benne verders allemaal Hollanders; 't zoodje wel! But - he points to the inside - is but a muff by American, 'benne t go all Dutchmen,' t zoodje it!
- Zoo! - Zoo! en die lange snijer van Oostenburg dan? and long cutters East Burg then?
- Nou, ja, da's mar 'n gewone duisse mof. - Well, yes, that's March 's ordinary duis sleeve.
- O, zoo! - Oh, so! wat kles je dan? Klees what you do?
- Maar doen ze daar binne nou heelemaal niks anders?.... - But do they do anything else inside Well quite ?.... zeurt de magere juffrouw weer, nogmaals trachtend naar voren te komen. nag the lean lady again, trying again to come forward. Door die beweging gaat haar mantel open; nachtjak en zwarte onderrok worden zichtbaar. Zij houdt de opening dicht, luid pruttelend: - Ja, 'k zie wel, uitgeloope, omdat me buurvrouw zei: - Mens in de partekliere school op de gracht binne ze weer bezig; 'n paskwil hoor! Through this movement will open her coat, black skirt and nachtjak be visible. It keeps the opening closed, simmering loud: - Yes, 'k see it, failed, because my neighbor said - Man in the school partekliere the canal inside them working again, my hearing farce! En nou staan ik al 'n kertier hier en ik zien niks. And now I have are my kertier here and I see nothing. Wat mot er dan toch gebeure? What the devil is still happening?
- D'r wordt een aap gevlooid!.... - D'r is a monkey gevlooid !.... roept de man met het buis. calls the man with the pipe.
- Ze deele d'r gepiepte kerstenge (1) uit! - She partly d'r chirp narrow Christmas (1) out! lacht een ander. laughs another.
- Laat je niks wijmake. - Do nothing wijmake. - Nee! - No! neem nou de juffrouw er niet zoo tusse. Ik zal je wel eris vertelle, wat er te doen is, goeie ziel! Take for instance the lady is not so tusse. I'll be eris vert elle, what to do, good soul! Ze bidden en zinge, dat de mure d'r van krake, nou weet je 't presies. They pray and sing, the Mure d'r of cracking, well you know 't presies. En als jij 'n schoon jakkie aandoet en je 'eris frissies wascht, mag je meezinge. Manus zegt dit alles hoogernstig, met een deftigen hoofdknik eindigend. And if you got a clean jakkie and calling you "eris washes fresh emissions, you can sing along. Manus says it all seriously high, with a dignified nod ending.
- Als je mijn hebbe mot, mot je vroeger opstaan, leelike dikbuik! - If you have mine mot, mot once you get up, leelike belly!
- Asseblief, diefie van me nachtrust! - Asseblief, diefie me sleep!
- Ga weg, naar dier! - Go away, to animals!
- Dadelijk m'n poelepetaatje! - Immediately my poelepetaatje!
Een stijf oud heertje met een parapluie in den arm en een brilletje op z'n eigenwijzen neus, is inmiddels naast haar komen staan en zegt op de aankondiging voor 't venster wijzend: A stiff old gentleman with an umbrella in the arm and a nose glasses on his own show, is now beside her and says in the announcement for the window pointing:
- Ze prediken binnen het ware Evangelie! - They preach the true gospel in! daar staat 't immers te lezen, juffrouw. it says' t is to read, ma'am.
- Anders niet! - Others not!
- Of 't nu inderdaad 't ware Evangelie is, zal ik niet beslissen.... zijn toon klinkt uiterst deftig en als les gevend zegt hij, over zijn bril, de zich naar hem heen en omwendende hoofden monsterend: - Hier hebben we meer dan waarschijnlijk te doen met een Missionaris der Mormonen, volgelingen van Brigham Young uit Salt Lake City in Utah. - Whether it now indeed it were gospel, I will not decide .... his tone sounds very dignified and giving lessons as he says, his glasses, the will to him about-face and heads samples: - Here we have more than likely to do with a Missionary of the Mormons, followers of Brigham Young from Salt Lake City, Utah.
- Wat binne dat voor diere?.... - What animal inside that ?.... giert Trui, en 't ouwe heertje goedig met haar dikken, rooden vinger op den schouder tikkend; - Frans verstane me niet, spreek asjeblief je moers taal, meheer! Sweater shrieks, and it kindly old gentleman with her thick, red finger tapping on the shoulder - French understandable, not me, asjeblief speak your mother language, Meher!
- Ik bedoel, dat deze menschen;.... - I mean, these people ;.... hij wijst kalm met den knop van zijn paraplui naar 't venster - niemand overlast of leed doen; ze handelen naar hun overtuiging en willen die anderen ook deelachtig doen worden en daarom moet je ze niet hinderen. He calmly points to the knob of his umbrella to the window - no trouble or hurt, they act on their beliefs and others who want to partake, and therefore you do not hinder them. dat is onchristelijk en onbeschaafd.... that is unchristian and uncivilized ....
- Zeg, meheer, ben je soms fermilie van de blikke domenee?.... - Hey, Meher, you sometimes fermilie of the cans domenee ?.... Trui lacht, dat ze schatert, totdat een jongen, hoog boven alle andere stemmen uit, schreeuwt: - Daar komme de zusters met die lange knul uit de Palmstraat, daar van de brug af! Trude laughs, she schatert until a boy, high above all other voices, shouting: - There komme the sisters from the guy with the long Palmstraat because of the bridge!
Eensklaps draaien alle kijkers zich om en maken als 't ware front voor de school, de deur vrijlatend. Suddenly turning around and make all viewers as it were in front the school, leaving the door Fri.
- 't Is waarachtig, of ze binne ruike, dat ze der ankomme!.... - 'Tis true, or they smell inside, they Ankomme der !.... zegt iemand, omdat de deur juist wordt opengedaan. someone says, precisely because the door is opened. Op den drempel verschijnt een man van middelbaren leeftijd, met een gezicht vol kleine en groote pokputten en een buitengewoon rossigen haardos. A man on the threshold of middle age, with a face full of small and large pokputten and a very reddish hair. Zijn hoed heeft hij, ofschoon 't koud is, binnengelaten en daardoor ontlokt hij aan een der kijkers de opmerking: - He! His hat he has, although 't is cold, he admitted, and thus elicits an audience of the comment: - Hey! wat 'n pikzwarte rooie, wat 'n mooie vergiettest. - Baas wanneer begint 't spul? What a pitch-black red, what a fine sieve test. - begins when Boss' t stuff? De gehoonde broeder-portier, - dat is zijn kwaliteit, - maakt zich niet boos, maar slaat de oogen ten Hemel en zucht handenvouwend - Heere, vergeef het hun want zij weten niet wat ze doen. The despised brother-porter - that is its quality - is not angry, but turn his eyes to Heaven and sigh handenvouwend - Lord, forgive them for they know not what they do.
- Ben jij ook al zoo'n turk, vuurbolletje? - Are you even though such a turk, fire ball? Heb je ook zoveel wijven?.... vraagt een andere toeschouwer. Do you have many wives ?.... ask another spectator. Een vrouw antwoordt voor hem: - Hij ! Vrouwen? A woman answered for him - he! Women? Zoo'n mormel, zoo'n gatepetiel, ken je begrijpe, nou en nooit niet, hoor! Such a monster, such a gatepetiel, do you understand, so what ever not hear!
De broeder kijkt haar een oogenblik gelaten, doch verwijtend aan, en laat dan met neergeslagen oogen en zoetelijk glimlachend eenige erg stijf gekleede juffrouwen binnen, die minzaam hoofdknikkend hem voorbijgaan. Na haar komen drie net gekleede dames, door een heer in een pelsjas begeleid. The brother looks at her a moment left, but reproachfully, and leave with beaten down eyes and sweetly smiling young ladies dressed in some very stiff, which affable head nodding missed. After just three come dressed ladies, by a gentleman in a fur coat accompanied.
- Fijne pik!.... - Fine cock !.... roept een vrouw. calls a woman. Zoo'n jas met tochtlatten staat maar netjes, wat kost ie? Such a tour jacket with slats but neat state, ie what costs?
- Nou, en zij met 'r glesees en falie voor! - Well, and she with her and wish to protest for glesees! 't Benne bepaald groote dames!.... 't Benne provides great ladies !.... vult haar buurman aan. complements its neighbor.
- Ja, van de kouwe grond!.... - Yes, from the cold ground !.... schimpt Trui. Sweater quipped. Met haar elleboog Manus opnieuw een stootje gevend, zegt ze: Manus with her elbow again giving a nudge, she says:
- Ze zoeken hier zekers 'n eerlijke verkeering bij de broeders, nou hei je de keus Manus.... - They certainly find my fair intercourse with the brothers, now moor your choice .... Manus daar, nou komme ze al met troepies opzette, der benne ouwbakkies ook bij. there, now they have to troepies deliberately komme, der benne ouwbakkies also.
Zie je die eene madam met der kiephoed, wat 'n model! See that one of the madam with tilting hat, what a model! En die daar, juffrouw potjerol, - o, allemachtig wat 'n vent loopt daar naasr d'r. And there, Miss potjerol, - oh, good Lord what a guy is there naasr d'r. Heere, Heere! Lord, Lord! wat 'n dieventronie. what a mug thieves.
- Nou, net 'n zakkenroller, en die twee loerissen dan? - Well, just my pickpocket, and then two loerissen? Ze zien bleek van gossaligheid. They look pale gossaligheid.
He, wat 'n kerels, akkeba! Hey, what a guys, akkeba! - Die eene lijkt de dood van iepere wel. - Nou maar, die drie binne beter!.... - That one seems the death of Ypres or. - Well, but that three more inside !.... Trui tikt een naast haar staande vrouw aan. Sweater tap a woman standing beside her. - Zie je, dat binne nou aardige, nette jongens, kijk, die blonde maakt een zoenhandje teuge me. - See, that nou nice inside, nice guys, look, the blonde makes a handful Teuge kiss me.
- Dag meheer! - Meher Day! Dag broekie! Day kid! Dag engel! Angel Day!
- Kijk, hij lacht nog eris! - Look, he even laughs eris! - Dag schattebout!.... - Day sweetheart !.... Trui maakt met haar groote, lompe vingers een kushand en grinnikt dan tegen Manus: - Die zien er veel te lollig uit, om mee te bidde. Sweater makes her big, clumsy fingers, a kiss and then chuckles at Manus: - They look too funny out to them to pray. Als ik nog 'n jonge meid was, ging ik liever eris met derlui uit, snap je? If I have another young girl was, I preferred to eris derlui out, you know?
- Wat 'n zondigheid, mens! - What a sin, man! Denk liever an je doodkist. Do you prefer an coffin. - 'k Zou je danke, 'k leef nog as 'n hart.... - "Would you danke k, 'k'm still as my heart .... zeg Manus wat ga je doen? Manus say what you gonna do?
- Wel, 'k ga der nou ook in, 'k mot dat spul eris bijwone. - Well, 'k ga der nou in,' k mot that stuff eris attend.
- Dat zal 'k an je vrouw zegge! - This will "an your wife sedge k!
- Mijn 'n biet! - I 'm beet!
- Nou maar, dan zal
ik op je passe, ik ga mee.... - Well, but, I will you to passe, I'll go .... Zit me doekie goed? Is doekie me good? Ja.... Yes .... Mooi, dan even me neus snuite - zoo, nou ben 'k fijn. Good, then just blow my nose - so, now I 'm fine.
- Vooruit dan maar! - Go ahead!
De spichtige juffrouw is, zonder dat de anderen het opmerken, achter een troepje geloovigen aan, naar binnen gekomen en zit al op een bank met haar rug tegen het venster, als Manus en Trui inkomen, gevolgd door den man met 't fluweelen buis en een paar vrouwen, die elkander giechelend met een half verlegen: - Nou, ga der dan in, ze doene je toch geen kwaad!.... vooruit hebben geduwd. The skinny lady is, without the others say, behind a band of believers, to come in and is already on a bench with her back against the window, like Manus and Trude income, followed by the man with 't velvet tube and a few women, who together with giggling half embarrassed: - Well, then of going in, they do not hurt !.... you have pushed forward.
In het schoollokaal bevinden zich reeds een vrij groot aantal geloovigen en nieuwsgierigen; de meesten zitten op de banken, velen als kinderen, met hun handen op de schuine lessenaars. In the schoolroom are already a fairly large number of believers and curious people, most sitting on the benches, as many children, with their hands on the sloping desks. Voor velen is die zitplaats te nauw, zoodat ze met hun beenen en knieen geen raad weten. For many, that seat too close, so they with their legs and knees not know what. Het vertrek is niet hoog, smal en diep en achterin is een lange deur en een trapje dat naar een benedenvertrek, of sousterrain schijnt te leiden, want terwijl de bezoekers door de buitendeur blijven inkomen, duiken uit dat deurtje een paar 'broeders' netjes in 't zwart met witte dassen op, groeten naar links en rechts met zalvende lachjes en nemen dan plaats aan een tafeltje, waarover een groen kleedje hangt. The departure is not high, narrow and deep and long the back is a door and a ladder that down to a room, or basement seems to lead, for while the visitors through the door continued income, a few dives that door 'brothers' in neat 't black with white scarves on, greetings to the left and right with unctuous smiles and then take place at a table, on which hangs a green dress. Achter hen stijgt nog een zuster omhoog met een uitgestreken, erg smal in de schouders en mager als een talhout. Behind them rises a sister up with a deadpan, very narrow in the shoulders and thin as a Talhout. Na haar verschijnt een klein schommelend mensch met hangwangen en een zwarte pelerine over een licht katoenen japon; zij loopt op sloffen en zucht als wilde zij steenen vermurwen. After her A small man with fluctuating hanging cheeks and a black cape over a light cotton dress, she runs in slippers and sigh as if to soften stones. Met een onbenullig gezicht kijkt zij eerst de vergadering aan, gaat dan naar de tafel, en, kippig als zij is, beziet zij met schuinsgehouden hoofd het groene kleed alsof er ze de wol met haar neus wil afstooten. With a silly face, she looks first at the meeting, then goes to the table, and, if she is nearsighted, review it with the head tilted green wool dress as if she wants her nose repel. Ze keert terug, haalt een paar glazen en een karaf vol water, zucht nogmaals erbarmelijk en zet een en ander neer naast een paar dikke boeken, die er reeds liggen, dan gaat ze in de groote kolomkachel poken, die midden in het lokaal staat. She turns back, takes a few glasses and a carafe of water, sighs again and puts a pitiful and other down with a few thick books that are already there, then she poke stove in the great column, which stands in the middle of the room. Door 't geraas dat zij maakt en fluisterend met Trui, hoort Manus niet, hoe de broeder-portier zich tot hem wendt met de zachtzinnig gesproken vraag: By 't they make noise and whispering to Trude, Manus not heard how the brother-porter turns to him with the gentle voice ask:
- Wilt u 'n beetje opschikken, asjeblieft? - Want a little spruce up, please do? Er komen vandaag zooveel begeerigen naar 't woord weet u? Today there are so many eager to go to the word you know? Daarom tikt hij den dikken man zachtjes aan en herhaalt zijn verzoek. Therefore, he taps the fat man softly, and reiterates its request.
Opschikken? Finery? - Waarachtig wel, vader!.... - Truth is, dad !.... Trui, verkas 'n endje, d'r motte nog 'n paar lui in de bank. Sweater, verkas' n endje, d'r motte still a few folks in the bank. Krimmeneel! Krimmeneel! me kniee, ik kan ze niet berge.... kniee me, I can not stand on end .... Zoo!.... Zoo !.... nou gaat 't wel.... nou 's it ....
O! O! nog 'n eindje? have another little? Assieblief! Assieblief! ga nou maar zitte, juffrouw! Now go CHAIRMAN, Miss!
- Hei! - Hei! niet zoo wild, Manus; ik val d'r haast af, douw zoo niet. not so wild, Manus, val d'r I hurry down, if not dew. - Hou je gedekt, moeder, d'r gaan veel makke schape in een hok. - Shut Up, mother, d'r, many lambs in a pen. Zit uwe zoo goed, juffrouw? Is yours as well, ma'am? .... .... Ja? Yes? Mooi.... Beautiful .... en uwe ook meheer? Meher and yours too? - Ferm! - Ferm! dan zelle we 't wel rooie. then we Zelle 't be red. Bent u ook van de gemeente, juffrouw? Are you of the town, Miss? - Nee, ik kom maar 'ris kijke.... - No, but I'll 'ris kijke ....
- Ik ook.... - Me too .... sjuut, 't zal beginne! sjuut, it'll start! Trui, kijk niet zoo naar die drie lieve jongens, anders haal ik je kerel! Sweater, so do not look to those three little boys, otherwise I get your guy!
- Zeg Manus, schei nou uit en maak geen gijntjes, anders kan 'k me fesoen niet houwe, 'k mot toch al zoo gauw lache. - Manus Hey, stop and make no big deal gijntjes, otherwise "k me fesoen not cut," k mot lache so soon anyway.
- 'k Ben al zoet, Trui, kijk, daar heb je die rooie vergiettest weer, die zal beginne.... - 'K Ben already sweet, Trude, look, there's that red colander test again, which will begin .... Is die kromme, die daar bij de zit op 'n stoel, de voorganger niet? Is the curve, who sits on the 's chair, the predecessor?
- Jawel, maar hou nou je bakkes. - Yes, but keep your mug nou.
De broeder-portier gaat voor de tafel staan, neemt een der boeken en bladert een poosje. The brother-door goes on the table, take one of the books and browse a while. Als hij gevonden heeft wat hij zoekt, beweegt hij zijn lippen een paar malen, zonder geluid met gesloten oogen als biddend, zucht heel diep en zegt: If he found what he seeks, he moves his lips a few times, no sound like praying with closed eyes, sighs deeply and says:
- Broeders en zusters, geliefde vrienden, laat ons samen zingen. - Brothers and sisters, dear friends, let us sing together. Luid verheft hij zijn stem en met een akeligen neusklank zingt hij: He lifts his voice loud and nose with a dreadful sound, he sings:

- Mijn ziel is uitgedroogd, o, Heer! - My soul is parched, O Lord!
En smacht naar lafenisse....
And longing for refreshment ....

- Hoor je wat, trui?.... - Hear what, jersey ?.... fluistert Manus, - Hij wil een spatje hebbe.... Manus whispers, - he wants a splash here .... verdikke wat zet ie een keel op! ikke verd what he puts on a throat!
- Sjuut, hou je mond dan toch! - Sjuut, keep your mouth still!
't Gezang is afschuwelijk valsch en wordt niet algemeen, want de meeste aanwezigen zijn nieuwsgierigen en de uitverkorenen zingen of te zacht, of kennen de melodie niet genoeg, maar de broeder-portier doet zijn uiterste best en laat zich niet van zijn stuk brengen, zelfs niet door een paar straatjongens, die, hun hoofd om de buitendeur stekend, eenige scheldwoorden naar binnen schreeuwen en lachend weer verdwijnen. 's singing is horrible and is not generally false, because most of the audience are curious and elect sing or soft, or not enough know the melody, but the brother-porter is doing his best and will not bring his piece, even by a few street boys, who their main door to the stabbing, some laughing and shouting abuse inside disappear.
Eindelijk is de psalm uit. Finally from the psalm. De laatste neusgeluiden van den broeder sterven in de inmiddels tot broeikaswarmte gestegen temperatuur. The last sounds of the nose brother die in the meantime to greenhouse heating temperature increased.
De voorganger rijst nu langzaam op van zijn stoel en naast hem verheft zich een man met een gezicht zoo rimpelig als een pippeling in Maart en met een zoethoutkleurige pruik op, die te groot voor hem is Beiden begeven zich naar de tafel en nemen daaraan plaats, evenals twee oudere broeders, die achter uit het lokaal komend, zich bij hen voegen. The pastor now arises slowly from his chair and beside him rises a man with a face as wrinkled as a pippin in March and a licorice-colored wig, too big for him, both proceed to the table and take it place, and two older brothers, who after coming out of the room, to join them.
- Nou zitte ze al met 'r zesse, Manus. - Well CHAIRMAN they have with her zesse, Manus.
- Nog een d'r bij, Trui, dan is het net een galg vol. - Another of d'r, Trude, it is just full of a gallows.
- Kijk nou, die hier vlak over zit, dat 's de mof, de lappendief uit de Oostenburgerstraat. - Look at who are just sitting on, that's the sleeve, the flaps from the East Burgerstraat thief.
Manus, die met de handen op de schuine tafel zijn duimen over elkander draait en een deftig gelegenheidsgezicht zet, knikt een paar malen, en zegt zacht terug: Manus, who with his hands on the sloping table on his thumbs together and running a respectable opportunity face turn, nods a few times, back and says softly:
- En z'n maat komt zeker pas van 't rooie dorp; zie je wel, dat ie 'n geschore kop heit? - And his size is only sure of 't town red, you see, that he' s shaved head heit?
- Koest nou, hij gaat spreeke! - Shut up well, he will speak!
- Wie? - Who?
- Wel, die kromme kriek! - Well, that curve cherry!

De voorganger is een klein, ineengedrongen man, zeer hoog in de schouders, die door de te wijde mouwen van zijn gekleede zwarte jas nog hooger schijnen. The pastor is a small, collapsed short man, very high in the shoulders, which in the wide sleeves of his black frock coat seem even higher.
Zijn vrij onregelmatig gezicht is halverwege bedektt door een goed onderhouden baard; de eenigszins diepliggende oogen zien tamelijk onbeschaamd rond en een hoog voorhoofd, zich uitstrekkend tot aan den kraag van zijn jas, doet vermoeden, dat de man vroeger zijn hoofd te veel heeft gebroeid. His face is quite irregular bedektt halfway through a well maintained beard, the somewhat deep-set eyes and look around one quite unashamedly high forehead, stretching down to the collar of his coat, suggests that the man used his head too many scalded.
Een preekstoel of catheder is in het schoollokaal niet aanwezig en daarom klimt de zendeling op een klein bankje, dat hem door de zoethoutpruik dienstijverig wordt toegereikt. A pulpit in the schoolroom or catheter is not present and therefore the missionary climbs on a small stool to it by the licorice wig department is eagerly pledged. Hij strekt de rechterhand uit naar de schare, strijkt met de linker eenige malen over zijn baard en begint dan met een niet onaangenaam vol geluid: He stretches out his right hand to the crowd, brushes with the left several times on his beard and begins with a not unpleasant sound full:
- Liebe frienden, jeloovigen en niesjierigen! - Liebe friends', and Jelov niesjierigen! Ick schpreek wol kein sjoon Hollands, deen ich pin ein Deutscher von jeboort, maar viele jaren in Amerika ansessig jeweest, oend taroem schpreek ick soo joet oend kwaat als ick kan. Ick schpreek wool kein shohn Hollands, deen pin ich ein Deutscher von jeboort but viele ansessig jeweest years in America, oend taroem schpreek ick ick soo Joet oend kwaat as possible. Ick hoop, das sie mijn allesammt verschtaan. Ick hope, das sie my allesammt verschtaan.
Na deze naive opmerking, deelt hij mede, hoe een engel Gods op "ein seekeren taag aan Jozef Schmidt das waare Evanjelium heft jeopenbaard; 't Evangelium van Jesum Christum von die heiligen von den laatsten tagen". After this naive remark, it shall communicate how an angel of God "ein seek them Tagus to Joseph Schmidt das waare Evanjelium handle jeopenbaard; 't Evangelium of saints who Jesum Christum von den von Tagen last.
Hij verhaalt zonder blikken of blozen, dat de wereld binnenkort zal vergaan, - Von wegens die schlechtigkeit des vleisches, He recounts without batting an eyelid, that the world will soon pass away, - because that schlechtigkeit Von des vleisches,
- 't Zal wel hortsik weze, wat ie eet,.... - It'll be hortsik EMBODIED, what he eats ,.... bromt de man met 't fluweelen buis tegen een vrouw, naast hem, die snibbig antwoordt: - Och man, dat vleesch bedoelt ie toch niet, hij meent "de mensch". growled the man with 't velvet tube against a woman beside him, who snapped replies: - Oh man, that flesh does not mean he do, he believes "the man".
- Nou, laat ie dat dan zegge! - Well, he let that mean?
- O, mijne liebe frienden oend jeloovigen.... - Oh, my friends' liebe oend Jelov .... gaat de zendeling voort: - Die weerelt ischt so schlecht oend versundigt, dass die Angel n Heaven weep and huil oend wehklagen, aber Oenser Liebe Heer wird kein soendfloeth weer jeben, oem die aarde zoe verwoesten, das heeft Hij aan Noa belooft, maar Hij wird maken hard times. the missionary goes on: - The oend versundigt Weerelt ischt so schlecht, dass die Angel N Heaven weep and weep oend wehklagen, aber Oenser Liebe wird kein soendfloeth Lord jeben again, which OEM zoe destroy earth, he has to tie Noa promises, but he wird make hard times. illness, oend pestilenz. illness, oend pestilenz.
Oend cholera zal Hij doen kommen oend alles wird verjaan. Oend cholera He will do everything oend kommen wird Verjans. Noer diejenigen, die sich doerch mij sullen hebben laten dophen, om verjeboeng von soenden zoe vererben, sollen blijfen beschtaan and keep upright! Nur diejenigen, die sich doerch have let me sullen dophen to verjeboeng von soenden zoe vererben, sollen beschtaan stay and keep upright! All what I tell you.... All what I tell you .... was ick zoe verschtaan jeef, jeliefde frienden, ischt profezeit durch die heilige messingplatten, welche Joe Smith im berg Cumorah, bei Palmyra heft jefoenden, naar die anweisung von ein Angel of the Lord. zoe ick was verschtaan jeef, jeliefde Friends, ischt profezeit durch die holy messingplatten, welche im Joe Smith hill Cumorah, Palmyra bei jefoenden handle, to which von ein Anweisung Angel of the Lord. (2) Der Jottesgesandt had aber auch troost jebracht doerch die verjeboeng anzukundigen, doerch das dophen oend rein waschen von sunden. Maar pech oend schwefel, eeuwiger verdoemenis oend wroeging sullen der theil derjenigen sijn die verzuimen jebruik zoe machen von dieser jelegenheid met dem Lieben Herrgott abzoerekenen. (2) Der aber auch Jottesgesandt had consolation jebracht doerch that verjeboeng anzukundigen, doerch das von Sundén dophen oend clean wash. But luck oend Schwefel, eeuwiger damnation oend sullen remorse Theil der derjenigen sijn who fail jebruik zoe machen von dieser in dem Lieben jelegenheid Herrgott abzoerekenen. Kommt alle zoe mier, ich kan help, von sjarlaken rood kan ich you weiss waschen wie versch jefallener schnee. Zoe ant all kommt, ich can help, von sjarlaken red can ich weiss you who wash fresh schnee jefallener.
Zoo redeneert de apostel, gelijk hij zichzelve noemt, op een en den zelfden toon herhaaldelijk voort. So argues the apostle, as he calls himself, at one and the same show repeatedly continued. Geen spoor van feu sacre, geen verheffing van stem; dor als zijne theorien is zijn voordracht, bespottelijk als zijn dreigementen zijn mengelmoes van Duitsch, Engelsch, en Hollandsch. No trace of feu sacre, no loud voice, dry as his theories is his nomination, his threats are ridiculous mishmash of German, English, and Hollands.
- Sijn daar einigen, die zich willen laten dophen, dat zij tot mij kommen, oend bejrijpen, dat het niks hilft of you als baby ein schprenkeltje water van een dominee in 't gezicht krijgt, maar dat noer die aljeheele oentertompeling von alle sunden frei macht, oend die deilachtigjkeit am heiligen Jeist verlieht. - Sijn einigen there, who want to dophen, that to me bowls, oend bejrijpen, that nothing of you as baby hilft ein schprenkeltje water from a pastor in the face gets, but that Nur aljeheele oentertompeling all Sundén frei von power, which deilachtigjkeit am oend saints Jeist verlieht. Ischt daar iemand, die mijn nicht bejreipt, das hij frage, ich soll es ihm jleidi deutlich maken. Ischt there someone who bejreipt my cousin, he das frage, ich soll es ihm deutlich jleidi make.
Een geruimen tijd nog praat hij voort over de gaven der profetie, die zoo heerlijk is, omdat zij "den jedophten sofort deilachtig wird, wanneer die oentertompeling platz jefoenden hat". A long time yet he continued talking about the gifts of prophecy, which is so wonderful, because they "like the deil jedophten sofort wird, when oentertompeling platz jefoenden hat". - O, der mensch wird quite new born wiederjeboren doerch oensere doph. - Oh, man wird der quite new born wiederjeboren doerch oensere doph. You wordt voor Jottes auges ein klein oenschaeldig kind, - kommt dann, wordt wieder kinder!.... You shall be Jottes AUGES ein oenschaeldig small child - kommt dann is wieder child !....
Plotseling houdt hij op, want voor hem in een der banken heeft een jongmensch hand en vinger opgestoken, luid vragend: - Profeet! Suddenly he ceases, because for him in one of the banks was a young man raised hand and finger, asking aloud: - Prophet! mag ik.... I may ....
- Hij mot eris uit!.... - He mot eris out !.... grinnikt Manus. Manus chuckles.
- Malle vendt, hou je mond.... - Malle vendt, shut up .... Trui proest van 't lachen. Sweater PROEST of laugh.
- Profeet? - Prophet?
- Noen, was wollen sie, bin icht nicht deutlich jenoeg jewezen? - Noon, was sie wollen, bin nicht deutlich icht jenoeg jewezen?
- O, jawel, dank u!.... - Oh, yes, thank you !.... dat is 't 'm niet.... is 't' t ....
- Was denn? - Was denn?
- Profeet, ik kan u niet erg goed zien, de kachel staat zoo in den weg. - Prophet, I can not see very well, so the stove is in the road.
- Sjick dan ein wenig op zij! - Ein wenig Sjick then on it!
- Dat kan ik niet profeet! - I can not prophet! 't Is te vol. It's too full.
De zendeling is niet van zijn stuk te brengen en gaat zelfs een eindje meer naar rechts staan, kalm vragend: - Ischt es so besser? The missionary is not upset and goes a little more to the right, calmly asking: - Ischt es so besser?
- Ja, dank u vriendelijk!.... - Yes, thank you kindly !.... Weet u, als ik uw bezield gelaat niet zie, mis ik zooveel! You know, if I do not see your animated face, I miss so much! Ik laaf me zoo aan uw woorden! I Laaf me like your words!
- Jawoll, jawoll!.... - Jawoll, jawoll !.... De voorganger ziet den jongen heer wantrouwend aan en begint weer te vertellen van "das neue Evangelium, dass so herrlich ischt, oend gnadenreich, oend jemackelijk, weil sie sich ook voor einen anderen kennen dophen lassen. The pastor looks the young Mr. suspiciously and begins to tell of "das neue Evangelium, so dass herrlich ischt, oend gnadenreich, oend jemackelijk, weil sie sich also einen others know dophen welding.
- Trui valt van pret haast tegen Manus aan, en fluisterlachend: - Sweater of fun is almost at Manus on, laughing and whispering:
- O, gut, wat 'n lollige vrijer! - Oh, gut, what a funny lover! met z'n "perfeet" en die "kachel"!.... with its "perfet" and "stove "!.... zeker 'n student. sure my students.
- Stil! - Quiet! daar begint er nog een; z'n maat.... there begins another, its size ....
- Profeet!.... - Prophet !.... klinkt het weer, maar nu van een anderen kant en een tweede jongmensch steekt zijn vinger op. sounds again, but now from another side and half young man raises his finger.
- Was wunschen Sie denn? - Was wünschen Sie denn?
- Profeet, die kachel staat zoo in den weg, nu kan
ik uw geestdriftig gelaat niet zien. - Prophet, that stove is so in the way, now I can not see your face enthusiastically. U is zoo mooi; net 'n apostel, als u oreert.... You are so beautiful, just my apostle, if you oreert .... Kan u niet een tikkie meer naar links gaan staan. Can you not a dash to the left to stand.
- Ja, aber.... - Ja, aber .... aber.... aber ....
- Och neen, Profeet! - Oh no, Prophet! blijft alsjeblief zoo staan, als u doet, anders kan ik U niet zien! alsjeblief are still so, if you do, otherwise I can not see you! roept de eerste weer. calls the first again.
- Profeet, die kachel hindert zoo bar!.... - Prophet, which hinders stove so bar !.... het tweede jonge mensch wenkt heftig met de hand:.... The second young man beckoning vigorously by hand :.... Dien kant op, asjeblieft. In that way, please. 'n Pietsie links. 's Pietsie left.
- Neen, neen! - No, no! rechts blijven staan! Right stand!
Met onverstoorbaar geduld plaatst de voorganger zich nu voor de tafel, zoodat de kachel niemand meer hinderen kan. With imperturbable patience now puts the predecessor to the table, the stove so that nobody can interfere. Hij vervolgt: - Ja, you kan joe laten dophen voor een ander bijvoorbeeld, for your vater of moetter, onkel of tante, al sijn sij ook jestorven. He continues: - Yes, you can have joe dophen for another example, for your vater or moetter, uncle or aunt, whether they, too sijn jestorven. Wenn Sie sich laten dophen in den jeloove worde zij uit den Hades verloscht, oend kommen sie uit dien schtaat von pijn in die heerlijkheid von die kerk der heiligen von de laatschte tagen. Wenn Sie sich in den Jelov dophen be they from the Hades verloscht, oend on that schtaat kommen sie von von pain in that glory which the church saints laatschte von Tagen. - --
- O, Profeet!.... - Oh, Prophet !.... roept plotseling met bewogen stem het derde jonge mensch, in de bank opstaande. voice calls suddenly moved the third young man, standing in the bank.
- Daar heb je nummer drie, Trui, die zal ook wel over de kachel.... - There's number three, Trude, who will also be on the stove ....
- Profeet! - Prophet! Zendeling, heilige man!.... Missionary, holy man !.... een snik, goed hoorbaar; dan nogmaals met een traan in de stem: - Profeetje! a sob, audible, then again with a tear in the voice: - Profeetje!
- Noen? - Nun?
- Ik heb een ouwen, dooien neef, die bepaald in den Hades zit. - I have a rebuilt, thaw cousin, which is defined in the Hades. Kan ik me hier niet dadelijk voor 'm laten doopen?.. I can not immediately to him baptized? .. Maar liefst in warm water, als 'tu 't zelfde is. Up in hot water, as 'tu' t same.
Trui ligt met haar hoofd op de armen op den lessenaar te schudden. Sweater is in the head with her arms on the desk to shake. Hier en daar gaat een schaterend gelach op, door verontwaardigde "Sjuut, Sjuut's" en gesis bestreden. Here and there is a peal of laughter, by indignant "Sjuut, Sjuut's" hiss and contested.
De voorganger krijgt 't nu toch min of meer benauwd en ziet, eenigszins angstig, naar hulp uit van zijn satellieten, waarvan een, hem begrijpend, opstaat en luide verkondigt, dat "de geest vaardig over hem wordt en hij bidden wil". The pastor gets it now more or less cramped and looks, somewhat anxiously, for help from its satellites, including one, understanding him, stands up and loudly proclaims that "the spirit is mightily upon him and he wants to pray. Langzaam als een slaapwandelaar met bijna gesloten oogen komt hij naar voren, slaat de handen krampachtig ineen voor de borst en bidt. Slowly like a sleepwalker with almost closed eyes he comes forward, turn the hands convulsively together in the chest and pray. Hartroerend smeekt hij om "Genade, barmhartigheid en verlossing van den Booze!...." Personal heart begging for "Mercy, mercy and deliverance from evil !...." zijn oogen draaien in zijn hoofd; 't is alsof hij door de groezelige planken van de zoldering der school wil heenkijken en als hij eindelijk zegt: - Amen", ziet hij toevallig met kwaadaardigen blik den jongen man aan, die om "warm water" heeft gevraagd. turning his eyes in his head, it's as if stained by the boards of the ceiling of the school to look around and when he finally says: - Amen ", he happened to see malicious glance at the young man, who for" hot water " requested.
Inmiddels heeft de zendeling tijd gehad, om zijn gedachten te verzamelen en begint nu ijselijk dierbaar te spreken over de onderdompeling, die volgens hem, een der hoofdvoorwaarden tot zaligheid is. Meanwhile, the missionary had time to gather his thoughts and is starting to talk about the horrible dear immersion, which according to him, one of the main conditions to salvation. Het publiek blijft lachen - de hilariteit is nu eenmaal niet meer weg te krijgen uit het lokaal. The public continues to laugh - the laughter is simply impossible to get out of the room.
Achter bij het trapje van het sousterrain uit iemand eensklaps een scherpen kreet. Behind the stairs of the basement of someone suddenly a sharp cry.
De zendeling ziet om en als hij bemerkt, dat 't een der zusters is, die "aangegrepen wordt door den Geest" gaat hij ter zijde met de woorden: "Sister, come to the front, der heilige Jesit sal doerch you schpreeken!" The missionary sees and when he noticed that 't is one of the sisters, who "seized by the Spirit" goes to the side with the words: "Sister, come to the front, the holy Jesit sal doerch you schpreeken!"
Een afwachtende stilte heeft het gelach vervangen - iedereen ziet in spanning toe. An expectant silence has replaced the laughter - everyone in suspense to see.
Langzaam, als een zwart spook voortschuivend, komt de zuster nader. Een lange zwarte sluier bedekt haar gelaat, zij heft dien op en vertoont een neus, die Manus vrij duidelijk doet fluisteren: - Nou Trui, die spuugt ook niet in d'r glaassie! Slowly, like a black ghost continued sliding, the sister closer. A long black veil covering her face, she also raises and shows a nose, which makes pretty clear Manus whisper: - Well Trudi, who spits in d'r even glaassie !
Met een Jordaansch accent, dat zelfs voor den meest welwillenden aartsengel niet te verdragen zou zijn, vertelt zij: - As dat ze heilemaol nieuw gebowre is en dat zij de heilige Geist in der lichaam gevoelt hat, soodra ze onder woater was gekomme.... Jordaansch with an accent that even the most benevolent archangel would be intolerable, she says: - As they heilemaol new gebowre and that the holy body feels hat in der Geist, soodra she was under Woater gekommen ... .
- Was je d'r maar voor goed onder gebleve! - Were you r but remained well! - roept de man met 't fluweelen buis eensklaps erg oneerbiedig, maar een der drie jongelui berispt hem hoogernstig, zeggend: - Waarde heer, u mag niet onhoffelijk worden voor de schoone sekse. - Man calls' t velvet tube suddenly very disrespectful, but one of three young high scolded him severely, saying: - dear sir, you may not be discourteous to the fair sex. Ga voort, lieve zuster, uwe woorden zijn als Manna voor ons. Go on, dear sister, your words are like manna to us. Wij luisteren in deemoed. We listen in humility. U was dan onder de wateren - verder, verder.... You were then under the waters - go, go ....
- O, lieve broeders en susters, al de boosheid en sondigheid was in eens van me ofgewasse.... - Oh, dear brothers and sister, all the anger and sondigheid was too ofgewasse me ....
- Zeg juffrouw! - Hey Miss! ben je
hier gedoopt? you are baptized? vraagt een vrouw, schijnbaar belangstellend. asks one woman, seemingly interested.
- Joa, hier in de gemeinte! - Joa, here in the commonalty!
- Zoo, en sjeneerde je je eige niet, voor de manslui zoo te staan, als je van je moessie kwam? - So, did you and sjen owner not to stand for manslui so, if you Moessie you came?
- 'k Had 'n badhemd an!.... - 'K Had my badhemd an !.... barst ze in eens vinnig uit en dan weer in haar eersten zalvenden toon: - O, Heere! she suddenly burst out sharp and then in her first soothing tone: - Oh, Lord! treed met deuse spotters niet in 't gerigt. Deuse spotters not to enter into 't directed. O, broeders en susters! Oh, brothers and sister! loat u geroaje, vollegt mijn foorbeeld en treedt toe tot de hailige doop - ik heef gezeid, Oame! geroaje you float, themed vollegt my picture and joins the hailige baptism - I heef gezeid, Oame!
- Bravo! - Bravo! Bravo! Bravo! Bis! Bis!
Een der jongelui applausissert en dan, alsof hij zich schaamde: - O, Profeet, neem me niet kwalijk, maar ik was heelemaal weg. One of the young applausissert and then, as if ashamed: - O Prophet, excuse me, but I had it all away. Zoo'n gloeiende welsprekendheid, weet U! Such a glowing eloquence, you know!
De vroolijkheid neemt hand over hand toe en is schier niet meer aan banden te leggen, maar toch wordt het een oogenblik doodstil in de school als een oudachtig heer opstaat en beleefd inlichtingen vraagt over de veelwijverij der Mormonen. The merriment takes on the increase and is almost not to restrict, but it is a moment perfectly still in the school as an oldish Mr politely gets up and ask for information about the polygamy of the Mormons.
- Was wunschen sie davon zoe wissen? - Was wünschen sie davon zoe delete?
- Ahem! - Ahem! Ahem! Ahem! ik wou maar zeggen, dat als een man zoo'n stuk of tien vrouwen mag hebben, dat er dan heel wat kindertjes bij jelui zullen rondkuieren. I wanted to say that such a man as a dozen women may have, then that many children will you two to stroll around.
- Natierlich! - Natierlich! oend dass ischt jerade, was oenser liebe Heer will. oend dass ischt jerade was oenser liebe Lord will. Das ischt ein Heilmittel, weil die kinder von die geister op aardsje lichamen oder tabernakels wachten oem aufzoesteigen zoe hoherer vollkommenheit.... Ischt das ein Heilmittel, weil those children who Geister von oder in aardsje bodies tabernacle waiting oem aufzoesteigen zoe höherer vollkommenheit ....
- Ja, maar ziet u, dat vat ik niet goed en.... - Yes, but you see, that I apprehend not and ....
- Zachtmoedig en kalm antwoordt de zendeling: - Das kan ich jetzt nicht verklaren, das wurden sie doch niet bejrijpen, kommen sie soe mir, allein, wie der Nicodemus zoem Jesoes jekommen ischt, in der nacht, da soll ihnen das deutlich jemacht werden. - Gentle and calm the missionary replied: - Das ich jetzt nicht can explain, but not bejrijpen das sie wurden, kommen sie mir soo, allein, wie der Nicodemus Buzz Jesoes jekommen ischt, in der Nacht, da das soll ihnen deutlich jemacht were. Ich wohne bei Stam in de Oostenburger-Voorstrass. Will noch ein von de broeders of schwestern vielleicht spreeken? Ich bei Wohne tribe in the East for Strass-Burger. Will not the brothers or Schwestern von ein vielleicht speak?
Jawol, ick!.... Jawol, ick !.... Een magere man met een bril op en verward grijs haar staat op, haalt een krant uit zijn zak en zegt, langzaam sprekend: - Ick leze daar eine ingezondene, hoendsgemeine anschuldiging in die courant, als sollten wai Hailigen von dem laatschten dage, allain auf die sier verdiente dobbeltjes von de geloovigen oend frommen von der purgerij speculiren. A thin man with glasses and gray hair is confused on, gets a newspaper from his pocket and says, speaking slowly: - Ick leze eine sent there, in hoendsgemeine anschuldiging commonly, as wai Hailigen sollten von dem laatschten day, Allain auf those little decorative dice Verdiente von believers oend fromme von der purgerij speculiren. Wai berijkeren oens nich mit aardsje goeteren, want dafur ist der mensch nicht auf erden gekommen. Wai berijkeren Cameroon nich mit aardsje goeteren because Dafur ist der man auf Erden nicht gekommen. Wai vergateren kein gold oder silver oder saken die doerch roest oend motten verteren, wai beooge alleinig die himmlischen reichtumer. Wai far terén kein gold silver oder oder saken that doerch rust consume oend moths, which wai beooge allein himmlisch reich Tumer. Wai fragen niks, voor ons selber, maar die foor onze heilige saak wil offeren, kan bij het ausgaan in de pus saine offergave werpen. Wai fragen nothing for us selber, but themed to sacrifice our sacred Saak may register ausgaan pus in the saine sacrifice throw.
- Dat's nou de moffen-snijer uit de Oostenburgerstraat, Manus! - That's the Krauts nou-cutters from the East Burgerstraat, Manus!
- 'k Ken 'm ommers wel. - "Ken K" m consommer it. Hij heit vroeger in onze buurt gewoond, maar hij most weg, ondat iedereen cente van 'm most hebbe en ie z'n huur nooit betaalde. Heit He previously lived in our neighborhood, but he must away, everyone ondate cente of him most, and he never paid his rent.
- Zeg lappedief! - Say lappedief! schreeuwt achter in het lokaal een scherpe vrouwenstem. - Denk eris om die jas van me man, die je naar Oome Jan (de lommerd) heb gebracht! screams in the room behind a sharp female voice. - eris Think of the coat to me man, you Oome to January (the spout) have brought!
De gehoonde heilige zucht, haalt meelijdend hoofdschuddend de smalle schouders op en zwijgt. The taunted holy sigh, shaking his head takes compassion on the narrow shoulders and silent.
- O! - Oh! daar begint er weer een, Trui. it begins again, Sweater.
- Och, wat 'n lief pruimedante snoetje! - Oh, what a sweet prunes snout!
Een jonge man met een erg bloemzoet gezicht treedt naar voren en verklaart met ten hemel geslagen oogen en over de maagstreek gekruiste handen, dat hij vroeger - een verdoemenswaardige zondaar was, niet waard voor 't gezicht des Heeren te bestaan, maar dat hij door de onderdompeling herboren is geworden en zich nu gereinigd gevoelt.... A young man with a very sweet flower face forward and enter into heaven declares, beaten eyes and hands crossed over his stomach, he used - a damn worthy sinner, not worthy on the face of the Lord to exist, but that by the immersion has become reborn and now feel cleansed ....
- Wat 'n wonder!.... - What a miracle !.... roept iemand vlak bij de deur. Calls someone near the door. - Hij wascht z'n eige anders alleen op Nieuwejaar! - He washes his owner only other New Year!
De vroolijkheid stijgt onrustbarend als het jongemensch, dat zoo'n last van de kachel had, ernstig opstaat, zijn jas uittrekt, das en boord afdoet en ook zijn vest aan een naast hem zittenden vriend te bewaren geeft. The merriment increased alarmingly as the young man that had such a burden on the stove, get up seriously, spends his coat, tie and board affect his vest and a friend sitting beside him to keep feeding. En als hij, smeekend de handen opheffend tot den voorganger, bevend en aangedaan vraagt: - Ik voel het angstig-duidelijk, dat er een bloedverwant van me in den Hades zit. And if he, raising his hands imploringly to the pastor, trembling and inflicted asks: - I feel the anxiety-clear that a relative of mine is in the Hades. - Och, beste, brave Profeet, doop me in Godsnaam effentjes.... - Oh, dear, dear prophet, baptism me in hell little effe .... ik kan dien ouwen, dooien neef niet langer zoo laten lijen - laat me asjeblieft even te water gaan;.... een zwembroekie heb ik bij me - gaat er een brullend gelach op, dat niet meer te onderdrukken is, zelfs niet door een plotseling koorgezang, dat ad rem, als tegenwicht door den zoethoutpruik, den moffen-snijer, den mottigen portier en eenige zusters en broeders wordt aangeheven. Beter middel om hun voorganger uit de verlegenheid te helpen is er niet, want geen menschelijk oor is tegen zulke hartroerende klanken bestand. In een oogwenk is het lokaal ontruimd. I can then rebuilt, so let thaw nephew no longer lijen - please, let me just go to water kid I ;.... a swim with me - there is a roaring laughter, it is not suppressed, even by a choir singing suddenly, that ad rem, counterbalancing the liquorice by wig, the sleeves-cutters, the porter and some drizzly sisters and brothers are aangeheven. Better way to their predecessors from the embarrassment is not helping, because no human ear is against such heartrending sound file. In an instant the room is vacated.

Op straat blijft het nog even een poosje woelig door groepjes lachende en ginnegappende kijkers, die wachten tot dat "de zendeling met zen broertjes en zussies der van door gaat". On the streets it still just a little while turbulent groups laughing and giggle by viewers who wait until that "the missionary with brothers and zussies of Zen by going". En als hij eindelijk komt, omstuwd door zijn geestverwanten, vliegt een welgemikte sneeuwbal tegen zijn hoogen hoed; een tweede treft hem in den nek. And when he finally comes, surrounded by his kindred spirit, a well-aimed snowball flies on his high hat, half found him in the neck. Zijn broers en zusters weten zich niet meer te bergen, want een hevig en goed onderhouden bombardement van sneeuwballen wordt op hen gericht. His brothers and sisters find themselves no longer mountains, and as a fierce bombardment of snowballs is well maintained at them. Eerst als zij, hun pas versnellend, de Prinsengracht opgaan, staken mannen en vrouwen, jongens en meiden lachend hun werk en Manus roept, met krachtigen arm nog een grooten harden bal naar den broeder-portier gooiend: -Ziezoo, jullie zelle vooreerst wel je bekomst van de Amsterdammers hebbe! First as they, their only accelerating, the Prinsengracht merge, put men and women, boys and girls laughing and Manus calls their work, with a strong arm even large hard ball to the brother-porter throwing:-Ziezoo, zelle for your first or your bekomst van de Amsterdammers hebbe!
Na dien tijd, zijn geen Mormonen zendelingen hier terstede meer verschenen.


1) Kastanjes
2) Joe Smith beweerde dat hij, op aanwijzing van een Engel uit den heuvel Cumorah, bij Palmyra, de heilige messingsplaten opgroef, die door den vromen Mormonen waren beschreven geworden met Gods woord. Zij waren echter voor hem onleesbaar, totdat hij in de kist, waarin zich die platen bevonden, ook een wonderbril vond, Urim en Thummin genaamd, voorzien van doorzichtige gesteenten in plaats van glazen. Deze bril stelde Smith in staat, de geheimzinnige platen te ontcijferen en het nieuwe Evangelie der Heiligen van den jongsten dag aan de menschen te verkondigen. Hij maakte vele volgelingen, die met hem de stad Hancock stichtten. Later trokken de Mormonen over het Rotsgebergte naar 't Groote Zoutmeer en stichtte den Staat Utah en Salt-Lake City. Na Smith's dood werd Brigham Young profeet van de secte der Mormonen, die nu in Amerika alleen circa 125.000 leden telt.

Mormoons Forum LDS Forum

Spreekt tot de verbeelding
Hartelijk dank voor "Mormonen te Amsterdam-1885" van Justus van Maurik!
De anekdote lijkt nog eens aan te tonen dat er een groot verschil is tussen hoe we onszelf zien als heiligen der laatste dagen en hoe anderen onze kerk en het aktieve zendingswerk ervaren! Het verhaal is heel humoristisch en laat ook heel mooi zien hoe zendingsmethoden en tijdsgeest aan verandering onderhevig zijn. Hoe meer we leren van de geschiedenis van de kerk, hoe meer we beseffen dat in iedere tijd we de taak hebben om een 'eigentijds' mormonisme te uit te dragen. Dit verhaal spreekt zeker tot de verbeelding. Waar de schrijver het over zijn jeugdherinneringen lijkt te hebben ('Toen ik nog jong was") luidt de titel in de aanhef: "Mormonen te A'dam-1885."
In 1885 was de schrijver echter 39 jaar, relatief jong wellicht? Misschien ook is het jaartal 1885 min of meer willekeurig gekozen...
Reden dat ik hierover nadacht, was de opmerkelijke aanwezigheid van een Amerikaanse zendeling van Duitse afkomst in het verhaal. Ik dacht metteen aan Paul A.Schettler, die immers samen met Anne Wiegers van der Woude in 1861 en 1862 het evangelie predikte in Amsterdam. Dat kan toch bijna geen toeval zijn. In 1861 was de schrijver 15 jaar oud en het lijkt er op dat hij zich inderdaad de slecht nederlands-sprekende Duitse Amerikaan herinnert! In het verhaal zegt de zendeling te wonen bij 'Stam in de Oostenburgervoorstraat', misschien een aanknopingspunt?

Boeiend
Inderdaad een heel boeiend geheel. Geweldig leuk natuurlijk dat Jordaanse accent. Ook interressant om alles in het taalgebruik en de spelling van die tijd te lezen.
Het valt me ook op dat de grappenmakers in het verhaal (heel anders dan in onze tijd) niet echt gemeen waren in hun spot. En ja, het lijkt er inderdaad op dat we hier met Paul Schettler te maken hebben. Zelfs als de schrijver niet uit eigen ervaring schreef, lijkt het mij onwaarschijnlijk dat hij op de hoogte was van de zending van Paul A. Schettler in 1861. Zelfs de meeste leden van de kerk weten daar maar heel weinig van!

De navolgende link: klik hier , (pagina 164) geeft aan dat de schrijver zich overigens zelf in het verhaal plaatste:


Wil men den van Maurik uit zijn vroolijkste levensdagen leeren kennen, men leze zijn Mormonen te Amsterdam ('Toen ik nog jong was'), wetende dat hij is het jonge mensch, die vingeropstekende met een '- Profeet, mag ik ...' den Mormonenprediker interrompeert, als deze zijn gehoor toeroept: 'O, de mensch wird quite new born, wiedergeboren doerch oensere dôph. You wordt voor Jottes auge ein klein oenschoeldig kind - kommt dann, wordt weeder kinder!'
Dàt was natuurlijk voor van Maurik genoeg geweest om eerst te doen 'alsof-ie even naar achteren moest', en dan een oogenblik later om te verzoeken, de kachel te verzetten, wijl deze zoo in den weg stond: 'Profeet, ik kan u niet erg goed zien'.
Die kachel werd verplaatst - nog wel staande de preek - maar de kwa-jongen was nog niet tevreden. - 'Zou u 'm maar niet terugzetten, strakkies was het toch nog beter!


De laatste zin van de anekdote luidt:
" Na dien tijd, zijn geen Mormonen zendelingen hier terstede meer verschenen."

De schrijver heeft dat deel wel helemaal verkeerd ingeschat!


Kerk te Amsterdam (uit: Heiligen der Lage Landen)
Na de terugkeer van president Lammers naar Amerika in 1884 werd Nederland wederom zonder zendeling uit Amerika achtergelaten. Na tien maanden arriveerde John WF Volker. Hij vond het land en de kerken in deplorabele toestand. De politieke situatie in Nederland was verschrikkelijk.
"Armoede heerst alom. Alleen in Amsterdam al zijn er vele duizenden mensen zonder werk en zij houden elke week optochten en demonstraties. Soms ontstaan er conflicten met de politie en dan is het vechten geblazen. Zij hebben er geen behoefte aan om naar het Koninkrijk Gods te zoeken. De kerken hier verkeren in slechte staat. Iedere secte heeft twee soorten predikanten, liberaal en orthodox. De kerken hier onderwijzen verdeeldheid en vertellen alles wat de mensen maar graag willen horen. De mensen schijnen werkelijk geestelijk dood te zijn."
Ook president Volker gebruikte zijn tijd voor het vertalen van pamfletten en tractaatjes in de Nederlandse taal: "Ik begon mijn werk in Amsterdam en vertaalde het Evangelie van Christus in het Nederlands. Ik liet er 10.000 exemplaren van drukken. Ik vertaalde andere tractaatjes en preken, welke ik in manuscriptvorm aan de verschillende gemeenten zond, zodat zij deze in hun vergaderingen konden voorlezen teneinde de leden tot getrouwheid aan te sporen. Ik vertaalde de Morgan tractaten 1 en 2, waarvan ongeveer zevenduizend exemplaren elk werden gedrukt, welke bijna allemaal zijn verspreid."
John WFVolker presideerde de Nederlandse zending van 1885 tot 1889. Tijdens zijn presidentschap werden driehonderdvijfentwintig bekeerlingen gedoopt. Verder organiseerde hij twee hulporganisaties van de Kerk in de zending. In 1886 organiseerde president Volker de eerste zondagschool met zeven kinderen in de Amsterdamse gemeente. Ultimo 1888 organiseerde hij tevens de eerste zustershulpvereniging in Amsterdam met Zuster C.Crezee als presidente.

 

Renee Pasture 

Renee Pasture

Renee Pasture

 

Renee Graven-Pasture

Van de hand van de Vlaamse schrijfster Renee Graven-Pasture verscheen de bundel "Dwangbuis", een hartstochtelijke verwoording van bevrijding en liefde in het licht van het herstelde evangelie. Het motto van de bundel luidt: "Het is een lange weg alvorens een Mormoon een Heilige der Laatste Dagen is". Renee Pasture had voor haar bekering reeds twee romans, drie gedichtenbundels en een kinderboek gepubliceerd; ze trok zich terug uit de literaire wereld, maar vond door haar toetreding tot de mormoonse kerk haar oorspronkelijke intensiteit in een nieuw licht terug. Het volgende gedicht, niet-getiteld, geeft uiting aan die tocht uit de dwangbuis naar bevrijding:

Datgene wat met wier
en kalk en klei
in levenszee
alle bewegingen verzwaart
en groeit en kleeft
op mij
als ratten op en zeedierschaal
en mij belet

Gij weet het, Heer
hoe het gebeiteld en gewenteld
en geroest is op mijn huid
geef mij het puntig mes
en de hardheid om in pijn
te slaan
tot het bevrijden toe

want ik wil niet
tot steen verstard
op rotsige bodem
ondergaan
maar leven in Uw licht
boven de kilte stijgen
in de schuimkrans der golven
bewegen
waarin Uw adem
alle zuurstof legt

 

DA CAPO - 'n kort verhaal door Renee Graven-Pasture


noot van MVG redaktie-lid Robert Poort:


Da Capo
is een Italiaanse aanduiding in het muziekschrift voor: opnieuw beginnen!
Renee Grave-Pasture kent de schipperswereld en haar korte verhaal 'Da Capo' speelt zich dan ook af op en nabij de binnenwateren.
'Water' en 'opnieuw beginnen' zijn vertrouwde begrippen voor ons als heiligen der laatste dagen, begrippen die letterlijk en figuurlijk aan de basis liggen van ons lidmaatschap van de kerk en ons getuigenis van het herstelde evangelie.

De schipperswereld is daarnaast ook een prachtig thema uit de Lage Landen.
Wie kent niet de vaarten waar binnenschepen zich door de mist een weg banen? Het geronk van de motoren, de levendigheid rond een sluis, de deining in het kanaal, het spreekt ons aan. De wereld van de binnenvaart symboliseert treffend ons aards bestaan: we zijn altijd op weg naar een bestemming, altijd op weg naar een volgende aanlegplaats, dolend als het ware over de wateren, turend door de soms dikke mist, op zoek naar de haven.
Binnenvaartschepen spreken tot de verbeelding: het binnenschip is 'n duidelijke identiteit, men heeft niet alleen vracht aan boord maar ook vrouw en kinderen, hond en kat, vlak onder de stuurhut bevindt zich immers de woning van het schippersgezin!
Ook uw redakteur is bekend met de binnenvaart, als douane-ambtenaar in Lobith (1980) maakte hij grondig kennis met de schipperswereld en onmoette er de schippers en hun gezinnen. In de kleine stuurhut of in de knusse woning mocht hij naar heel wat verhalen luisteren en "Da Capo" zou er een van kunnen zijn. Ook in de geschiedenis van de kerk wordt de binnenvaart meerdere malen genoemd: dus de volgende keer dat u een binnenschip ziet, laat uw gedachten maar eens gaan over de betekenis van de schipperswereld voor het mormonisme in onze gewesten, en Renee Pasture brengt ons in de stemming met: "Da Capo"!

Anne (Wiegers van der Woude) werd op 12 Juli 1812 geboren te Franeker, als een van elf kinderen van Wieger Pieters van der Woude en Catharina Gerrits. Als jongen voer hij met zijn vader over zee, en leerde verscheidene vreemde talen, waaronder Engels. Later zou hij kapitein zijn op z'n eigen schip; z'n grafsteen vermeldt: "Capt. A.W.Vanderwood." (Anne Wiegers van der Woude - Janet Sjaarda Sheeres)

In 1816 staat een fris en rond man, scherp van verstand, aan het roer van zijn beurtscheepje dat over de Zuid-Hollandse binnenwateren turf en steenkolen vervoert. Schipper Stoffel Muller is een idealist, diep bewogen door de ellende van het kleine volk en diep ontgoocheld door de kilte van de gevestigde kerken tegenover de wanhoop der verworpenen. Hij grijpt naar de pen en schrijft gloeiende zinnen over sociale rechtvaardigheid. (De Nieuwlichters en de roep naar Zion)

Toen de nieuwe zendingspresident arriveerde (1884), vond hij slechts achtenzeventig leden, verspreid over geheel Nederland. Dit aantal werd gevormd door zestien gezinnen. Zes van hen waren schippers. Omdat hij hun waarde als zendelingen aanvoelde, zond Peter J. Lammers hen uit om te bekeren: "Ik heb zes schippersgezinnen. Zij hebben kleine schepen en gaan van plaats tot plaats, tezelfder tijd het evangelie met zich dragende. Zij zijn als schapen temidden van de wolven." (De Kerk van 1872-1940)

commentaar van Jaap Wenzel:
"Da Capo" betekent "herbeginnen". Het is de diepe boodschap van dit verhaal uit de schipperswereld. Schipper Gerrit en zijn vrouw (de ik-figuur van het verhaal) varen met de Gernee 2. Hun oude spits, de Gernee 1, hebben zij in huurkoop aangeboden. Rond dit schip draait het eigenlijke verhaal in een drievoudig herbeginnen - eerst Joris, dan Eric en tenslotte Arrie - om er iets van te maken.

Eric is echter de spilfiguur waar het drama zich aan vastknoopt. In hem tekent de schrijfster de ellende van de sukkelaar die had kunnen slagen. Op hem projecteert ze de verleidingen - bezit, drank, meisjes - die hem kraken. Over hem klinkt de vraag "O God toch, waar zijn de maaiers? De redders? " En het is om hem dat de schrijfster, als enige, bekommerd blijft.

Renee Graven-Pasture hanteert een eenvoudige verteltrant en men voelt dat zij uit eigen ervaring schrijft: zij kent de schipperswereld en wil ervan getuigen. In het licht van het evangelie is "Da Capo" een noodkreet, soms bitter en hulpeloos, maar steeds liefdevol.

DA CAPO
door Renee Graven-Pasture

't Was zonnig weer voor november. Het zand naast de dijk was zo mul dat ik er met mijn voeten in wegzonk. 't Was hard sleuren aan mijn boodschappenkarretje. Het kanaal glinsterde. De schepen lagen er als een kudde logge dieren. Ook ons schip lag er,
de Gernee 2. Ik hoorde door de open deur van de stuurhut de kwade stem van mijn man. "Wat heb je weer allemaal gekocht?"
Hij kwam me niet tegemoet om me over de loopplank te helpen. Ik volgde zijn blik. Hij keek naar de Gernee 1en even naar het schip dat ernaast lag, de Sarina. Joris, de eigenaar van de Sarina, had onze Gernee 1 in huurkoop en had Eric als zetschipper op zijn oude bak gezet.

Toen ik binnenkwam trommelde mijn man op het stuurwiel. Hij leunde erop en bleef maar naar de twee schepen kijken.
"Jullie kunnen me gestolen worden, maar ik zet die luiaard van een Joris van mijn schip. Ik ben geen liefdadigheidsinstelling!"

De lange staking had mijn man zenuwachtig gemaakt. Over de banen raasden de zware vrachtwagens voorbij met zand en grind van de grote schepen van het Albertkanaal.
"Ze komen hier ons werk uit de Kempen afpikken! Dat hebben ze ermee gewonnen met hun staking!"
Hij duwde mij de post onder de neus.
"Kijk, wat een rente te betalen!
De banken innen maar, alsof het waterdruppels zijn!"

Ik begon voorzichtig de koopwaar uit te stallen. 't Zonlicht deed de warme kleuren glanzen. Ons hondje rekte zijn pootjes en stond rechtop te kijken, maar Gerrit stuurde hem naar buiten.
"Ga maar naar het lege ruim kijken. 't Zal wel gaan verminderen met die boodschappen."
Ik wou juist afdalen naar de roef om de koopwaar weg te bergen. Hij keek naar beneden waar de rode vloerbedekking warm oplichtte in een bundel zonnestralen die door de ramen vielen. Het koper van antiek glansde tegen de houten lambrizering. Ik stond even te treuren.
"Je hebt een prachtige woning, Gernee!" zeiden de schippers, doch Gerrit wuifde het weg.
"We hadden onze spits nooit in huurkoop moeten geven. Dan zaten we nu warmpjes binnen. Dan konden ze voor mijn part de hele winter staken!"
Weer was er die kwade blik naar mij alsof ik alle schuld droeg. Zijn gezicht zat vol groeven. Hij had zich weer eens niet geschoren. Zijn handen zaten vol teer. Ik was weer boven gekomen en keek naar zijn handen. Zo had hij ook aan de Gernee 1 gewerkt toen hij deze een paar jaren geleden gekocht had. Hij had ermee op de werf gelegen. Trimvullingen werden aangebracht, een dieperf, pompinstallaties. Het vlak werd voor 90% vernieuwd.
"Er staan maar twee oude platen meer in. En wat doet die Joris? Het vertikken! De verfborstel laten verharden, aan de kant liggen. Maar ik waarschuw je: ik blijf geen brieven schrijven om hem aan te manen te betalen.
Hij gaat eraf, basta!"

Ik keek ook naar de Gernee 1. Het schip werd grijs en grauw. Ergens had Joris toch wat rode verf aangebracht. het stak af als nieuwe pannen op een oud huis. Toen ik daar zo stond te dromen voer Gerrit weer tegen me uit.
"Onze spits was niet goed genoeg, he?"
Ik riep hem toe:
"En wat was dat dan op de Gernee 1? Vijf passen links en vijf passen rechts. Ik kon niet eens uitwijken als jij me grijpen wou!"
Gerrit vervolgde niet alleen zijn trommelen op het stuurwiel, hij begon ook met zijn voeten te schuiven en tussen zijn tanden te sissen.
"Hij gaat eraf!"

Naast de Gernee 1 lag de Sarina, het eerste schip van Joris.
"Als Joris van onze Gernee moet, waar moet hij dan naartoe?" vroeg ik aarzelend.
"Zijn dat MIJN zaken? Trouwens hij heeft nog een schip, zijn Sarina."
"Ja, een sloopschip!"
"Het vaart nog."
"O ja!"
Ik kon er niet om lachen. Het was een roestige bak, zinkensklaar.
"'t Schijnt dat het er niet zo slecht is als het eruit ziet."
"Maar de motor!"
"O die houdt het al lang vol. Trouwens Eric vaart er wel mee. Ik wou dat kapitein Joris zo goed voer als Eric. Die jongen doet minstens een reis per week."
"Ja..."

Ik zag die Eric voor mij: een klein, nerveus kereltje met grote donkere snor en vinnige ogen. Hij was jong, erg jong nog, niet eens dertig. Ik wist dat zijn eigen schip, een Kempenaar, op de Blauwe Kei lag te roesten met kapotte roeren. De machinekamer stond open. Op de deur was een gevleugeld paard geschilderd. Maar de motor bewoog niet meer. Buiten klotste het water tegen de wanden die bruin en groen gewiorden waren van roest en mosgroei. Bij elke windstoot maakte de deur een klagend piepend geluid. Afgewaaide takken en varens lagen in de gangboorden te rotten.

Ik had Eric niet gekend toen hij met dat schip voer. Wel had ik over hem horen vertellen. Hij had in zijn glorietijd - toen zijn schip nog glansde van nieuwe verf en kleuren - een auto gekocht van een half miljoen frank. Toen kon hij zijn schip niet meer afbetalen, want hij was veel weg met zijn wagen. Zo bleef hij vaak op gezellige plaatsen hangen en zat zijn vrouw vele nachten alleen op zijn schip met huntwee kinderen. Ze werd nors en zwijgzaam. Eric rechtte zijn trotse kop en overschreeuwde haar treurnis.
"Zeurmeid! Wat heb ik aan jou? Niets dan ruzie en een zure smoel!"

Onder de schippers werd er verteld dat Eric de dochters van de Aula had leren kennen. "Hoertjes" zeiden sommigen. Ze deden alle drie hun plechtige communie op dezelfde dag en hadden alle drie hun "verloofde" mee naar de kerk gebracht. De oudste van die mannen was dertig jaar. Hun schip was die dag overspannen met vlaggen en wimpels. Nu, die meisjes waren slank en mooi en speels. Meer dan een getrouwde schipper verloor er het Noorden bij. Ik had ze ook al bezig gezien als een stel spelende tieners vol schijnbare onschuld. Ook had ik ze eens gezien naast Eric, in zijn mooie wagen. Ze kwamen uit Antwerpen, nog half in feestroes.

Maar die Eric had geen geluk. Hij kon het leven niet aan. Waarom liet hij zijn vrouw zo vaak alleen om op stap te gaan? Hij had een mooie Kempenaar. Er was werk. Zouden die meisjes van de Aula dan toch zijn hart zo ontwricht hebben?

Eric werd van zijn schip gezet. Banken kennen geen medelijden. Wie zijn schulden niet kan betalen moet de kant op. Het schip werd verzegeld en aan de ketting gelegd. Weer konden de schippers langs hun marifoon gekscheren en praatjes vertellen. Dat waren de nieuwtjes van de dag. Een ander groot nieuws bracht wel ontsteltenis. De Aula was gezonken te Panheel. Moeder en een dochter van zeventien waren verdronken. De vader en een van de meisjes hadden zich weten te redden. Zo vertelde men: 't Schip was een zeef. Het kon enkel drijvend gehouden worden als er voor en midden en achter gepompt werd. 't Water spoot overal boven het dek. Maar de schipper laadde en loste en niemand bekommerde zich er om hoeveel pompen er geplaatst dienden te worden. De Aula voer en er werd schijnbaar voldoende geld verdiend om nog op stap te gaan. Die nacht waren ze ook zeer vrolijk terug gekomen. Het schip lag half geladen bij de baggermolen. Het grind lag vochtig opgestapeld in de ruimen. Daaromheen lag donker het zeer diepe water van het grindmeer. De pompen zoemden en deden zilveren waterstralen wegspuiten in het maanlicht. 's Nachts hoorde de schipper van ernaast een vreselijk gekraak. De touwen braken door. Sputterend en met opspattend schuim zonk de Aula de diepte in. De schipper wist zich te redden en ook een van zijn dochters die zich door een raam has weten te wringen. Ze lag weken met scherfwonden in het ziekenhuis. De vader was een wrak, zwijgend, met ongekamde haren en starende blik.

Eric was er kapot van. Hij begon naast zijn bier ook Valium te gebruiken. Wij zagen hem varen met de Sarina, met wilde ogen en wit gezicht. Hij stak zijn hand naar mijn man op en vertelde hem eens dat hij zich alleen recht hield met valium en bier.
"En eet je niet?"
"Neen."
Er werd ook gezegd dat zijn vrouw er vandoor was gegaan.
Ik zat aan al die dingen te denken.
"Als Joris van de Gernee 1 af moet, zal hij zelf wel met zijn Sarina willen varen.
Wat gaat Eric dan doen?"
Ik vroeg het weifelend.
Mijn man hield op met trommelen.
"Och... Eric vindt wel wat."

Er waren weken voorbij gegan. De staking was voorbij, doch het was winter en er was geen werk. We lagen op de Blauwe Kei gemeerd. Alles glansde van sneeuw en ijs. Daartussen lagen de bossen van Lommel met hun mooie sparren en witte mutsen. Eric lag er ook met de Sarina.

We hadden nog geen echt besluit genomen wat de Gernee 1 betrof, doch toen we vernamen dat Joris de spits, onze spits bij een makelaar te koop aangeboden had, alvorens het zijn eigendom was, was mijn man niet meer te houden.
"Ik laat mijn schip nog liever slopen dan dat ik zo de gek met mij laat houden!"
Joris werd op de hoogte gebracht.
"Ja maar Eric? Je kunt Eric toch niet op straat zetten? Dat doet men niet met een hond," zei hij.
"Eric kan in jouw plaats op de Gernee 1 komen," zei mijn man.
Joris stond spraakloos en vertrok meteen.

Mijn man ging weg om de zaak verder af te handelen. Ik bleef op het schip en keek door het raam naar buiten. En toen zag ik ineens Eric, zijn vrouw en hun tweejarig zoontje tussen hen in, beide handjes opgestoken naar zijn ouders. Ze liepen naar een cafe. Ik keek hen na. Het zonlicht viel over hun hoofden en tekende hun schaduw in de sneeuw: twee grote mensen en een klein kind dat in de kroeg tussen hen op de bank gezet zou worden tot in late en kleine uurtjes.

Ik liet de gordijnen los en wreef over mijn voorhoofd. Wat had ik toch al die jaren al niet gezien aan ellende en nu dit weer! Ik had zoveel mensen ten onder zien gaan door drinken en onbeheerst leven. Er waren altijd veel meer mensen om sukkelaars in hun ondergang
te slepen dan mensen om hen eruit te halen. En het ging zo gemakkelijk om ten on der te gaan. De worm knaagde reeds in het kind. Wat zou uit deze tweejarige groeien?

Ik keek treurig naar het water waar geen schip bewoog. Het kanaal kon dichtvriezen zonder opengescheurd te worden. De vogels zaten aan de kant en bewogen niet. Ook ik stond roerloos, zelfs mijn wimpers of ogen bewogen niet. Ik zag ze nog gaan, alle drie: Eric, zijn vrouw en hun tweejarig zoontje. Buiten vroor het vijftien graden. Er was geen werk. Kerstmis naderde. Ik bad:
"God , geef ons raad en help de sukkelaars."

Toen mijn man thuis kwam, had hij een gek verhaal.
"De vrouw van Eric is vannacht in 't water gevallen."
"Neen!"
"Toch! En ze is in haar natte kleding terug naar de kroeg gelopen."
En toen dacht ik dat er misschien geen vuur op hun schip geweest was en... nu ja, de kroeg geeft ergens geborgenheid. Waar klitten de sukkelaars bijeen? In mijn hoofd dreunde altijd maar 'En wit staan de velden en bloeiend de oogst.' O God toch, waar zijn de maaiers?
De redders?

Ik zag hoe Eric zojuist wegging. Hij had het jongetje bij zich. Het was glad aan dek. Hij schoof aarzelend vooruit. Het kindje klemde zich aan hem vast. Ik vergat de deur van de stuurhut dicht te doen. Het tochtte en ik voelde het niet. Toen sloeg ik mijn armen open alsof ik heel de aarde wilde omvatten. Het meest zat het me dwars dat er zo weinig te helpen viel. Waar was de macht op aarde?

Ik sloot de deur en ging me warmen bij de kachel. Mijn handen streelden het fluitketeltje dat stond te zoemen. De warmte van het kacheltje scheen mij te doordringen, maar toen ik het losliet en naar buiten keek zag ik het vriesweer en de vele schepen roerloos op het kanaal. Ik wist dat er geen werk was, dat Eric dronk, dat de mensen ons waarschuwden om hem niet als huurkoper op de Genee 1 te laten. Maar ik wist ook dat ons besluit reeds genomen was. Daar ging Eric. Hij droeg het jongetje over de gladde wegen. Ik bad voor hem.
"God, help de sukkelaars, want deze zijn er het meest."

Ze kwamen met hun drieen binnen. Ik hielp de vrouw en het jongetje de trap af. Mijn man begroette hen opgewekt.
"Dag, Eric jongen, kom er maar in!"
Ze waren bedeesd. Joris was met zwierigheid en veel praat op ons schip gekomen. Deze mensen durfden nauwelijks te spreken. Ze durfden ook nauwelijks plaats te nemen als ik hen het bankstel aanwees. Ik bracht warme drank en wat versnaperingen. Ze namen er slechts schuchter van. Toen begon Eric te praten en vroeg of hij met de Gernee 1 mocht varen.
"We hebben uitgerekend dat het mogelijk is."
"Je hebt flink gevaren met de Sarina. We willen je wel een nieuwe kans geven."

De huurkoop werd vlug besloten. Mijn man nam Eric mee om de papieren in orde te laten maken. Ik bleef alleen achter met de vrouw. Ze droeg geen kousen en was zeer dun gekleed. Ze begon met Eric te verdedigen.
"We hebben geen bier meer aan boord. En sedert ik bij hem terug ben neemt hij ook geen valium meer."
"Ja... Je bent bij hem weggeweest..."
Ik vroeg me af hoe ik deze vrouw moest benaderen. Toen dacht ik aan het verhaal dat mijn man vertelde.
"Bent u... echt in het water gevallen?"
"O ja... het was vreselijk. Ik ben van de dijk gegleden en viel onder het schip dat daar lag."
Ze zag bleek en keek treurig uit haar ogen. Ik moest bijna elk woord uit haar trekken want ze was niet erg mededeelzaam. Toch kwam ze stilaan los.
"Eric heeft me eruit gehaald. Je kunt niet begrijpen wat er allemaal in je hoofd omgaat als je daar onder een schip ligt. Ik worstelde om boven te geraken en de kant te vinden. Eric zei dat het lang geduurd heeft alvorens ik boven kwam. Ik... dankte God."
"Geloof je dan in God?"
"O, ik ben geen kwezel, maar ik weet wel dat er 'iets bestaat'. Ik heb God gedankt dat we ons zoontje niet bij ons hadden. Die zou zeker verdronken geweest zijn."
Toen staarde ze.
"Ik wil nooit meer drinken. Daar komt niets dan onheil uit voort."
"Hoe ben je ertoe gekomen om te drinken. Jij dronk vroeger toch niet?"
"Neen, ik heb vroeger nooit gedronken, maar Eric ... Na wat er allemaal gebeurd was durfde ik hem niet meer alleen te laten weggaan en ging dus mee."
Ze zweeg en wou veel niet uitspreken. Ik probeerde haar op te monteren, maar ze bleef staren. Wel vertelde ze me ineens, zonder dat ik er naar vroeg, over haar huwelijk.
"Ik ben bij hem weggegaan omdat ik het niet meer kon uithouden... Maar toch ben ik bij hem teruggekomen. Waarom?... 't Moet wel zijn dat ik van hem hou, anders zou ik toch niet terug gekomen zijn?"

Ik hoorde lawaai buiten. Ons hondje blafte. Mijn man en Eric kwamen terug. Ze hadden het contract al bij zich. Eric en zijn vrouw konden metteen op het schip.
"Morgen verhuizen we en wanneer dat gedaan is beginnen we te varen!"
"Als er werk is," zei mijn man.
"O maar als onze bevrachter geen werk heeft, zoek ik wel iets langs de beurs!"

Ze vertrekken opgewekt en vol plannen. Buiten viel een mollige sneeuw. De duisternis van de hemel was niet meer te zien. De gangboorden waren reeds ingesneeuwd. Eric en zijn vrouw liepen als op wollen tapijten. Ik keek hun voetsporen na en wuifde.
"Veel geluk!"
Toen ik binnenkwam begon ik de kerstversieringen uit de doos te halen. Het Kerstkindeke lag in watten. Ik haalde het er voorzichtig uit en veegde er met een vinger zachtjes over. Ik liep ermee naar het raam en zette het eventjes in de sneeuw.
"Kijk, de aarde. Het is koud, net zoals toen jij gekomen bent. In de schriften staat dat je niet gekomen bent voor de gezonden, maar voor de zieken. Er zijn zoveel zieken, Jezus. En er komen er altijd maar meer bij."

Ik zette het stalletje op de schoorsteen bij het vuur. Ik haalde andere kerstversieringen voor de stuurhut. Even bleef ik staan met de glinsterende guirlandes in mijn handen. Buiten was Eric reeds begonnen met verhuizen. Hij had van Gerrit de sleutels gekregen. Hij lachte en wuifde. Ik lachte ook en wuifde terug.

Januari bleef koud. Nergens dook er werk op. De betoncentrales bleven dicht. De resultaten van de staking deden zich in slechte zin gevoelen. Dat de schippers gestaakt hadden toen er werk was en de grote bazen hen nodig hadden, werd hen niet vergeven. Nu wilden de grote bazen ook geen hand uitsteken om de schippers aan werk te helpen. Alles lag ingedommeld en ingesneeuwd. Slechts af en toe werden er enkele schepen bevracht. Zo konden wij eindelijk naar Arendonk varen. Ook Eric kon een reis bemachtigen. Toen we aan 't lossen waren, voeren ze ons voorbij. Eric blies de hoorn.
"t 'Valt best mee hoor, dat schip," riep hij langs de marifoon.
De reis was echter naar Sint Lenaerts en dat was een gevaarlijk gat voor de schippers.
"Er zijn daar teveel cafe's," zeiden de mensen. "Het is er te plezierig!"
Als er werk geweest was, zou Eric direct terug gevaren zijn. Helaas, er was geen werk.

En toen begon de ellende opnieuw voor Eric: cafebezoek, geldverteer, ruzie met zijn vrouw.
Wij vertrokken met ons schip terug naar het grindgat, maar Eric bleef in de plezierige buurt wachten op zijn volgende reis. Toen die volgende reis er was, had hij geen interesse meer. Zijn vrouw had hem opnieuw verlaten. Overal zat hij met zware schulden en hij probeerde het voor ons te verdoezelen. Hij vroeg aan mijn man uitstel voor betalen. Zo mocht hij zijn eerste betaling eind februari doen. Toen die tijd verstreken was, was Eric's vrouw nog niet teruggekomen. Hij reisde weer en en had een jonge helper meegebracht. We lagen op de Kei toen hij er aan kwam. We hadden besloten, gezien de crisistijd, om Eric niet maandelijks, maar per reis te laten betalen. We wilden het nog eens met hem bespreken.

De twee Gernee's lagen aan elkaar gemeerd. Eric kwam bij ons in de stuurhut. Hij was nog magerder en grauwer geworden. Zijn grote snor scheen haast te zwaar voor zijn tengere gestalte. Hij sprak vlug, strompelde over zijn woorden en wou te veel ineens zeggen. Hij gebruikte hoogdravende zinnen en beschimpte zijn vrouw.
"Nu is ze zelf weg! Nu is het MIJN beurt!" zei hij aggressief. "Maar ik heb een advokaat genomen!"

Zijn lederen jasje flodderde om zijn te dunne schouders. Toen hij zijn hand ophief om een sigaret naar zijn mond te brengen, beefde deze zo dat ze voor zijn mond bleef trillen zonder dat hij ze tussen zijn lippen kreeg. Toen hij ons verliet, blies hij grote rookwolken uit. Hij deed de motor met fel lawaai starten zodat het water onder het roer fel opspoot. Mijn man zei niet veel. We vreesden voor Eric nu zijn vrouw er niet meer was. Toch zag hij er kranig uit. Toen hij ons voorbij voer gooide hij de deur van de stuurhut open om te wuiven en ons zijn opgewektheid te laten zien. In kleine gele letters stond op de kop van het schip "Da Capo'. Hij had die naam erop geschilderd toen hij ons een nieuwe naam voor het schip vroeg. Ik had hem uitgelegd dat Da Capo betekende: van voor af aan beginnen, dus herbeginnen. Het werd voortaan langs de marifoon geroepen" "Da Capo!" Aan bruggen en sluizen werd het doorgegeven.

Da Capo had opgewekt moeten klinken. Maar er hing iets bedrukt over de naam. Toen mijn man na de reis bij de bevrachter ging kijken of Eric zijn aandeel betaald had, bleek zijn advokaat beslag gelegd te hebben op het geld van de reis.
"Het eerste geld dat de jongen verdiend. Net nu hij opnieuw wil beginnen!"
Ik zat vol bitsige woorden. Mijn man trachtte het zakelijk uit te leggen.
"Nu ja, die advocaat moet ook betaald worden."
"Kon hij ook niet wat geduld hebben!" Ik kon mijn bitterheid niet kwijt en liep boos naar buiten.

De Da Capo lag leeg te Sint Lenaerts. De roef en de machinekamer waren gesloten. Eric was verdwenen. In de gangboorden lagen het vuil en het zand van die eerste reis. Niemand kon ons vertellen waar Eric was. Toen we naderden werd er onder de schippers over Eric gezwegen. De marifoons werden niet aangeroerd. Mijn man begon zich weer op te winden en trommelde opnieuw op het stuurwiel. Na enkele weken reden we zelf naar Sint Lenaerts. De Da Capo lag er aan de kant. roest was zichtbaar op dek en den. Gerrit klom aan boord en probeerde ergens binnen te komen. Maar deuren en ramen waren afgegrendeld. Nergens bewoog wat. Ik zat in de wagen en keek hoe mijn man over de gangboorden liep. Het water klotste tegen de verroeste wanden. Vuil schuim van voorbijvarende schepen bleef er aan hangen. Mijn man sprong van het schip en kwam naar me toe door het lange gras van de dijk. Hij sloeg zijn armen op.
"Waar zit die ellendeling?"

Navraag in de buurt of in cafe's hielp niet. Niemand wist wat of wou kwijt wat hij wist.Wel werd er langs de marifoons weer gegekscheerd.
"Eric heeft een plaats aangevraagd als nachtwaker!"
"Eric is nu taxichauffeur in Antwerpen!"
Maar 't bleef bij gissen en spotten. Eric was en bleef spoorloos.

Na twe weken wachten kon mijn man het niet meer uithouden en ging terug naar Sint Lenaerts. Ja, het schip lag er nog, wat verder aan de kant. Iemand moest het weggehaald hebben van de loshaven. Wie? Het lag nu aan de andere kant van de brug, uit de weg en meer uit het zicht. Hetzelfde zand en hetzelfde vuil lagen nog op het dek, wel was er nu meer roest. Mijn man liep nu vlugger rond het schip dan de eerste keer. Vervolgens stapte hij naar de baas van de betoncentrale waar Eric gelost had, of deze soms wat meer wist. Dit bleek niet. Mijn man stapte naar het gezellige hoekcafe waar Eric vaak kwam. De hopen zand en grind van de betoncentrale lagen in het licht van de ondergaande zon. Ze blonken vochtig en verdampten lichtjes. Ook de Da Capo lag in het licht van de ondergaande zon. De versgeschilderde letters hadden een zachte gloed alsof ze spreken wilden.
"We gaan naar de rijkswacht," zei mijn man toen hij terug kwam. "Ik laat mijn schip niet kapot gaan!"

Toen Gerrit de volgende dag naar onze bevrachter ging, gaf deze ons de sleutels van de Da Capo. Eric had ze gebracht zonder ergens uitleg over te geven. Hij was meteen verdwenen. Waar naartoe? Niemand wist het.

En toen kwam Arrie. Arrie was een jonge, stevige schipper uit Amsterdam. Bij had met een blond, rasecht schipperinnetje uit de Limburg kennis gemaakt en voer nu met een duizendtoner over het Albertkanal.
"Ze hebben ons met die duizendtonner verleid," zei Arrie. "Mooie woning, groot als een huis, badkamer, drie slaapkamers, een salon als een danszaal! Er werden ons mooie beloftes gedaan. Maar wat gebeurde er? We zaten in handen van de makelaar-bevrachter en mochten zelf nooit iets beslissen, zelfs de herstellingen werden door hem geregeld en alle afbetalingen. Hij zorgde ervoor dat we nooit genoeg verdienden om het schip af te betalen. Kijk maar wat we verdienden met onze reizen!"
Hij gooide verschillende afrekeningen op de tafel.
"Kijk hier: zestien gulden voor een reis naar Lier, en hier, twintig gulden! En reizen waar geen gulden van overbleef. Wat die man ons toch aangedaan heeft! We verdienden door dag en nacht te varen niet eens driehonderd gulden per week en dat met een duizendtonner!"

Arrie had helblauwe ogen en gitzwart haar. Hij sloeg zijn armen wanhopig in de lucht.
"Wat kregen wij een spijt dat we onze spits verkocht hadden! Maar nu koop ik jullie spits, Da Capo! Ja, dat doen we beslist!"
Hij werd overmoedig.
"We halen hem meteen, kan dat?"
We gaven hem de sleutels. Mijn man kende Arrie en zijn vrouwtje van vroeger. Met hun spits zaten ze toen ook in de Kempen voor zand en grind. De bevrachter had nooit enige last met hen gehad, dus... Mijn man begon te lachen en zich in de handen te wrijven.
"Vrouwtje, nu krijgen we een goede schipper!"

Twee dagen later lag de Da Capo reeds in Wessem in Nederland waar ook de duizendtoner van Arrie lag.
"Jullie schip is honderd percent meegevallen," riep Arrie. Hij was al aan 't sjouwen en verhuizen, van het ene schip naar het andere. Met spijt moest Arrie een deel van zijn meubelen verkopen. Ze konden op de Da Capo niet staan. Maar Arrie had reeds plannen om de woning van het schip te laten vergroten.

Onze nieuwe huurkopers werkten hard. Een paar dagen later voeren ze ons in de Kempen voorbij. Het schip was niet meer te herkennen. Ze hadden de roef helemaal afgestoken en in 't wit gezet. Ook aan de kop van het schip werd reeds gewerkt. Mijn man was vrolijk. Hij nodigde Arrie bij ons uit. Hij kwam met zijn vrouwtje en hun twee schelmse kinderen, de trap af. Arrie had zoveel plannen dat hij niet kon gaan zitten.
"En we plaatsen mooie tegeltjes en de douchecel," zei hij.
"En daar bouwen we een salon en dat wordt onze keuken," zei Margriet.
"Wat zal het hier dan fijn zijn. Ik heb vannacht voor de eerste keer lekker geslapen. Op ons andere schip kon ik niet meer slapen. Ik lag de hele nacht wakker van de zorgen."
"O, wat die man ons toch heeft aangedaan!" viel Arrie zijn vrouw bij.
Niemand hoefde ons te zeggen dat ze blij waren met hun Da Capo. Ze werkten hard en betaalden regelmatig. Margriet liep als een heerseres door de gangboorden. Arrie riep met een stem als een klok telkens als hij ons zag.
"GERRIT !!!"
"ARRIE !!!"
Mijn man riep even luid terug. Ik volgde met een lach de vriendschap die onder beide schippers was ontstaan.

Wat later meerden we in het panheel. De Da Capo lag onder een zwaarbewolkte hemel in het grindgat. 't Was koninginnedag en de volgende dag 1 mei. We konden niet laden en hadden onze schepen aan elkaar vastgemeerd. Mijn man sprong opgewekt bij Arrie in het ruim, toen hij deze bezig zag met het olieen. Samen werkten ze aan het ruim. Margriet stak haar hoofd boven de den en riep hem toe:
"Komen jullie naar binnen! De koffie staat klaar!"
Er werd gedronken en wat gegeten en veel gepraat. Buiten was het guur weer. Er was een wind komen opsteken. De roeren maakten veel lawaai. Alles scheen te bewegen. Margriet ging onder de kachel aansteken.
"Wat is het toch koud vandaag."
In de achteronder zag ik weldra de flikkering van het vuur. Ik dacht eraan hoe we hier zelf gewoond en geleefd hadden. Ook dacht ik eraan dat deze kachel nog van Eric was. Die had hier ook gewoond en geleefd. Waarom was hij zijn eigen spullen niet komen halen? In de gloed die opvonkte zag ik weer zijn gezicht met de grote snor.
"Waar ben je nu, Eric? En heb je nu werk gevonden?"
Niemand kon ons antwoord geven. Er werd ook niet meer over gespot.

Arrie legde de meetbrief op tafel
"Da Capo gaan we veranderen. Het wordt nu Adma."
Ik droomde even. Ja, er was niet veel nodig om de naam van een schip te veranderen. Maar nu stond het er nog op: 'Da Capo'. Er zou een rode lijn door getrokken worden. In sierlijke letters zou dan 'Adma' geschreven worden.

Iedereen was blij, iedereen was vrolijk over de nieuwe doop. Ik bleef echter naar beneden staren waar Eric's kachel brandde met een warme, rode gloed. De warmte steeg naar boven en dat deed iedereen goed.
"Waar zou Eric nu zijn?"

Niemand antwoordde, want niemand wist het.

 

 

 

 

 

 

 

 

Zowel het niet-getiteld gedicht als 'Da Capo' van de hand van Renee Grave-Pasture, werden ontleend aan 'Horizon, tijdschrift over de mormoonse gemeenschap'.

Renee Graves-Pasture

Van de hand van de Vlaamse schrijfster Renee Graven-Pasture verscheen de bundel "Dwangbuis", een hartstochtelijke verwoording van bevrijding en liefde in het licht van het herstelde evangelie. Written by the Flemish writer Renee Graves appeared Pasture-bundle 'Straightjacket', a passionate expression of love and liberation in the light of the restored gospel. Het motto van de bundel luidt: "Het is een lange weg alvorens een Mormoon een Heilige der Laatste Dagen is". The motto of the bundle provides: "It's a long way before a Mormon Latter-day Saints is". Renee Pasture had voor haar bekering reeds twee romans, drie gedichtenbundels en een kinderboek gepubliceerd; ze trok zich terug uit de literaire wereld, maar vond door haar toetreding tot de mormoonse kerk haar oorspronkelijke intensiteit in een nieuw licht terug. Pasture Renee had her conversion has two novels, three collections of poetry and a children's book published, she withdrew from the literary world, but it was joining the Mormon church, its original intensity in a new light back. Het volgende gedicht, niet-getiteld, geeft uiting aan die tocht uit de dwangbuis naar bevrijding: The following poem, non-entitled, expresses this journey to liberation from the straitjacket:

Datgene wat met wier What with whom
en kalk en klei and limestone and clay
in levenszee in levenszee
alle bewegingen verzwaart all movements tightens
en groeit en kleeft and grows and clings
op mij me
als ratten op en zeedierschaal as rats and marine animal scale
en mij belet and prevented me

Gij weet het, Heer You know, Lord
hoe het gebeiteld en gewenteld how the carved and rolled
en geroest is op mijn huid and rusted on my skin
geef mij het puntig mes give me the pointy knife
en de hardheid om in pijn and the hardness in pain
te slaan save
tot het bevrijden toe Add to liberate

want ik wil niet for I will not
tot steen verstard frozen to stone
op rotsige bodem on rocky ground
ondergaan undergo
maar leven in Uw licht but live in Your light
boven de kilte stijgen rise above the chill
in de schuimkrans der golven foam in the crown of waves
bewegen move
waarin Uw adem where your breath
alle zuurstof legt all oxygen explains

DA CAPO - 'n kort verhaal door Renee Graven-Pasture DA CAPO - 's short story by Renee Graves-Pasture


noot van MVG redaktie-lid Robert Poort:
Editor's note MVG member Robert Port:

Da Capo
is een Italiaanse aanduiding in het muziekschrift voor: opnieuw beginnen! Da Capo is an indication in the Italian musical notation to: start again!
Renee Grave-Pasture kent de schipperswereld en haar korte verhaal 'Da Capo' speelt zich dan ook af op en nabij de binnenwateren. Renee Grave-Pasture skipper knows the world and her short story "Da Capo" plays to wonder at and near the waterway.
'Water' en 'opnieuw beginnen' zijn vertrouwde begrippen voor ons als heiligen der laatste dagen, begrippen die letterlijk en figuurlijk aan de basis liggen van ons lidmaatschap van de kerk en ons getuigenis van het herstelde evangelie. 'Water' and 'start over' are familiar concepts to us as Latter-day Saints, literally and figuratively concepts that form the basis of our membership of the church and our witness of the restored gospel.

De schipperswereld is daarnaast ook een prachtig thema uit de Lage Landen. The shipping industry is also a great theme from the Low Countries.
Wie kent niet de vaarten waar binnenschepen zich door de mist een weg banen? Who does not know where the inland waterways through the mist their way? Het geronk van de motoren, de levendigheid rond een sluis, de deining in het kanaal, het spreekt ons aan. The roar of the engines, the vibrancy around a lock, the swell in the channel, it appeals to us. De wereld van de binnenvaart symboliseert treffend ons aards bestaan: we zijn altijd op weg naar een bestemming, altijd op weg naar een volgende aanlegplaats, dolend als het ware over de wateren, turend door de soms dikke mist, op zoek naar de haven. The world of inland aptly symbolizes our earthly existence: we are always on the way to a destination, always on the road next to a dock, as it were, wandering over the waters, sometimes peering through the thick fog, looking for the port.
Binnenvaartschepen spreken tot de verbeelding: het binnenschip is 'n duidelijke identiteit, men heeft niet alleen vracht aan boord maar ook vrouw en kinderen, hond en kat, vlak onder de stuurhut bevindt zich immers de woning van het schippersgezin! Barges speak to the imagination: the barge's a clear identity, we not only cargo on board but also women and children, dog and cat, just below the cockpit is indeed the house of the skipper family!
Ook uw redakteur is bekend met de binnenvaart, als douane-ambtenaar in Lobith (1980) maakte hij grondig kennis met de schipperswereld en onmoette er de schippers en hun gezinnen. Even your editor is familiar with the waterway, as a customs official in Lobith (1980) he was thoroughly acquainted with the shipping industry, and meet families are the captains and their families. In de kleine stuurhut of in de knusse woning mocht hij naar heel wat verhalen luisteren en "Da Capo" zou er een van kunnen zijn. In the small cockpit or in the cozy home he could listen to many stories and "Da Capo" would be one of that. Ook in de geschiedenis van de kerk wordt de binnenvaart meerdere malen genoemd: dus de volgende keer dat u een binnenschip ziet, laat uw gedachten maar eens gaan over de betekenis van de schipperswereld voor het mormonisme in onze gewesten, en Renee Pasture brengt ons in de stemming met: "Da Capo"! In the history of the church is inland several times mentioned: so the next time you see a barge, but let your mind go and about the importance of the shipping industry for Mormonism in our regions, and Renee brings us in the Pasture voting: "Da Capo"!

Anne (Wiegers van der Woude) werd op 12 Juli 1812 geboren te Franeker, als een van elf kinderen van Wieger Pieters van der Woude en Catharina Gerrits. Anne (Wiegers van der Woude) was born on July 12, 1812 in Franeker, as one of eleven children of Wieger Pieters van der Woude and Catharina Gerrits. Als jongen voer hij met zijn vader over zee, en leerde verscheidene vreemde talen, waaronder Engels. As a boy he sailed with his father over the sea, and learned several foreign languages including English. Later zou hij kapitein zijn op z'n eigen schip; z'n grafsteen vermeldt: "Capt. AWVanderwood." (Anne Wiegers van der Woude - Janet Sjaarda Sheeres) Later he would be captain on his own ship, his gravestone reads: "Capt.. AWVanderwood." (Anne Wiegers van der Woude - Janet Sjaarda Sheeres)

In 1816 staat een fris en rond man, scherp van verstand, aan het roer van zijn beurtscheepje dat over de Zuid-Hollandse binnenwateren turf en steenkolen vervoert. In 1816, a fresh, round man, sharp of mind, at the helm of his boat to turn over the South Holland inland peat and coal transport. Schipper Stoffel Muller is een idealist, diep bewogen door de ellende van het kleine volk en diep ontgoocheld door de kilte van de gevestigde kerken tegenover de wanhoop der verworpenen. Hij grijpt naar de pen en schrijft gloeiende zinnen over sociale rechtvaardigheid. (De Nieuwlichters en de roep naar Zion) Schipper Stoffel Muller is an idealist, deeply moved by the misery of the little people and deeply disappointed by the coldness of the established churches to the despair of outcasts. He grabs the pen and writes glowing phrases about social justice. (The innovators and the call for Zion)

Toen de nieuwe zendingspresident arriveerde (1884), vond hij slechts achtenzeventig leden, verspreid over geheel Nederland. When the new mission president arrived (1884), he found only seventy-eight members, spread across the Netherlands. Dit aantal werd gevormd door zestien gezinnen. This number was formed by sixteen families. Zes van hen waren schippers. Six of them were captains. Omdat hij hun waarde als zendelingen aanvoelde, zond Peter J. Because he felt their value as missionaries, sent Peter J. Lammers hen uit om te bekeren: "Ik heb zes schippersgezinnen. Zij hebben kleine schepen en gaan van plaats tot plaats, tezelfder tijd het evangelie met zich dragende. Zij zijn als schapen temidden van de wolven." (De Kerk van 1872-1940) Lammers them to repent: "I have six families skipper. They have small boats and go from place to place, at the same time bearing the gospel with them. They are like sheep among wolves." (The Church of 1872-1940)

commentaar van Jaap Wenzel: Jaap Wenzel comments:
"Da Capo" betekent "herbeginnen". "Da Capo" means "begin again". Het is de diepe boodschap van dit verhaal uit de schipperswereld. It is the profound message of this story from the shipping industry. Schipper Gerrit en zijn vrouw (de ik-figuur van het verhaal) varen met de Gernee 2. Hun oude spits, de Gernee 1, hebben zij in huurkoop aangeboden. Gerrit Schipper and his wife (the narrator of the story) with the sail Gernee 2. Their old striker, the Gernee 1, they have offered lease. Rond dit schip draait het eigenlijke verhaal in een drievoudig herbeginnen - eerst Joris, dan Eric en tenslotte Arrie - om er iets van te maken. Around this ship running the actual story in a triple over again - George first, then Eric Arrie and finally - to make something of it.

Eric is echter de spilfiguur waar het drama zich aan vastknoopt. Eric is the central figure in which the drama is set to started. In hem tekent de schrijfster de ellende van de sukkelaar die had kunnen slagen. In it the author draws the misery of the poor man who could have succeeded. Op hem projecteert ze de verleidingen - bezit, drank, meisjes - die hem kraken. He projects them to the temptations - possession, drink, girls - who crack. Over hem klinkt de vraag "O God toch, waar zijn de maaiers? De redders? " En het is om hem dat de schrijfster, als enige, bekommerd blijft. About him comes the question "Oh God, yet, where are the reapers? The lifeguards?" And it is to him that the writer, alone, remains troubled.

Renee Graven-Pasture hanteert een eenvoudige verteltrant en men voelt dat zij uit eigen ervaring schrijft: zij kent de schipperswereld en wil ervan getuigen. Renee Graves-Pasture uses a simple narrative style and one feels that she writes from experience: they know the shipping industry and will bear witness. In het licht van het evangelie is "Da Capo" een noodkreet, soms bitter en hulpeloos, maar steeds liefdevol. In the light of the gospel is "Da Capo" a cry for help, sometimes bitter and helpless, but always loving.

DA CAPO DA CAPO
door Renee Graven-Pasture by Renee Graves-Pasture

't Was zonnig weer voor november. It was sunny again in November. Het zand naast de dijk was zo mul dat ik er met mijn voeten in wegzonk. The sand dike next to the mullet was so that I sank to my feet. 't Was hard sleuren aan mijn boodschappenkarretje. Het kanaal glinsterde. It was hard to drag my shopping cart. glistened Canal. De schepen lagen er als een kudde logge dieren. Ook ons schip lag er, The ships lay there like a herd of clumsy animals. Even our ship was there,
de Gernee 2. the Gernee 2. Ik hoorde door de open deur van de stuurhut de kwade stem van mijn man. I heard through the open door of the wheelhouse the evil voice of my husband. "Wat heb je weer allemaal gekocht?" "What have you bought this all?"
Hij kwam me niet tegemoet om me over de loopplank te helpen. He did not approach me to help me on the gangway. Ik volgde zijn blik. I followed his gaze. Hij keek naar de Gernee 1en even naar het schip dat ernaast lag, de Sarina. He looked at the Gernee 1 and just lay next to the ship, the Sarina. Joris, de eigenaar van de Sarina, had onze Gernee 1 in huurkoop en had Eric als zetschipper op zijn oude bak gezet. George, the owner of Sarina, had our Gernee 1 hire purchase and had zetschipper as Eric put on his old bowl.

Toen ik binnenkwam trommelde mijn man op het stuurwiel. When I came in my husband drummed on the steering wheel. Hij leunde erop en bleef maar naar de twee schepen kijken. He leaned out and kept looking for the two ships.
"Jullie kunnen me gestolen worden, maar ik zet die luiaard van een Joris van mijn schip. Ik ben geen liefdadigheidsinstelling!" "You can be stolen me, but I put the sloth of a Joris my ship. I'm not a charity!"

De lange staking had mijn man zenuwachtig gemaakt. The long strike had made my husband nervously. Over de banen raasden de zware vrachtwagens voorbij met zand en grind van de grote schepen van het Albertkanaal. About the jobs the heavy trucks roared past with sand and gravel of the great vessels of the Albert Canal.
"Ze komen hier ons werk uit de Kempen afpikken! Dat hebben ze ermee gewonnen met hun staking!" "They come here from our work Kempen afpikken! They've won it with their strike!" Hij duwde mij de post onder de neus. He pushed me to post on the nose.
"Kijk, wat een rente te betalen! De banken innen maar, alsof het waterdruppels zijn!" "Look, what to pay interest! Banks collect but, if the water drops!"

Ik begon voorzichtig de koopwaar uit te stallen. I began gently to the merchandise stalls. 't Zonlicht deed de warme kleuren glanzen. 't Sunlight did the warm colors shine. Ons hondje rekte zijn pootjes en stond rechtop te kijken, maar Gerrit stuurde hem naar buiten. Our dog stretched his legs and stood upright to look, but Gerrit sent him out.
"Ga maar naar het lege ruim kijken. 't Zal wel gaan verminderen met die boodschappen." "Go over to the blank look. It'll have to reduce those messages."
Ik wou juist afdalen naar de roef om de koopwaar weg te bergen. I was just down to the cabin to the road to store merchandise. Hij keek naar beneden waar de rode vloerbedekking warm oplichtte in een bundel zonnestralen die door de ramen vielen. He looked down where the red carpet in a warm lit sun beam that fell through the windows. Het koper van antiek glansde tegen de houten lambrizering. The buyer of antiques shone against the wood paneling. Ik stond even te treuren. I was just too sad.
"Je hebt een prachtige woning, Gernee!" "You have a beautiful house, Gernee!" zeiden de schippers, doch Gerrit wuifde het weg. said the skipper, but Gerrit waved it away.
"We hadden onze spits nooit in huurkoop moeten geven. Dan zaten we nu warmpjes binnen. Dan konden ze voor mijn part de hele winter staken!" "We had our hire purchase should never rush it. Then we were warmly inside. Then they could for my part the whole winter on strike!"
Weer was er die kwade blik naar mij alsof ik alle schuld droeg. Again there was the evil eye at me as if I bore the blame. Zijn gezicht zat vol groeven. His face was full of grooves. Hij had zich weer eens niet geschoren. He had not shaved again. Zijn handen zaten vol teer. His hands were full of tar. Ik was weer boven gekomen en keek naar zijn handen. Zo had hij ook aan de Gernee 1 gewerkt toen hij deze een paar jaren geleden gekocht had. I had come up again and looked at his hands. If he had worked at the Gernee 1 when he bought a few years ago. Hij had ermee op de werf gelegen. He had located it in the yard. Trimvullingen werden aangebracht, een dieperf, pompinstallaties. Trim fillings were made, one dieperf, pumping. Het vlak werd voor 90% vernieuwd. The plane was 90% renewed.
"Er staan maar twee oude platen meer in. En wat doet die Joris? Het vertikken! De verfborstel laten verharden, aan de kant liggen. Maar ik waarschuw je: ik blijf geen brieven schrijven om hem aan te manen te betalen. Hij gaat eraf, basta!" "There are only two old records anymore. What does that George? The refuse point-blank! The paint brush to harden on the side are. But I warn you: I still do not write letters to him to give notice to pay. He goes off , basta! "

Ik keek ook naar de Gernee 1. I looked at the Gernee 1. Het schip werd grijs en grauw. The ship was gray and gray. Ergens had Joris toch wat rode verf aangebracht. Somewhere George had a bit red paint applied. het stak af als nieuwe pannen op een oud huis. put off if the new tiles on an old house. Toen ik daar zo stond te dromen voer Gerrit weer tegen me uit. When I was dreaming so Gerrit run against me again.
"Onze spits was niet goed genoeg, he?" "Our peak was not good enough, huh?"
Ik riep hem toe: I called to him:
"En wat was dat dan op de Gernee 1? Vijf passen links en vijf passen rechts. Ik kon niet eens uitwijken als jij me grijpen wou!" "And what was that on the Gernee 1? Five adjust left and five right fit. I could not even move if you wanted to grab me!"
Gerrit vervolgde niet alleen zijn trommelen op het stuurwiel, hij begon ook met zijn voeten te schuiven en tussen zijn tanden te sissen. Gerrit continued not only his drumming on the steering wheel, he began his feet to slide between his teeth and hissing.
"Hij gaat eraf!" "He goes off!"

Naast de Gernee 1 lag de Sarina, het eerste schip van Joris. Besides Gernee 1 was the Sarina, the first ship of George.
"Als Joris van onze Gernee moet, waar moet hij dan naartoe?" vroeg ik aarzelend. "If our Joris Gernee should, where should he go?" I asked hesitantly.
"Zijn dat MIJN zaken? Trouwens hij heeft nog een schip, zijn Sarina." "Is that MY business? Way he does a ship, its Sarina."
"Ja, een sloopschip!" "Yes, scrapping a ship!"
"Het vaart nog." "The momentum is."
"O ja!" "Oh yes!"
Ik kon er niet om lachen. I could not laugh. Het was een roestige bak, zinkensklaar. It was a rusty bucket, sink ready.
"'t Schijnt dat het er niet zo slecht is als het eruit ziet." "It seems that it is not as bad as it looks."
"Maar de motor!" "But the engine!"
"O die houdt het al lang vol. Trouwens Eric vaart er wel mee. Ik wou dat kapitein Joris zo goed voer als Eric. Die jongen doet minstens een reis per week." "Oh that is already long. By the way Eric has taken full note. I wish Captain Eric George as well as food. That boy is at least one trip per week."
"Ja..." "Yeah ..."

Ik zag die Eric voor mij: een klein, nerveus kereltje met grote donkere snor en vinnige ogen. I saw that Eric for me: a small, nervous little man with big mustache and dark eyes fierce. Hij was jong, erg jong nog, niet eens dertig. Ik wist dat zijn eigen schip, een Kempenaar, op de Blauwe Kei lag te roesten met kapotte roeren. He was young, very young, not even thirty. I knew that his own ship, a Kempenaar, the Blue Kei was rusting with broken rudders. De machinekamer stond open. The engine was open. Op de deur was een gevleugeld paard geschilderd. The door was painted a winged horse. Maar de motor bewoog niet meer. But the engine did not move anymore. Buiten klotste het water tegen de wanden die bruin en groen gewiorden waren van roest en mosgroei. Outside the water lapped against the walls were brown and green gewiorden of rust and moss growth. Bij elke windstoot maakte de deur een klagend piepend geluid. With every gust of wind made the door a plaintive beeping sound. Afgewaaide takken en varens lagen in de gangboorden te rotten. Had blown branches and ferns in the side decks were rotting.

Ik had Eric niet gekend toen hij met dat schip voer. I had not known when he and Eric that ship sailed. Wel had ik over hem horen vertellen. But I heard him tell. Hij had in zijn glorietijd - toen zijn schip nog glansde van nieuwe verf en kleuren - een auto gekocht van een half miljoen frank. He had in his heyday - when his ship was still gleaming and new paint colors - a car bought half of one million francs. Toen kon hij zijn schip niet meer afbetalen, want hij was veel weg met zijn wagen. When he could not repay his ship, for he was far away in his car. Zo bleef hij vaak op gezellige plaatsen hangen en zat zijn vrouw vele nachten alleen op zijn schip met huntwee kinderen. Ze werd nors en zwijgzaam. So he often hung in small places and sat his wife on many nights alone with his ship huntwee children. She was sullen and silent. Eric rechtte zijn trotse kop en overschreeuwde haar treurnis. Eric straightened his proud head and screamed her sadness.
"Zeurmeid! Wat heb ik aan jou? Niets dan ruzie en een zure smoel!" "Stop nagging Girl, what have I to you? Nothing but a hassle and sour mug!"

Onder de schippers werd er verteld dat Eric de dochters van de Aula had leren kennen. Among the sailors was told Eric that the Aula of the daughters had met. "Hoertjes" zeiden sommigen. "Hookers" said some. Ze deden alle drie hun plechtige communie op dezelfde dag en hadden alle drie hun "verloofde" mee naar de kerk gebracht. She did all three of their solemn communion on the same day and all three had their "fiance" to the church brought. De oudste van die mannen was dertig jaar. The oldest of the men was thirty years. Hun schip was die dag overspannen met vlaggen en wimpels. Nu, die meisjes waren slank en mooi en speels. Their ship that day span with flags and pennants. Now, those girls were slim and beautiful and playful. Meer dan een getrouwde schipper verloor er het Noorden bij. More than a married skipper lost there in the North. Ik had ze ook al bezig gezien als een stel spelende tieners vol schijnbare onschuld. I had seen them already working as a full set of playing teenagers apparent innocence. Ook had ik ze eens gezien naast Eric, in zijn mooie wagen. Also I had once seen them alongside Eric, in his nice car. Ze kwamen uit Antwerpen, nog half in feestroes. They came from Antwerp, still half in a festive frenzy.

Maar die Eric had geen geluk. But Eric had no luck. Hij kon het leven niet aan. He could not live. Waarom liet hij zijn vrouw zo vaak alleen om op stap te gaan? Why did his wife so often just to go on stage? Hij had een mooie Kempenaar. He had a beautiful Kempenaar. Er was werk. There was work. Zouden die meisjes van de Aula dan toch zijn hart zo ontwricht hebben? Aula of the girls who would still have his heart so disrupted?

Eric werd van zijn schip gezet. Eric was put on his ship. Banken kennen geen medelijden. Banks have no pity. Wie zijn schulden niet kan betalen moet de kant op. Those who can not pay his debts, the direction. Het schip werd verzegeld en aan de ketting gelegd. The ship was sealed and chained. Weer konden de schippers langs hun marifoon gekscheren en praatjes vertellen. Skippers to gain by telling their VHF radio banter and gossip. Dat waren de nieuwtjes van de dag. Een ander groot nieuws bracht wel ontsteltenis. That was the news of the day. Another big news is brought dismay. De Aula was gezonken te Panheel. The Auditorium was sunk to Panheel. Moeder en een dochter van zeventien waren verdronken. Mother and a daughter of seventeen were drowned. De vader en een van de meisjes hadden zich weten te redden. The father and one of the girls had managed to save themselves. Zo vertelde men: 't Schip was een zeef. So they told: 't Schip was a sieve. Het kon enkel drijvend gehouden worden als er voor en midden en achter gepompt werd. It could only be held if floating on mid and back and was pumped. 't Water spoot overal boven het dek. 't Water sprayed everywhere above the deck. Maar de schipper laadde en loste en niemand bekommerde zich er om hoeveel pompen er geplaatst dienden te worden. But the skipper loaded and unloaded there and nobody cared how many pumps should be placed there. De Aula voer en er werd schijnbaar voldoende geld verdiend om nog op stap te gaan. The Aula feed and were apparently earned enough money to still step. Die nacht waren ze ook zeer vrolijk terug gekomen. That night they were very happily returned. Het schip lag half geladen bij de baggermolen. The ship was loaded with half the dredger. Het grind lag vochtig opgestapeld in de ruimen. Daaromheen lag donker het zeer diepe water van het grindmeer. The gravel was wet stacked in the holds. Around the dark was very deep water of the gravel more. De pompen zoemden en deden zilveren waterstralen wegspuiten in het maanlicht. 's Nachts hoorde de schipper van ernaast een vreselijk gekraak. The jet pumps hummed and did wegspuiten silver in the moonlight. "Night heard the next captain of a terrible crash. De touwen braken door. The ropes broke through. Sputterend en met opspattend schuim zonk de Aula de diepte in. Sputtering and splashing foam in the Aula sank into the depths. De schipper wist zich te redden en ook een van zijn dochters die zich door een raam has weten te wringen. The skipper managed to save himself and one of his daughters through a window that has managed to squeeze. Ze lag weken met scherfwonden in het ziekenhuis. She was weeks in the hospital with fragment wounds. De vader was een wrak, zwijgend, met ongekamde haren en starende blik. The father was a wreck, silently, with unkempt hair and staring eyes.

Eric was er kapot van. Eric was devastated. Hij begon naast zijn bier ook Valium te gebruiken. Wij zagen hem varen met de Sarina, met wilde ogen en wit gezicht. He began his next beer is Valium used. We saw him sail with Sarina, with wild eyes and white face. Hij stak zijn hand naar mijn man op en vertelde hem eens dat hij zich alleen recht hield met valium en bier. He reached for my husband and told him that he was only entitled to Valium and beer.
"En eet je niet?" "And do not you eat?"
"Neen." "Nay."
Er werd ook gezegd dat zijn vrouw er vandoor was gegaan. It was also said that his wife had gone off.
Ik zat aan al die dingen te denken. I was thinking all those things.
"Als Joris van de Gernee 1 af moet, zal hij zelf wel met zijn Sarina willen varen. "If George is off the Gernee 1, he will have his Sarina to sail.
Wat gaat Eric dan doen?" What does Eric do? "
Ik vroeg het weifelend. I asked hesitantly.
Mijn man hield op met trommelen. My husband stopped drumming.
"Och... Eric vindt wel wat." "Oh Eric ... find something."

Er waren weken voorbij gegan. There were weeks passed. De staking was voorbij, doch het was winter en er was geen werk. The strike was over, but it was winter and there was no work. We lagen op de Blauwe Kei gemeerd. We were moored on the Blue Kei. Alles glansde van sneeuw en ijs. Everything sparkled with snow and ice. Daartussen lagen de bossen van Lommel met hun mooie sparren en witte mutsen. In between layers of the forest Lommel with their beautiful spruce and white hats. Eric lag er ook met de Sarina. Eric was also with Sarina.

We hadden nog geen echt besluit genomen wat de Gernee 1 betrof, doch toen we vernamen dat Joris de spits, onze spits bij een makelaar te koop aangeboden had, alvorens het zijn eigendom was, was mijn man niet meer te houden. We had not really decided what Gernee 1 was, but when we learned that the striker Joris, our striker was a broker for sale before the property was his, my husband no longer hold.
"Ik laat mijn schip nog liever slopen dan dat ik zo de gek met mij laat houden!" "I'd rather let my ship scrapping than me so let me take a ride!"
Joris werd op de hoogte gebracht. George was informed.
"Ja maar Eric? Je kunt Eric toch niet op straat zetten? Dat doet men niet met een hond," zei hij. "Yes, but Eric? Eric You can not do on the street? This is done not with a dog," he said.
"Eric kan in jouw plaats op de Gernee 1 komen," zei mijn man. "Eric is in your place on the Gernee 1 come," said my husband.
Joris stond spraakloos en vertrok meteen. George was free speech and left immediately.

Mijn man ging weg om de zaak verder af te handelen. My husband went to the case continue to act. Ik bleef op het schip en keek door het raam naar buiten. I stayed on the ship and looked through the window. En toen zag ik ineens Eric, zijn vrouw en hun tweejarig zoontje tussen hen in, beide handjes opgestoken naar zijn ouders. And then suddenly I saw Eric, his wife and their two year old son between them, both hands raised to his parents. Ze liepen naar een cafe. She walked into a cafe. Ik keek hen na. I watched them. Het zonlicht viel over hun hoofden en tekende hun schaduw in de sneeuw: twee grote mensen en een klein kind dat in de kroeg tussen hen op de bank gezet zou worden tot in late en kleine uurtjes. The sunlight fell on their heads and drew their shadows in the snow: two great people and a small child in the pub between them would be put on the bench until late and early hours.

Ik liet de gordijnen los en wreef over mijn voorhoofd. I let loose the curtains and rubbed my forehead. Wat had ik toch al die jaren al niet gezien aan ellende en nu dit weer! What did all these years I still have not seen in misery and now this! Ik had zoveel mensen ten onder zien gaan door drinken en onbeheerst leven. I had seen so many people perish from drinking and going out of control life. Er waren altijd veel meer mensen om sukkelaars in hun ondergang There were always many more poor souls to their doom
te slepen dan mensen om hen eruit te halen. than dragging people out to get them. En het ging zo gemakkelijk om ten on der te gaan. And it was so easy to go on der. De worm knaagde reeds in het kind. The worm has gnawed at the child. Wat zou uit deze tweejarige groeien? What would grow from these two years?

Ik keek treurig naar het water waar geen schip bewoog. I looked sadly at the water where no ship was moving. Het kanaal kon dichtvriezen zonder opengescheurd te worden. The canal was closed to be torn open without freezing. De vogels zaten aan de kant en bewogen niet. The birds sat on the side and motionless. Ook ik stond roerloos, zelfs mijn wimpers of ogen bewogen niet. I also stood motionless, even my eyelashes or eyes did not move. Ik zag ze nog gaan, alle drie: Eric, zijn vrouw en hun tweejarig zoontje. I saw them go, all three: Eric, his wife and their two year old son. Buiten vroor het vijftien graden. Outside it was freezing fifteen degrees. Er was geen werk. Kerstmis naderde. There was no work. Christmas approached. Ik bad: I prayed:
"God , geef ons raad en help de sukkelaars." "God, give us advice and help the poor souls."

Toen mijn man thuis kwam, had hij een gek verhaal. When my husband came home, he had a crazy story.
"De vrouw van Eric is vannacht in 't water gevallen." "The wife of Eric the night in the water cases."
"Neen!" "No!"
"Toch! En ze is in haar natte kleding terug naar de kroeg gelopen." "Yet! And she is in her wet clothes walked back to the pub."
En toen dacht ik dat er misschien geen vuur op hun schip geweest was en... And then I thought that there might not fire on their ship had been en ... nu ja, de kroeg geeft ergens geborgenheid. Now yes, the bar provides security somewhere. Waar klitten de sukkelaars bijeen? Tangles where the poor souls together? In mijn hoofd dreunde altijd maar 'En wit staan de velden en bloeiend de oogst.' But always pounding in my head "And the fields are white flowering and the harvest." O God toch, waar zijn de maaiers? Oh God, yet, where are the reapers?
De redders? The lifeguards?

Ik zag hoe Eric zojuist wegging. I saw Eric just left. Hij had het jongetje bij zich. He had the boy with him. Het was glad aan dek. It was slippery on deck. Hij schoof aarzelend vooruit. He pushed forward hesitantly. Het kindje klemde zich aan hem vast. The child clung to him. Ik vergat de deur van de stuurhut dicht te doen. I forgot the door of the cockpit to shut. Het tochtte en ik voelde het niet. The draft and I did not. Toen sloeg ik mijn armen open alsof ik heel de aarde wilde omvatten. When I hit my arms open as if I wanted to include the whole earth. Het meest zat het me dwars dat er zo weinig te helpen viel. Most Sat me cross that was so little to help. Waar was de macht op aarde? Where was the power on earth?

Ik sloot de deur en ging me warmen bij de kachel. I closed the door and led me to the warm stove. Mijn handen streelden het fluitketeltje dat stond te zoemen. My hands stroked the fluitketeltje that was to hum. De warmte van het kacheltje scheen mij te doordringen, maar toen ik het losliet en naar buiten keek zag ik het vriesweer en de vele schepen roerloos op het kanaal. The warmth of the heater seemed to penetrate me, but when I let go and looked outside I saw the frost and the many ships motionless on the channel. Ik wist dat er geen werk was, dat Eric dronk, dat de mensen ons waarschuwden om hem niet als huurkoper op de Genee 1 te laten. I knew there was no work that Eric drank that people warned us to hire him as a buyer at the Genee to 1. Maar ik wist ook dat ons besluit reeds genomen was. But I also knew that our decision was already taken. Daar ging Eric. There was Eric. Hij droeg het jongetje over de gladde wegen. He carried the boy on the slippery roads. Ik bad voor hem. I prayed for him.
"God, help de sukkelaars, want deze zijn er het meest." "God help the poor souls, because they are the best."

Ze kwamen met hun drieen binnen. They came with three of them inside. Ik hielp de vrouw en het jongetje de trap af. I helped the woman and the boy downstairs. Mijn man begroette hen opgewekt. My husband greeted them cheerfully.
"Dag, Eric jongen, kom er maar in!" "Day, Eric guy, but get there!"
Ze waren bedeesd. They were timid. Joris was met zwierigheid en veel praat op ons schip gekomen. George was with grace and much talk on our ship came. Deze mensen durfden nauwelijks te spreken. These people hardly dared to speak. Ze durfden ook nauwelijks plaats te nemen als ik hen het bankstel aanwees. They hardly dared to sit down when I pointed them to the couch. Ik bracht warme drank en wat versnaperingen. I brought some snacks and hot drinks. Ze namen er slechts schuchter van. It took only timid of. Toen begon Eric te praten en vroeg of hij met de Gernee 1 mocht varen. When Eric started talking and asked if he could sail the Gernee 1.
"We hebben uitgerekend dat het mogelijk is." "We have calculated that it is possible."
"Je hebt flink gevaren met de Sarina. We willen je wel een nieuwe kans geven." "You have significant risks to the Sarina. We'd have a new chance."

De huurkoop werd vlug besloten. The lease was quickly decided. Mijn man nam Eric mee om de papieren in orde te laten maken. My husband Eric took them to the paper in order to make. Ik bleef alleen achter met de vrouw. I remained alone with the woman. Ze droeg geen kousen en was zeer dun gekleed. She wore no stockings, and was dressed very thin. Ze begon met Eric te verdedigen. She began to defend Eric.
"We hebben geen bier meer aan boord. En sedert ik bij hem terug ben neemt hij ook geen valium meer." "We have no more beer on board. And since I'm taking it back to him no more valium."
"Ja... Je bent bij hem weggeweest..." "Yes ... You've been away from him ..."
Ik vroeg me af hoe ik deze vrouw moest benaderen. I wondered how I would approach this woman. Toen dacht ik aan het verhaal dat mijn man vertelde. Then I remembered the story my husband told.
"Bent u... echt in het water gevallen?" ".. Are you really into the water?"
"O ja... het was vreselijk. Ik ben van de dijk gegleden en viel onder het schip dat daar lag." "Oh yes ... it was terrible. I slipped and fell from the embankment below the ship was lying."
Ze zag bleek en keek treurig uit haar ogen. She was pale and looked in her sad eyes. Ik moest bijna elk woord uit haar trekken want ze was niet erg mededeelzaam. I had almost every word from her face because she was not very communicative. Toch kwam ze stilaan los. Yet she gradually came loose.
"Eric heeft me eruit gehaald. Je kunt niet begrijpen wat er allemaal in je hoofd omgaat als je daar onder een schip ligt. Ik worstelde om boven te geraken en de kant te vinden. Eric zei dat het lang geduurd heeft alvorens ik boven kwam. Ik... dankte God." "Eric has taken me out. You can not understand what is going on in your head as you do in a ship lies. I struggled to get over to the side and find. Eric said that it has taken a long time before I came. I thanked God .... "
"Geloof je dan in God?" "Do you believe in God then?"
"O, ik ben geen kwezel, maar ik weet wel dat er 'iets bestaat'. Ik heb God gedankt dat we ons zoontje niet bij ons hadden. Die zou zeker verdronken geweest zijn." "Oh, I'm not a bigot, but I know that" something exists ". I thanked God that we do not have our son with us. It would certainly have been drowned."
Toen staarde ze. Then she stared.
"Ik wil nooit meer drinken. Daar komt niets dan onheil uit voort." "I would never drink. There is nothing but mischief from it."
"Hoe ben je ertoe gekomen om te drinken. Jij dronk vroeger toch niet?" "How did you come to to drink. You do not drink before?"
"Neen, ik heb vroeger nooit gedronken, maar Eric ... Na wat er allemaal gebeurd was durfde ik hem niet meer alleen te laten weggaan en ging dus mee." "No, I've never drunk before, but Eric ... After what happened was I had not dared to let go and just went along so."
Ze zweeg en wou veel niet uitspreken. She paused and would not say much. Ik probeerde haar op te monteren, maar ze bleef staren. I tried to cheer her, but she continued to stare. Wel vertelde ze me ineens, zonder dat ik er naar vroeg, over haar huwelijk. But suddenly she told me, without me to asked about her marriage.
"Ik ben bij hem weggegaan omdat ik het niet meer kon uithouden... Maar toch ben ik bij hem teruggekomen. Waarom?... 't Moet wel zijn dat ik van hem hou, anders zou ik toch niet terug gekomen zijn?" "I'm left with him because I could not stand it ... But I came back to him. Why? ... 'T Must be that I love him, otherwise I would not come back?"

Ik hoorde lawaai buiten. I heard noise outside. Ons hondje blafte. Our dog barked. Mijn man en Eric kwamen terug. My husband and Eric came back. Ze hadden het contract al bij zich. They already had the contract with him. Eric en zijn vrouw konden metteen op het schip. Eric and his wife could put an end to the ship.
"Morgen verhuizen we en wanneer dat gedaan is beginnen we te varen!" "Tomorrow we will move and when that is done we start to fly!"
"Als er werk is," zei mijn man. "If there is work," said my husband.
"O maar als onze bevrachter geen werk heeft, zoek ik wel iets langs de beurs!" "Oh, if our charter does not work, I find something along the fair!"

Ze vertrekken opgewekt en vol plannen. They leave happy and full of plans. Buiten viel een mollige sneeuw. De duisternis van de hemel was niet meer te zien. A soft snow fell outside. The darkness of the sky was no longer visible. De gangboorden waren reeds ingesneeuwd. The gangways were already snowed. Eric en zijn vrouw liepen als op wollen tapijten. Ik keek hun voetsporen na en wuifde. Eric and his wife ran as on wool carpets. I watched and waved following their footsteps.
"Veel geluk!" Good luck! "
Toen ik binnenkwam begon ik de kerstversieringen uit de doos te halen. Het Kerstkindeke lag in watten. When I came I started the Christmas decorations from the box to get. It was Christmas babe in cotton wool. Ik haalde het er voorzichtig uit en veegde er met een vinger zachtjes over. I took it out and gently wiped with a finger gently. Ik liep ermee naar het raam en zette het eventjes in de sneeuw. I ran to the window and put it briefly in the snow.
"Kijk, de aarde. Het is koud, net zoals toen jij gekomen bent. In de schriften staat dat je niet gekomen bent voor de gezonden, maar voor de zieken. Er zijn zoveel zieken, Jezus. En er komen er altijd maar meer bij." "Look, the earth. It's cold, just like when you came. The rules state that you are not yet come for the healthy but the sick. There are so many sick, Jesus. And there are always more to it .

Ik zette het stalletje op de schoorsteen bij het vuur. I put the stand on the chimney to the fire. Ik haalde andere kerstversieringen voor de stuurhut. I took the flight other Christmas decorations. Even bleef ik staan met de glinsterende guirlandes in mijn handen. Even I stopped by the glittering garlands in my hands. Buiten was Eric reeds begonnen met verhuizen. Hij had van Gerrit de sleutels gekregen. Outside Eric had already begun to move. He had received the keys of Gerrit. Hij lachte en wuifde. He smiled and waved. Ik lachte ook en wuifde terug. I laughed and waved back.

Januari bleef koud. January was cold. Nergens dook er werk op. Nowhere there appeared to work. De betoncentrales bleven dicht. The concrete plants remained closed. De resultaten van de staking deden zich in slechte zin gevoelen. Dat de schippers gestaakt hadden toen er werk was en de grote bazen hen nodig hadden, werd hen niet vergeven. The results of the strike were felt in a bad way. That the sailors were when work was stopped and the big bosses needed them, they were not forgiven. Nu wilden de grote bazen ook geen hand uitsteken om de schippers aan werk te helpen. Now the big bosses did not even reach out to the shippers to obtain jobs. Alles lag ingedommeld en ingesneeuwd. Everything was asleep and snowed. Slechts af en toe werden er enkele schepen bevracht. Zo konden wij eindelijk naar Arendonk varen. Only occasionally were a few ships chartered. So we were able to finally sail Arendonk. Ook Eric kon een reis bemachtigen. Toen we aan 't lossen waren, voeren ze ons voorbij. Eric could also get a tour. When we 'had to solve, they lead us over. Eric blies de hoorn. Eric blew the horn.
"t 'Valt best mee hoor, dat schip," riep hij langs de marifoon. "t" Is so bad hear, that ship, "he cried through the VHF radio.
De reis was echter naar Sint Lenaerts en dat was een gevaarlijk gat voor de schippers. The trip was however Sint Lenaerts and that was a dangerous hole for the sailors.
"Er zijn daar teveel cafe's," zeiden de mensen. "There are too many bars there," the people said. "Het is er te plezierig!" "It is too fun!"
Als er werk geweest was, zou Eric direct terug gevaren zijn. If there had been work, Eric would return immediately dangers. Helaas, er was geen werk. Unfortunately, there was no work.

En toen begon de ellende opnieuw voor Eric: cafebezoek, geldverteer, ruzie met zijn vrouw. And then the trouble began again Eric: cafe visits, consume cash, arguing with his wife.
Wij vertrokken met ons schip terug naar het grindgat, maar Eric bleef in de plezierige buurt wachten op zijn volgende reis. We left our boat back to the grindgat, but Eric stayed in the pleasant neighborhood waiting for his next trip. Toen die volgende reis er was, had hij geen interesse meer. When the next trip there, he was no longer interested. Zijn vrouw had hem opnieuw verlaten. His wife had left him again. Overal zat hij met zware schulden en hij probeerde het voor ons te verdoezelen. Everywhere he sat with heavy debts, and he tried to cover up for us. Hij vroeg aan mijn man uitstel voor betalen. He asked my husband to delay payment. Zo mocht hij zijn eerste betaling eind februari doen. So he could make his first payment late February. Toen die tijd verstreken was, was Eric's vrouw nog niet teruggekomen. When that time expired, Eric's wife was not returned. Hij reisde weer en en had een jonge helper meegebracht. He traveled back and and had brought a young helper. We lagen op de Kei toen hij er aan kwam. We hadden besloten, gezien de crisistijd, om Eric niet maandelijks, maar per reis te laten betalen. We were on the Kei when he came. We decided, given the crisis, to Eric not monthly, but each trip to pay. We wilden het nog eens met hem bespreken. We wanted to further discuss with him.

De twee Gernee's lagen aan elkaar gemeerd. The two layers together Gernee's moored. Eric kwam bij ons in de stuurhut. Eric came to us in the wheelhouse. Hij was nog magerder en grauwer geworden. He had become thinner and grauwer. Zijn grote snor scheen haast te zwaar voor zijn tengere gestalte. His mustache seemed almost too heavy for his frail stature. Hij sprak vlug, strompelde over zijn woorden en wou te veel ineens zeggen. He spoke quickly, stumbled over his words and wanted to say too much at once. Hij gebruikte hoogdravende zinnen en beschimpte zijn vrouw. He used high-sounding phrases and taunted his wife.
"Nu is ze zelf weg! Nu is het MIJN beurt!" "Now they own way! Now it's MY turn!" zei hij aggressief. "Maar ik heb een advokaat genomen!" He said aggressive. "I have taken a lawyer!"

Zijn lederen jasje flodderde om zijn te dunne schouders. His leather jacket flodderde to his thin shoulders. Toen hij zijn hand ophief om een sigaret naar zijn mond te brengen, beefde deze zo dat ze voor zijn mond bleef trillen zonder dat hij ze tussen zijn lippen kreeg. When he lifted his hand to his mouth a cigarette to bring them as they trembled for his mouth was trembling without them he got between his lips. Toen hij ons verliet, blies hij grote rookwolken uit. When he left us, he blew big clouds of smoke. Hij deed de motor met fel lawaai starten zodat het water onder het roer fel opspoot. Mijn man zei niet veel. He did start the engine noise so fierce it water under the rudder firmly opspoot. My husband did not say much. We vreesden voor Eric nu zijn vrouw er niet meer was. We feared for his wife now Eric was gone. Toch zag hij er kranig uit. Yet he looked dashing out. Toen hij ons voorbij voer gooide hij de deur van de stuurhut open om te wuiven en ons zijn opgewektheid te laten zien. When he sailed threw us out the door of the cockpit open to wave and cheer us to show. In kleine gele letters stond op de kop van het schip "Da Capo'. Hij had die naam erop geschilderd toen hij ons een nieuwe naam voor het schip vroeg. Ik had hem uitgelegd dat Da Capo betekende: van voor af aan beginnen, dus herbeginnen. Het werd voortaan langs de marifoon geroepen" "Da Capo!" In small yellow stood at the head of the ship "Da Capo". He had called us when he painted a new name for the ship early. I had explained to him that Da Capo meant starting from scratch, so restart . It was now past the VHF radio called "Da Capo" Aan bruggen en sluizen werd het doorgegeven. On bridges and locks was passed.

Da Capo had opgewekt moeten klinken. Da Capo was produced to sound. Maar er hing iets bedrukt over de naam. But there was something printed on the name. Toen mijn man na de reis bij de bevrachter ging kijken of Eric zijn aandeel betaald had, bleek zijn advokaat beslag gelegd te hebben op het geld van de reis. When my husband after the trip to see if Eric was the charterer had paid his share, his attorney appeared to have seized the money on the trip.
"Het eerste geld dat de jongen verdiend. Net nu hij opnieuw wil beginnen!" "The first money that the boy deserved. Just now he wants to start again!"
Ik zat vol bitsige woorden. I was full of acrimonious words. Mijn man trachtte het zakelijk uit te leggen. My husband tried to explain the business.
"Nu ja, die advocaat moet ook betaald worden." "Well, that lawyer must also be paid."
"Kon hij ook niet wat geduld hebben!" "Could not he have some patience!" Ik kon mijn bitterheid niet kwijt en liep boos naar buiten. I could not get my bitterness and anger ran out.

De Da Capo lag leeg te Sint Lenaerts. The Da Capo was empty Sint Lenaerts. De roef en de machinekamer waren gesloten. The cabin and engine room were closed. Eric was verdwenen. Eric was gone. In de gangboorden lagen het vuil en het zand van die eerste reis. The gangways were dirt and the sand of that first trip. Niemand kon ons vertellen waar Eric was. Nobody could tell us where Eric was. Toen we naderden werd er onder de schippers over Eric gezwegen. When we neared the skippers were among about Eric silence. De marifoons werden niet aangeroerd. The VHF were not touched. Mijn man begon zich weer op te winden en trommelde opnieuw op het stuurwiel. My husband began to wind back again and drummed on the steering wheel. Na enkele weken reden we zelf naar Sint Lenaerts. De Da Capo lag er aan de kant. After several weeks we drove himself to St. Lenaerts. The Da Capo lay on the side. roest was zichtbaar op dek en den. rust was visible on the deck. Gerrit klom aan boord en probeerde ergens binnen te komen. Gerrit climbed aboard and tried to come somewhere. Maar deuren en ramen waren afgegrendeld. But doors and windows were sealed off. Nergens bewoog wat. Nowhere was moving some. Ik zat in de wagen en keek hoe mijn man over de gangboorden liep. I sat in the car and watched as my husband walked on the gangways. Het water klotste tegen de verroeste wanden. The water lapped against the rusty walls. Vuil schuim van voorbijvarende schepen bleef er aan hangen. Mijn man sprong van het schip en kwam naar me toe door het lange gras van de dijk. Dirt foam passing ships remained to hanging. My husband jumped from the ship and came to me through the long grass of the dike. Hij sloeg zijn armen op. He hit his arms.
"Waar zit die ellendeling?" "Where is that bastard?"

Navraag in de buurt of in cafe's hielp niet. Soundings in the vicinity or in cafes did not help. Niemand wist wat of wou kwijt wat hij wist.Wel werd er langs de marifoons weer gegekscheerd. Nobody knew what or what he wanted wist.Wel was lost along the VHF weather gegekscheerd.
"Eric heeft een plaats aangevraagd als nachtwaker!" "Eric has made a place as night watchman!"
"Eric is nu taxichauffeur in Antwerpen!" "Eric is now a taxi driver in Antwerp!"
Maar 't bleef bij gissen en spotten. But it stayed with guessing and watching. Eric was en bleef spoorloos. Eric was and remained a trace.

Na twe weken wachten kon mijn man het niet meer uithouden en ging terug naar Sint Lenaerts. Twe weeks after my husband could wait no longer stand it and went back to St. Lenaerts. Ja, het schip lag er nog, wat verder aan de kant. Iemand moest het weggehaald hebben van de loshaven. Yes, the ship was still there, some more on the side. Someone had to have removed from the discharge port. Wie? Who? Het lag nu aan de andere kant van de brug, uit de weg en meer uit het zicht. It was now on the other side of the bridge, the road and more out of sight. Hetzelfde zand en hetzelfde vuil lagen nog op het dek, wel was er nu meer roest. Mijn man liep nu vlugger rond het schip dan de eerste keer. The same sand and dirt were still on the same deck, but there was now more rust. My husband was walking around the ship faster than the first time. Vervolgens stapte hij naar de baas van de betoncentrale waar Eric gelost had, of deze soms wat meer wist. Then he went to the boss of the concrete plant which Eric had unloaded, or sometimes more knew. Dit bleek niet. It was not. Mijn man stapte naar het gezellige hoekcafe waar Eric vaak kwam. My husband walked into the cozy corner cafe where Eric came often. De hopen zand en grind van de betoncentrale lagen in het licht van de ondergaande zon. The hope of the concrete sand and gravel layers in the central light of the setting Sun Ze blonken vochtig en verdampten lichtjes. They gleamed and evaporated slightly damp. Ook de Da Capo lag in het licht van de ondergaande zon. The Da Capo was in the light of the setting Sun De versgeschilderde letters hadden een zachte gloed alsof ze spreken wilden. The letters were freshly painted a soft glow as if they wanted to speak.
"We gaan naar de rijkswacht," zei mijn man toen hij terug kwam. "We go to the gendarmerie," said my husband when he returned. "Ik laat mijn schip niet kapot gaan!" "I let my ship did not break!"

Toen Gerrit de volgende dag naar onze bevrachter ging, gaf deze ons de sleutels van de Da Capo. Gerrit Then the next day went to our shipper, this gave us the keys to the Da Capo. Eric had ze gebracht zonder ergens uitleg over te geven. Eric had brought them something without explaining it. Hij was meteen verdwenen. He was gone. Waar naartoe? Where? Niemand wist het. Nobody knew.

En toen kwam Arrie. And then came Arrie. Arrie was een jonge, stevige schipper uit Amsterdam. Bij had met een blond, rasecht schipperinnetje uit de Limburg kennis gemaakt en voer nu met een duizendtoner over het Albertkanal. Arrie was a young, sturdy skipper from Amsterdam. When was a blond, identity schipperinnetje made from the Limburg and food knowledge now with a thousand toner on the Albert Canal.
"Ze hebben ons met die duizendtonner verleid," zei Arrie. "Mooie woning, groot als een huis, badkamer, drie slaapkamers, een salon als een danszaal! Er werden ons mooie beloftes gedaan. Maar wat gebeurde er? We zaten in handen van de makelaar-bevrachter en mochten zelf nooit iets beslissen, zelfs de herstellingen werden door hem geregeld en alle afbetalingen. Hij zorgde ervoor dat we nooit genoeg verdienden om het schip af te betalen. Kijk maar wat we verdienden met onze reizen!" "They have seduced us with a thousand ton," said Arrie. "Nice house, big as a house, bathroom, three bedrooms, a lounge and a ballroom! Were our beautiful promises. But what happened was we were in the hands of the broker and charterer could never decide anything, even the repairs were arranged by him and all payments. He made sure we never earned enough to pay off the ship. Look at what we earn by our travel! "
Hij gooide verschillende afrekeningen op de tafel. He threw several slips on the table.
"Kijk hier: zestien gulden voor een reis naar Lier, en hier, twintig gulden! En reizen waar geen gulden van overbleef. Wat die man ons toch aangedaan heeft! We verdienden door dag en nacht te varen niet eens driehonderd gulden per week en dat met een duizendtonner!" "Look here: sixteen guilders for a trip to Lier, and here, twenty guilders! And tours where no guilders remained. What this man has done to us yet! We deserved to sail by day and night not even three hundred guilders per week and with a thousand ton! "

Arrie had helblauwe ogen en gitzwart haar. Arrie had bright blue eyes and black hair. Hij sloeg zijn armen wanhopig in de lucht. He hit his arms in despair.
"Wat kregen wij een spijt dat we onze spits verkocht hadden! Maar nu koop ik jullie spits, Da Capo! Ja, dat doen we beslist!" "What we regret that we got our striker had sold But now I buy your striker, Da Capo! Yes, we certainly do!"
Hij werd overmoedig. He was cocky.
"We halen hem meteen, kan dat?" "We get it right, can it?"
We gaven hem de sleutels. We gave him the keys. Mijn man kende Arrie en zijn vrouwtje van vroeger. My husband knew his wife and Arrie of yesteryear. Met hun spits zaten ze toen ook in de Kempen voor zand en grind. De bevrachter had nooit enige last met hen gehad, dus... With their head when they were in the Kempen for sand and gravel. The charterer had never had any trouble with them, so ... Mijn man begon te lachen en zich in de handen te wrijven. My husband started laughing and rubbing their hands.
"Vrouwtje, nu krijgen we een goede schipper!" "My good woman, now we get a good skipper!"

Twee dagen later lag de Da Capo reeds in Wessem in Nederland waar ook de duizendtoner van Arrie lag. Two days later was the Da Capo Wessem already in the Netherlands where the thousand of toner was Arrie.
"Jullie schip is honderd percent meegevallen," riep Arrie. Hij was al aan 't sjouwen en verhuizen, van het ene schip naar het andere. Met spijt moest Arrie een deel van zijn meubelen verkopen. "Your ship is one hundred percent meegevallen," said Arrie. He was already at her tote and move from one ship to another. With regret Arrie had a part of its furniture sales. Ze konden op de Da Capo niet staan. She could not stand on the Da Capo. Maar Arrie had reeds plannen om de woning van het schip te laten vergroten. But Arrie already had plans to house the vessel to increase.

Onze nieuwe huurkopers werkten hard. Our new rental buyers worked hard. Een paar dagen later voeren ze ons in de Kempen voorbij. A few days later they sailed past us in the Kempen. Het schip was niet meer te herkennen. The ship was no longer recognizable. Ze hadden de roef helemaal afgestoken en in 't wit gezet. They had the deck and all chipped in white put. Ook aan de kop van het schip werd reeds gewerkt. Also at the head of the ship was already underway. Mijn man was vrolijk. My husband was gay. Hij nodigde Arrie bij ons uit. He invited us to Arrie. Hij kwam met zijn vrouwtje en hun twee schelmse kinderen, de trap af. He came with his wife and their two mischievous kids, down the stairs. Arrie had zoveel plannen dat hij niet kon gaan zitten. Arrie had so many plans that he could not sit.
"En we plaatsen mooie tegeltjes en de douchecel," zei hij. "We place great tiles and the shower," he said.
"En daar bouwen we een salon en dat wordt onze keuken," zei Margriet. "And we will be building a salon and that is our kitchen," said Margaret.
"Wat zal het hier dan fijn zijn. Ik heb vannacht voor de eerste keer lekker geslapen. Op ons andere schip kon ik niet meer slapen. Ik lag de hele nacht wakker van de zorgen." "What will be here then fine. Last night I slept for the first time. On our other ship I could not sleep. I lay awake all night of the concerns."
"O, wat die man ons toch heeft aangedaan!" "Oh, what that man did to us anyway!" viel Arrie zijn vrouw bij. Arrie was his wife.
Niemand hoefde ons te zeggen dat ze blij waren met hun Da Capo. Nobody had to tell us that they were pleased with their Da Capo. Ze werkten hard en betaalden regelmatig. They worked hard and paid regularly. Margriet liep als een heerseres door de gangboorden. Margriet walked like a queen by the side decks. Arrie riep met een stem als een klok telkens als hij ons zag. Arrie cried with a voice like a bell whenever he saw us.
"GERRIT !!!" "GERRIT!"
"ARRIE !!!" "Arrie!"
Mijn man riep even luid terug. My husband called back equally loud. Ik volgde met een lach de vriendschap die onder beide schippers was ontstaan. I followed with a smile of friendship among the two skippers had arisen.

Wat later meerden we in het panheel. Later we moored in the Panheel. De Da Capo lag onder een zwaarbewolkte hemel in het grindgat. The Da Capo lay under a heavy cloudy sky in the grindgat. 't Was koninginnedag en de volgende dag 1 mei. We konden niet laden en hadden onze schepen aan elkaar vastgemeerd. Mijn man sprong opgewekt bij Arrie in het ruim, toen hij deze bezig zag met het olieen. It was Queen and the following day May 1, we could not load our boats together and had vastgemeerd. My husband jumped in Arrie generated in the hold, when he saw working with oils. Samen werkten ze aan het ruim. Together they worked on the hold. Margriet stak haar hoofd boven de den en riep hem toe: Margaret put her over the head and called him:
"Komen jullie naar binnen! De koffie staat klaar!" "Come inside! The coffee is ready!"
Er werd gedronken en wat gegeten en veel gepraat. It was something to eat and drink and talk a lot. Buiten was het guur weer. Outside, the weather inclement. Er was een wind komen opsteken. There was a wind come learn. De roeren maakten veel lawaai. Alles scheen te bewegen. The rudders were noisy. Everything seemed to move. Margriet ging onder de kachel aansteken. Margriet went under the stove.
"Wat is het toch koud vandaag." "What is it cold today."
In de achteronder zag ik weldra de flikkering van het vuur. In the back under I soon saw the flicker of the fire. Ik dacht eraan hoe we hier zelf gewoond en geleefd hadden. I thought how we lived and had lived here myself. Ook dacht ik eraan dat deze kachel nog van Eric was. Also thought I would mention that this stove was still Eric. Die had hier ook gewoond en geleefd. Waarom was hij zijn eigen spullen niet komen halen? He had also lived and lived. Why had he not come for his own stuff? In de gloed die opvonkte zag ik weer zijn gezicht met de grote snor. In the glow that opvonkte I saw his face again with the big mustache.
"Waar ben je nu, Eric? En heb je nu werk gevonden?" "Where are you, Eric? And have you found a job?"
Niemand kon ons antwoord geven. Nobody could give us answers. Er werd ook niet meer over gespot. There was also no longer spotted.

Arrie legde de meetbrief op tafel Arrie put on the table tonnage certificate
"Da Capo gaan we veranderen. Het wordt nu Adma." "Da Capo, we change. Now Adma."
Ik droomde even. I even dreamed. Ja, er was niet veel nodig om de naam van een schip te veranderen. Yes, there was not much need for the name of a ship to change. Maar nu stond het er nog op: 'Da Capo'. But it was still on "Da Capo". Er zou een rode lijn door getrokken worden. There was a red line drawn. In sierlijke letters zou dan 'Adma' geschreven worden. In decorative letters would "Adma" written.

Iedereen was blij, iedereen was vrolijk over de nieuwe doop. Everyone was happy, everyone was happy about the new baptism. Ik bleef echter naar beneden staren waar Eric's kachel brandde met een warme, rode gloed. De warmte steeg naar boven en dat deed iedereen goed.
"Waar zou Eric nu zijn?"

Niemand antwoordde, want niemand wist het.

Zowel het niet-getiteld gedicht als 'Da Capo' van de hand van Renee Grave-Pasture, werden ontleend aan 'Horizon, tijdschrift over de mormoonse gemeenschap' .